(JIJVOEGSEL, behoorende tot de Leydsche Courant
van Maandag 5 April .i860/V°. 4>ó.
STADS-BER1GTEN.
Twec.de Zitting van den Militieraad.
Dc BURGEMEESTER en WETHOUDERS yan LEYDEN doen te welen, dat door
den Raad dier gemeente, in zijne xergadering van den 218,eD Januarij 1869, is vast
gesteld het volgende
RAADSBESLUIT
regelende de heffing van opcenten op de hoofdsom der personeele
belasting, ten behoeve der gemeente Leyden.
De RAAD der gemeente Leyden
Gezien den 6den titel der wet van 29 Jnnij 1851 Staatsblad n°. 85), in ver
band met de artt. 1 en 8 der wet van 7 Julij 1865 Staatsblad n°. 79);
Heeft besloten
Er zullen, te beginnen met 1 Mei 1869, op de hoofdsom der personeele helasling
geheven worden vijfentwintig opcenten.
Gedaan te Leyden, ter openbare Raadsvergadering van den 21stcn Januarij 1869.
De Burgemeester, y. d. BRANDELER.
De Secretaris, v. PUTTKAMMEI».
Zijnde de helling dezer belasting goedgekeurd bij Koninklijk besluit van den 5dcn
Maart 1869, n°. 11, waarbij tevens is aangehaald de verordening regelende de
invordering der opcenten op de hoofdsom van 's Rijks directe belastingpn binnen de
gemeente Leyden, van 21 Januarij 1869 Gemeenteblad n°. 2).
En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort den 3deQ April 1869.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
v. D. BRANDELER., Burgemeester,
v. PUTTKAMMER, Secretaris.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN doen te weten, dat door
den Raad dier gemeente, in zijne vergadering van den 2lslen Januarij 1869, is vast
gesteld de volgende
VERORDENING
regelende de invordering der opcenten op de hoofdsom van 's Rijks
directe belastingen binnen de gemeente Leyden.
EENIG ARTIKEL.
Dc invordering der opcenten op de hoofdsom van 's Rijks directe belastingen ge
schiedt overeenkomstig de regels van de artikelen 258 tot en met 263 der wet van
den 29-ten Jun'ij 1851 Staatsblad n°. 85).
Vastgesteld door den Raad der gemeente Leyden, in zijne openbare vergade
ring Van den 21sten Januarij 1869.
De Burgemeester, v. D. BRANDELER.
De Secretaris, v. PUTTKAMMER.
Zijrtde deze verordening aangehaald bij Koninklijk besluit van den 5den Maait
1869, n°. 11.
En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 3deQ April 1869.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
v. PUTTKAMMER, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDKIIS van LEYDEN,
Oi'/irn art. 92 ih:r wet van den 19dtn Augustus 1861, betrekkelijk de nationale
militie Staufsbhtd n°. 72):
Gelet op de missive van den Generaal-Majoor, Militie-Commissaris in het 3de dis
trict der provincie Zuidholland
Doen te welen: dat de tweede titling van den Militieraad voor deie gemeente wordt
pc\iouAe.u \n t\c Lakenhal aan den Ouden Singel, o\i Maandag Aen 12d,n en Vrijdag
den 16den April 1869, op eerstgeinelden dag des voormiddags te half tien
tot liet tltten van uitspraalr omtrent olie in de eerste zitting
niet afgetlane - op laatstgemelden dag des middags te twaalf uren,
tot liet doen van iiits|>rn:il< omtrent lienilie nis plaatsver.
va»eer of iiiimnierwinelaar verlangen op te treden; voorts,
dat tot liet opmaken der daartoe vereischte bewijsstukken, van hedenaf, ter Secretarie
dezer geniceute, van des voormiddags tien tot des namiddags drie uren, de Zonda
gen uitgezonderd, wordt gevaceerd; welke gelegenheid de belanghebbenden worden
termaand zich te nutte te maken, daar aan den loteling, die reeds bij de militie
is ingelijfd, overeenkomstig het bepaalde bij art. 70 der bovenaangehaalde wet, door den
Koning, niet dan in bijzondere gevallen, bet stellen van een plaatsvervanger kan
worden vergund.
Eindelijk wordt, ter voorkoming van misverstand, nog opgemerkt dat de loteling
omtrent wicn de Militieraad in zijne <*<*rste zitting reed» uitspriialz heeft
geitftnn t>SSó'ï' in dc tweede zitting behoeft te verschijnen, ten ware hij
daarin een plaatsvervanger of een nnininerverwisselaar mogl
willen vooislellen.
En zal deze door aanplakking en door plaatsing in de Leydsche Courant worden
afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
"V v. D. BRANDELER, Burgemeester.
Leyden 3 April 1869. v. PUTTKAMMER, Secretaris.
Wij vestigen hier met een enkel woord de aandacht op de bekendma
king van hli. diakenen der Ned. herv. gemeente, die, even als vroeger, de
voorjaars-collecte ten behoeve hunner diaconie weder langs de huizen dei-
ingezetenen zullen houden. Daar hunne administratie steeds in zoovele be
hoeften heeft te voorzien, moge hunne hoop op eene ruime opbrengst niet
worden beschaamd.
