De studenten der Utrechtsclie lioogeschool hebben Zatnrdag 11. bet voorgenomen bezoek aan de stad Arnhem gebragt. Aan het station werden zij opgewacht door eene commissie, vele oud-studenten, eenige aldaar aan wezige studenten der Leydsche hoogeschoolen eenige burgerlijke en mili taire autoriteiten. In optogt trokken zij naar Musis Sacrum, alwaar eene matinee en soire'e musicale met «auxhal en vuurwerk plaats hadden. Van de commissie van ontvangst was bij deze gelegenheid eerelid de bijna 84-jarige mr. JH. C. baron van Alderwerelt lloutuyn in 1807 te Utrecht gepromoveerd. Te Leusden hebben Donderdag II. een 40-tal Üanoveranen, 1 officier en verder onderofficieren cn manschappeneen landelijk jaarfeest gevierd, ter herinnering aan den slag bij Langensalza. Aldaar bevonden zich ook een 60-tal onderofficieren en manschappen der vcld-artillerie, te Amersfoort in garnizoentot dit feest door de Üanoveranen uilgenoodigd. Te Tuil is op den 23sten dezer in den ouderdom van 82 jaren overle den de gepens. kapitein A. E. van Krieken, een der oudste officieren van ons leger. Geboren den llden Dec. 1785, nam hij in 1802 dienst bij de koloniale jagers en ging in 1810 als sergeant-majoor over in Fransche dienst. In 1811 werd van Krieken 2de luit. en twee jaar later lste luit.in welken rang hij den 10den Junij 1814 werd overgeplaatst bij het Ned. leger, waar hij in 1819 opklom tot kapitein. Van 1804 tot 1806 behoorde hij tot de zoogenaamde groote expeditie, ging daarna mede naar Pruisser. en Saksen cn onderscheidde zich den 26slen en 27sten Aug. 1813 bij Dresden, zoodat hij werd benoemd tot ridder van het Legioen van Eer. In 1815 was hij bp Waterloo, en in 1831 op de Citadel van Antwerpen. Den 18dea Dec. 1832 wilden de Franschen het ravelijn Hulppoort, even als S'. Laurent, door een overgang iu de gracht nemen. Van Krieken kreeg van den gene raal Chassé bevel, dit ravelijn tot den laatsten man toe te verdedigen. Aan niemand beter kou deze post worden toevertrouwd dan aan hem. Toen zijne afgetobde soldaten met moeite aan het vuren konden gehouden wor den ontblootte hij zich de borst, zeggende: «Steekt mij liever dood! Liever wil ik onder ulieden sterven, dan het ravelijn lafhartig overgeven." De Franschen, die hier in dien nacht 19000 patronen verschoten, werden door zijn uitstekend beleid afgeslagen. De generaal Chassé heeft hem, bij de herinnering aan de door hem bewezen dienst, met traneu in de oogen uil naam des konings, zelf de Militaire Willemsorde overhandigd. Den 16den Junij 1833 uit de gevangenschap in Frankrijk teruggekeerd, nam hij zijne plaats weder in bij het Ned. leger, totdat hij in Üct. 1835 op pensioen werd gesteld. (/V. R. C.) Omtrent den moord, door den korporaal-hoornblazer Kley, te's Bosch op zjjne vrouw gepleegd, wordt nader het volgende medegedeeld: Sedert 10 jaren was hij uiet haar gehuwd; 5 jaren lang bleven zij zonder kinde reu. en toen had zij een onberispelijk gedrag; sedert dien veranderde zij geheel, kwam soms dagen achtereen niet te huis, bragt twee kinderen ter wereld, werd voor diefstal lot 1 maand cellulaire gevangenisstraf veroor deeld en was zeer verslaafd aan den drank. De man daarentegen was een zeer werkzaam, oppassend en braaf man en werd zoowel buiten als bij het regiment algemeen geacht. Verscheidene malen hield hij haar haar ver keerd gedrag onder de oogen, maande haar in der minne aan tot beterschap; doch niets mogt balen. Woensdag middag, toen hij, te huis komende, geen eten zag en haar niet vond, ging hij naar de herberg, waar zij gewoon was te komen, en verzocht haar naar huis te gaan. Zij had toen reeds haar zesden borrel binnen. Te huis gekomen, ontstond er eene woorden wisseling en worsteling. Zij riep: moord! moord! en juist dit deed den man in woede ontsteken cn hem op de gedachte daarvan komen; hij nam zijn scheermes van tafel en sneed haar daarmede, in het bijzijn der twee kinde ren, den hals af, waarop hij zich onmiddellijk in arrest begaf en het ge beurde mededeelde. Thans reeds toont hjj veel berouw over zijne misdaad. 