LEÏDSCIIE
COURANT.
MAANDAG 29 APRIL.
STADS-BERIGTEN.
1867.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit Zaturdag avond.
De prijs der Courant is ƒ3.per vierendeel
jaars. Afzonderlijke nommers zijn tegen 10
Cents verkrijgbaar.
Bij deze Courant wordt verzonden IV'. 8 blad 15 en 16) der Handelin
gen van den Gemeenteraad.
De BURGEMEESTER van LEYDEN
Gezien de twee laatste alinea's van art. 5 der wet van 19 April
1867 (Staatsblad n°. 30), het volgende gebod inhoudende:
„Honden moeten vastgelegd of vastgehouden worden in gemeen
ten waar veetyphus heerschten in de daaraan grenzende gemeen
ten. De burgemeester brengt het ingaan van dit gebod ter open
bare kennis zoodra in zijne gemeente of in eene naburige gemeente
de veetyphus is uitgebroken, en kondigt evenzeer de opheffing van
het gebod aan, 60 dagen nadat het laatste geval van veetyphus
zich heeft voorgedaan in de bedoelde gemeente. Losloopende hon
den in die gemeenten moeten worden gedood van wege de policie.''
In aanmerking nemende dat de veetyphus is uitgebroken in de
aangrenzende gemeente Leyderdorp;
Brengt ter openbare kennis dat bovenstaand gebod voor deze
gemeente ingaat met den dag van heden.
De Burgemeester voornoemd,
Leyden27 April 1867. STOFFELS, Weth. 1° Burg.
BINNEKLANDSCUE BERIGTEN.
LEYDEN, 27 April.
Blijkens eene hierachter voorkomende aankondiging zal op den Hol-
landschen spoorweg de zomerdienst met 1 Mei aanst. eenen aanvang nemen,
en zal levens de opening plaats hebben van den nieuwen spoorweg van
Haarlem tot Alkmaar, zoodat er nu eene regisirecksche verbinding bestaat
van Rotterdam lot den Helder. Om het verkeer meer en meer te bevorderen
en gemakkelijk te makenwordt ook aan de uitgifte van retonrbilletten
uitbreiding gegeven. Behalve van Amsterdam en Rotterdam en omgekeerd,
zjjn ook van Amsterdam naar 's Hage en voor andere belangrijke trajecten
dagelijks retourbilletten verkrijgbaar.
De vereeniging lot voortdurende ondersteuning der nagelaten betrek
kingen van verongelukte visschers der reeder(jeii te Katwijk aan Zee en
Koord wijk aan Zee ontving berigt dat op Zondag den 21cn dezer van de
bomschuit Katwijks welvaren, stuurman I). van Duyn, toebehoorende aan
den reeder W. Dubbeldam, de matroos Kornelis van Duyn is over boord
geslagen en verdronken. De ongelukkige laat eene weduwe met drie jonge
kinderen achter, die thans verzorgd worden door de vereeniging. hl het geheel
worden door haar uu ondersteund 18 weduwen, 47 weezen en 2 bejaarde per
sonen. Sedert de oprigling der vereeniging, 29 Mei 1860, zijn door haar
verzorgd 26 weduwen, 2 bejaarden en 72 weezen, te zaaien 100 personen.
Men meldt ons nog uit Katwijk aan Zee: Onze visschers vloot heeft in
den storm, die Zondag II. gewoed heeft, aanzienlijke schade geleden. Men
ziel den terugkeer van velen met bezorgdheid te gemoet. Ten gevolge der
vele stormen en schaarschheid der vischvaugt zijn de verdiensten zeer ge-
ring. Van de visschersboin Katwijks welvaren, schipper I). van Duyn, is
dezes broeder VV. van Duyn over boord geslagen en verdronkeneene vrouw
met drie jonge kinderen achterlatende.
Naar wij vernemen bestond er ook te Noordwijk vrees dat eene schnit
zou vergaan zQudaar omtrent deze niets was vernomen.
Het getal der in het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende
deze week dagelijks van 185 tot 236 personen.
Op eenen staat van nalatenschappen, afkomstig van manschappen be
hoord hebbende lot de landmagt tu Ned. Indie, en die bij het ministerie
van koloniën door de reglhebbenden kunnen worden opgevorderd, komen
o. a. voor die van P. C. Gevers Deynootgeboren te Leydenten bedrage
van ƒ6.71, en van G. Luit, geboren en gewoond hebbende te Leyden, ten
bedrage van 5 84)-.
