houding met opzigt lui eene zoo volkomen duidelijke zaak was mei leedwe zen waargenomen en eiselile minstens opheldering. Een lal van leden liet zich over de gedragslijn van het legenwoordig kabinet en den nieuwen minister, mei opzigi lot de wettelijke oplossing van het koloniale vraagstuk veel sterker uit. Eenige andere leden meenden, dat de eisch, dien men aan den nieuwen minister van koloniën en aan geheel het kabinet stelde, onbil lijk was. Hij had onze overzeesche gewesten reeds voor jaren verlaten. Er was daar in dien tusschentijd zeer veel veranderd. Ilij moest zich geheel op de hoogte der zaken stellen, eer men van hem bepaalde voorstellen of diep ingrjjpende maatregelen verwachten kon. Zeer algemeen gaf het regeringsbeleid van den tegenwoordige!) minisler van financiën tot ernstig bezwaar aanleiding. Men loonde zich ontevreden, dal bjj al wal lot 's rijks geldmiddelen betrekking heeft, stuksgewijze me dedeelt en indient. Men keurde het af, dat hij medewerkt tot hel aanvra gen van nieuwe uitgavenzonder nog met het aanwijzen der middelen tot dekking gereed te zjjn, en ontveinsde geenszins dal hij door een en ander het vermoeden op zich laadt, van hel geheel niet genoeg le overzien. De staatsbegrooting voor 1868 kon, zoo als zij is voorgedragen, niet anders dan een pijnlijken indruk maken. Tegenover het totaal bedrag der geraamde uitgaven, ad bijkans 100 millioen, staat aan gewone middelen slechts 72 millioen. Ook wanneer men de altijd onzekere bijdragen uil de geldmidde len van Nederlandsch-lndië, op 10J millioen geraamd, daarbij voegt, blijft een wezenlijk tekort bestaan van omstreeks 17 millioen, dat in verre na werkzaam eer men er in slaagde hem te vinden. De verongelukte laat een bedroefde weduwe en twee nog zeer jeugdige kiuderen achter. Heden morgen zijn alhier gevankelijk binnengebragtJ. Hoogeveen en diens zoon. Wij hebben reeds vroeger gemeld, dat eerstgenoemde persoon voortvlugtig was onder verdenking van valschheid in geschrift en diefstal van eene som van ƒ4500, ten nadeele van het begrafenisfonds «Let op uw Einde", gevestigd le Utrecht, waarvan hij alhier bode was. BUITENLANDSCHE BERIGTEN. een weinig financiën moeten zjjn niet geheel uit vroegere overschotten kan worden gedekt. Wat had bij zulk bemoedigenden staat van zaken het streven des ministers van Om zoowel de buitengewone als de gewone uitga ven tot bel minst mogelijke cijfer in te krimpen en alles af te snijden wat het karakter van onvermijdelijke noodzakelijkheid miste. Van zoodanig streven leverde de voorgedragen begroeting geen doorslaande blijken op. Er bestond allezins vrees dat de begrooting van uitgaven, betzij vroeger, hetzij wat later, door suppletoire begrootingen zon moeten worden verhoogd. Al wilde men de voorgedragen staatsbegrooting als definitief beschouwen, dan nog was het eindcijfer daarvan bij den tegenwoordige!) toestand onzer finan cibn veel te hoog. Dit laatste viel vooral in het oog, wanneer men de middelen naging, waarmede de minister zoowel de dienst van 1867 als die van 1868 wilde doen sluiten. 'sGRAVENRAGE, 31 October. Door Z. M. zijn benoemd tot commandeur der orde van den Nedérl. Leeuw de heer J. L. Costa, chef d'escadre (schout-bjj-nacht)inspecteur b[j het marine-arsenaal le Ilio de Janeiro, en tot ridders dier orde de hh. J. N. de Menezes, gepens. kapitein ter zee, chef der onttuigde oorlogschepen le Rio de Janeiro, en J. S. Falcaoadministrateur ls,e kl. van die schepen, aldaar. Door Z. M. is aan den heer dr. S. A. Buddinghgepens. pred. van de herv. gemeente te Batavia vergunning verleend tot het aannemen der versierselen van ridder lste kl. vau de hertogelijke Saksische-Ernestinische huisorde, hem door den hertog van Saksen-Meiningen geschonken. Aan den heer dr. J. E. de Vrij is op zijn verzoek eervol ontslag ver leend als lid der commissie voor de vervaardiging van eene nieuwe pharma copoea Neerlandica en Nederlandsche