's GRAVENHAGE 2 Julij. Tot burgemeester zijn benoemd: te Wadenoyen de heet' J. J. van Lidlh 'de Jende; te Schipluiden de heer D. Ammerlaan Jz.te Ouder-Amstel de heer mr. J. G. Kruimel; te Zuilen de heer J. C. Plomp. Op hun verzoek is eervol ontslag verleend aan den heer J. J. Delruel, als burgemeester te Beverwijk, en aan den heer mr. J. van Wijngaarden, als burgemeester der gemeente Willemstad. Z. M. heeft goedgevonden bij het wapen der infanterie te benoemen: hjj het l8te reg. tot kapitein 3de kl. den ls,eD luit. M. Hoelants, van hel 4dc reg.; bij het 3lle reg. tot kapitein 3dc kl. den lstc" luit. VV. J. von Le- schenvan den staf. Voorts heeft Z. 51. aan den eervol uit de dienst ont slagen kolonel der genie en sapeurs van het leger in Ned. Indië G. W. Fredzess den lituiairen rang van generaal-majoor verleend en aan den met verlof hier te lande aanwezigen apotheker 2dc kl. bij de mil. geneesk. dienst in Ned. Indië J. W. Backer, ten gevolge van ligchaamsgebrekeueen eer vol ontslag verleend. HH. 5151. de koning en koningin zijn gisteren van het Loo alhier teruggekeerd. De graaf van Bylandt, N'ed. gezant te Berlijn, is alhier aangekomen. De ministers van financiën en van oorlog zullen Donderdag aanst. en die var. marine Vrijdag aanst. geen gehoor vcrleenen. De minister van buiten), zaken in Japan heeft aan den consul-generaal der Nederlanden iu Japan officieel kennis gegeven, dat met 1 Jan. 1868 twee steden en twee havens zullen opengesteld worden. De eerste kamer hield gisteren eene zitting, waarin de commissiën van rapporteurs voor eenige wets ontwerpen hunne verslagen uitbragten. De kamer zal Donderdag die ontwerpen in behandeling nemen. In de zitting van de tweede kamer van gisteren zijn behandeld de volgende wetsontwerpen: 1°. dat tot onteigening van percelen ten behoeve van een kanaal van Veere naar Kleverskerkeaangenomen met 43 tegen 3 stemmen; 2°. dat tot goedkeuring eener ruiling tusschen den Staat en het gemeentebestuur van Groningen, aangenomen met algemeene stemmen; 3°. dal lot verhooging van hoofdstuk V der staatsbegrooting voor 1867; hierbij werd door sommige leden verlangd dat de regering spoedig de toe gezegde voordragt tol aanvulling der middelen zoude indienen; de minister van binnenl. zaken antwoordde dat die voordragt van den raad van state was terug ontvangen, zoodat de indiening binnen kort kon worden te ge- moel gezien; sommigen leden zeiden dat, als zij zich tegen dit wets ontwerp verklaarden, hieruit moest worden afgeleid, dat zij tegen alle verhoogingen gezind waren, zoo lang zij niet bekend waren met de middelen waarmede dergelijke uitgaven zouden worden bestreden, aangenomen met 14 tegen 12 stemmen; 4°. dal tot wijziging en verhooging van hoofdstuk IV A der staatsbegrooting voor 1866aangenomen met algemeene stemmen; 5°. dat tot wijziging en verhooging van hoofdstuk IV A der staatsbegrooting voor 1867, aangenomen met 37 tegen 13 stemmen; 6°. dat lol naturalisatie van onderscheidene personen ,-—aangenomen met algemeene stemmen 7°. dat tot beschikbaarstelling van gelden wegens door hel dep. van oorlog gedane verstrekkingen dienst 1867aangenomen met algemeene stemmen; 