LMRSCIIE COURANT. VRIJDAG 23 APRIL. B1NNENLANDSCHE BERIGTEN. Be Courant wordt Maandag, IF oensdag en Vrijdag uitgegeven. Bie van Maandag komt uit Zaturdag avond. De prijs der Courant is ƒ3.per vierendeel jaars. Afzonderlijke no miners zijn tegen 10 Cents verkrijgbaar. LÉYDEN22 April. In de lieden gehouden zilling van den gemeenteraad werden door den voorzitter o. a. overgelegd het jaai'lijksch verslag van hurg. en weth. om trent den toestand der gemeente; eene missive van dr. C. W. II. van lvaat- hoven, waarhij deze zijn ontslag neemt als regent van het II. G. of arme wees- en kinderhuis; eene missive van hh. diakenen der Ned. herv. gemeente alhier, houdende bedenkingen tegen de voorwaarden, voorgesteld in het rapport der raads-commissie betreffende dc overdragt van het Minnehuis aan den kerkeraad der Ned. herv. gemeente; en de rekening van de gasfabriek over i8(i8. In de volgorde der aan de orde gestelde onderwerpen werdop voorstel van den heer Buys,eene verandering gebragt, zoodat in de eerste plaats in behandeling kwam het adres van de hh. .1. A. Boogaard c. s.tot het plaat- s sen van een harmonie-gebouw op de Ruïne. Geen der leden voerde over deze zaak liet woord' en overeenkomstig het rapport van de commissie van fiinancièn werd besloten1tot afwijzing van het verzoek of zoo als sommigen meenden van de gevraagde rentegarantie en 2». tot het niet aannemen van het voorstel van burg. en weth. tot het verleenen van een subsidie van ƒ3000 'sjaars gedurende 25 jaren. Beide beschikkingen werden genomen met 13 tegen 10 stemmen. Ten gevolge van het afwijzen van genoemd verzoek verklaarde de heer Buys dat bet eerste gedeelte van het voorstel door bem en eenige andere leden gedaan, dat thans aan de orde was. kon vervallen, maar dat het tweede gedeelte, het aanwijzen van de Boolomarktals, naar hel oordeel van den raad, de meest geschikte plaats tol het vestigen der nieuwe meisjes school kon in discussie kóincn. De voorzitter der commissie van fabricage verklaarde daarop dat binnen eene maand liet bestek van die school zou ingediend worden. Dc voorzitter deelde mede dat ook het dagelrjksch bestuur, uu het plan betredende het harmonie-gebouw op de Ruïne was vervallen, geene betere plaats voor de school wist aan te wijzen dan de Boonnnarkt, zoodat het instemde met de zienswijze der heeren, die het voorstel daartoe hadden gedaan. Het plan om de school op de Boommarkt te vestigen vond echter bestrijders in de hh.- Meerburg en Tollens, als zijnde, volgens hen die plaats ongeschikt; de eerste kwam terug op een vroeger door hem aan gegeven denkbeeld om de school te plaatsen in de Zouncveldsteeg bij de Langebrug; waarvan echter de heer Gomlsmil het onraadzame aantoonde. Met 17 tegen 7 stemmen werd het voorsteken! dc school op de Boommarkt te vestigenaangenomen. Vervolgens kwam in behandeling het adres van den algcmecnen kerke raad der Ned. herv. gemeente, waarbij deze voorstelt, de vereeniging van het Minnehuis en de Armbakkerij, met hunne gebouwen en kapitalen, met de administratie der lluiszitten- en diaconiehuizen, om op eens de gemeente van het subsidie van pl. m. lOOOO aan het Minnehuis te ontslaan. Dit voorstel was door den raad, ten line van onderzoek, gesteld in handen eener commissie, beslaande uit de lib. Buys, Goudsmit en Tollens, welke commissie in een uitvoerig rapport, na een overzigt.te hebben gegeven van de geschiedenis der armbakkerij, tot de conclusie komt dat de raad onbe twistbaar bevoegd is die instelling als gemeentelijke administratie op te hef fen en over hare kapitalen ten voordeele van de aipen der Ned. herv. ge meente te beschikken, en dat hel naar haar inzien in hooge mate wensche- lijk is van de bevoegdheid tot overdragt dier instelling aan den kerkeraad der Ned. herv. gemeente gebruik Ic maken, daarbij opgevende, onder welke voorwaarden en in welken vorm die overdragt zou moeten geschieden, ten einde, ter opheffing van een tweetal bij haar gerezen bezwaren, dc armbe sturen. tot nog toe deelende in de winsten der bakkerij, schadeloosstelling te verleenen en voor de burgerlijke gemeente een yvaarborg te verkrijgen, opdat