LEÏDSCIIE €01111111. WOENSDAG 1 MEI. STADS-BER1GTEN. De Courant toordt MaandagIFoensdag en Frijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag avond. N\52. De prijs der Courant is ƒ3.— per vierendeel jaars. Afzonderlijke nommers zijn tegen 10 Cents verkrijgbaar. De BURGEMEESTER van LEYDEN, Gezien de twee laatste alinea's van art. 5 der wet van 19 April 1867 (Staatsblad n°. 30), het volgende gebod inhoudende: „Honden moeten vastgelegd of vastgehouden worden in gemeen ten, waar veetyphus heersclit, en in de daaraan grenzende gemeen ten. De burgemeester brengt het ingaan van dit gebod ter open bare kennis zoodra in zijne gemeente of in eene naburige gemeente de veetyphus is uitgebrokenen kondigt evenzeer de opheffing van het gebod aan, 60 dagen nadat het laatste geval van veetyphus zich heeft voorgedaan in de bedoelde gemeente. Losloopende hon den in die gemeenten moeten worden gedood van wege de policie." In aanmerking nemende dat de veetyphus is uitgebroken in de aangrenzende gemeente Leyderdorp; Brengt ter openbare kennis dat bovenstaand gebod voor deze gemeente ingaat met den dag van heden. De Burgemeester voornoemd, Leyden, 27 April 1867. STOFFELS, Weth. 1° Burg. Beschrijving van het patentregt en de personele belasting over het dienstjaar 1867 en 1868. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN doen te weten, naar aan leiding van een ontvangen besluit van den Commissaris des Konings in de provincie Zuidholland van den 9de" dezer maand Provinciaalblad N°. 64houdende eenige bepalingen ten aanzien der beschrijving van het patentregt over het dienstjaar 1867 en 1868, alsmede naar aanleiding van een gelijk besluit van dezelfde dagteekening Provinciaalblad N°. 63, betrekkelijk de beschrijving der personele belasting voor bet dienstjaar 1867 en 1868; dat op den ls,en Mei eerstkomende een aanvang zal worden gemaakt met de be schrijving der patcntpligtigenbedoeld bij n°. 3740 van tabel n°. 14 zijnde dc slijters, lappers, kroeg- en koffijhuishouders, waarvoor de declaratoiren aan de huizen zullen worden rondgebragt en na verloop van drie dagenvan wege den ontvanger der directe belastingentegen recu worden afgehaalden wordt dien patentpligtigen herinnerd de bepaling van art. 2 der wet van den 24sten April 1843 Staatsblad n°. 16), dat zij hun beroep niet mogen uitoefenen dan nadat zij de helft van hunnen aanslag over het dienstjaar 1867 en 1868 hebben voldaan, en nadat het verschuldigde over het voorgaande jaar ten volle zal zijn aangezuiverd, waarvan zal moeten blijken, alvorens de acten van patent aan hen kunnen worden afgegeven; dat zoodra mogelijk hunne aanslagbilletlen zul len worden bezorgd, de patentbladen in gereedheid gebragt, en die dadelijk ter gemeente secretarie moeten worden afgehaald dat, met uitzondering der bedrijvenbedoeld bij de tabel n°. 16 der Wet van den 22sten April 1852 Staatsblad n°. 61), houdende wijzigingen en uitbreidingen van de Ordonnantie op het regt van patent, van den 21sten Mei 1819 Staatsblad e». 34)de tijd der uitgifte van de door de patentpligtigen in te vullen verklarin gen van aangifte, voor den jare 1867/68 wordt vastgesteld op den 6Jcn Mei aanst., en dat de wederinzameling tegen rec.u, door den ontvanger of zijn gemagtigde geteekend, op den achtsten dag na de uitgifte zal geschieden; dat de registers der patentpligtigen uiterlijk op den 31s,cn Mei aanstaande zullen worden gesloten, en er na dien tijd volstrekt gecne verklaringen zullen wor den aangenomen wordende ieder patentpligtige bij deze herinnerd art. 18 der wet op het regt van patent, van den 21stcn Mei 1819, inhoudende: «dat zij, die bij het aanbieden «of bezorgen der verklaringen van aangifte, of ook bij het terughalen van die, «mogten zijn voorbijgegaan zich niet mogen beroepen op een of ander begaan verzuim ximaar integendeel gehouden zijn om zorg te dragen, dat de bij de wet gevorderde «aangiften, verklaringen