In den loop dezer maand zal, gelijk uit eene hierachter voorkomende
aankondiging blijkt, voor het publiek optreden de beroemde jeugdige Ameri-
kaansche zangeres Minnie Hauek, prima donna assoluta van de keiz. Ita-
liaansche opera te Parijs en van de Italiaansche opera Coventgarden te
Londen. Ofschoon eerst 17 jaren oud, heeft deze zangeres niet alleen in
Amerika, maar ook in de bovengenoemde hoofdsteden eene groote vermaard
heid verkregen. Reeds op haar achste levensjaar trof haar talent de aan
dacht in buitengewone mate en eerst door haar vader, later door vermo
gende bescherming, werd zij in staat gesteld onder bekwame leiding tot
eene buitengewone ontwikkeling te geraken. Bij haar eerste optreden in
La Somnambula was haar suceès ongewoon en bij eene kunstreis in de
Vereenigde Staten werd zij alom met lauweren als overstelpt. Eenige
maanden geleden kwam zij naar Europa. Zij trad eerst te Londen en
daarna te Parijs op, en ook in beide plaatsen viel haar een uitbundige
bijval ten deel. In de Fransche hoofdstad was het voor haar geene gemak
kelijke taak, omdat zij onmiddelijk na het vertrek van Patti naar Peters-
burg aldaar optrad. Zij zag echter ook daar haar talent naar waarde ge
schat, en in de Figaro werd van haar getuigd dat, na Adelina Patti, zij
eene ster van de eerste grootte was aan den muziekalen hemel. Naar men ver
neemt paart deze jeugdige zangeres aan eene schoone stem en muziekaal
talent eene groote lieftaligheid, zoodat haar optreden hier te lande met
belangstelling wordt te gemoet gezien. Aan het hier door haar te
concert zullen waarschijnlijk hunne medewerking schenken de verm
pianiste Teresita Carrino en de beroemde violist Camillo Sivori.
De l8te luit. der inf. op non-activiteit, de Bourbon, is weder bij het
4de reg. inf. in activiteit gesteld.
-Door den gemeenteraad van Schiedam is tot leeraar aan de hoogere
burgerschool en de burgeravondschool aldaar benoemd de heer d'. N. M. Kam
phil. nat. doet. en observator aan de sterrewacht te Leyden.
De minister van marine heeft ter kennis van belanghebbenden gebragt
dat in de maand Mei aanst. bij de directiè der marine te Amsterdam een
vergelijkend examen zal plaats hebben van jongelingen, die als stuurmans
leerling wenscheu te worden aangenomen. Het getal der als zoodanig te
plaatsen jongelingen zal niet meer dan 6 bedragen. Alleen zij worden tot
het examen toegelaten die geboren zijn in de jaren 1853, 1854 en 1855.
Verzoeken tot toelating moeten voor of op 30 April bij den minister van
marine ingediend worden.
De Staatscourant bevat het verslag van den raad van toezigt op de
spoorwegdiensten over 1868.
Te Utrecht is eergisteren overleden de ottil-minister jhr. mr. A. G. A.
ridder van Rappard, minister van staat, president-curator der Utrechtsche
hoogeschool.
De bloemententoonstelling in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam
zal o)i Zaturdag 10 April worden geopend. Men is beducht dat de groote
ruimte nog te klein zal zijn om al het ingezondene te plaatsen.
De IV. Arnh. C. meldt dat dezer dagen dl heer G. T. Bruyn, evang.
luth. pred. te Zutphen, verrast werd met de toezending eeuer som van
ƒ1000, hem aangeboden door leden der Ned. herv. kerk, die, de moderne
beginselen toegedaan zijndede gewoonte hebben bij den heer B. ter kerke
te gaan.
Het prov. geregtshofvan Gelderland, kamer van correctionele appcllen,
heeft uitspraak gedaan in het hooger beroep, door een likeurstoker te Arn
hem aangeteekend tegen een vonnis der arrond-regtbank aldaar, waarbij hij
wegens medepligtigheid aan frauduleusen invoer van gedistilleerd (door het
van de smokkelaars te koopen) tot eene geldboete was veroordeeld. Het hof
heeft beslist, dat ten deze art. 62 van het welhoek van strafregt niet van
toepassing was; dat hel feit mitsdien noch misdaad, noch wanbedrijf, noch
overl reding opleverde en hem van alle reglsvervolging ontslagen. Waar
schijnlijk zal het O. M. tegen het arrrest van het hof cassatie aanteekenen
om deze belangrijke vraag door het hoogste regtscollegie te doen beslissen.
Te Arnhem is Dingsdag 11., onder voorzitting van dr. D. van kanke
ren Matthes, de 4dc algemeenevergadering gehouden der vereeniging van
leeraren aan inrigtingen van middelbaar onderwijs. Tot lid des bestiuirs
werd gekozen dr. L. A. J. Burgersdijk, van Deventer. Dordrecht werd ge
kozen als plaats van zamenkomst voor de volgende vergadering.
