PER TELEGRAAF.
DULGAMARIAANTJES.
De wevers te Preston liebben den arbeid weder hervat. Hunne eischen
zijn niet ingewilligd.
'Fe New-York heeft de heer A. T. Stewart zes millioen dollars be
schikbaar gesteld voor liefdadige doeleinden. In de eerste plaats zullen er
twee groote hotels worden gebouwd; het eene om te dienen tot verblijfplaats
voor ongehuwde handwerkslieden, het andere voor ongehuwde vrouwen, die
door handenarbeid in hun onderhoud voorzien.
FRANKRIJ K.
PARIJS, 16 Mei.
De regering heeft bepaald dat de manschappen van de mobilie natio
nale garde, de nieuw gevormde reserve der staande legermagt, den 8stcn
Jimij aanst. moeten opkomen, 0111 vervolgens de door de wet bepaalde wa
penoefeningen te houden.
Vrijdag avond hebben er op nieuw onstuimige volksoploopen plaats
gehadwaarvan vele inhechtcnismingen het gevolg waren. Over het alge
meen is men weinig ingenomen met de houding der policie; men gelooft
dat, zoo zij zich meer op een afstand had gehouden, de rust niet zou zijn
verstoord geworden.
SPANJE.
De cortes hebben besloten het 33ste en het 34sle grondwets-artikel
beide strekkende tot vaststelling van den regeringsvorm, te gelijk in dis
cussie te nemen, en daarover het woord te geven aan 12 redenaars name-
ljjk aan 6 sprekers voor, en aan 6 tegen de bepalingen van het ontwerp.
OOSTENR IJ K.
De keizer heeft de zitting van den rijksraad met eene troonrede geslo
ten waarin hij eerst den treurigen toestand van het rijk tijdens het bij
eenroepen van den rijksraad herdacht, en vervolgens zijne tevredenheid en
dankbaarheid uitdrukte, dal de rijksraad door zijne werkzaamheid den
keizer in zijne hoop niet had bedrogen. Er moest een nieuwe orde van
zaken gesticht worden. De keizer herinnerde voor alles aan den opbouw
der constitutie, die de Cis-Leithaausche landen vereenigde, de autonomie
der landen ruimte liet en de bevrediging van Hongarije voltooide. Vervol
gens werd gewezen op den uitslag van de wetgevende magt in de afgeloopen
zitting, met herinnering aan de regeling van de aangelegenheden ter zake
van de jury omtrent de drukpers, de wijziging der strafwet, de scheiding
tusschen justitie en bestuur, de opheffing der gijzeling voor schulden en die
der woekerwet, benevens de vaststelling van verschillende andere wetten,
als die betreffende de spoorwegen, de posterijen, de telegrafische dienst,
enz. Na dit een en ander werd de aandacht gevestigd op de gelijkstelling
van regten voor alle geloofsbelijdenissen, gelijktijdig met de regeling ter
zake van het burgerlijk huwelijk en de betrekkingen tusschen kerk en
school. Nadat de keizer verzekerd had, dat de verschillende nationalitei
ten, die gezamenlijk den Oostenrijkschen staat vormen, op gelijken voet
zullen worden behandeld, zegt hij dat hij niet twijfelt of de verschillende
volken zullen het eens worden, te meer, omdat Oostenrijk de algemeene
vrijheid weet te beschermen en ieders zelfstandigheid weet te handhaven.
OOIT-INDIE.
BATAVIA, 16 April.
De Jav. Cour. deelt het volgende mede omtrent de plaats gehad heb
bende onlustenwaarvan reeds in telegrafische bengten melding is gemaakt.
In den nacht van den 2deD op den 3dcn dezer zijn te Tamboen, nabij Be-
kassi (zuider- en ooslerkwartier der Ommelanden) onlusten uitgebroken. Op
het berigt daarvan begaf zich de adsistent-resident te Meester-Cornelis,
mr. E. R. J. C. de Kuyper, onverwijld naar het tooneel der ongeregeldhe
den, vergezeld van eenig policie-personeeldoch werd bij de uitoefening
zijner dienstpligten vermoord. De schout van Bekassi, F. J. B. Maijer, die
zich bij den adsistent-resident had aangeslotenonderging een gelijk lot.
