liulde bragt aan hunne onderscheidene verdiensten. Op daartoe gedane uit- noodiging werd deze rede door den spreker tot opname in de Handelingen afgestaan. Daarop deed de secretaris verslag van de handelingen in het afgeloopen I maatschappelijk jaar en de bibliothecaris van den staat der boek- en andere verzamelingengedurende hetzelfde tijdsverloophetgeen van de medcdeeling j en overlegging der rekening van den penningmeester gevolgd werd. Met betrekking tot de rente van het fonds werd besloten die te bestem men tol tegemoetkoming in de kosten, aan de ondernomen uitgave]der gedichten van W. van Hillegaertsberg verbonden. Vervolgens werden gekozen tot binnenlandsche ledenS. Gorterpred. te Wormerveer; dr. J. A. Boogaard, hoogl. te Leiden; mr. G. N. de Stoppelaar, te Middelburg; J. S. G. Gramberg, te Voorburg; dr. P. J. Cosijn, leeraar aan de hoogere burgerschool te Haarlem; dr. W. A. Enschedé, hoogl. te Groningen; V. J. Andriessen. hoofdonderwijzer te Amsterdam; mr. A. P. Th. 1 Eyssell, advocaat te 'sGravenhage; A. W. Sythoff, te Leyden; dr. L. A. J. Burgersdijkhoogl. te Deventer; dr. W. F. lt. Suringar, hoogl. te Leyden; j mr. N. F. van Nooten, te Utrecht; Joh. lidman, te Amsterdam; dr. Adr. j van der Willigen Pzn.te Haarlem; A. W. P. Weitzel, kolonel der infanterie te Maastricht; dr. A. Kuyper. pred. te Utrecht; J. F. Boogaard, referendaris bij het depart, van binnenl. zaken te 'sGravenhage; Wijger Harmens Gz. zeehandelaar te Harlingen; J. 11. Eichman, hoofdonderwijzer te Leyden; dr. A. J. Vitringa, rector en hoogl. te Deventer; en tot buitenlandscheleden Ferdinand von Hellwald, te Weenen; Fritz Beuter, te Eisenach; Eman. Hiel, te Brussel; dr. G. M. Asher, te Heidelberg; A. B. Cohen Stuart, te Batavia; i G. Sardemann, te Wesel; L. W. Schuermans, B. C. pastoor te Wilsele bij Leuven; Heinrich Böttger, te Hannover; dr. Budolf Koepke, hoogl. te Ber lijn; Albrecht Wolters, te Bonn; W. Noel Humphreys, te Londen. Daarop werd tot lid van het bestuur gekozen de heer mr. L. A. J. W. baron Sloet van de Beele, en het voorstel van de maandelijksche vergadering tot verhooging van de bezoldiging van den bibliothecaris aangenomen. Voorts werd, ingevolge een voorstel van een der leden, besloten aan het bestuur op te dragen, aan het lid der maatschappij, den heer lt. Bell, hoofdonderwijzer te Amsterdam, die onlangs het feest van zijne gedurende vijftig jaren vervulde betrekking van hoofdonderwijzer gevierd had, eenen schrif telijken gelnkwensch van de maatschappij met die gebeurtenis toe te zenden. Nadat nog bij monde van den heer koenen de dank der aanwezigen aan den voorzitter gebragt was voor de wijze, waarop hij de werkzaamheden had geleid, werd de vergadering gesloten. Des namiddags vereenigden de leden zich, als naar gewoonte, aan eenen maaltijd op Zomerzorg. Gisteren overleed alhier de heer J. lvros. hooldopzigter bij het hoog heemraadschap van Bijnland, een man, die zich door zijne kunde en zijne werkzaamheid van eene gunstige zijde heeft doen kennen, en wiens verdien sten door het hoogheemraadschap meer dan eens opentlijk werden gehuldigd. Door het kies-collegie van de Ned. hervormde gemeente alhier is heden tot predikant bij die gemeente beroepen d!. J. D. B. Brouwer, pred. te Harderwijk. Door sommige dagbladen wordt gemeld dat jhr. mr. J. W. van Loon zijne benoeming tot lid der tweede kamer voor het district Amersfoort niet zal aannemen en dat de heer J. K. van Goltstein zich niet verkiesbaar stelt. In de jongste vergadering van de taal- en letterkundige afdeeling der kon. akademie van wetenschappen te Amsterdam heeft de heer de Jonge eene mededeeling gedaan omtrent Albrecht