Bjj liet voorstel van den heer de Brattw tot wijziging der wet van 13 Aug. 1857 (lager onderwijs) wordt voorgesteld art. 3 dier wet zoodanig te wijzigen dat aan bijzondere scholen, toegankelijk voor alle kinderen zonder onderscheid van godsdienstige gezindheid, van wege de gemeente of de pro vincie subsidie kan worden verleend onder zoodanige voorwaarden, als het gemeente- of provinciaal bestuur noodig acht, en dat aan andere bijzondere scholen van wege de gemeente subsidie kan worden verleend, wanneer zij bestuurd worden door erkende kerkgenootschappen of kerkelijke gemeenten of door vereenigingen of zedelijke ligchamendie regtspersoonlljkheid be zitten; de school minstens één jaar hebbe bestaan; minstens de helft der kosten uit andere dan openbare kassen wordt gevonden en het getal der schoolgaande kinderen van 6 tot 12 jaren minstens bedraagt: 25 in ge meenten beneden de 1000 zielen, 40 in die van 1000 lot 2000 z.50 in die van 2000 tot 3000 z.70 in die van 3000 tot 5000 z., 90 in die van 5000 tot 7000 z.140 in die van 7000 tot 10000 z., 200 in die van 10000 lot 15000 z., 250 in die van 15000 lot 20000 z.300 in die van 20000 z. en daarboven. Voorts wordt verlangd aan art. 17 cenige bepalingen toe te voe gen, strekkende om aan den gemeenteraad de bevoegdheid te geven, wan neer ten gevolge van het ontstaan van bijzondere scholen in eenige gemeente de openbare school door geene of door een zeer gering getal leerlingen wordt bezocht, de bestaande gemeenteschool te sluiten; mogt later behoefte ontstaan aan de heropening der openbare school, kan de gemeenteraad daar toe het besluit nemen. Zoo noodig wordt, in overleg met eene of meer na burige gemeenten, van de openbare scholen dier gemeenten gebruik ge maakt. Ten opzigte van art. 24 wordt voorgesteld dit te lezen als volgt: De hoofd- en hulponderwijzers bekleeden geene kerkelijke ambten of bedie ningen, waaraan inkomsten verbonden zijn. Andere ambten en bedieningen bekleeden zij niet dan met goedkeuring van gedeputeerde staten, die vooraf burgemeester en wethouders en in gemeenten van 3000 zielen en daarbo ven de plaatselijke schoolcommissie, in de overige gemeenten den districts schoolopziener hooren. Om de mogelijkheid te benemen van het geven van kosteloos onderwijs aan hen die in staal zijn schoolgeld te betalen, wordt voorgesteld het le lid van art. 33 aldus te lezen: Ter tegemoetkoming in deze kosten wordt eene bijdrage voor ieder schoolgaand kind geheven, tenzij die kosten naar aanleiding van art. 31 niet ten laste der gemeente worden gebragt. 11e voorsleljer zegt, in de memorie van toelichting, o. a. dal hij zich heeft afgevraagd of er niet een middel zou kunnen gevonden worden, waardoor, zonder aanranding der openbare gemengde school, wier bestaan in ons land in den tegenwoordige!) stand van zaken ook door hein als eene noodzakelijkheid wordt beschouwd, aan den nood van die groote en talrijke declen onzer bevolking, die om des gewetens wille van die school geen gebruik kunnen maken, hoezeer eene minderheid, tegemoetkoming kon wor den verleend. Hij meende dit middel gevonden te hebben in het openstellen der mogelijkheid om de bijzondere school, ook met eene bepaalde rigting, te subsidiëren, zonder dal zij hare rigting behoeve op te geven. Hel kwam hem voor, dat bierdoor in velerlei opzigl aan de bestaande bezwaren zou kunnen worden te gemoet gekomen. Het stuitend onbillijke, dat zij, die om godsdienstige bezwaren van bet openbaar onderwijs, hoezeer dit ook voor hunne kinderen behoort te dienengeen gebruik kunnen makende kosten van het onderwijs, voor hen geschikt, geheel alleen moeten dragen, zou, althans voor een deel, ophouden. De openbare school blijft wat zij volgens de grondwet en de wel wezen moet en door de praktijk werkelijk is: de gelegenheid namelijk tot het bekomen van onderwijs voldoende voor de bevolking