LEYDSCHE
1809.
De Courant wordt
Vrijdag uitgegeven,
uit Zatnrdag avond.
MaandagWoensdag en
Die van Maandag komt
VRIJDAG 16 APRIL.
De prijs der Courant is f3.per vierendeel
jaars. Afzonderlijke nommers zijn tegen 10
Cents verkrijgbaar.
Bij deze Courant wordt verzonden IV". 3 blad 4 en 5) der Hande
lingen van den Gemeenteraad.
"stad S - BER1G T El\."
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN doen te weten, dat
door hen, naar aanleiding van art. 1 der Verordening op het Brandwezen,
van den 9den Maart 1865 Gemeenteblad n°. 4), op voordragt van den Wet
houder, voorzitter der Commissie van Fabricage, is benoemd voor den tijd
van drie jaren, gerekend ingegaan te zijn 1° Mei 1868, tot adjunct-brand
meester aan de stads-spuit n°. 5: de heer HENDRIK JAN VAN KLEEF, en
zulks in de plaats van den heer LEENDERT MAAS, thans brandmeester
aan de stads-spuit n°. 8.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leyden, 15 April 1869. v. d. BllANDELER, Burgemeester.
v. PUTTKAMMER, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN
Gezien de adressen van: 1°. Johannes Rutgers, zonder beroep, wonende al
hier, houdende verzoek om eene koff jbranderij te mogen oprigten op het
open plaatsje grenzende aan het pakhuis van het perceel aan de Beesten
markt, geteekend wijk V n°. 54a; 2°. Gebroeders van Wensen, traanstokers
alhier, waarbij zij verzoeken limine traanstokerijthans gevestigd in de
Looijersstraat, te mogen verplaatsen naar hunne fabriek aan den Vestwal,
geldgen tusschen de grofsmederij en de stoomweverij van de firma de lley-
der C°.; 3°. Jacob Blok, vleeschhouwer, wonende binnen deze gemeente,
behelzende het verzoek om liet perceel in de Lange Vrouwenkamp, getee
kend wijk VI n°. 1412, tot slagtplaats en veestalling te mogen inrigten en
gebruiken; 4°. Jacobus Leonardos Creygiiton, koperslager, houdende verzoek
om in het pand aan de gedempte Marendorpsachtergrachtwijk VI n". 649"
eene smidsvuring te mogen doen plaatsen; en 5°. Johannes Dingjan, slijter
en tapper, om vergunning tot het houden en mesten van een of meer var
kens op de plaats achter zijn huis aan de Oude Vest, geteekend wijk VI11°. 1144;
Gelet op het Koninklijk besluit van 31 Jannarij 1824, rakende vergun
ningen ter oprigting van sommige fabrieken en trafieken; alsmede on art.
224 der Algemcene Policieverordening van 24 October 1867;
Doen te weten, dat tot het hooren der eigenaars en bewoners van de naast-
bijgelegene en belendende panden, ten opzigte der informatiën de commodo
et incommododoor Burgemeester en Wethouders zal worden gevaceerd
op het Raadhuis dezer Gemeente, op Maandag den 19dtn April aanst.,
'svoormiddags te el! uren; zullende de belanghebbenden verpligt zijn, hunne
bezwaren tegen die verzoeken op dien lijd in te brengen, terwijl, bij ver
zuim daarvan, zij gehouden zullen worden zich tegen de inwilliging niet te
hebben verzet.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. n. BRANDELER, Burgemeester.
Leyden, 15 April 1869. v. PUTTKAMMER, Secretaris.
IfN N G N L N DSC li H BC il IG TEN.
LEYDEN, 15 April.
Door de kamer van koophandel en fabrieken alhier is het volgende
adres bij de tweede kamer der staten-geheraal ingediend:
/die kamer van koophandel en fabrieken te Leyden heeft de eer zich tot
uwe vergadering te wenden naar aanleiding van het onlangs bij u ingeko
men ontwerp van wet tot onteigening van percelen ten behoeve van den
spoorweg van Zaandam naar Amsterdam.
