BIJVOEGSEL, behoorencte tot de Leydsche Courant
van Maandag 26 October .1868, N°. ó29.
BIMENLANDSCOE BERIGTEN.
=- i
LEYDEN, 24 October.
Door den heer A. Couve'e, op Zomerzorg, wordt tegen Dirigsdag 27 de-
zer aan de inteekenaren op de zomer-concertenter berinnering aan hel
dertigjarig bestaan, een concert aangeboden. Het muziekcorps van het reg.
grenadiers en jagers is te gunstig bekend en de verdiensten van den heer
Völlraar als dirigent en solist te algemeen erkend, om niet te verwachten
dat deze gelegenheid om een waar kunsigenot te smaken velen hoogst wel
kom zal zijn. Donderdag aanst. wordt den beminnaars der toonkunst we
der de gelegenheid geopend tot het smaken van een weinig voorkomend
genot, door het concert van de Florentijnsche Quartet-vereeniging. Het
viertal musici, onder aanvoering van den heer J. Becker, heeft zich door
de keur zijner voordragten en het geacheveerde van zijn speieene groote
vermaardheid verworvennu laatstelijk nog in verschillende plaatsen van
ons vaderland.
Het getal der in het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende
deze week dagelijks van 123 lot 138 volwassen personen en 69 tot 79 kinderen.
Blijkens eene mededeeling in de Staatscourant is er thans, onder
voorzitting van jhr. J. C. Reynsl, eetie commissie geconstitueerd, onder den
naam van: »Comite' in Nederland voor de oprigling te Batavia van een stand- f
beeld voor Jan Pieterszoon Coengouverneur-generaal van Nederlandsch
Indië." De leden zijn de heerenN. Trakranen, 11. C. Staring, jhr. J. P.
Cornets de Groot van Kraaijenburgdr. W. Hester, J. W. H. Smissaert
m1'. D. C. A. graaf van Hogendorp, jhr. mr. D. A. Junius van Hemert en
H. D. Potter; terwijl de heer J. S, G. Gramberg zich belast heeft met hel
secretariaat. Dat comité zal, tot betere bevordering van het oogmerk, te
's flage inleekeningsltjsten laten circuleren en in andere steden en plaatsen
aan belangstellende personen voorstellen, daar denzelfden weg in te slaan,
of op andere wijze de zaak te willen behartigen.
In een brief aan de Arnh. C. wordt door dr. W. Bosch, te Arnhem,
het plan tot oprigling van een standbeeld afgekeurd. Er zal veel geld toe
noodig zijn en naar het hem voorkomt kan de natie geen beter bewijs van
hare waardering van en dankbaarheid over Coens vestiging van ons gezag
op Java geven, dan door het bijeenbrengen van een fonds, bestemd om het
onderwijs der Javanen kraehiig te bevorderen en daaraan den naam van
Coen te verbinden. Wie zich daarmede vereenigt, zegt verder de heer
Boschzende onverwijld zijne gaven aan het hoofdbestuur der maatschappij
tot Nut van den Javaan, aan de bestuurders barer afdeelingen en correspon
denten in de verschillende plaatsen; opdat nog voor Mei a. s. het bcrigt
naar Indië kan gezonden worden, dat er duizenden guldens voor dat doel
zjjn bijeengebragtten bewijze, dat Neerlands volk, dankbaar voorde
schatten; die de arbeid der Javanen opleverde, ook doordrongen is van
den ernstigen pligtom hen wederkeerig te begiftigen met het edelste wat
het geven kan, beschaving en zedelijke ontwikkeling.
Te Aarlanderveen heeft eergisteren de heer mr. A. Jongkindt Coniuck
gedachtenis mogen vieren dat hij gedurende 40 jaren als burgemeester aan jj
het hoofd dier gemeente had gestaan. Van wege de ingezetenen ontving hij
de ondubbeizinnigste blijken van sympathie. Overal wapperde de nationale
driekleur en hem werden een tweetal prachtige geschenken aangeboden.
Bij het afdeelings-onderzoek der gemeente-begrooting van Amsterdam
is door twee leden het voorstel gedaan om het tractemeni der hoogleeraren
aan het athenaeum te brengen op ƒ4000, de helft der collegie-gelden af te
schaffen en door ieder student jaarlijks voor een of meer collegiën der
hoogleeraren ƒ200 aan de gemeentekas te doen betalen, alsmede om den
hoogleeraar Boot van eenige werkzaamheden te ontlasten, door het collegie
in de Grieksche taal op te dragen aan den rector van het gymnasium dr.
