BIJVOEGSEL, behoorende tot de Leydsche Courant van Maandag 10 April db6S, IS4-8. Donderdag middag ten half 2 ure had in de tot dat einde prachtig gedecoreerde zaal van het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam de plegtigheid plaats der uitreiking van de medailles en eervolle vermeldingen op de we reldtentoonstelling van 1867 te Parijs door Nederlandsche inzenders verwor ven. L. K. H- de prins van Oranje en al de ministers waren voor die plegtigheid uit 'sGravenhage overgekomen. Nadat de plegtigheid door den minister van binnenl. zaken met een kort woord was geopendwerd door den voorzitter der Nederl. hoofdcommissie, den heer van Oordteen uit voerig verslag gegeven omtrent die tentoonstelling en in hel bijzonder om trent het deel, dat Nederland daaraan had genomen en de verriglingen der hoofdcommissie. Na het uitbrengen van dat verslag nam Z. K. H. de prins van Oranje het woord en zeide: Mijne Heeren Aan den voorzitter der Nederlandsche hoofdcommissie breng ik mjjn dank voor het nilgebragt verslag, hetwelk een duidelijk overzigl gaf van Neder lands aandeel in de wereldtentoonstelling van 1867. Hel was met groot genoegen, dat ik de taak aanvaardde, mij door den koning toevertrouwd, van als eere-voorzitter deel te nemen aan uwe werk zaamheden, mijne heeren. leden der hoofdcommissie; en met niet minder genoegen heb ik mij bij mjjn herhaald bezoek te Parijs zoowel als bij ons zamenzijn hier te lande, kunnen overtuigen, hoe veel zorg en inspan ning door u aan die zaak is ten koste gelegd en met welken gewenschten uitslag. Het keizerlijk Fransche gouvernement heeft de gelegenheid gegeven tot den vierden wedstrijd van vele volken, op hel gebied van landbouw, nijver heid en kunst; een wedstrijd op zóó groote schaal en met zoo onbekrom pen hulpmiddelenals nog niet was gevierd. Het verdient daarvoor den dank van alle andere staten. Ik verheug mij van harte dat ons geliefd vaderland met eere aan dien wedstrijd heeft deel genomen. De aard en het getal der eereblijken door de jury aan Nederlandsche inzenders toegekend, geven daarvan het duidelijkste bewijs. Zeer gaarne voldoe ik dus aan het verzoek, dat mij door Zijner Majesteits regering werd gedaan, om die eereblijken te overhandigen aan hen, die ze zoo wel hebben verdiend. Hel gebouw, waarin wg ons bevinden, aan de volksvlijt gewijd, en een der schoonste sieraden van de nijvere hoofdstad, wier bloei en welvaart mij naauw aan hel harte gaan, was boven alle voor deze plegtigheid als aangewezen. Ik noodig thans de heeren bekroonden uitzich op deze tribune te ver voegennaar mate hunne namen zullen worden gelezen. Z. K. H. reikte vervolgens de toegekende medailles en bewijzen van eer volle vermelding aan de inzenders uit. Tot besluit der plegtigheid hield de minister van buitenl. zaken eeue aan spraak, waarbij hl) dank bragt aan Z. K. H. den prins van Oranje voor de betoonde belangstelling en medewerking; aan den keizer der Franschen, door zijnen gezant vertegenwoordigd, voor het zoo goed opgevatte plan der tentoonstelling en voor hetgeen zijne regering tol het welgelukken daarvan had bijgedragen en, namens den koning, aan den president en de leden der hoofdcommissie, voor de waardige wjjzcwaaro|i zij hunne taak had den vervuld. Z. K. H. de prins van Oranje heeft na den afloop der plegtigheid deel genomen aan een diner hem door de inzenders in het Amstel-hölel aangeboden. Te Amsterdam is Dingsdag II. de derde algemeene vergadering gehou den van de Vereeniging van leeraren aan inrigtingeu van middelbaar onder- wjjs in Nederland, onder voorzitting van dr. D. van Lankeren Matthes. De vergadering werd door 80 leden bijgewoond. Belangrijke punten, het mid delbaar