BUITENL \NI)SCHE BEBIGTEN.
te hebbendat de besmettelijke schurftziekte in hevige mate heerschende is
onder de lersche schapen, die, aan de Engelselie markten gebragt, gewoon
lijk in den nazomer in betrekkelijk groot getal daar werden ingevoerd,
ter kruising met de Friesche schapen.
Te Leeuwarden is eene vereeniging in het leven geroepen, welke zich
ten doel stelt de belangen der volksgezondheid te bevorderen. Tot voorzitter
dier commissie is benoemd de heer dr. A. Meursinge, adjunct-inspecteur voor
het geneeskundig staatstoezigt in Friesland, en tot ondervoorzitter de heer
dr, P. H. Asman.
Gisteren morgen is aldaar een verwersknechtbezig zijnde met het ver
wen van een der kerkgebouwen, van een steiger gevallen en zoodanig op
het hoofd teregt gekomendat men voor het behoud van zijn leven vreest.
Te Arlon, in Luxemburg, zijn door eene sterke windhoos, die in den
omtrek huizen en te veldstaande vruchten vernield en telegraafpalen omver
gehaald heeft, de werkplaats aan het station van den spoorweg tot den
grond weggenomen en onderscheidene locomotieven beschadigd. Eenige werk
lieden werden daarbij gekwetst, maar bekwamen gelukkig geene gevaar
lijke wonden.
's GRAVENI1AGE, 3 Augustus.
Aan den heer A. J. Krudorp is op zijn verzoek eervol ontslag verleend
als plaatsvervangend kantonregtcr te EIburg; ook is, op zijn verzoek, eer
vol ontslag verleend aan den heer J. W. Kröller jr.als commissaris van
policie en waterschout te Hellevoetsluis en commissaris van rijkspolicie op
het Kanaal van Voorne.
Z. M. heeft goedgevonden, op hun verzoek en onder dankbetuiging
voor de door hen bewezene langdurige dienstenmet 1 October aanst. eervol
ontslag te verleenen: aan H. de Greef, als militie-commissaris in het 3Je
militie-district der provincie Noordbrabant-, en aan A. D. Weber, als militie
commissaris in het 4de militie-district der provincie Zuidholland; en met 1
October aanst. te benoementot militie-commissaris in het 3dt militie-district
der provincie Noordbrabant, den gepens. kolonel. laatstelijk plaatselijk com
mandant te Nijmegen, L. E. Tiesselinck; tot militie-commissaris in het 4,le
militie-district der provincie Zuidholland, den gepens. majoor, laatstelijk
provincialen adjudant in Overijssel, J. T. Evers.
Z. M. heeft goedgevonden bij het personeel van de geneeskundige dienst
der landmagt in Oost-Indië te benoemen: tot officier van gezondheid 3,le kl.
de studenten voor de militaire geneeskundige dienst in Oost-Indië J. Tim
mermans en J. P. L. Fischer, en aan den met verlof hier te lande terugge
keerden 2Jen luit. der infanterie van het leger in Ned. Indië L. J. A. J Bro-
man, op zijn verzoek, wegens ongeschiktheid tot het gaan hervatten van de
werkelijke dienst, ten gevolge van ligcliaamsgebrekeneen eervol ontslag
uit de militaire dienst te verleenen.
Door het prov. geregtshof in Zuidholland zal den 25slen dezer behan
deld worden de zaak van M. B. van der Velden, geb. te Schiedam en 39
jaren oudbeschuldigd van moedwilligen doodslag. Op den 6e" April jl. te
Delfshaven met zekeren van der Meyden vertoevende, heeft hij dezen, met
wien hij in twist geraakte, zoodanig tegen de keijen geworpen dat hij uit
mond en neus bloedende bewusteloos bleef liggen en kort daarna overleed.
Beiden, vooral van der Meyden, waren door het gebruik van sterken drank
ten hoogste opgewonden.
Zaturdag morgen zal van het ls,e reg. huzaren alhier een escadron
naar Rotterdam vertrekken om aldaar gedurende de kermis gestationeerd
te blijven.
Naar wij vernemen, zegt het Vad., heeft mevr. Lamb, van Bristol,
den heer mr. D. van Eek alhier de behartiging opgedragen van de belangen
haars echtgenoots, die onlangs door Engelselie agenten te Rotterdam met
geweld aan boord eener Engelsche stoomboot gesleept is.
