GROOTE REPETITIE HET LEVEN EENER TOONEELSPEELSTER, SCHOUWBURG TE LEIDEN. doende geweest, en dat bij ziekte de noodigc verpleging niet ontbrak nteenen vv(j ie mogen aannemen Anders evenwel was liet gesteld met de getrouwe naleving van de geldelijke voorwaarden. Volgens de overeenkomst en ntagtiging der Kaapsche commissie (die ook als zoodanig voor de Ie Graaff-Keinet gevestigde commissie handelde) hier met de ouders aangegaan, zouden de kosten van uitrusting, van bel opmaken der akten van voogdij to volmagt, en van den overtogt aan de kinderen voorgeschoten, en het bedrag hun toegerekend worden als huurloon voor 2j jaar diensttijd; na die jaar zouden zij «behalve vrije woning, voeding, kleeding, verpleging en godsdienstige opleiding, jaarlijks loon genieten van ƒ60, waarvan hun 12 als zakgeld, de overige ƒ48 ten hunnen behoeve in de spaarbank be leed en bij hunne meerderjarigheid met de renten zou worden uitgekeerd." Op 'dien voel zou een jongeling, die met zijn 13de jaar itt dienst trad, op zijn 215le jaar het loon van 5) jaar, dus, behalve het zakgeld tot een bedrag van ƒ66, eene som van ƒ264, en met de daarop verschenen renten teen 5 [.Cl, ten minsie eene som van ƒ365 moeten ontvangen; een kapi taaltje waarmede hij welligt óf eene eigene zaak kon beginnen, óf in ieder geval de onkosten van uitrusting en terugtogt naar het vaderland kon be strijden, wanneer een langer verblijf in de Kaapkolonie hem minder wen- schelijk scheen, of de verlangst naar zijne hier achtergelaten betrekkingen hem te sterk werd. Aan die geldelijke voorwaarden is, althans niet jegens allen, voldaan. In het distriet van GraafTReinet heeft men sommige jongeliedenmissehien wel allen die uit Leiden derwaarts vertrokkenniet gedurende 2j jaar maar bijna 4 jaren (3 jaren 11 maanden) enkel voor kost, voeding, klee ding en verpleging (en zakgeld?) later, werken, zoodat hunne geldelijke verdiensten bijna Ij jaar later eerst eenen aanvang namen en hun onge veer ƒ190 is te kort gedaan. Of belegging in de spaarbank plaats gehad heeft, en of bij meerderjarigheid de tnlkeering van het volle bedrag van het verschuldigde met de renten geschied is, wij willen het vertrouwen, maar zekerheid hebben wij cr niet van. Wel zijn klagten tot ons gekomen, dat van de gelden die hun werden uitgekeerd, «een groot gedeelte moest wor den afgegeven voor kkêren." Moeten wij int bij dit alles als waar aannemen dat, om een te kort bij de (Graad-Reinetsche commissie te dekken, hel bedrag van het jaarltjksclt loon, dal de meesters voor de jongelieden moes ten uitbetalen, boven de oorspronkelijk vastgestelde som van 60 verhoogd is, dan wordt de ontrouw in hel naleven van de, namens de Kaapsche commissie, door de Nederlandsche commissie met de ouders en voogden «esloten overeenkomst nog sterker in het licht gesteld. liet was, men gevoelt dit liglelljk, voor hen die zich in Nederland, in de overtuiging dal zij eene zeer goede zaak bevorderden, veel tijdsverlies moeite en ook geldelijke opofferingen getroostten, eene regt droevige onder vinding, toen zij bemerkten dat zij te onregl zich met volkomen gerustheid verlaten hadden op de goede trouw en de degelijkheid van de mannen, die zich in de Kaapkolonie aan het hoofd der onderneming gesteld en zich ver bonden hadden, om als voogden bij de jongelieden tot aan hunne meerder jarigheid, het gemis der ouderzorgen te vergoeden. Of hebben de commis sion aan de Kaapstad, of te GraafTReinet niet bedacht, dat geene en kele der voorwaardenop hare