de kerk zich niinmer onllrekke aan het onderhoud van het Minne- huis, zooals dit tegenwoordig bestaat. Dc commissie stelt bij die voorwaar den voor de armbakkerij niet I Jan. 1870 als stedelijke administratie op te heffen; het gebruik der bezittingen, inkomsten, gebouwen enz. aan den i kerkeraad der Ned. herv. gemeente ie doen overgaan, om ten voordeele zijner armen te worden aangewend, onder bepaling dal de kapitalen op het j grootboek zullen worden ingeschreven en niet zullen kunnen worden iosge- maakt zonder toestemming van den gemeenteraad; en het subsidie van het J Minnehuis met 1 Jan. 1870 geheel iu te trekken. De kerkeraad neemt op jj zich, zoolang hij de armbakkerij mogt willen behouden, aan die instellin- gen van weldadigheidwelke het brood voor hare armen thans aldaar koo- pen, dat brood te blijven leveren en die instellingen te doen deelen in de winst op de fabricage van het brood valiende, en liét Minnehuis op den te- ia genwoordigeu voet iu stand te houden, zullende, indien hij aan dit laatste niet voldoet, de bovenbedoelde inschrijving op het grootboek weder aan den gemeenteraad vervallen. Yoor de instellingen van weldadigheid, die verlies zullen lijden, door de vermindering van hun aandeel in de overwinst der bakkerij, wordt eene schadeloosstelling, van wege.degemeentevoorgedragen. Voor dat men hierover iu discussie tradwerd voorlezing gedaan van den bovenvermelden brief van hh. diakenen der Ned. herv. gemeente, waarom trent de heer ilartevelt voorstelde over Le gaan lot de orde van den dag, als zijnde hh. diakenen in deze tot het schrijven aan den raad niet bevoegd, daar men le doen had met een adres van den kerkeraad. Overeenkomstig dat voorstel werd met 23 stemmen tegen 1 besloten. Voor dat de zaak in discussie kwam, bragt de voorzitter, ook namens de vergadering, zijnen dank aan de commissie, voor het belangrijk rapport door haar uilgebragt. De heer Rutgers, zonder te willen treden in eene beoordecliug van het ver zoek van den kerkeraad, stelde de vraag of het eene gepaste wijze van handelen van de zijde van den gemeenteraad zou zijn, den afstand aan te nemen van eene som van/137750, die gedurende de eerstvolgende 20 jaren ten behoeve van het Minnehuis zou moeten worden uitgekeerd of het regt en billijk zou zijn die somdie men als bet goed der armen kon beschou wen. in de stads-kas le storten. De lib. Buys en Goudsmit kwamen tegen deze beschouwingswijze op. liet kon geen armen-goed genoemd worden, want de gemeente had ieder jaar het regt het subsidie te doen ophouden, zonder dat hel kerkelijk gezag er iets aan zou kunnen doen. De raad ver leende slechts subsidie zoolang er noodzakelijkheid bestond. Men kon het subsidie, gedurende 20 jaren, slechts als eene hoop, eene verwachting be schouwen. De kerkeraaddie zelf zijn belang het best kon inzienhad de overdragt verzocht. En al ware het dat men het als een geschenk wilde aanmerkendan nog had de gemeente volgens de wel regt dat geschenk aan le nemen. De heer Rutgers lichtte nader zijne zienswijze toe en wees ook op de bezwarende voorwaarde, dat aan het Minnehuis ten allen tijde eene som van ƒ151100 moest worden te koste gelegd, hetgeen in verschillende omstandigheden, waarvan hij dc mogelijkheid voor oogen stelde, nadeeligc gevolgen zou kunnen hebben ook voor de burgerlijke gemeente. De heer Buys bragt daarop in het midden dat de bepaling van de som van ƒ15900. die aan het Minnehuis moest worden te koste gelegdslechts als een maxi mum was te beschouwenwaren de omstandigheden van dien aard dat het behoorlijk met minder kon gedaan worden, dan sprak het van zelf dal de overeen komst daardoor niet zou worden geschonden. De hh. Stoffels en llarlevelt spra ken mede ten gunste van de overdragt en de heer Gock vroeg eene inlichting, t, w. of de kerkeraad officieel zijne goedkeuring had geschonken aan de voor- dragt. Van de zijde der commissie werd eene officiële aanneming ontkend, maar van den president der kerkeraads-commissiewaarmede zij in overleg was gestreden, had zij daaromtrent de stellige verzekering ontvangen; verder had zijvóór de meening van den raad te kennenniet