Van het voorgevallene onderrigt, spoedde de resident van Batavia, vergezeld
van den adsistent-resident voor de polieie aldaar, zich naar Bekassi, en
haalde die hoofdambtenaar bij paal 16 de compagnie infanterie in, die,
onder bevel van den kapitein der infanterie Stoecker, met twintig achter
laders tot het verleenen van hulp reeds was vooruitgetrokken. Op de tijding
dat de muitelingen zich te Kah-Abang (behoorendc tot het land Telok
Poeljong) verzameld hadden, verdeelde de compagnie zich te Oedjoeng Men-
teng. Eene kolonne ter sterkte van zestig bajonetten, onder bevel van den
kapitein Sloecker en vergezeld van den adsistent-resident voor de politie,
rukte naar de kampong lvali-Abang op, terwijl de andere kolonne met den
resident van Batavia ter sterkte van veertig man naar Bekassi vertrok, ten
einde de brandals tegen te houden, wanneer zij van lvali-Abang derwaarts
mogten uitwijken. De eerstbedoelde kolonne ontmoette de brandals te Kali-
Abang. Zij waren gewapend met lansen, klewangs en een paar geweren
en werden omsingeld, terwijl de adsistent-resident voor de politie hen aan
maande om zich over te geven. Zonder eenig verzet werd hieraan voldaan,
ten gevolge waarvan 162 personen gevangen genomen en naar Bekassi wer
den overgebragt. Een kar met wapens werd buit gemaakt. Te Bekassi,
waar inmiddels een tijdelijk telegraafkantoor werd opgerigt, werd door den
resident alles rustig gevonden.
In den morgen van den 4!l™ dezer begaf de resident zich naar Tamboen,
waar de adsistent-resident mr. de Kuyper, de schout en tien politie-oppas-
sers vermoord waren; de djaksa heeft zich door de vlugt gered. Men trof
er groote verwoestingen aan: het groote kongsihuis van den Chineschen
landhuurder Bapa Beiran en de woningen van zijnen zoon en schrijver wa
ren door de muitelingen tot den grond afgebrand. Er zijn in het geheel
172 personen gevat, die door een detachement cavallerie worden afgehaald.
De voornaamste hoofdaanleggerswaaronder zekere Javaan Raden Koesoema,
schijnen naar Tjibaraesa geweken te zijn; zij worden achtervolgd door den
adsistent-resident van Buitenzorg, aan wien hiertoe eene militaire magt van
zestig man is toegevoegd. De grens van Krawang wordt streng bewaakt.
De juiste aanleiding tot deze ongeregeldheden is nog niet bekend. De instruc
tie der zaak is oiiiiddelijk door den resident aangevangen.
Volgens een in den voormiddag van 6 April bij het IV. Bat. Hbl. ont
vangen telegram was er verder niets bijzonders voorgevallen. De bewoners,
die de kampong Tamboen verlaten haddenkeerden langzamerhand aldaar
terug. Ook de pasar Bekassi begon weder levendig te worden. De schul
digen aan den moord van den adsistent-resident de Kuyper en den sellout
werden vermoed zich onder de te lvali-Abang gemaakte gevangenen te be
vinden De voornaamste hoofden of aanleggers waren evenwel nog niet gevat.
Het Bat. Hbl. zegt nog al belangrijke berigten te kunnen mededeelen.