Beiling, waartoe bij aanleiding, vond in bet door den hoogleeraar B. Fruin, in de //Bijdragen voor geschied en oudheidkunde" bekend gemaakte opstel over de aan Beiling voltrokken doodstraf. De heer de Jonge had omtrent Beilings geschiedenis meer bepaald de onuitgegeven bescheiden van het rijks-archief geraadpleegd en daaruit, zooals door hem met een tal van aanhalingen betoogd werd, de meeste waarschijnlijkheid verkregen, dat die geheele treurige geschiedenis tot het rijk der verdichting moet gebragt worden. Het opstel van den heer de Jonge is bestemd voor de bedoelde Bijdragen. Van Maassluis zijn van de haringvloot 17 vaartuigen ter zoutharing- visscherij uitgevaren; de overige schepen zullen spoedig volgen. Dingsdag werd de woning van dewed. J. Voorduyn, in den Bovenberg, gemeente Berg-Ambacht, door een bliksemstraal getroffen, met het ongeluk kig gevolg, dal binnen zeer korten tijd de geheele hofstede in vlam stond. Met veel moeite is het nog gelukt de naastbijgelegen woning te behouden. De hofstede, die tegen brandschade verzekerd was, is bijna geheel in een puinhoop verkeerd. Slechts de voornaamste zaken heeft men kunnen red den. o. a. ook eene partij kaas. Opmerkelijk is het, dat sommige sterke boerenknapen uit dien omtrek dood bedaard het onheil konden aanschou wen. en bijna onmogelijk tot hulp te bewegen waren, terwijl burgers en militairen van elders geene opofferingen ontzagen. Te Deventer zijn verschillende eetwaren uit de op de kermis staande kramen, zooals koek, suikergoed, enz., dat met. kleurstoffen was versierd, door de gezondheids-commissie scheikundig onderzocht, waarvan de uilslag was dat vele dier kleurstoffen zoodanig waren zamengesteld dat zij nadeelig voor de gezondheid konden geacht worden. Door de policie is daarop het verkoopen en uitstallen dier waren verboden. -- Uit Hoendorloo meldt men het volgende- De omgeving maakt hier thans een pijnlijken indruk op ieder aanschouwer. De rupsen hebben de boomen niet alleen ontbladerd, maar zij vernielen ook het jonge hout. Op sommige plaatsen ziet men, zoover het gezigt reikt, geen enkel blaadje aan boom of struik. Bij duizenden ziet men de rupsen aan de boomen. De be woners der huizen, in het houtgewas aelegen. hebben behalve de schade nog grooten last er van. De rupsen kruipen in zulke menigte tegen de huizen op. dat men door vele ruiten letterlijk niet zien kan. Bij hoopen veegt men ze van deuren, vensters en muren. Gelukkig laten de rupsen de veld vruchten lot nog toe vrij. Het voorloopig verslag der afdeelingen van de tweede kamer nopens het ontwerp tot aanvulling van art. 02 van het Indisch regerings-reglement van 1854 ziet thans het licht. Bij het onderzoek verklaarden de meeste leden met grootc belangstelling van deze voordragt kennis te hebben geno men. Sedert lang, zeide men. is bij allen, die zich met koloniale zaken bezig houden, de overtuiging gevestigd, dat onderscheidene gewigtige vraagstukken, die men bij de vaststelling van het regerings-reglement niet heeft durven beslissen, oplossing eischen. De onzekerheid omtrent de rig- j ting, waarin die oplossing zou plaats hebben, eene onzekerheid, die nu reeds zoovele jaren duurt, heeft noodlottig gewerkt, inzonderheid ook uit een bepaald oogpunt. Schier elke brievenmaal uit Indië brengt berigten aan van geldelijke rampendie daar den handelsstand hebben getroffen. Het eenige middel, om in den aangeduiden ongunstigen slaat van zaken te voor zien" is. ook naar de meening dezer leden, zoo de aanwending niet reeds te iaat zij, het verleenen van zekerheid, althans betrekkelijke zekerheid, i voor het in Iandbouw-ondernemingen gestoken kapitaal, en