onderwijs betreffende, werden eerst in de sectiën en daarna in de gezamenlijke bijeenkomst besproken. De volgende vergadering zal te Arnhem worden gebonden. Dingsdag II. had aan het station van den staatsspoorweg te Zwolle het volgende ongeluk plaats. Terwijl een der beambten bezig was wagons aan te haken, bragt de machinist den trein in eene kleine beweging, ten gevolge waarvan die beambte tusschen de stootkussens der waggons geraakte en hem verscheidene ribben gebroken werden. Hoewel de man nog leefde, was zijn toestand zeer bedenkelijk. Te Middelburg is Donderdag nacht brand ontstaan in een stal van een sleper, achter de teerpakhuizen welk gebouw met 4 koetjen en een paard een prooi der vlammen is geworden. Men is er in geslaagd de belendende panden te beveiligen. De bekende Zigeuners bevinden zich thans te Hoogstraelen in België. Van daar meldt men dat zij zich naar Frankrijk zullen begeven, waar zij zich zullen aansluiten bij een troep van een 300-tal hunner slamgenoolen. 'sGRAVENHAGE, 18 April. Z. M. heeft benoemd lot ridders der orde van den Ned. Leeuw de hh. L. Alma Tadema, kunstschilder, te Brussel; dr. E. H. von Baumhatier, hoogleeraarte Haarlem M. Costerfabriekantte 's GravenhageChs. Faider, eerste advocaat-generaal bij het hof van cassatie te Brussel; A. Holiwü, fabriekant, te Amsterdam; A. A. G. Iterson directeur der stearine-fabriek te Gouda. De heer mr. J. W. van Lansberge, lot hiertoe zaakgelastigde, is be vorderd tot minister-resident, met bepaling dal hij als zoodanig vooreerst blijft toegevoegd aan het dep. van buitenl. zaken. Door Z. M. zijn benoemd: tot burgemeester der gemeente Voerendaal de heer W. Pieters; tot notaris te Rotterdam de heer H. P. Maronier, d.-notaris aldaar; tot notaris te Klaaswaal de heer A. M. van Dron d.-notaris te Delfshaven. 'A.f »4 - Aan den heer H. Mulder is, op zijn verzoek, eervol ontslag v»le^d?^A leeraar aan de rijks hoogere burgerschool te Zwolle; voorts zjjp tot. laren aan die school benoemd de hh. J. H. T. de Vogel, leeraar aan Ijett/r1 - gnasium te Zierikzee, en J. G. W. Postel, hulponderwijzer te Zwolle. v - Z. M. heeft goedgevonden te bevorderen: lol officier van administratie Ikl. dien der 2de kl. F. C. Schaalje; tot officier van administratie 2d« kl. (der 3de kl. W. P. J. L. Stort en F. T. Courier dit Dubekart; en tot anct-administrateurde scheepsklerken D. J. van Oosterzee, E. Fabius, IC. D. van de Ven en M. C Hazenberg; te benoemen: tot officier van ainistratie 3de kl., de adjnnct-adminisiratcurs P. K. S. Meiman, P. D. G. itbrood Piccardt en N. W. Lasonder; en op pensioen te stellen den oifi- C van gezondheid 2de kl. dr. H. de Briëder. - De minister van koloniën zal Woensdag aanst. geen gehoor verleenen. - In de zitting van de eerste kamer van gisteren zijn zonder beraadsla ag en roet algemeene stemmen aangenomen de wets-ontwerpeu1°. tot ichikbaarstelling van de gelden wegens de door het dep. van oorlog ge ne verstrekkingen, over 1868; 2". lot het verleenen van de hoedanigheid a Nederlander aan F. W. von Laer en tien anderen; 3°. lot verandering r grenzen tusschen de gemeenten Haarlemmerliede en Spaarnwoude en )len4°. tot verandering der grenzen tusschen de gemeenten Oostzaan i Wijdewormer. In de zitting van heden heeft de minister van koloniën, bij de behan- ling van de O. I. begrooting voor 1868, hel debat daarover geopend met t beantwoorden van de bedenkingen en andere aanmerkingen in het ver- tg der kamer over dit wets ontwerp vervat. Tevens gebruikte de minister «e gelegenheid om kortelijk in ontwikkeling te treden over de beginselen, e hij ten opzigtc van het regeringsbeleid onzer overzeesche bezittingen is toegedaan. De heer Rahnsen deelde als zijn