Te Nijmegen werd Woensdag 11. het 325-jarig bestaan van het stede
lijk gymnasium, vroeger de Apostolische school, op plegtige wijze gevierd.
De feestgenootenwaaronder de tegenwoordige leerlingen en de oud-leerlin
gen, in de raadzaal op het stadhuis bijeengekomen, werden verwelkomd
door den burgemeester. Daarna begaf men zich naar de Waalsche kerk,
alwaar de rector, mr. J. B. Kan, de feestredé'hieldwaarbij hij de inrigting
als- oud maar niet als verouderd schetste. Na hem trad de heer mr. S. J. E.
I Ran op, om een op de gelegenheid toepasselijk gedicht voor te dragen. In
«de Concertzaal werd de feestmaaltijd gehouden, waaraan 60 personen deel
namen en waarhij door de leerlingen van het gymnasium eene tooneelvoor-
stelling werd gegeven. De meeste straten der stad waren met vlaggen
versierd.
Te Maastricht heeft eene hevige vechtpartij plaats gehad tusschen de
aldaar in bezetting liggende mineurs en sapeurs ter ecner zijde, en de infan
terie ter anderer zijde, waarbij eenige burgers de partij der laatsten kozen.
Eenige personen zijn gekwetst geraakt.
De minister van binnenl. zaken heeft hij de tweede kamer een crediet
aangevraagd van ƒ15000, om te dienen: ƒ10000 voor het waarborgfonds,
door het hoofdbestuur der vereeniging tot bevordering van fabriek- en hand-
werksnijverheid opgerigt, tegen een mogelijk verlies op de tentoonstelling
van voorwerpen voor de huishouding en het bedrijf van den handwerksman,
ƒ5060 voor dc kosten der jury. De regering wijst, ter regtvaardiging van
hare voordragt, op dc ondersteuning en medewerking, die het tentoonstel
lingsplan in het binnen- en buitenland vindt. Zij wijst daarbij tevens op de
gewigtige bijdrage voor de statistiek der prijzen van arbeiders-woningen in
verband met de dagloonen; op het voordeel, dat voor den algemeenen ge
zondheidstoestand te wachten is door het onderzoek omtrent de plannen
van woningen, het voedsel en de dranken voor den ambachtsman; alsmede
op de nationale eer, welke voor de wereldtentoonstelling te Parijs betrek
kelijk aanzienlijke offers eischte, doch bij de tentoonstelling, hier te lande
te houden, veel naauwer betrokken is.
's GRAVENHAGE, 3 April.
Door Z. M. is vergunning verleend aan P. van Oudenhoven, te Oirschot;
E. Oosterbeek, te Voorschoten, E. Demarteau, te Sittard, en J. Darding, te
Oud-Vroenhoven, tot het dragen van het kruis fidei et virtutihun door
den Paus geschonken.
Tot ridder-grootkruis der orde van de Eikenkroon is benoemd de hof
prediker d8. Ruitenschild, en tot commandeur dier orde de majoor jhr. D. C. M.
Ilooft, gouverneur van Z. K. H. prins Alexander.
Tot notaris te Zwolle is benoemd de heer W. Coops, cand.-notaris te
Zwolle.
Aan den heer H. A. Cremers is, op zijn verzoekeervol ontslag ver
leend als directeur van het postkantoor te 's Bosch.
Aan den heer jhr. F. T. van der Wijck is eervol ontslag verleend als
ontvanger der directe belastingen te Ommen-, voorts zijn benoemd tot ont
vangers der directe belastingen: te Ommen de heer J. W. P. J. P. Hilgers;
te Ileythuizen de heer W. II. J. van Ilien, thans waarnemend ontvanger
te Vreeswijk.
Tot telegrafisten 3de kl. zijn benoemd: A. F. de Jong. W. G. Pagen-
kamp, J. F. E. Flörenoes. J. H. H. Gunthermohr, C. van Wijngaarden, H.
Vizjévene, II. F. Dörfiinger en G. Ribbink, allen thans leerling-telegrafist.
Z. M. heeft goedgevonden: op pensioen te stellen, ingevolge zijne aan
vrage, den luit.-kolonel J. J. Stieltjes, magazijnmeester der artillerie l8te kl.
te Delft; op non-activiteit te stellen, ingevolge zijne aanvrage, den kapitein
F. W. J. E. F. Leicher, van het 7de reg. inf.; en te benoemen: bij het 2de
reg. inf. tot kapitein 3de kl. den l8lcn luit. J. J. Logger, van het reg. grena
diers en jagers; bij het 5de reg. inf. tot l8ten luit. den 2den luit. H. T. Chap-
puis, van het 6de reg.; bij den staf van het wapen der artillerie, lot ma
gazijnmeester l8te kl. te Delft, den kapitein ls,e kl. A. G. Kempers, van het
3de reg. vesting-artillerie.