die zekerheid is niet anders te verschaffen dan door toekenning van zakelijk regt op den grond. Beeds de staats-commissie van 1802 verklaarde, dat grondeigendom en persoonlijke vrijheid de noodzakelijke voorwaarden waren van vrije cul tuur. In elk geval moet aan hetgeen men de koloniale quaestie heeft ge noemd een einde komen. De regering schijnt dit ook te begrijpen. Wat ook tegen de voordragt te zeggen viel, hoe men ook over onbestemdheid en onduidelijkheid der voorgedragen bepalingen klagen rnogt, zij droegen den stempel hunner herkomst van een liberaal gouvernement. De voordragt was, in bet oog dezer ledendaarom vooral aanbevelenswaardomdat er de over tuiging in doorstraalt, dat op Java regeling van het grondbezit den grond slag moet uitmaken van elke eenigszins afdoende hervorming. De minister van koloniën opent de reeks van wetten, welke men van hem te wachten heeft, met eene, die niet enkel de uitgifte van woeste gronden in erfpacht, maar ook het grondbezit van den inlander betreft. Maar indien alzoo de vorm van het wets-ontwerp, onder de bestaande omstandigheden, aanbeve ling verdiendevoldoet het dan zelfs aan matige eischenaan de voorwaarde door den minister zeiven gesteld? Worden daarbij inderdaad duidelijke, be paalde hoofdbeginselen gesteld, zoodat de toepassing met eenige gerustheid aan het koloniaal bestuur kan worden overgelaten? Zeer vele leden geloof den dit niet. De wet, zeiden zij, regelt óf te veel óf te weinig. Hare be palingen zijn, in plaats van imperatief, rekbaar en onbestemd, zelfs tegen strijdig. Op de vraag, of door deze wet de zoogenaamde koloniale quaestie of althans eenig deel daarvan inderdaad wordt opgelost, konden de meeste leden geen toestemmend antwoord geven. Men is het over de wenschclijk- heid dier uitgifte, als middel ter bevordering der particuliere landbouwnij verheid, tamelijk eens, en toch opent de wet niet meer dan de mogelijkheid, dat zij zal plaats hebben. 's GBAVENHAGE, 17 Junij. Z. M. heeft tot ridder der orde van den Nederl. Leeuw benoemd den inspecteur van administratie A. Polkijn. Z. M. heeft vergunning verleend aan den heer J. S. van Coevorden, lid der alg. rekenkamer in Ned. Indië, te Batavia, tot het aannemen der versierselen van ridder der 2de kl. van de Hert. Saksische Ernestinische Huis orde, hem door den hertog van Saksen-Coburg-Gotha geschonken, en aan den milicien H. E. Itobijns, van het 4,le reg. inf., tot het dragen van het kruis fa/ei et virtuti, hem door den Paus geschonken. Tot burgemeester der gemeente Oirschot is benoemd de heer A. B. Tret. Tot landmeter ls,e kl. bij het kadaster is benoemd de heer C. Schiiller, thans landmeter 2de kl. Voorts is op hun verzoek eervol ontslag verleend' aan den heer B. E. Ilattink, als surnumerair der directe belastingen, en aan den heer H. Geerligs, als ontvanger der dir. belastingen te Veenendaal. Tot directeur van een der rijkstelegraaf-kantoren is benoemd de tele graphist 3de kl. W. Geerke. Z. M. heeft goedgevonden in hunnen rang over te plaatsen bij het reg. grenadiers en jagers de kapiteins H. F. K. van Overveldt, van het 7d«, en A. 11. Schade van Westrum, van het 4dc reg. infanterie, en bij het per soneel van de veterinaire dienst der landmagt in Ned. Indië te benoemen tot adjunct-paardenarts den heer J. H. Sorber, te Weespercarspel. Heden wordt de 51sle verjaardag van II.M.de koningin plegtigin deze residentie gevii-d. Tegen den middag spoedde zich eene groote menigte naar het Alexanders-veld, ont ooggetuige te zijn van de groote parade, die wegens de toebereidselen voor het vuurwerk, dat lieden avond zal worden ontstokenniet in het malieveld werd gehouden. De