Kappeyne van de Coppello, die dit gratis zou waarnemen, maar tot den
rang van buitengewoon hoogleeraar zou verheven worden.
Een treurig voorval heeft eergisteren tusschen Hilversum en Loosdrecht
plaais gehad. Een arbeider ging met zijne vrouw vroegtijdig naar het land,
om aldaar werk te verrigtenhunne vier kinderen, waarvan het oudste
6 jaar en het jongste 3 maanden, te huis achterlatende. Zonder dat men weet
hoe, ontstond er brand in de woning, met het gevolg, dat de vier kinde
ren verbrand zijn.
Te Arnhem zijn gevankelijk binnengebragt vjjf personen uil lieerde,
verdacht van verregaande mishandeling en verwonding van een boeren jon
geling ilit die gemeente, voor het behoud van wiens leven gevreesd wordt.
Te Oosterwolde had Dingsdag II. bij gelegenheid der weekmarkt het
volgende plaats. Zekere J. van Srnïlde had boekweit verkocht en de
contanten, daarvoor ontvangen, in zijn jas gestoken. Om de boekweit op
den zolder te helpen brengen, trok hij zijn jas voor een oogenblik uit en
men denke zich zijne ontsteltenistoen hij, zijn jas weder willende aantrek
ken, bemerkte dat de contanten verdwenen waren. Niettegenstaande de
dadelijk in het werk gestelde nasporingen, is inen er niet in geslaagd den
dader van dit feit op te sporen.
Door de reglerlpe magt ie Roermond zijn twee personen aangehou
den, verdacht van niet vreemd te zijn aan den moord van den handelsrei
ziger, wiens lijk dezer dagen nabij Gennep werd gevonden. Te Maastricht
zijn twee broeders in hechtenis genomenverdacht van medepligtigheid aan
de misdaad van bedriegelijke bankbreuk, waarvan hun vader, thans voorl-
vlugtig, wordt beschuldigd. De laatste was in staat van faillissement ge
steld en het passief wordt op een half millioen fr. begroot
'sGRAVENHAGE, 24 October.
Z. M. heeft vergunning verleend aan den heer Benoit Cos
consul-generaal van Saksen-Weimar-Eisenach te Amsterdam, tot he
der versierselen van commandeur, 2dc afd., der groot-hertogelijke
van den Witten Valk, hem door deu groothertog van Saksen-Weimar-Eise
nach geschonken.
Tot griffier bij het kantongeregt te Hulst is benoemd de heer W. P.
Koningstein, beëedigd klerk ter griffie van de arrond.-regtbank te Breda.
Tot ingenieur-verificateur van het kadaster is benoemd de heer J. H.
Neiszen, thans landmeter lste kl.
De heer M. van der Wal, laatstelijk zendeling-leeraar te Talawahn op
Celebes, thans verblijf houdende hier te lande, is benoemd tot hulpprediker
bij de prot. gemeenten in Ned. Indië.
Aan den kolonel der infanterie van het leger in Ned, Indië H. H. J.
Jalink, tbans met verlof hier te lande, is een eervol ontslag verleend uit
de militaire dienst.
De heeren inspecteurs van het geneeskundig staatstoezigt zijn in het be
gin van deze week vergaderd geweest aan het ministerie van binnenl. zaken.
Bij beschikking van 23 Oct. heeft de minister van binnenl. zaken tot
klerken bij den rijkstelegraaf benoemd: til. J. Coster, te Amsterdam; G. L.
Crielee, te Amsterdam; R. J. Boogaard, te Oosterbeek; C H. van Katwijk
te Schiedam; G. Vijftigschilte Voorschoten; F. J. A. Ploner, te Amster
dam; F. Pijpers, te Amsterdam; G. M. Koudijs, te Amsterdam; G. H.
Peerboom, te Margraten; J. Bosboom, te 's Gravenhage; P. J. Waldorp,
's GravenhageC. Schuit, te Hoorn; A. Parfait, te Amsterdam; G. A. C.
Keyzer, te Kampen; A. C. van Heelsbergen te Dordrecht; C. Kroon Jbzn.
te Hypolytushdef (eiland Wieringen)F. J. van der Putt, te Leerdam; D.
Keuzenkamp, te Dordrecht; T. Zoeter, te Bruinisse; H. D. Monkhorst, te
Zuidbroek; J. Veldkamp, te Groningen; II. Versloot, Ie N ij kerkJ. B.