gevoelen mede dat hij instemde met de Honiale politiek des ministers. Evenwel zag hij in deze begrooting eene ruwe schrede op den weg van vermeerdering van uitgavenzonder dat d het geval was met de inkomsten; hij achtte haar te hoog, vooral in a tijd van vrede. Ten sterkste drong hij aan op het nemen van voorzor- gi dat onze koloniën niet een lastpost op onze begrooting worden. De heer Hartsen knoopte aan financiële beschouwingen een donker tafe- rl van den toestand van Java. Volgens hem waren wjj op weg dat Java ai Nederland geen vruchten meer zon afwerpen, en was het Nederlandsch g:ag op Java ondermijnd, zoodat er krachtige maatregelen noodig waren oi de toekomst te redden. )e heer van Nispen van Pannerden besprak het cijfer der begrooting, dat zjis inziens veel te hoog was. )e heer Stork zou voor de begrooting stemmen, maar daaraan wilde hij nt de beteekenis gehecht hebben dat hij instemde met de beginselen van di minister want hij beaamde geenszins hetgeen door den minister in de t/eede kamer was in het midden gebragt. Nadat de minister van koloniën nog eens met meer klem over eenige punten van zijn beleid het woord had gevoerd, werden de algemeene be schouwingen gesloten en werden zonder discussie met algemeene stemmen aangenomen de wets-ontwerpen uitmakende de O. 1. begrooting voor 1868 ilsmede het weis-ontwerp lot wijziging der begrooting voor N. 1. van 1867 Malertëel der zeemagt). Hierop is de vergadering op recès uiteengegaan. Naar men verneemt houdt de afdeeling van den raad van state, belast net het onderzoek van het wets ontwerp tot wijziging der wet op het lager inderwijs, zich steeds ijverig met die taak bezig en heeft zij reeds confc- entiën te dier zake roet het dep. van binnenlandsche zaken gehad. V\'ij vernemen, dat het 'L. M. den koning behaagd heeft tot H. D. ;ersten lijfarts te benoemen, in de plaats van wjjlen prof. baron P. F. Eve- •ard, den heer dr. C. W. Vinkhnyzen, die tot hiertoe de betrekking van »enees- en heelkundige bij het huis des kouings vervulde. Laatstgenoemde betrekking is den lieer dr. H. J. Vinkhnyzen Jr. opgedragen. Den 15 dezer is alhier in den ouderdom van 71 jaren overleden de heer A. J. Verhorst, in leven gepens. luit.-generaal der infanterie. Bij eene eergisteren aan het ministerie van binnenl. zaken gehouden aanbesteding is het maken van eene dubbele brugwachterswoning en eenige verdere werkenop of nabij hel station te Utrecht en langs den spoorweg tusschen Utrecht en den Noorder Lekdijk, aangenomen door W. P. J. Verhaar, timmerman te Leydenvoor ƒ10246. BUITENLANDSCHE BERÏGTEN. ENGELAND. LONDEN. 16 April. Woensdag ten 12 ure zijn de prins en prinses van Wales te Kingstown geland. De weg naar Dublin is zes mijlen lang en was geheel bezet met eene menigte nieuwsgierigen. Bij het aan wal stappen werd aan de prinses eene wille duif als symbool van vrede en welkom aangeboden. Dezelfde j plegtigheid heeft in 1849 plaats gehad, toen de koningin Ierland bezocht. De heer Cranborne, lid van het lagerhuis en tot voor eenigen tijd lid van het ministerie Disraëli, is door het overlijden van zijnen vader, den markies van Salisbury, pair geworden en moet dus in het hoogerhuis zil- timg nemen. Bij de beraadslagingen over de voorstellen van den heer Glad stone, heeft hij den heer Disraëli op eene hevige wijze bestreden en hem zijne inconsequentie ten opzigte van de beginselen zijner partij verweten. Zijn overgang naar het hoogerhuis kan dus het ministerie niet dan welge vallig zijn. De kolonel Nagle en zes andere Amerikanen, die in Ierland gevangen zaten onder beschuldiging van Feniansche woelingen, zjjn door eene be-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1868 | | pagina 5