apotheek; in zijne plaats is tot lid dier commissie benoemd de heer C. 11. van Ankum, apotheker te Groningen. Tot 2dc" luit. bij de vaste bezetting ter kuste van Guinea is benoemd de adjudant-onderofficier bij die bezetting J. M. C. W. Joost. Tot apotheker 3dc kl. bij de geneeskundige dienst der landmagt in Oost-lndie is benoemd de heer J. II. Schmidt; en aan den apotheker 3de kl. bij de militaire geneeskundige dienst in Wesl-lndië M. V. van Lissa is, op zijn verzoek, eervol ontslag nit de militaire dienst verleend. Z. M. de koning is| heden avond ten 6£ ure van het Loo iu de resi dentie teruggekeerd. 11. M. de koningin en Z. K. 11. prins Alexander worden aanst. Zatur- dag van hunne buitenlandsche reis alhier verwacht. De toestand van den minister van justitie is niet veranderd en blijft steeds zorgelijk. De minister van marine zal morgen geen gehoor verkenen. Aan het ministerie van binnen), zaken is heden aanbesteed: het ma ken van het gedeelte van den zuider Maasdjjk bij het fort Crevecoeur tot den zuider Diezedijk bij Borch van den spoorweg van Utrecht naar Boxtel. Van de 26 inschrijvers was de minste de Iner P. van der Vlugl te War mond, voor ƒ479,000. Door den gemeenteraad is benoemd tol leeraar in de natuur- en schei kunde, technologie enz. bij de burger dag- en avondschool de heer L. Bleek rode, phil. nat. cand.thans werkzaam te Delft. liet 2de rcg. huzaren is gisteren morgen van hier naar 's Hertogen bosch en Venlo vertrokken. Het werd door Z. U. K. den prins van Oranje en een groot aantal hoofdofficieren tot aan Rijswijk uitgeleide gedaan. --- lieden ochtend zijn van Leyden alhier binnengekomen, ouder com mando van den kapitein van Siiruin, eenige compagnie» van het regiment veldartillerie, ter vervanging van de rijdende artillerie. In bel Bosch werd de batterij opgewacht door den gen.-majoor van Wickevoort Cronimelin, diens staf en hel muziekcorps van het regiment grenadiers en jagers, die baar naar de kazerne op het Alexanders>eld geleidden. Eergisteren avond had alhier een treurig voorval plaats. Bij de aan komst der Leydsche schuit, ten half negen ure, werd deze door den ster ken stroom en door een lievige windvlaag, die onder de brug over de Bier kade heen woei, legen het weeshuis aangestuwd. De schippersknecht, die op de schuit in dienst was, een oppassend huisvader, Dirk de Hey genaamd spande zrjn uiterste krachten in om het vaartuig in bedwang te houden, maar bad, bij het hoornen, liet ongeluk o>er boord en tusschen de schuiten gezegd gebouw in het water te vallen. De ongelukkige verdween onmid dellijk in de diepte. tMecr dan een half uur was men met vier dreggén D. LONDEN 29 October. Zondag II. is alhier onder leiding van graaf Denbigh eene anti-gari- baldiaansche meeting gehoudenwaarin besloten werd ten spoedigste gelden bijeen te brengen om de pauselijke regering te voorzien van een goeden voorraad minié buksenachterlaadgeweren en revolvers. Binnen weinige oogenblikken was eene som van ruim 1000 g bijeengebragtwaarna de pogingen lot verkrijging van meerdere gelden zoo ijverig werden voortgezet dat men verwacht vóór hel einde dezer week op een ongeveer tienmaal grooter bedrag te kunnen rekenen. De dagbladen deelen een brief mede van een der gevangenen in Abys- sinië, gedateerd Magdala 7 Sept. Daaruit blijkt o. a., dat de staat van zaken voor Theodorus hoe langer zoo meer achteruit gaat. Zijne voor- en tegenstanders gaan woedend legen elkander le werk. De koningsgezinden laten geen enkel hunner krijgsgevangenen in het leven, leder, die in hunne handen valt, wordt op eene gruwelijke wijze verminkt en dan levend ver brand, of aan een uiterst langzamen marteldood prijs gegeven, terwijl de tegenstanders wederkeerig alle gevangenen in stukken hakken. Zondag II. heeft over de hoofdsted een zware storm gewoed, die veel schade aanrigtle; onderscheiden spoortreinen kwamen later dan gewoonlijk aan. De omstreken van