Ilaskersuie Leiden 1870. Achtste Jaarfeest Ontbinding- van het Kansfonds. Burgerlijke jaslauö. \i>yerte\tie\. JONGELIiYGSVEREENIGING Prediker 12 vs. la. openbare jaarvergadering curatele. NEW-YORK, 7 Junij. De Indianen gaan voort met roof en moord bij de kolonisten in dc valleijen en langs de rivieren in Kansas. PARIJS, 8 Junij. Gisteren avond ongeveer 11 ure is een troep van vijftig personen over den boulevard Montmarlre getrokkenonder het roepen van Leve Rochefort! en het zingen van de Marseillaise. Dit veroorzaakte eenige opschudding en eenige lieden werden in hechtenis genomen. Eene buitengemeen talrijke volksmenigte had zich gisteren avond op de boulevard bijeen verzameld. Men spreekt van 120 gevangennemingen. De spijsvertering bevorderende Pastilles van BURIN DU BUISSON, in den vorm van een aangenaam bonbonvereenigen in zich de voorname elementen, die de spijsvertering in de maag bevorderen. Uit gedane proef-' nemingen in de Parijsche hospitalen blijkt, dat zij dikwijls te verkiezen zijn boven dc Pastilles van Vicky, boven de onder-rtitratum van Bismuth, boven de gecalcineerde magnesia en boven de plantaardige kool, om alle maagziekten en dc slechte spijsverteringen te genezen. Van eene goede maag hangt eene goede spijsvertering af. Om dit twee ledig doel te bereikenbehoeft men slechts na eiken maaltijd de spijsverte ring bevorderende Pastilles van RURIN DU RUISSON te gebruiken. Door haren invloed verdwijnt zeer spoedig het opstijgen der gassen uit de maag, de slijm, hoofdpijn, maagpijn enz. Dépotte Amsterdam II. II. ULOTII. INGEZONDEN. In eene stad als Leydeu, waar Rembrandt geboren is en JanSteen gewoond en gewerkt beeft, moge een enkel woord over de tentoonstelling van kunst werken van levende meesterste 's Ilage geopendniet ongepast heeten. Te meer omdat den llaag in de buurt ligt en die tentoonstelling nu niet uit munt door een ontzaggelijk aantal schilderijen, maar door vele kunstwer ken. Op een mooijen dag ga de kunstminnaar zich daarvan overtuigen. Dan zal hijom slechts eenige der voornaamste werken aan te stippen ontwaren dat in «de ledige plaats" van David Bles eene diepgevoelde ge dachte (aan Cats ontleend, maar als Dickens uitgedrukt), in zijne "Kinderen der weduwe" eene wijsgcerige levensopvatting ligt opgesloten; de edele teekening, het kloek penseel en het schoon effect, vooral van »eene razzia," roemen der kolossale doeken, waarmede Cermak den luister der tentoon stelling niet weinig heeft verhoogd. Dan zal hij erkennen dat Elchanon Verveer, blijkens zijne «Invaliden der zee," een fijn opmerker is, maar «een bitter drankje" en «de oorringen" van Rhomberg te Munchen, benevens «vrouwenleed" van Otto Günther, te Weimar, niet minder op prijs stellen. Nu zal hij stilstaan voor «het gezigt op het klooster S'. Clara te Wiesba- i den," van J. W. Rildcrs, en daarin booge verdiensten waarderen, of op de bewering dat «liet gestoorde gebed", door C. Bisschop, eene fraaije schijderij is, het amen uitspreken. Voorts zal hij niet vragen of «de l'ieterskerk te Leyden," door J. Bosboom, nu precies met de Pieterskerk overeenkomt, maar in die kerk de lichttinten en diepe kracht bewonderen. Daarna zal zijne aandacht boeijen het «Gezigt op de Heerengracht te Amsterdam in de 17e eeuw," door C. Springer, en hij zal toestemmen dat dit paneel niet kwalijk in een kabinet van oude kunst zou passen; of bij de beschouwing van een breed geschilderden stoel kloosterbroeders, «eene begrafenis te Rome", door Hermans, zich een paar oude meesters herinneren. De «Stokrozen" van Marguerite