Daar het aan sommige veehouders wegens verschillende omstandighe
den onmogelijk is geweest hun vee op den 25slen April ter weide te brengen,
heeft de minister van biunenl. zaken de commissarissen des konings gemag-
ligd die veehouders daartoe op andere bepaald genoemde dagen vergunning
te verleenen onder de door hen vast te stellen voorwaarden.
Onmiddellijk na aanneming der bcgrooting van oorlog door de eerste
kamer zal een aanvang worden gemaakt om de hoofdverdedigingslijn en het
reduit van ons land te voltoojjen. Eveneens zal met kracht begonnen wor
den aan de werken lot verbetering der Utrechtsche linie. Binnen kort zal
hij de tweede kamer een wets-ontwerp worden ingediend lot het toestaan
van gelden ter bekostiging van de aan te leggen verdedigingswerken in de
stelling Amsterdam. Worden die gelden toegestaan, dan zal nog in dit
jaar met den aanleg van die werken worden aangevangen. MiddC.)
Van de 78 door de Kerk. Cour. in haar jongste nommer opgegeven
herv. gemeenten hebben zich 38 voor de oude en 40 voor de nieuwe wijze
van verkiezing der kerkeraadsleden verklaard.
Eergisteren heeft de stoomboot Avalon, van Rotterdam afvarende,
behalve veel geslagt vee, voor het eerst wederom levend vee (schapen, kal
keren en hoornvee) naar Harwich en verder voor Londeu medegenomen.
Te Zandvoorl is Donderdag nacht het lijk aangespoeld van een man
die kort te voren met de schuit, waarop hij werkzaam was, ter visscherjj
was afgevaren. Hij laat eene vrouw en zes kinderen achter.
Uit Amsterdam meldt men dat II. M. de koningin gisteren morgen de
voorgenomen reis naar Utrecht volbragt, en des namiddags ten 4) ure aldaar
is teruggekeerd. Des avonds hebben 1111. Mil. het concert in Felix Meritis
bijgewoond. Heden avond zullen IIII. MM. den schouwburg bezoeken.
De Amst. C. meldt dat de heer mp. E. J. Asser door Z. M. den
koning op het paleis is ontboden geworden, en dat hij uit Zr. Ms. handde
benoeming tot ridder der orde van den Nederlandschen leeuw en hel insigne
dier orde heeft ontvangen.
Bjj de voortzetting, voor hel prov. geregtshof in Noordholland, van
de zaak van J. W. Götz en W. F. Haaiman, beschuldigd van plundering,
enz., heeft de adv.-gen. in zijn requisitoir de schuld der beide beschuldigden
aan de hun ten laste gelegde feilen betoogd en gerequircerd voor den lsten
beschuldigde eene tuchthuisstraf voor den lijd van 9 jaren, en verder voor
den tweede beschuldigde eene tuchthuisstraf van 6 jaren, benevens voor den
lsten beschuldigde 5 geldboeten van ƒ500 en voor den 2dcn beschuldigde 3
geldboeten van ƒ200. De verdediging der beschuldigden is voorgedragen
door de hh. mrs. van Nierop en Teding van Berkhout. De eerste heeft
de zwakheid der buitenlandsche poficie bij het gebeurde zeer gelaakt. De
uitspraak is bepaald op Dingsdag aanst.
De rookhistorie aan de grenzen, schrijft de Ensch C., heeft tot me
nig koddig tooneeltje aanleiding gegeven; soms echter hadden er ook ont
moetingen van meer ernstigen aard plaats en werden van weêrszijden klap
pen uitgedeeld, waarbij onze grensbewoners echter voorzigtig genoeg waren
bij tjjds te retireren, ten einde geene kennis met de Pruissische gevangenis
sen te maken. Minder goed liep het voor cenige dagen af met een paar
boerenjongens en hunne meiden. Deze waren eventjes de grenzen overge
stoken om een hartsterkingtje te nemen (het is daar aan den overkant
zoo goedkoop); de rooking dachten zij wel te ontduiken. Zij hadden ech
ter buiten den waard gerekend; naauwelijk zalen zij vergenoegd bij elkan
der onder hun glaasje of daar komen de Pruissische soldatensluiten hen in
eene kamer op, waar zij den geheelen nacht streng bewaakt doorbragten
en werden den volgenden morgen onder behoorlijk geleide en geboeid of
gebonden naar Ahaus getransporteerd, waar hun gedurende 14 dagen vrij
logies en kost verstrekt werd.