Klönne, te Vught; T. II. E. Sauveur, te Maastricht; J. L. Schlang, te
Maastricht; G. C. ,1. Verkerk, te Nijmegen; J. C. van der Maai, te Am
sterdam, en J. G. Riihling, te Amsterdam.
De minister van oorlog zal Donderdag aanst. geen gehoor verleenen.
BU1TENLANDSCHE BERIGTEN.
ËWCriEl/AIS I».
LONDEN, 22 October.
Op een te Liverpool gehouden feestmaaldoor de kamer van koop
handel te Liverpool gegeven, ter eere van den gezant der Vereenigde Sta
ten, heeft die gezant verklaard dat men spoedig eene eervolle vereffening
van de Alabama-quaestie kon te gemoet zien. Die verklaring werd door lord
Stanley bevestigd. Laatstgenoemde zeide dat het riglsnoer van Engelands
politiek was: zucht om den vrede te bewaren, onthouding van plannen van
aanval, eerbiediging van internationale regten. Indien geheel Europa zóó
dacht, dan zou er weldra een einde komen aan de ontzettende uitbreiding
der legers, die eene schande voor het beschaafde Europa was en ten laatste
iol eeu algemeen flnanciëel bankroet zou moeten leiden. De heer Gladstone
betoogde, dat de verandering der oude regeringsbeginselen in Europa het
besie middel was om den oorlog te verhoeden.
De heer Roderick Murchison, president der Royal Geographical Society,
heelt in een brief aan den Times medegedeelddat hij den 19deD dezer
brieven heeft ontvangen van dr. Kirk van Zanzibar, dd. 18 en 30 Augus
tus II. Dr. Kirk schrijft daarin, dal een Arabische bode hem een paar korte
brieven van dr. Livingstone heeft gebraglgeschreven ie Marungie en Ca-
zembe. De eerstgenoemde plaats ligt ten zuidenen de andere ten zuidwes
ten van het meer Tanganyika. De heer Murchison maakt hierbij de op
merking dat terwijl deze brieven door dr. Livingstone in October en
December 1867 zjjn geschreven, er voldoende reden bestaat tot verklaring
van het feit, dat hij sedert Februarij 1867 niets van zich had laten liooren.
Het blijkt namelijk, dat hij gedurende drie maanden bij een vriendschappe
lijk gezinden stam Arabieren was opgehoudenomdat hij den uitslag van
een aldaar plaats hebbenden biniienlandschen oorlog wilde afwachtenalvo
rens zijn weg naar üjiji voort te zetten. Hij heeft dan ook aan den Ara-
bisclicn boodschapper, die zijne brieven naar Zanzibar moest overbrengen,
gezegd dat hij naar Zanzibar zou terugkecrenzoodra hij 'zijne nasporingeti
langs het meer Tanganyika zou volbragt hebben.
Te Cheltenham is dezer dagen een man overleden die den ouderdom
van 112 jaren had bereikt; zeven jaren geleden verrigtle hij nog zijn dage-
lijkschen arbeid op bet veld.
Berigten van de Kaap de Goede Hoop van 19 Sept. melden dat de
gouverneur van de regering in het moederland eene verklaring van goedkeu
ring zjjner staatkunde ten aanzien van het land der Basulo's ontvangen had.
De Japansche dagbladen van 21 Augustus bevatten twee besluiten in
naam van den Mikado uitgevaardigd, betreffende de Christenen daar te
lande. Een dezer besluiten luidt aldus: «Daar de verfoeijeiijke godsdienst
der Christenen streng verboden iszoo is ieder verpligt bij de bevoegde
magt alle personen aan te klagen die Item verdacht toeschijnen. Daarvoor
zal hem eene belooning worden toegekend." In liet andere besluit wordt
eene instructie gegeven omtrent de wijze, waarop de Christenen moeten be
handeld worden. Zjj die met de bewaking van Christenen belast zijn
moeten hen met zachtheid en menschlievendheid onderrigten in hetgeen goed
is, en alle pogingen aanwenden om hen op den goeden weg terug te bren
gen. Maar wanneer dan die Christenen weigeren berouw te toonen en
hunne dwalingen te erkennenmoeten zij zeer streng gestraft en zonder
genade behandeld worden. Zij moeten dienstbaar gesteld worden tot de
openbare werken in de steengroeven, in de goud- en steenkolenmijnen, en
verder alles tloeri wat hunne bewakers goedvinden htm op te leggen. Zij
mogen alleen in bergen en bosschen leven.