Vooreerst het op wachtgeld stellen van den heer J. P. Zoetelief, resident
van Solo. Het ontslag en wachtgeld zijn ongevraagd gegeven. Voorloopig
deelen wij, als gerucht, mede, dat de eenige aanleiding tot den maatregel
zou gevonden zijn in de omstandigheid, dat door den resident Zoetelief,
binnen den door den gouverneur-generaal gestelden termijnniet is voldaan
aan diens last, om van advies te dienen omtrent zekere voorstellen, betref
fende het costuum en de uitmonstering voor inlandsche grooten en hoofden
De tweede mededeeling betrelt het gebeurde te Bekassi en den moord, op
trouwe landsdienaren gepleegdals een gevolg van onvoldoende organisatie
der policie, waarop zoo dikwijls is gewezen. Terwijl de mail sluit, ont
vangen wij, zegt dit blad, het berigt, dat te Ivali-Ajat, een klein landje
nabij Depok, weder een klein foyer is ontdekt van onruststokers, waar
schijnlijk een restant der gevlugten van Bekassi.
MADRID. 16 Mei. Cortes. Een amendement, houdende dat het vraag
stuk betreffende den regeringsvorm aan de beslissing des volks, door het
middel van algemeen stemregt, onderworpen zal worden, is verworpen met
156 tegen 73 stemmen.
WASHINGTON, 17 Mei. De heer Motley, de nieuwe gezant der unie te
Londen, vertrekt Woensdag a. s. naar zijnen post. en neemt instructien
mede met betrekking tot de Alabama-quaestie.
IX.
Nog altijd emancipatie en niets anders als emancipatie! De overtuiging
wint bij mij veld, mijn vriend, dat zij eene smetstof is die in de lucht zit
en waarlegen moeilijk desinfectie-middelen zullen kunnen aangewend wor
den omdat zij zichals 't ware uit de Pandora-doos ontsnaptover de ge-
heele aarde verspreid en er even als de wandelende (dwalende?) Jood hare
kenmerkende sporen heeft achtergelaten in de gedaante van een kruis, mis
schien om het spreek woord tot een waar woord te maken; «dat ieder huis
zijn kruis heeft". Maar 't is waar ookik ben misschien te veel pessimist
om mij met den beroemden Duitschen dichter te kunnen vereenigen die mij
wijs wil maken dat de vrouwen ons he melse he rozen in 't aardsche leven
vlechten en weven'. Ik voor mij heb nog nooit eene rozen weverij gezien,
maar daarom kan 't wel zijn dat ze er bestaan; och lieve tijd, er bestaat
zooveel dat ik nog niet gezien heb en dat ik toch gelooven moet, zoodat
ik mij dus ook maar aan 's dichters autoriteit zal onderwerpen en aannemen
dat onze vrouwen den geheclen dag maar niets anders doen dan «hemelsehe
rozen vlechten en weven', als het maar geen klaprozen zijn, natuurlijk
alles in 't geheim, in eene aparte vlecht- en weefkamer, waar manlief het
niet wagen mag zijn neus in te steken omdat daar hare geheimen
verborgen zijn. Zeg mij niet dat eene vrouw geene geheimen bewaren
kan, zeg mij niet dat men juist hierom het celibaat heeft uitgevon
den want dat zou eene beleediging voor de vrouwen zijn. Het bewe
ren dat de vrouw geene geheimen kan bewaren is, daarom ten eene-
male valsch en ik protesteer daartegen met alle kracht, en beroep mij
dan ook in dezen op de handeling van den Noord-Americaanschen president
Grant, die als aanhanger en voorstander der emancipatie, drie zegge drie
postdireclrices benoemd heeft, waarvan ééne o. a. het belangrijke bureau
van de hoofdstad van virginife zal worden toevertrouwd, terwijl ook de heer
Boutwell dit voorbeeld nagevolgd heeft ("als er één schaap over de brug is
volgt de rest van zelf!") door eenige vrouwelijke klerken in zijn departe
ment aan te stellen. Grooter verheerlijking van de vrouw kan er dunkt
mij niet bestaanwant bij de post-administratiën bestaan er natuurlijk geene
geheimen-schennissen zelfs daar niet waar de regeeringen zich het recht
aanmatigen om brieven te onderscheppen, zoodat dan ook uwe meening alsof
de staat juist daarom het monopolie als vrachtschipper der brieven aan zich
houdt, geheel valsch en scheef is, hetwelk gij daaruit kunt opmaken.dat er
buiten hem nog veel meer op andere manieren wordt «overgebriefd" die
minder openlijk plaats bobben en ook veel minder gewcnscht zijn, dan die
waarop het staatsbrieven-vervoer geschiedt. De vrouwen hebben dus m. i.