parade verschafte veel genoegen, daar de generaal, gouverneur der residentie, van Wickevoort Crommelin, de verschillende eskadrons huzaren en de batterij veld-artillerie gedurende eeuigen tijd evolution deed uitvoeren, die in het ruime veld bijzonder uitkwamen. Van daar af begaven zich velen naar het Voorhout, waar het muziek corps van de dienstdoende schutterij van 2 tot 4 uren verscheiden stukken ten gehoore bragt. Heden avond zal de societeitstent in het Bosch en de lanen, daartoe leidende, worden verlicht en door de kapel van het reg. grenadiers en jagers voor de tent muzijk worden uitgevoerd, üm half elf ure wordt van wege het gemeentebestuur een groot vuurwerk in de Maliebaan afgesto ken. Ook nu is, door de liefderijke zorg der edele vorstin, haar verjaardag weder een feestdag voor de ouden van dagen en de weezen in de onder scheidene gestichten van liefdadigheid. De tweede kamer heeft heden hare werkzaamheden hervat. De voor zitter deed mededeeling der ingekomen stukken, waaronder een wets-ont werp tot nadere regeling van de suiker-cultures in Ned. Indië en tot wijziging van art. 60 van het N. 1. regerings-reglement. Na de zamenstel- ling der afdeelingen deelde de voorzitter mede dat de commissie van rap porteurs gereed was met haar eindverslag over het wets-ontwerp nopens de Bijnvaart. De beraadslaging over dit wets-ontwerp werd bepaald op aanst. Maandag ten 11 ure. Daarna zal in beraadslaging komen het wets-ontwerp tot afschaffing der octrooijen. De kamer werd hierop gescheiden tol Maan dag ten 11 ure. De hooge raad der Nederlanden heeft gisteren twee belangrijke arres ten gewezen, als: 1°. vernietigd het arrest van het hof in Utrecht, waarbij J. Jansen tot gevangenisstraf is veroordeeld ter zake van het door onvoor- zigtigheid doen ontstaan van gevaar voor een trein, dien hij als machinist bestuurde en hem van alle regtsvervolging ontslagen; en 2'. verworpen bet beroep in cassatie, ingesteld door den procureur-generaal bij het hof in Gel derland, tegen een arrest in zake J. F. Eberson, waarbij hij is ontslagen van alle regtsvervolging wegens medepligtigheid aan frauduleusen invoer bij nacht buiten route of heerbaan, van buitenlandsch gedistilleerd, door bet helen of bergen daarvan, wetende dat het door verboden invoer was verkregen. Het prov. geregtshof in Zuidholland heeft gisteren uitspraak gedaan in het vierde regtsgeding betreffende de Botterdamsche ongeregeldheden. B. A. Schieveen, J. P. F. de Haan, J. van der Benning, L. Campbell en AaS' Bennings zijn vrijgesproken van de feiten., waarvoor jij hebben teregt gestaan; L. S. de Heer en A. J. Itueb zijn schuldig verklaard aan rebellie gepleegd door meer dan 20 gewapende personen en. met vrijspraak van de overige misdrijven hun ten laste gelegd, veroordeeld ieder tot eene tucht- huisstruf van 7 jaren; J. A. Bunk is schuldig verklaard aan beschadiging en omverwerping van voorwerpen, die ten algemeenen nutte geschikt en door het openbaar gezag opgerigt zijn en veroordeeld tot 2 jaren correctionele gevangenisstraf en ƒ500 boete. Bunk is voorts vrijgesproken van rebellie en brandstichting, waarvan hij beschuldigd was. De door het hof vrijgesproken personen zijn lieden morgen uit het huis van verzekering ontslagen. Wegens ongesteldheid van den voorzitter van het hof is de behandeling van de zaak van de Vletter uitgesteld tot 24 Junij a. s. lUJlTKNL\.M)SCNh; BKH1GTEN. E.V« E I. 1 XB. LONDEN, 15 Junij. De wet betreffende de opheffing der Iersche staatskerk is thans bij'het hoogerhuis in behandeling. Voor en tegen de instandhouding dier staats-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1869 | | pagina 2