en de behoefte. De inrigting van hel openbaar onderwijs blijft wat zij volgens de wet van 1857 is, inzonderheid ook wal de opvoedkun dige rigting aangaat; alleen in de localiteitcnwaar de geest van een ge deelte der bevolking afkeerig mogt zijn van het openbaar onderwijs, zal de bijzondere school, thans gerugsteund ook door de gemeentelijke fondsen, een nuttige uitweg zijn, zonder dat het bezwaar der te vinden kosten op de ontevredenen alleen drukt. De neiging, die men beweert dat hier en daar bestaat om het bijzonder onderwijs door kleingeestige middelen te be- mocijelijkcnzal uit den aard der zaak verminderen. Waar toch zoowel het openbaar als het bijzonder onderwijs uit de openbare kassen wordt onderhouden, al zij het, wat dit laatste betreft, gedeeltelijk, zal de strijd allengs van zelf minder hevig kunnen norden en eindelijk ophouden, en aldus zou de voorgestelde maatregel eene bevredigende uitkomst kunnen opleveren. 's GRAVENUAGE 10 Mei. Z. M. heeft eene gratificatie van tien gulden en een loffelijk geluig- schrift verleend aan C. Visser, C. E. Delchambre, W. Dekker en J. Vos, te Nieuwe Diep, als blijk van goedkeuring en tevredenheid wegens het met levensgevaar redden van den fungerenden visiteur en schipper van het in de branding op de Onrust zittende recherche-vaartuig n°. 1op 10 Febr. II. Door Z. M. is aan den heer mr. L. W. C. Kenchcnius, laatstelijk lid en waarnemend vice-president van den raad van Nederl. lndië, thans op wachtgeld, met ingang van 1 Julij 1867, en onder dankbetuiging voor zijne laatstelijk in lndië aan den lande bewezen diensten een eervol ontslag ver leend uit 's lauds dienst, met behoud van aanspraak op pensioen. Tot burgemeester der gemeente Maasnie! is benoemd de heer H. H. B remmers. Aan den heer G. W. Jacobson is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als notaris te Wijhe. Tol ontvanger der directe belastingen enz. te Groenlo is benoemd de heer J. Abeleven, thans ontvanger te Maurik. Z. M. heeft goedgevonden voor den tijd van vijf jaren bij het wapen der infanterie van het leger in Oost-Indië te detacheren den lslcn luit. M. J. Temmiuck, van het 8ste reg. infanterie. De minister van binnenl. zaken zal Zalurdag aanst. geen gehoor verleenen, In de zitting van de tweede kamer van lieden zijn de beraadslaging over het wets ontwerp tot regeling der schutterijen aangevangen. De miÜj ter van biunenl. zaken deelde mede dal nu werd voorgesteld het lijj tot het in werking brengen dezer wet te bepalen op 1 Augustus. Aan de algemeene beraadslagingen namen deel de bh. Stieltjes, Wiii gens, van Wassenaer Catwyck van Nispen en de minister van binnen zaken. De heer Stieltjes verlangde dat de herziening van de militie^ vooraf zou gaan. De minister van binnenl. zaken betoogde dat de regelj; der schutterijen wenschelijk was met het oog op 's lands behoeften en; alle gebeurtenissen die zich moglen voordoen. Dit ontwerp diende geht afgescheiden le worden beschouwd van wijziging later in de mililieweti brengen. Artt. 1 en 2 zonder discussie goedgekeurd. Bjj art. 3 werd een daarop voorgesteld amendement van den heer Stielijej 5 strekkende om de le alinea aldus te lezen: «De sterkte der schutterijj bedraagt, in tijd van vrede vier man, en in lijden van spanning of geti>; van oorlog, acht man van elke honderd mannelijke ingezetenen van*||i gemeente," na discussie verworpen met 43 tegen 11 stemmen en een ame dement van den heer van Delden, sirekkende om in diezelfde alinea int voegen: «na aftrek van de garnizoenhoudende militairen" aangenomen nt 46 tegen 8 stemmen. Artt. 4 en 5 zonder discussie goedgekeurd. Art. 6 (plaatsvervanging bij de mobiele schutterij). Het beginsel q plaatsvervanging werd bestreden door de hh. Viruly Yerbrugge, de Rot Stieltjes en Godefroi en verdedigd door de hh. van Kerkwijk, van Nispi en den minister van binnenl. zaken. In