en aanvragen, welke ter invulling aan het kantoor van den «ontvanger der directe belastingen" (op de Hreêstraat binnen deze gemeente) «ver- «krijgbaar zijn, door hen in persoon of door hunne gemagtigdenbehoorlijk ingevuld »op den daarbij bepaalden tijd, ter zeiver plaatse moeten worden ingediend;" alsmede art. 37 der gemelde wet, houdende: »de aan het regt van patent «onderhevige personen, welke, na den afloop van den tijd, tot het doen der aangifte «bepaald hevonden zullen worden zich nietof door valsche, onnaauwkeurige of «onvolledige opgave, niet behoorlijk van hunne verpligtingcn ten aanzien dier aan- «giflen te hebber, gekweten, zullen telken reize, wanneer hun verzuim of over- «treding wordt ontdekt, vervallen in eene boete van niet minder dan 25, en niet «meerder dan 400 gulden dat, met betrekking tot de schippers, schuitenvoerders, enz., in de tabel n°. 16 der wet van den 22slen April 1852, Staatsblad n°. 61), voorkomende, de eige naars, vaste huurders en andere vaste gebruikers van binnenvaartuigen, gehouden zijn, om zich van behoorlijk patent te voorziendat, tot de door hen daartoe te doene schriftelijke aangiften zal worden gevaceerd ter secretarie dezer gemeentevan den lslcn Mei eerstkomende tot uiterlijk den 15dcn Mei daaraanvolgende, des voormiddags van 10 tot 1 ure, de Zondagen uitgezonderd, voorzoo verre dat beroep niet in den loop des jaars wordt aangevangen; wordende zij tevens uitgenoodjgdom de meetbrieven hun ner vaartuigen, mits niet ouder zijnde dan vijf jaren, mede te brengen, en al die inlichtingen te geven, die van hen, betrekkelijk de vaartuigen, zullen worden gevorderd; terwijl er na den 15dcn Mei voormeld, geene verklaringen meer worden aangenomen, en de gebrekigen, bij ontdekking, zullen incurreren de boete, bepaald hij artikel 37 der wet van den 21stc" Mei 1819hiervoren omschreven; dat voorts alle patentpligtigen, bij tabel n". 7 der wel van den 16llcn Junij 1832 i bedoeld, zijnde inlandsche en vreemde kramers, welke met kramen, stallen, tafels j enz.hunne waren in herbergen, huizen, kamers of op openbare markten en ker- j missen uitstallen, mitsgaders de debitanten in loterijbriefjes, en alle handeldrijvende en als kooplieden te belasten personen, welke hunne waren ter verkoop, hetzij in 'tklein, hetzij in 't groot, te water of te lande met zich voeren, alsmede de onder nemers van openbare vermakelijkheden, in tabel n". 15 genoemd, voor zoo verre al die patentpligtigen in de algemeene beschrijving voor 1867 en 1868 moeten worden begrepen, gehouden zijn, zich gedurende de maand Mei, ter bekoming van hun patent, aan te melden ter secretarie dezer gemeente, des voormiddags van 10 tot 1 ure, de Zondagen uitgezonderd; zullende er na dien tijd geene aanvragen meer worden aangenomen, behalve van de zoodanigen, die hun beroep of bedrijf na dien tijd aanvangen, en olzoo in de bijzondere beschrijvingen worden begrepen, welke gehouden zijn, zich dadelijk bij dien aanvang van patent te voorzien; dat ook op den 6den Mei aanstaande, een aanvang zal worden gemaakt met de beschrijving der belasting op het personeel voor het dienstjaar 1867 en 1868. Zijwelke, bij het bezorgen der billettcnof ook bij het terughalen daarvan mogten zijn overgeslagen, mogen zich, in geen geval, beroepen op zoodanig verzuim, maar zijn integendeel gehouden om de vereischte en behoorlijk ingevulde verklaringen in te dienen ten kantore des ontvangers, alwaar de billetten Ier invul ling steeds verkrijgbaar zijn. Een ieder is gehouden de te doene aangiften met zijne handteekening te bekrachtigen. Ingeval iemand betuigt niet te kunnen schrijvenzal de Ontvanger of zijn ge magtigde, des gevraagd, de invulling in zijnen naam, en zonder daarvoor eenige betaling te kunnen eischen. verrigten, met vermelding der redenen waarom; en zal de aangifte door den ontvanger of zijn gemagligde, in tegenwoordigheid van een' derden persoon en met en