Toen twee jaren geleden zich een groot verschil van gevoelen openbaarde
over het meest doeltreffend plan tot aansluiting der spoorwegen te Amster
dam, heeft de kamer van Leyden gemeend zich in dit geschil te moeten
onthouden. Welke punten der hoofdstad voor de plaatsing van een centraal
slation hel meest geschikt waren, scheen ons de zaak van Amsterdam en
die Amsterdam het best kon uilmaken. Sinds zeven jaren was door de
wet eene aansluiting der spoorwegen te Amsterdam of Haarlem bevolen, en
wij meenden dat een besluit lot uitvoering, waarover men zeven jaren tijd
lot nadenken en onderzoeken gehad had, kans had niet enkel tot een wel
beraden besluit te voeren, maar tot een dat ten slotte de verdeelde mcenin-
gen in eene gemeenschappelijke overtuiging zou vereenigen.
Van de zeven jaren van nadenken, onderzoeken en overleggenzijn negen
jaren geworden en niemand zal thans aan de hoofdstad met regt verwijten
kunnen dat zij in een zoo gewigtig onderwerp met overhaastingonberaden
en ondoordacht is te werk gegaan. Elke meening heeft zich thans en bij
herhaling doen hooren en voor en tegen elke meening zijn de gronden toe
gelicht, opgegeven, wederfegd en weder wederlegd. Het gouvernement heeft
dan ook geoordeeld dat. door deze verschillende toelichtingen en wederleg
gingen, de zaak tot voldoende klaarheid en in staat van wijzen was ge-
bragt en dat thans het oogenblik gekomen is eene keuze uit de ver
schillende meeningen en stelsels te doen.
Thans nu aan de wetgevende magt een ontwerp van aansluiting te Am
sterdam door de regering is aangeboden, is voor de kamer van Leyden het
motief harer vroegere onthouding vervallen. Welke punten der hoofdstad
de meest geschikte gelegenheid voor stations aanbieden, kon als een zuiver
lokaal belang beschouwd worden, maar de zaak van de aansluiting en ver-
binding der verschillende te Amsterdam zamenloopcndc spoorweglijnen is
zonder twijfel een algemeen belang. De vraag is, dunkt ons, daarbij niet,
welke streken en gemeenten worden door deze aansluiting en verbinding
het meest en onmiddellijk gebaatmaar of liet niet is in het gemeen be
lang van allen die reizen en die goederen te ontvangen of te verzenden
hebben, dat op een zoo aanzienlijk centraal punt van verkeer, de middelen
van verkeer regtstreeks en zonder oponthoud met elkander in verband ge-
bragt worden?
Die vraag kan, dunkt ons. niet anders dan bevestigend beantwoord wor
den, en uit dit standpunt van algemeen nut en algemeen handelsbelang ge
redeneerd is, naar ons oordeel, de aansluiting en verbinding der verschil
lende spoorweglijnen te Amsterdam een belang dat de officiële organen des
handels zich kunnen en moeten aantrekken. Of het door de regering voor
gedragen plan van verbinding het éénig, of ten minste hel meest doeltreffend
plan is, kunnen wij niet uitmaken, doch het schijnt ons dat, wanneer na
negen jaren strijd nog zooveel verschil van gevoelen bestaat over het meest
geschikte punt der aansluiting, het meest gerecde plan zich ook liet meest
aanbeveelt. Dat eindelijk aangesloten en verbonden worde is eene zaak
wier belang voor het algemeen verre het belang overweegt waar en hoe
aangesloten en verbonden wordt. Die laatste vraag moge voor Amsterdam
van veel gewigt wezen en de gemoederen aldaar zeer verdeeld houden, zij
mag echter niet een blijvend beletsel zijn dat het publiek verstoken houdt
van een voor het algemeen verkeer zoo wenschelijk middel van verceniging.
Het is daarom dat wij, nu de zaak der aansluiting bij de wetgevende
magt is aanhangig gemaakt, u met aandrang verzoeken, haar tot eeiie
spoedige en bevredigende oplossing te willen brengen."
Van de vier candidaten, die voor het natuurkundig examen opge
roepen warenheeft een zich vóór het examen teruggetrokken. Van de drie
overigen is de heer N. Lansdorp geslaagd.