stemming gebragt werd het ar aangenomen met 35 tegen 20 stemmen. Art. 7—12 zonder discussie goedgekeurd. In de laatst gehouden zitting van den gemeenteraad was aan de ori hel praeadvies van burg. en weth. omtrent de zaak der wa'.erververscliii; De conclusie strekte 1°. om als beginsel aan te nemen dat uit de duin; ten noorden der gemeente tot aan den Wassenaarschen slag eene voldoen; hoeveelheid water te verkrijgen is om eene duin-waterleiding voor 's Gr: venhage wenschelijk te doen zijn; doch tevens dat daarbij alle vereenigii met andere gemeenten moet vermeden worden, en dat zelfs de vraag zie voordoet of het denkbeeld der duin-waterleiding niet geheel opgegeven mm wordenwanneer het rijk de daarvoor benoodigde duingronden niet li behoeve dezer gemeente zou willen afstaan; 2°. op grond daarvan te beslii ten vier der aanvragers buiten verdere mededinging te houden en aan Mi. Verveer c. s. te vragen, of zij bereid zijn, met inachtneming van lit boven vermelde beginsel, met de hh. Hardenbroek c. s op nieuw naar i concessie in te schrijven. Op voorstel van den voorzitter werd besloten i stukken betreffende deze zaak in handen van den generaal Delprat te steller BU1TENLANDSCHE BEIUGTEN. ENGELAN O. LONDEN. 14 Mei. Door de regering is thans bij het parlement eene reformbill voor Schol land ingediend. Zij werd, ook door den heer Gladstone, gunstig ontvangen, Op de hoogte van Aberdeen is de stoomboot Prince Consortlen gt- volge van een zwaren mist, op de rotsen verbrijzeld. Een honderdtal pas sagiers en de bemanning zjjn gered. FKAN H ItlJU. PARIJS, 14 Mei. De koning en de koningin der Belgen zijn alhier aangekomen. Zj werden door den keizer aan het station afgewacht. De keizer heeft een eigenhandigen brief aan den heer de Moustier ge schrevenom hem geluk te wenschen met den goeden uitslag zijner pogin gen, om den vrede te handhaven. Hel heeft de aandacht getrokken dat de mededecling van den heet du Moustier, betreffende de Luxemburgsche zaak, door het wetgevenl ligchaam zeer koel is ontvangen. Men heeft berekend, dat de kosten, door het onderhouden van eet garnizoen in de vesting Luxemburg aan Pruissen veroorzaaktjaarljjks J millioen bedroegen. Bovendien besteedde de Pruissisclie regering aan Luxem burg jaarlijks eene som van 500,000 kroonen voor werken en leverantiën -van allerlei aard. Vele voordeelen sproten daaruit voort voor de ingezetenen van de stad Luxemburg; het is het gemis dezer voordeelen wat de Luxem burgers ontevreden maakt over de nieuwe orde van zaken. Wij zijn in staat, zegt de Etendardeene lijding mede te deelcn, die aan de 45000 Fransclie en buitcnlandsche tentoonstellers groot genoegen zal doen. De hoofdcommissie van de internationale jury heeft bepaald, dat het aantal op onze groote tentoonstelling'toe le kennen belooningen, het welk aanvankelijk (ongerekend de groote prijzen) bepaald was op 100 gou den, 1000 zilveren en 3000 bronzen medailles, benevens 5000 eervolle ver meldingen, zou worden vermeerderd en gebragt op: 900 gouden, 300D zilveren en 4000 bronzen medailles, benevens 5000 eervolle vermeldingen. Eene vereeniging van Engelsche en Fransclie ondernemers heeft dezer dagen concessie van de regering verkregen, om eene telegraaphlinie in de» Atlantischen Oceaan te leggen, loopende van Brest naar het eiland Saint- Pierre, op de kust van Newfoundland, van daar naar Halifax en verder naar de Vereenigde Stalen. Naar men verneemt is de overeenkomst tusschen de Italiaansche re gering aan de eene en het huis Rothschild en het Crédit Foncier aan de andere zijde betreffende de financiële operatie ten aanzien der kerkelijke goederen reeds geteekend. Berigten uit Japan melden dat de Fransche gezant op weg naar Osacca was om er den Taïkoen zijne opwachting te maken, en dat de Japansclie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1867 | | pagina 2