Roosenboom zullen hem in verzoeking brengen ze te pluk ken; de lillende oesters in «Stilleven" van Maria Vos hem doen watertan den; en om het bezit van «twee bonden vechten om een been," door Ilen- riette Ronner, zou hij volgaarne eene lans willen breken. Terstond zal hij de naïve schilderijen van Blommers ontdekkende, tot de overtuiging komen dat deze jonge kunstenaar een welverdiend succes verwerft; terwijl hij van Rochnssen, blijkens zijne «Jacoba van Beijeren bij liet lijk van Jan van Arckel," zal getuigen, dat deze bekende kunstenaar evenzeer een grondig kenner van de costumen der grafelijke regering als keurig historieschilder is; dat de Haas, o. a. te oordeelen naar «de koeijen van den daggelder," een echt veeschilder, J. W. van Borselen een bekwaam Ilollandsch land schapschilder is en van Ileemskerck van Beest heerlijke waters weet af te malen enz. In geruimen lijd heeft eene tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters haren naam niet zoo waardig gedragen. Doch waarom heeft Jozef i Israels, de denker en kunstenaar, nu zoo teleurgesteld? Als men zich nog zijne meesterlijke tafereelen uit het visschersleven voor den geest roept, kunnen tlians «Antje van Duin" en «een huisgezin" den beschouwer niet bevredigen. Een kunstschilder te Brussel heeft «Willem de Zwijger over de inneming van den Briel peinzende" voorgesteld. Peinzende? Zeker om allen twijfel weg te nemen is op de lijst »I,e Taciturne" geschilderd. Des ondanks wordt aan alle gelijkenislievende kunstkenners, Noord-Nederlanders van geboorte, aanbevolen in die schilderij de kalme gelaatstrekken van den prins, ons bekend door Miereveld of een ander, onbekend, meester, op het Ilaagsch museum berustende, eens te willen naspeuren. 3 Junij 18G9. A. J. K. Van hetgeen ik schreef, neem ik niets terug, omdat ik meen meer van de zaak te weten dan de heer Wijndelts te Groningen, voor wien ik geen geheim maak, dal ik de schrijver ben van het stuk dat hij bestreed. liet Pensioenfonds kwam dadelijk in werking toen de eerste uitkeering plaats had. De opgemaakte en goedgekeurde rekeningen leveren de bewij zen op van verschillende uitkeeringen ook tot in 1868. Er is meer geschied dan invordering en belegging van contribution en die contribution kwamen van meer dan 500 deelhebbers, al was ook het aantal vrijleden nog bene den de 300. Maar genoeg: er is uitgekeerd aan gerechtigdenniet enkel aan weduwen, maar ook aan trekkende leden, 't Is niet noodig namen te noemen. Ook daarom was ik tegen de ontbinding: cr zijn reeds rechten verkregen en daarmede staan gelijk allen, die als deelhebbers in het Pensioenfonds zijn ingeschreven boven de overige deelhebbers in het Kansfonds. Aller belang was niet-ontbinding maar een oordeelkundige herzieningin verband met een meer grondig onderzoek van den waren toestand, na een berekening der lasten tegenover de bekende baten. Zulk een balans had de commissie moeten opmaken en overleggen; daaraan had kunnen worden getoclsl wat de heer Folkers, die op requisitoir van een dominé bij verstek werd veroordeeld, heeft beweerd, maar in weerwil van dat vonnis wilde volgens het rapport der commissie «een even groot aantal (als de helft) der «leden toch maar liefst de missive Folkers beschouwen als volkomen waar- «lieid te bevatten." Uit dat rapport blijkt dan ookdat op het Grootboek der Nationale Schuld is ingeschreven een kapitaal van ƒ116.000 ten name van het onderling Pensioen- en fVedtnvenJondsterwijl liet Kansfonds bezit ƒ54,400 in hypo theken en (1. 