benevens deze, worden geteekend, na voorafgaande voorlezing. De belastingschuldigen zullen de door hen in betrekking tot de belasting op het personeel te doene aangiften, in het algemeen, behooren in te leveren in die ge meenten, alwaar de belasting is verschuldigd. Denzulken echter, wier belasting-voorwerpen naar de vier eerste grondslagen, alle of gedeeltelijk, gelegen zijn of zich bevinden in eene andere gemeente dan die waarin zij hun verblijf hebben,zal het vrijstaan de aangifte voor allen, nuts alsdan voor elke gemeente afzonderlijkter plaatste hunner woning of van hun verblijf te bewerkstelligen. Zoo wanneer paarden der vierde klasse door denzelfden belastingschuldige in ■erschillende gemeenten worden gehouden, zal hij in elk van deze het aldaar ge houden wordende aantal behooren aan te geven. Eindelijk wordt den Ingezetenen verwittigd, dat tot tcgcnschatters voor meerge noemde belasting zijn benoemd de navolgende personen, als: DIRK VELS HEYN, PI ETER GEORGE HOUTHUYSEN, JAN van LITH, MARTINUS STEPIIANUS REYST, JOHANNES CORNELIS RIJK, CORNEL1S CORSTIAAN van RIJSBERGEN. En zal deze door aanplakking en door plaatsing in de Leydsche Courant worden afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, 30 April 1867. v. d. BRANDELER, Burgemeester. v. PUTTKAMMER, Secretaris. UL\'XEi\LAM)SCHE BER1GTEN. LEYDEN, 30 April. Met liet oog op de hierboven voorkomende kennisgeving omtrent het vastleggen der hondenachten wij hel niet ongepast belanghebbenden te wijzen op art. 13 der wet van 19 April jl. (Slbl. n°. 30), waar gezegd wordt dal bet, binnen den bepaalden tijd, laten losloopen van honden in gemeenten waar vee-typhus heersclit en in de daaraan grenzende gemeenten gestraft wordt met eene geidboeie van 10 tol 25 en gevangenisstraf van 1 tot 3 dagen te zamen of afzonderlijk. De zwem- en badinrigting Rhijnzigt zal, gelijk hierachler wordt aan gekondigd, met den lsteD Mei geopend worden. Beeft de lieer Rutgers zich steeds beijverd deze iurigting aan haar doel te doen beantwoorden en haar te gelijk tot eene plaats van aangename verpozing te doen strekken, het is van zijnen opvolger, den heer Kramer, te'verwachtendat hij, aanvanke lijk nog gesteund door den heer Rutgers, op dien weg zal voortgaan en hel nuttige aan het aangename zal welen te paren. Het tnag reeds een geluk kig denkbeeld genoemd worden en velen zeker niet onwelkom, dal men in overleg is getreden met den ondernemer van de stoombootdienst van hier op Katwijk, en dal dientengevolge de stoomboot de Nijverheid op hare togten bij Rhijnzigt zal aanleggen. Gisteren zijn alhier door de policie drie jongens in verzekerde bewa ring genomen, als vermoedelijk schuldig aan het misvormen der staarten van paarden, door hel binnenste haar af te snijden. De commissaris des konings dezer provincie heeft de dagen bepaald, waarop in dc hoofdplaatsen der militie-kantons dc inspectie zal plaats heli- ben van de verlofgangers der nationale militie te land. Tc Leyden zal die inspectie plaats hebben: voor de ligtingen van 1863, 1864 en 1865 op Maandag 3 Junij, en voor de ligting van 1866 op Dingsdag 4 Jiinij. Uit het Weslland vernemen wij liet volgende: De slaat der veldge wassen en vruclitboomen is zoo gunstig als gewenscht kan worden. De aardappelen o. a. staan uitmuntend op rijmet het loof nagenoeg een half voet boven den grond, en de «riichtboomeii zijn met een tal, nu meestal ge opende, bloesems overdekt. Zoo strenge nachtvorsten uitblijven, rekent men dat over 5 weken de eerste nieuwe aardappelen ler markt komen en doen de vrnchtboomen een goeden oogst te gemoet zien. Alles is langzaam, maar krachtig ontwikkeld. Te Zoetermeer heeft op den 23sU" dezer op hel raadhuis plaats gehad de aanbesteding van het verbeteren en begrinden van de Middelweg en Meerlaan onder de gemeenten Zoetermeer en Slompwjjk, en van de Rleis-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1867 | | pagina 1