8°. dat tot verhooging van hoofdstuk V111 der staatsbegrooting voor het dienstjaar 1 1867 (buitengewone uitgaven voor achterlaadgeweren). Hierbij kwam op nieuw de vraag te berde of men de behandeling van dit wets-ontwerp zou uitstellen tot dat men kennis had genomen van hel wets-ontwerp tot aan vulling der middelen. Een hiertoe strekkend voorstel van den heer Godefroi werd na eenige beraadsleging met 31 tegen 23 stemmen verworpen, en daarna het wets-ontwerp met 32 tegen 22 stemmen aangenomen. In de zitting van heden heeft de minister van financiën medegedeeld dat de aanvullingswet op de middelen, waarover gisteren is gesproken, heden aan den koning is toegezonden en bij goedkeuring reeds morgen of over morgen bij de kamer zal kunnen inkomen. Er worden daarbij noch nieuwe belastingen noch buitengewone middelen voorgedragen. Het ontwerp, houdende nadere bepalingen omtrent den accijns op de binnenlandsche bieren en azijnen, is na aanneming van een amendement van den heer van den Heuvel tol weglating van al. 2 van art. 4 aangenomen met 52 tegen 4 stemmen. Hel omwerp nopens het regt van zegel op bui- tenlandsche schuldbrieven is aangenomen met algemeene stemmen. Vervolgens had plaats de interpellatie van den heer van de Putte. De heer van de Putte wenschte, alvorens tol deze interpellatie over te gaan, eene vraag te doen aan deze regering, namelijk: «Hebben de minis ters, hebben een of meer hunner ontslag verzocht of zijn zij voornemens dit te doen?" De minister van financiën antwoordde dat de minister van koloniën zijn ontslag heeft ingediend en dat de beslissing des konings wordt afgewacht. De heer van de Putte vroeg daarop: blijft de regering getrouw en zich gebonden achten aan haar programma van 4 Junij 1866, in den boezem der vertegenwoordiging bloot gelegd?" De minister van financiën meende op die vraag het antwoord te moeten schuldig blijven. Op de herhaalde vraag des heeren Fransen van de Pnlte zetde de minister dal de regering reeds verklaard had dat zij aan hare beginselen getrouw blijft. De zitting van de provinciale staten van Zuidholland is heden morgen door den commissaris des konings geopend. Hij deelde mede, dat sedert de herfstvergadering van 1866 drie leden der staten overleden zijn, zijnde de bh. mr. J. van Stolk Cz., mr. A. Vernède en J. A. van den Broek, aan wier nagedachtenis hij holde bragt, en dat in hunne plaats zijn verkozen de bh. mr. A. Uoynck van Papendrecht, mr. K. A. Poortman en D. van Weel Cz. Tegen de benoeming van laatstgcmelden werden echter eenige bezwaren gemaakt. Zoowel de geloofsbrieven der nieuw benoemde leden, als de ontvangen adressen, benevens het paket stembriefjes, ter toelichting van de benoeming van den heer van Weel, werden in handen eener com missie gesteld. Tevens deelde de voorzitter mede dat de heer J. B. Duisen- berg zijne woonplaats naar Haarlem had overgebragt, zoodat hij ophield lid der staten te zijn en er eene nieuwe verkiezing in het hoofdkiesdistrict Alphen moet plaats hebben. Na loting en zamcnstelling der afdeelingen deed de voorzitter mededeeling van de verschillende ingekomen stukken. Voorts werden ter tafel gebragt verschillende voorstellen en rapporten. Ter lezing werd o a. gelegd en aan de orde gesteld een praeadvies van ged. stalen nopens het adres van regen ten van de r. k. armen en belwees- en oudenliedenhuis te Leyden, om een voorschot van 6000 uit de prov. fondsen, tot verbouwing van dat geslicht, en in handen eener commissie werd gesteld een voorstel tot het verleenen van een subsidie van 32000 aan de gemeente Alkemade c. s.tot het ver beteren van de wegen