alle recht en aanspraak om bij de posterijen geplaatst te worden vooreerst
als surnumerairs d. w. z. overtolligheden mits gij dat woord in den ge-
bruikelijhen en niet in den eigenlijken zin opvat, want ik zou het niet
durven wagen om de vrouw als eene overtolligheid of pleonasme te beschou
wen. Ilct denkbeeld om vrouwen voor de posterijen te gebruiken zou mis
schien heel veel goeds uitwerken, en wel in de eerste plaats dit: dal het
publiek zich van eene beleefdere behandeling op de bureaux kon verzekerd
houden dan die, welke wel eens door ingebeelde ambtenaartjes elders ge
volgd wordt, en die er lust in hebben om zelfs hoogcr geplaatste personen
dan zijte brutaliseerenen tot zoo iets zou nooit eene vrouw in staat zijn
Zoodra ik dus minister van fiiiautiën word, zal ik eene nieuwe postwet
voordragen en doen aannemen, waarbij ik al die brutale surnumerairs af
schaf en door vrouwen en vrouwelijke klerken (het woord: surnumerair
wordt verbodendoe vervangen. Het is niet minder eene groote dwaasheid
van u, te willen beweren dat de vrouw alleen geschikt zou zijn als ge
neeskundige te kunnen optreden even als de dames dr. Lozin, de doctoren
Elisabeth en Emily Blackwcll en zoovele andere Noord-Americaansche da
mes integendeel de vrouw is tot alle beroepen geschikt en moest ook daar
voor worden toegelaten. Als predikant zou zij stellig veel beter voldoen en
veel meer opgang maken dan onze tegenwoordige dominé's omdat de vrouw
van nature fijner is. en ieder weet het dat de fijne dominé's een gezocht
goedje zijn, dat aan den meestbiedende verkocht wordt, maar in dat geval
zou ik wcnschen dat zij alleen de academie te Utrecht bezochten om «zui
ver in de leer" te worden en vooral niet hier in Leiden, waar de lucht min
of meer verpest is, volgens getuigenis van de echte Zaal-mannen die zóó
iets natuurlijk het best kunnen beoordeelcn. Gij behoeft het mij niet onder
den neus te wrijven dat de vrouwen lang genoeg veronachtzaamd zijn;
niemand meer dan ik ben van die stelling doordrongen en ik zou zelfs wen-
schen (even als Leopold Ilaffmans dit met zijne geestverwanten, die óók de
minderheid uitmaken, wil) dat men de vrouw hare rechtmatige plaats in
de maatschappij niet meer ontzegge dat zij minstens gelijk sta met den man;
waarom zon zij niet evengoed aan de nationale militie mogen deelnemen en
als soldaat in dienst treden. Is zij er dan minder toe geschikt dan de man,
aan wien alleen dit voorrecht geschonken is? Leert de geschiedenis ons
niet duidelijk dat de vrouw in eene Kenau Hasselaar wonderen van dapper
heid kan verrichtenen onlangs heeft Ristori, die ons bewijzen kan, hoever
het de vrouw als tooneehpeelster brengen kanvoor de tweede maal doen
zien dat de vrouw Judith, op meesterlijke wijze het zwaard weet te gebrui
ken om een man, dien zij haatte, «van kant te maken." Ristori heeft
daardoor bewezen, dat de vrouw zelfs een dubbele rol kan spelen èn als
actrice èn als beul. Zij heeft met ferme taal bewezen dat de man zonder
hoofd moet zijn. Praat mij dus niet meer van de zachtzinnigheid der
vróuw, want eene zoodanige kan tot zóó iets zich niet verheffen (ik had
bijna verlagen gezegd!) eene zachtzinnige vrouw kan geen geneesheer zijn;
gij zegt bet immers zelf dat «zachte chirurgijns stinkende wonden maken;'"
om diezelfde reden vind ik het eene groote beleediging voor de vrouw om