De dames directrices van den onlangs op Zorgvliet gehouden bazar,
tot ondersteuning van het fonds voor de nagelalen betrekkingen van veron
gelukte Scheveningsche visschers, hebben medegedeeld, dat de bazar heeft
opgebragt globaal zeven duizend gulden; het juiste cijfer later te vermelden
na aftrek van de noodzakelijke onkosten.
ENCELAN».
LONDEN2 Augustus.
In het lagerhuis heeft, bij de behandeling der begrooting van uitgaven
voor het aangevangen dienstjaar, de post betreffende gelden voor het aan
leggen van vestingwerken ter beveiliging van 's lands tuighuizen en werven,
ernstige bestrijding ondervonden. De aanleg dier vestingwerken onder het
bestuur van lord Palmerston ontworpen en aangevangen, hoofdzakelijk ten
gevolge van wantrouwen omtrent Frankrijk, vorderde meerder geld dan
men verwacht had, en de doelmatigheid dier werken werd door deskundi
gen in twijfel getrokken. Van regeringswege voerde men aan dat het wel
hij niemand ernst kon zijn, werken, voor vier vijfde gedeelten aangelegd,
onvoltooid te laten. Een voorstel om de gansche som van 1,500,000 te
weigeren werd met 100 tegen 32 stemmen verworpen; zoo ook vervolgens
een voorstel om die som met 225,000 te verminderen door het aannemen
van een minder kolossaal plan voor de forten te Spithead. Dit laatste voor
stel echter slechts met 82 tegen 73 stemmen.
Er is een prospectus uitgegeven eener maatschappijdie zich voorstelt
een derden telegraafkabel te leggen tusschen Europa en Amerika en
wel van de Orkney-eilanden (in het noorden van* Schotland) via de Faaroèr-
eilanden naar Quebeck in Canada. Deze kabel zal bediend worden door het
Engelsche postwezen.
FRANKRM K.
PARIJS, 2 Augustus.
lieden komt de senaat bijeen tot het houden eener buitengewone zit
ting ter overweging der door den keizer aan het wetgevend ligchaam toe
gezegde grondwetswijzigingen. De orde van den dag bestaat uit drie pun
ten: mededeeliug van het gouvernement; vorming der afdeelingen door loting,
en toelating van nieuwe senaatsleden, die door den keizer sedert de sluiting
der vorige zitting benoemd zijn. De mededeeliug van het gouvernement is
de voordragt houdende wijzigingen van grondwettige bepalingen betrekkelijk
den gang der werkzaamheden bij de twee wetgevende kamers. De tekst
dezer voordragt is op het paleis te Saint-Cloud vastgesteld in eene vcreenigde
zitting van den ministerraad en van den hofraad, onder 'skeizers voorzit
ting en in bijzijn van de keizerinalsmede van de voorzitters der twee
wetgevende kamers.
De Constitutionnel merkt op dat er thans in Frankrijk kalmte niet
alleen op de stratenmaar ook in de gemoederen hcerscht en dat de toene
mende levendigheid in de beurs- en handelszaken er van gerustheid en ver
trouwen op de toekomst getuigt; die toestand, zoo scherp afstekend bij
Frankrijks gesteldheid in 1830 en 1848 niet alleen, maar ook bij den slaat
der gemoederen tijdens de algemeene verkiezingen, is, zegt dat blad, vooral
te danken aan den keizer, die allengs den weg voor de volksvrijheid ge
baand en het regte tijdstip voor het verleenen daarvan bevroed heeft.
De gezondheidstoestand van den maarschalk Niel, minister van oorlog
moet weinig geruststellend zijn.
De Liberie meldt, dat men op het paleis van justitie de exemplaren
van de Lanterne heeft opgeruimdwelke sedert eenige maanden in beslag
waren genomen; zij vulden 42 zakken en waren ten getale van 160,000.