tusschen die gemeenten en Leyden, in verbinding met den Haarlemmermeer. De voorzitter deelde mede dat bij den minister van binnenl. zaken bedenkingen waren gerezen omtrent hel door de staten ge nomen besluit betreffende de opheffing van de in Zuidholland gelegen en on der het hoogheemraad van Rijnland ressorteerende ambachten. De hh. Hoynck van Papendrecht en Poortman hebben, nadat hunne ge loofsbrieven in orde waren bevonden en zij de gevorderde eeden hadden af gelegd, zitting genomen. Omtrent de geloofsbrieven van den heer van Weel zal de commissie in de volgende vergadering rapport uitbrengen. Tot bui tengewoon lid van ged. staten is op nieuw benoemd denbeer S. van Hoog straten. De volgende zitting is bepaald op Dingsdag aanst. 5Iorgen en vol gende dagen zullen de begrootingen enz. in de afdeelingen worden onderzocht. Heden middag geeft de commissaris des konings een diner aan de leden der prov. staten in het groot badhuis te Scheveningen. De Ned. maatschappij ter bevordering van nijverheid houdt thans hare 90e algemeene vergadering en het nijverheids-congres in de residentie. Gis teren ten 12 ure werden de afgevaardigden en leden door het bestuur van het dep. 'sGravenhage ontvangen in eene der zalen van de tceken-akademie. Onmiddellijk daarop werd op plegtige wijze de tentoonstelling geopend van visscherij-gereedschappen en voortbrengselen van de vjsscherij, waarbij door den heer dr. G. Simons, voorzitter van het dep. 'sGravenhage, eene alle- zins gepaste toespraak werd gehouden. Het was hem een genoegen te mo gen verklaren dat deze tentoonstelling uitnemend geslaagd mogt heelen. De tentoonstelling telt 1051 nommers van omstreeks een honderdtal inzenders. Vooral trekken de aandacht de verrassende wijze waarop de reusachtige nellen over de geheele lengte van het gebouw zijn uitgespreid door den heer Slaas te Scheveningen zijn o. a. 75 diverse haringnetten ingezonden. Door het dep. van marine zijn 9 verschillende modellen van visschersvaar- tuigen voor de tentoonstelling afgestaan. Op de tentoonstelling is ook aan wezig eene verzameling van 83 vischsoortenbijeengebragt door den heer F. P. L. Pollen, te Leyden, gedurende zijne reis naar Madagascar, Reu nion en Marotle bijeengebragt, waarvan de natuuronderzoeker gewis met belangstelling kennis zal nemen. De eerste zitting der 90slc algemeene vergadering werd heden morgen geopend. Er waren 24 departementen vertegenwoordigd, uitbrengende 260 stemmen. Den 18den Julij zal de muziekkapel,van het reg. grenadiers en jagers, onder directie van den heer Dunkier, zich te Parijs moeten bevinden, om aan den internationalen wedstrijd op den 21slen daaraanvolgende deel te nemen. Voor de leden van iiet corps zal in de Avenue Rapp een logement I worden ingerigt. BUITENLANDSCHE BEItlGTEN ENGKLAÏ 19. LONDEN 30 Junij. In het lagerhuis is de behandeling van de artikelen der voorgedragen reformbill voor Engeland afgeloopen met de aanneming van onderscheiden bepalingen; daaronder is cr eene, welke het stemregt ontzegt aan allen, die onderstand van het plaatselijk armbestuur ontvangen, alsmede eene, die de ministers, wanneer zij hunne portefeuille met eene andere verwisselen, ont heft van de verpligling om zich aan eene herkiezing te onderwerpen. Een amendement van een lid, strekkende om de kosten der verkiezingen voor de candidaten te verminderen en alzoo de waardigheid van volksvertegen woordiger meer genaakbaar te maken voor lieden zonder vermogen isover eenkomstig den wensclt der regering, verworpen met 248 tegen 142stemmen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1867 | | pagina 2