Uit Batavia wordt gemeld dat de veeziekte met hevigheid woedt in de
Snmatrasche bovenlandenzelfs wilde varkens en tijgers worden door die
ziekte aangetast, en buffels en koejjen sterven in menigte.
Op eenen veestal te Antwerpen heeft de besmettelijke typhus zich in
het begin dezer week wederom voorgedaan. Drie runderen zijn er deswege
afgemaakt.
De acclimatatietuin te Luik is sedert eenigen tijd het tooneel van een
reeks aanslagenwaarvan men tot heden te vergeefs èn den dader èn de
drjjfvcercn opspoort. Onderscheidene dieren, en dat wel de zeldzaamste,
worden namelijk vergiftigd. Dal de dood dier dieren aan geene andere oor
zaken kan worden toegeschreven, blijkt daaruit, dal men reeds vroeger in
hel hok van den beer een met vet omhuld pakje spelden en naalden vond.
De Luxemburgsche Union meldt dat thans de hh. Jonas en Föhr tot
Luxemburgs vertegenwoordigers zijn benoemd, de eerste te Parijs en de
laatste te Berlijn.
's GRAVENHAGE 27 April.
Aan den heer mr. J. M. L. H. Clercx is, op zijn verzoek, eervol ont
slag verleend als burgemeester der gemeente Maasbrée; voorts zijn benoemd
tot burgemeester te Rauwerderhem de heer E. Adema; te Hasselt de heer
II. E. van Duyl; te Purmerend de lieer L. C. F. Gasinjet; te Sluisde heer
J. U. llenncquiu.
Door Z. M. zijn benoemd: tot griflier der arrond.-reglbank te Zutphcn
de heer mr. VV. J. L. Umbgrove, thans substituut-griffier bij die regtbank,
en tot substituut-griffier bij de arrond.-reglbank te Zutphcn de heer mr.
W. A. L. Domis, thans griffier bij het kantongeregl te Harderwijk.
Z. M. heeft goedgevonden: aan den heer H. F. Fijnje van Salverda,
inspecteur van den waterstaat met den personclen titel van hoofdinspecteur,
op zjjn verzoek eervol ontslag te verleenen en bij den waterstaat te be
noemen: tot inspecteur, den hoofdingenieur lsle kl. C. Bruings; lot hoofd
ingenieur lsle kl., den hoofdingenieur 2de kl. jhr. J. R. T. Ortt; tot hoofd
ingenieur 2de kl., de ingenienrs l8lc kl. P. Galand en H. S. J. Rose, den
eersten buiten bezwaar van 's rijks schatkist; tot ingenieur lste kl., den
ingenieur 2de kl. J. van der Toorn; tol ingenieur 2de kl., den adspirant-
ingenieur J. VV. G. Slieiieker; tot adspirant-ingenieur li. A. van der Maa
ien surnumerair.
Door den minister van binnen), zaken is de benoeming van B. C.
Nienhuis tot opzigler van den waterstaat 4de kl. op zijn verzoek ingetrokken.
In de zitting van de eerste kamer van gisteren zijn de algemeene be
raadslagingen over de staalsbcgrooting voor 1867 voortgezet. Daarbij werd
op nieuw getreden in beschouwingen over de twee hoofdpunten welke reeds
vroeger behandeld waren, namelijk de constitutionele quacstic over den om
vang der ministeriële verantwoordelijkheid, in verband met de feiten die
ten deze meer bijzonder de tweede kamer betroffen; en ten tweede de finan
ciële aangelegenheden. De minister van financiën beantwoordde de in den
loop der beraadslagingen gemaakte opmerkingen van linaiiciëlcn aard. I)c
toestand der schatkist had, geljjk hij aantoonde, voor het «ogenblik niets
onrustbarends; waarschijnlijk zouden de middelen van dc loopeude dienst