In den jongslen tijd hebben bij herhaling ongelukken plaats gehad ten
gevolge van het schuilen onder boomen bij onweder. Drie jeugdige soldaten,
die bij eene opkomende zware onweersbui, ondanks de waarschuwing van
den sergeant, op eene bank onder een boom waren blijven zitten, zijn.
door den eerstvallenden bliksemtraal alle drie gedood geworden. Op een
hooiveld in het dep. van de Loire zijn een landman en zijn oudste zoon
die met nog drie anderen bij eene opkomende bui de toevlugt onder een
hoogen eik hadden genomen, doodelijk getroffen, terwijl de tweede zoon en
de nicht van den landman ernstige brandwonden hebben bekomen. De om
gekomen zoon is vooral sterk door den bliksem gekwetst; zoowel zijn
hoofdhaar, als dat van zijnen vader, zijn door het electrieke vuur letterlijk
in brand gestoken.
De heer Rouher heeft heden in den senaat eene rede gehouden, waarin
hijna verklaard te hebben dat de vergadering was bijeengekomen tot on
derzoek van belangrijke wijzigingen in de constitutie des rijks, voorbereid
door eene gelukkige overeenstemming tusschen de regering en het wetgevend
ligchaam, zich o. a. aldus uitliet: Geen souverein heeft meer dan de keizer
den loop der openbare opinie gevolgd. Hij beeft altoos de magt beschouwd
als een eigendom der natie. De voortgaande beweging tot herschepping van
het autoriteits-keizerrijk in een liberaal keizerrijk heeft hij altoos aangewe
zen door zijn initiatief. - De hervormingen van I860, 1863 en 1867 loopen
thans uit op een verbeterd evenwigt tusschen de openbare magten, met eene
betere verdeeling van hare regten en bevoegdheden. Te willen dat Frank-
rijk stationnair zou blijven, terwijl de liberale leerstellingen in geheel Eu
ropa gevestigd werden, zou gelijk slaan met eene miskenning der noodza
kelijke wet van onzen invloed in de wereld. De banden, die de Napoleon
tische dynastie aan de Fransche natie verbinden, te doen verzwakken en
zich zorgeloos te laten medeslepen naar een verderf, hetwelk ten afgrond
voert, zou zijn alsof men wilde vergeten dat de Fransche natie het regt
heeft om van de regering eene volledige beveiliging te eischen tegen den
invloed van geweldige hartstogten en dwaze verwachtingen. Het keizerrijk
is populair genoeg om zich met de vrijheid te verstaanhet is sterk genoeg
om die vrijheid tegen regeringloosheid te beveiligen. De senaat behoort dus
het onderzoek der constitutionele hervormingen aan te vatten, zonder ijdele
beschroomdheid, zonder ondoordachte vervoering, maar met een vasten wil
en met gehechtheid aan den wil der natie.
De pogingen der regering en van den senaat zullen alzoo tusschen de
openbare magten eene meer wezenlijke harmonie, eene meer vruchtbare so
lidariteit vestigen. De instellingen van het keizerrijk zullen daardoor meer
J kracht, meer glans, meer populariteit verwerven.
Na het uitspreken dezer rede werd overgaan tot de voorlezing van het
senatus-consult en van de daarbij behoorende memorie van toelichting.
Bij het senatus-consult zijn de volgende punten aangenomen:
De tarieven van in- en uitgaande regten, alsook de internationale tracta-
ten zullen voortaan alleen verpligtend zijn als zij bij eene wet zijn vastgesteld.
De betrekkingen tusschen den senaat, het wetgevend ligchaam en den
staatsraad met den keizer en onderling zullen bij keizerlijk decreet gere
geld worden.
Het initiatief lot de wetten berust bij den keizer en het wetgevend lig
chaam. De ministers zijn alleen van den keizer afhankelijk. Zij delibereren
in den ministerraad onder zijn voorzitterschap. Zij zijn verantwoordelijk.
J doch zij kunnen alleen door den senaat in staat van beschuldiging worden
gesteld. Zij kunnen senatoren of afgevaardigden zijn, en hebben het regt
van toegang tot elke vergadering van het wetgevend ligchaam en elke open
bare zitting van den senaat.
De senaat maakt zijn reglement van orde. Hij kan zoodanige wijzigingen
I aangeven als waartoe de wetten vatbaar zijn. Hij kan beslissen omtrent de
verzending van die wetten aan het wetgevend ligchaam ter nadere overwe
ging, en kan bij een gemotiveerd besluit opkomen tegen de afkondiging
eener wet. Het wetgevend ligchaam maakt zijn reglement van orde. Het
benoem! zijn president, vice-president en secretarissen.