kunnen gaan. Na het sluiten der algemeene beschouwingen, werden de verschillende artt. der voorstellen in discussie gebragt en goedgekeurd. Met de in art. 3 aan ver schillende instellingen van weldadigheid verzekerde subsidiën, als schade loosstelling wegens winstderving, konden enkele leden zich niet vereenigen. De voorstellen werden ten slotte met 23 stemmen tegen 1 goedgekeurd. Vervolgens was aan de orde dc voordragt van gecommitteerden lot de -administratie der vereenigde gast- en leprooshuizen, omtrent de vervulling der betrekking van heelkundige in dat gesticht, liie voordragt strekte om die betrekking niet te vervullen, als zijnde dit niet volstrekt noodzakelijk, omdat aan het hoofd der inrigting een geneeskundige stond die tevens heel kundige was. Enkele leden konden dit niet toegeven en betoogden op ver schillende gronden de noodzakelijkheid van het aanstellen van een heelkun dige. Met 17 tegen 7 stemmen werd de voordragt aangenomen, echter in dien zin gewijzigd dat de betrekking van heelkundige vooralsnog onvervuld zal blijven. Voorts,werden nog jhr. W. I. G. Rammelman Elsevier, als stads-archivaris en G. Roskes, als stads-apotheker. ingevolge hun verzoek in die betrekkin gen gecontinueerd, werd aan A. van der lleydenop zijn verzoektegen 1 Mei eervol ontslag verleend als 2eD opzigter bij de fabricage-werkenen tot lid der commissie van financiën ad hoe. tot het onderzoeken van de rekening der gasfabriek, benoemd de heer llarlevelt. De behandeling der concept verordeningen betreffende de bewaarscholen werd uitgesteld tot de volgende vergadering. Door de kamer van koophandel en fabrieken is het volgende adres bij de tweede kamer der staten-generaal ingediend "De Earner van Koophandel en Fabrieken te Leydcn heeft de eer zich lot uwe vergadering te wendenmet eenige opmerkingen aangaande het ont werp van wet, regelende het gebruik van stoomtoestellen. Tegen het ontwerp in zijn geheel bestaan bij ons geene bezwaren. Wij erkennen zijne nuttige strekking om, door op de gebruikers van stoomtoe stellen eene zware en door strenge strafbepalingen zooveel mogelijk verze kerde verantwoordelijkheid te leggen, derden te behoeden tegen de gevolgen van de onvoorzigtighcid. het verzuim of het misbruik door de gebruikers van hunne toestellen gemaakt. Dc vraag is échter, of de bedoeling der Wet bereikt kan wordenwanneer de wetgever zich uitsluitend bepaalt tot regeling van het gebruik vanen het loezigt op .«/oom-toestellen Deze vraag meenen wij des te eerder te mogen doen, met het oog op de bepaling van art. 1, waar alleen van het »in werking brengen yan een stooin-ketel" gesproken wordt, en op de definitie iu lid 2 van dit artikel, waar gezegd wordt: "Een stoomketel is elke toestel, ingerigt om uit eenige vloeistof //stoom voort te brengen, die tegen de wanden eene grootere drukking dan «die van den dampkring uitoefent.'' Het gevaar waartegen de wetgever wil waken is in dc slotwoorden van het artikel omschreven"die tegen de «wanden eene grootere drukking dan die ran den dampkring uitoefent." Het gevaar ligt hierin, dat die wanden, d. i. de deelen van den toestel welke de drukking le weerstaan hebben, geen aan deze drukking geëven- redigd weerstandbiedend vermogen hebben zullen. Doch dit gevaar bestaat niet enkel bij toestellen "ingerigt om uit eenige vloeistof stoom voort te "brengen," maar bij eiken toestel tot aanwending eener kracht wier span ning of drukking grooter is dan de luchtdrukking van den dampkring. Er zijn meer dampen dan waterdamp, d. i. stoomdie met dezelfde gevaren, en dikwerf in nog hoogere mate, bedreigen. Ook verhitte lucht als be weegkracht gebezigd geeft grootere drukking dan die van den dampkring. Wij meenen hierop ernstig de aandacht te moeten vestigen. Zoolang bet publiek alleen tegen de gevaren van ontploffing der toestellen "ingerigt om "Uit eenige vloeistof stoom voort te brengen." gewaarborgd is, is zijn waar borg zeer onvolledig. En die onvolledigheid zal zich hoe langer zoo meer doen gevoelen, naarmate onze telkens vermeerderende kennis in het ont-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1869 | | pagina 1