De plotseling verandering van winterkoude in zomerwarmte heeft veld
en tuin met lentedos getooid. Het vee is overal in de weidendie genoeg
zaam gras opleverende vruchtboomen dragenondanks den ruimen oogst
van het vorige jaar, weder eene menigte bloesemknoppen, bout- en bloem
gewassen beginnen te ontluiken, de nachtegaal zingt in het boseh en de
zwaluwen zijn reeds teruggekeerd. Met iederen dag heeft hel bij uitstek
groeizame weder njcuw leven gebragt. Het koren staat zeer gunstig en
het koolzaad begint eerlang te blocijen, de aardappelen staan op vele plaat
sen reeds boven den grond. Als het weder niet door scherpe koude of. wat
dubbel nadeel zonde doen, door nachtvorsten wordt afgewisseld, geeft het
voorjaar een schoon vooruitzigt. In den laatsten tijd hebben zich onder
het rundvee gevallen van longziekte voorgedaanin enkele streken met be
trekkelijk groote sterfte. De onweersbui, die gisteren namiddag gedeeltelijk
over de stad heentrok, heeft langdurig en vrij hevig, vooral onder Alphen
en Koudekerkaangehoudenterwijl er in die streken een zware regen is
gevallen.
In het Staatsblad, n°. 60. 61 en 62, zijn opgenomen de wetten van
9 April 1869, houdende afschaffing van het zegelregt op de gedrukte stuk
ken en op de advertentiën in de nieuwspapieren, betrekkelijk de invoering
van een plakzegel voor handelspapier, en tot verhooging van den accijns
op het gedistilleerd.
's Lands middelen hebben over de drie eerste maanden van 1869 opge-
bragt 17,400.520.61%zijnde ƒ720,200.55 meer dan in dat tijdvak van
1868. De raming bedroeg 17.682,838.75.
Naar men zegt zal onder de wijzigingen, die de minister van financiën
voornemens is in de postwet te brengen, ook die zijn dat het port voor
drukwerk niet meer per vel, maar naar hel gewigt zal berekend worden.
In de Maandag 11. te Amsterdam gehouden vergadering van de taai
en letterkundige afdeeling der kon. akademie van wetenschappen te Amster
dam is mededeeling gedaan van een schrijven van het corresponderend lid
der afdeeling nu. J. A. van der Chijs, inspecteur van het inlandsch onder
wijs in Ncd. Indië, strekkende om de hulp en de ondersteuning der afdee
ling in te roepenten einde van regeringswege een onderzoek worde inge
steld naar de onbekende of zoo goed als niét bekende talen in de Ned be
zittingen; een onderzoek, waartoe hij wenscht dat eene commissiebestaande
uit een viertal bevoegde personen, door het dep, van koloniën worde aan
gewezen. Dit voorstel is, ten fine van onderzoek, gesteld in handen cencr
commissie, bestaande uit de bh. Roorda, Veth en Kern.
Z. M. de koning heeft de straf, 45 dagen gevangenis, waartoe J. W.
Jansen, vroeger wisselwachter te Woerden, was veroordeeld wegens het op
13 Mei 1868 in strijd handelen met art. 52 der wet op de spoorwegen, in
gevolge door hem ingediend request om gratie, veranderd in eene cellulaire
gevangenisstraf van eene maand.
Bij de Ned. herv. gemeente te Alkmaar is tot predikant beroepen ds.
van der Linde, pred. te Zevenbergen, die eerst onlangs voor het beroep
derwaarts heeft bedankt.
Bij de diaconie der Ned. herv. gemeente te Dordrecht zijn dezer dagen
van een onbekende ontvangen 12 stuks certificaten 4 pCt N. W. S. ad ƒ1000.
Zaturdag aanst. zal van het koloniaal werfdepot te Harderwijk naar
Rotterdam vertrekken een detachement suppletie-troepen, sterk 150 man
(waaronder 7 onderofficieren) om dien dag te embarqueren aan boord van
het aldaar liggende schip Kosmopoliet IIgezagvoerder E. M. Chevalier, en
met dien bodem naar Java vertrekken, onder bevel van den kapitein der
artillerie van liet 0. I. legerW. A. van Sondie van verlof naar Java terugkeert.
Z. M. de koning en Z. IC. II. de prins van Oranje zijn Dingsdag mid
dag ten half 3 ure te Amsterdam aangekomen. Onmiddelijk vertoonden zij
zich op het bafeon van het paleis en werden met geestdrift begroet. Aan
het diner ten hove namen deel de commissaris des konings in Noordholland,
de burgemeester en de wethouders, de kommandant der schutterij en de
directeur en kommandant der marine.