Chatham, Rochester, Windsor, enz., zijn door den geweldigen regen onder water gezet. Een van Liverpool naar Madras bestemd schip is tegen de kust verbrijzeld geworden waarbij vele der op varenden het leven hebben verloren; nog 3 of 4 andere vaartuigen zijn vergaan, van welke echter de manschap is gered. Aan boord van de te Plymouth aangekomen West-Indische pakket- boot heerschl de gele koorts; de aan boord zijnde postbeambten zijn door die ziekte aangetast. Op eene boerderij te Weston hebben zich weder enkele gevallen van vee-pest voorgedaan. De aangetaste runderen waren met een koppel van 120 stuks uit Ierland aangevoerd. De haringvangst op de oostkust van Engeland heeft in de vortgi week eencn goeden uitslag opgeleverd. Te Lowestoft zijn 345 lasten, 13200 stuks per last, aangebragt. Uit New-York meldt men aan de Times het volgende: De herfstver- kiezingen hier te lande zijn afgeloopen. De uilkomst heeft de democraten even zeer verrast als de radicalen, want geene van de beide partijen had iets dergelijks verwacht. De zaak is dat een groot aantal onafhankelijke kiezers, die lot nog toe de republikeiusclie pattij hadden ondersteund, die zijde verlaten en hunne stemmen aan de democratische candidaten gegeven hebben, mét het doel om de onbesuisde en buitensporige staatkunde, die het congres in toepassing doet brengen, le sluiten. Ook het negerstemregt heeft hier te lande eene zware en schier beslissende nederlaag geleden; want in Ohio, eenen staat die zich vroeger steeds de zaak der negers warm had aangetrokken, is het negerstemregt met eene meerderheid van minstens tien duizend stemmen verworpen, liet denkbeeld om den president Johnson aan te klagen zal nu insgelijks moeten worden ter zijde gesteld; en daar mede vallen verscheiden andere plannen van heethoofdige leiders der repu- blikeinsche partij. EUANHR1JH. PARIJS, 29 October. Bij besluit des keizers zijn de wetgevende kamers opgeroepen om op den I8dcn November aanst. te vergaderen, zullende alsdan de gewone wet gevende zitting van 1867—1868 aanvangen. Op het stadhuis heeft ter eere van den keizer van Oostenrijk een groot gastmaal plaats gehad, waarbij de keizer, en de keizerin legenwoordi waren. De minister van builen), zaken heeft, betredende de Italiaansche za ken eene circulaire gezonden aan de diplomatique agenten van Frankrijk' in hel buitenland, waarin hoofdzakelijk het volgende wordt gezegd: De September-conventie is door de Italiaansche regering uitgelokt en vrijwillig door haar onderleekend. Die conventie verpligttc de Italiaansche regering om de grenzen der pauselijke staten krachtdadig legen alle aanrandingen van builen te beschermen. Voor niemand kan het op dit oogenblik twijfel aclitig zijn, dat aan deze verpligting niet voldaan is, en dat wi) geregtigd zouden zijn om de zaken te herstellen in den staat, waarin zij zich bevon den voor dat w'ij door de ontruiming van Rome met goed vertrouwen aan onze eigen verpligting hadden voldaan. Onze eer legt ons voorzeker den pligt op niet te miskennen, welke hoop de katholieke wereld vestigde op eene overeenkomst, die Frankrijks onderteekening draagt. Wij stellen er echter prijs op le verklaren dat wij op gecnerlei wijze eene inlegering willen vernieuwen, waarvan wjj beter dan iemand den bedenkclijken aard weten te beoordeelen. Wij koesteren geenerlei vijandige gedachte tegen Italië; wjj zijn indachtig aan al de banden, die ons met dal land vereeni gen; wij zijn overtuigd dat de geest van orde en wettigheid, die de eenig mogelijke grondslag van zijn voorspoed en grootheid is, weldra zal blijken aldaar de bovenhand te hebben. Zoodra bet pauselijk gebied bevrijd en de veiligheid aldaar hersteld is, zullen wij onze taak volbragt hebben en weder aftrekken. Maar nu reeds moeten wij de wederkeerigc situatie van Italië en den II. Stoel onder de aandacht brengen van de mogeudhe

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1867 | | pagina 2