19.550 in zilveren metallieken. Wie daarop recht hebben is niet twijfelachtig. Maar uit dat rapport blijkt tevens, dat men een nieuio fonds onmiddelijk wilde opgericht zienwaarom dan niet het bestaande gewijzigd naar de verkregen ondervinding Mijn persoonlijk belang is van zoo luttel beteekenis, dat de heer W. wel had kunnen achterwege laten wat hij verder daaromtrent schrijft, ten ge volge van gissingen en berekeningen. «Invloed uitoefenen op de arbitrage," o neen, maar zoo mogelijk aan het eind van de zaak nog trachten te verkrijgen waarmèe men had moeten be ginnen en wat zou verkregen zijn zoo men, den raad van een anderen dominé volgende, in de commissie had benoemd een wiskundige: dit namelijk acht ik van belang om geschillen en processen te voorkomen dat men overeen komstig de tafelen van levensverzekering van Lobalto of von Baumhauer, ter voldoening aan art. 35 van bet reglement, berekent welke tasten het fonds heeft, m. a. w. welk verzekeringskapitaal voor elk lid vereischt wordt. Dat is het eenige doel van mijn geschrijf, na daartoe door menig lid te zijn uitgenoodigd. 7 Junij 1869. A. MONTAGNE, Iz. ONDERTROUWD: S. Stokkel. jm. 20j.en J. Vroom,jd. 25 j.J. A. Jaspersen, jm. 25 j. en J. van Loe, jd. 30j. N. F. Perk, jm. 25 j. en Z. van Waveren,jd.24j. AH ADEMIE-RjTIEIJWS. PROMOTIE AAN DE LEYDSUHE IIOOGESCHOOL. Den 8sten Junij de heer C. H. P. Klaverwijdenvan Leyden, in de regten, na verdediging van zijn akademisch proefschrift, de hypothecate van eens anders goed. 269slc Staats-Eotcrlj. Trekking der Vijfde Klasse. lstc Trekking. N°. 10526 een prijs van ƒ1000. 2Je N,,s. 3255 en 7529 ieder een prijs van ƒ1000. Bevallen van een Dochter M. S. HASSELBACH, geboren GORDON. Leiden, 6 Juni 1869. J. J. HASSELBACH. Tot diepe droefheid van mij en mijn eenigen Zoon overleed heden, na een langdurig en geduldig lijden, onze geliefde Moeder en Grootmoeder Mejuffrouw MARIA VAN DUUREN, Wed. van wijlen den Heer W. M. LA LAU, in den ouderdom van 78 jaren. Zwaar valt ons dit verlies, maar wij willen in Gods wijzen wil berusten. Leiden, 6 Juni 1869. Wed. C. J. VAN EWYK, geb. La Lau. Op verlangen van de overledene zal door mij geen uiterlijk toeken van rouw worden aangenomen. Voor de vele bewijzen van belangstelling, bij gelegenheid van ons Huwelijk ondervondenbetuigen wij onzen hartelijken dank. A. R. VAN DE WEG. Dordrecht, 8 Juni 1869. J. I. VAN DE WEG - Van Schravendijk. Bij zijn vertrek naar buiten betuigt de Ondergeteekende voor de vele en hartelijke bewijzen van belangstellinggedurende zijne ziekte aan hem be toond, zijnen innigen dank. Leiden, 8 Juni 1869. J. C. G. EVERS. der op WOENSDAG 9 Juni 1869, des avonds ten half acht ure, in de ZAAL: Noordeiiidc, Sprekers: D'. A. .1. MOLENAAR en D'. JOH. DROST. Namens bet Bestuur, 11. HOUTMAN, President. W. MONTAGNE Secretaris. Zij, die genegen moglen zijn lol levering van Costumen, Wapenen, Schoenen, enz., benoodigd voor de MASKERADE te houden door het LEIDSCIIE STUDENTEN-CORPS in 1870, kunnen zich daartoe met franco brieven aanmelden bij den Ab-actis der Commissie, den Heer 1*. AAA DER POEL, Nieuwe Rijn, Wijk VII. N°. 57. Bij vonnis der Arrondissements-Regtbank te Leiden, in dato eersten Junij 1869, is, ANNA CATHAR1NA VERVOORT, gedomicilieerd te Leiden, thans verpleegd wordende in hel geneeskundig gesticht voor krankzinnigenge naamd S'. Joris Gasthuis te Delft, ter zake van krankzinnigheid gesteld onder Curatele. Van wege den Verzoeker Johannes Henricus Vervoort, Boekhouder, wonende te Haarlem, [Kosteloos], P. K. DOEFF, Procureur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1869 | | pagina 3