duidelijk omschreven magtiging hier te lande aan de ouders of voogden gewaarborgd, mogt geschonden worden? Hebben zij niet gevoeld, dal zij, behalve ouregtvaardig jegens de jongelieden, ook zeer ondankbaar handelden jegens de mannen, die in Nederland als httnne gemagtigden optraden. Hebben zij er niet op gerekend, dat zij die mannen tegenover de ouders en voogden op een hoogst moeijelijk standpunt plaat sten, wanneer die ouders de commissie in Nederland, en zooals ik zeil lot mijn groot leedwezen heb moeten ondervinden, Item die als correspondent voor de commissie in Leiden en omstreken werkzaam was, verantwoorde lijk stelden, of althans verantwoording vroegen wegens het breken van eene eenmaal wettig gesloten verbindlenis? Waarlijk die ondervinding is niet bemoedigend, wanneer in liet vervolg wederom door Kaapsche commission de tusschenkomst van Nederlandsche gemagtigden voor een of ander doel mogt worden ingeroepen. ik achtte het pligtmatig, de hierboven omschreven opmerkingen, itt een algemeen binnen de koloniënen zeker ook w el daar buiten door velen gelezen dagblad, openlijk bekend te maken; alware het alleen, dat de uil Leiden afkomstige jongelieden en limine betrekkingen daarin een bewijs erlangen, dat ik, in het jegens hen, of enkele hunner, gepleegde onregt, niet stilzwijgend berust, en, nadat ik te vergeefs al de mij mogelijke andere middelen trachtte aan te grijpen, eindelijk tot het eenige mij over geblevene, de openbaarheid, mijne toe vlug t genomen hel). Een verzoek nog neem ik de vrijheid te rig ten aan allen die in staal zjjn cr aan te beantwoorden en voor wier goede tusschenkomst ik vooraf reeds hartelijken dank betuig. Gaarne zou ikin het belang der hier zich over hunne kinderen bekom merende ouders en verdere betrekkingen, wenschen te vernemen, waar, bij wien en zoo mogelijk in welke omstandigheden, de volgende van hier uit gezonden jongelieden zich thans bevinden. Welligt dat dan de briefwisseling door of voor lien met hunne familién wederom kan worden aangeknoopt. Zjj zijn de volgende: J. II Karstens, volgens het laatst mij toegekomen berigt in dienst bij den heer 11. A. Meintjes Joh8z.GraafTReinet; P. Karstens, bij den heer John Meintjes te Pearstown Somerset East; B. H. R. Roelwert, bij den heer W. J. Burger, GraafTReinet; N. Biochbij den heer J. P. du Toil, GraafTReinet (doch welligt verhuisd naar Port Natal); K. van Bttrickbij den heer J. J. Mariiz, GraafTReinet; J. Tukker, bij den heer G. G. Jacobs, Beaufort West; J. P. L. Koppeschaar (adres The Rev. G. Eraser, predikant te Beaufort West); en \V. H. van der Laaken, bij den beer G. W. B. Wehmeijer, Wolfkraal, Lange Kloof, district George. Van de welwillendheid der geachte redactie van het Volksblad meen ik te mogen vertrouwen, dat zij wel genegen zal zijn, om de bij haar over genoemde jongelieden inkomende hcrigten aan mij over te maken. Maar die berigten zullen ook gaarne door mij ontvangen worden, regtstreeks ver zonden aan mijn adres. Dr. C. LEEMANS, Directeur van hel Rijks Museum Letden, 31 December 1866. van Oudheden te Leiden. öurgcrltffac (Stanö. ONDERTROUW D: A. Tegéiaar, jm. 28 j en J. van den Ouweelen jd. 25j. C. Trouwee, wedr. 39 j en J. Singeling wed® 57 j. J. van Donkelaar, jm. 24 j. en J. Schrijver, jd. 23 j. C. J. van der Kaaywedr. 34 j en G. L. de Vries, wed». 48 j. J. A. Okliuyscn .jm. 25 j. en M. J. Sloots, jd. 23 j. H. Velthui- settjm. 27 j. en M. L. A A. Hoek jd. 24 j. C. van der Jagtjm. 25 j. en A. van der Meer, jd.24 j. 11. A. Beukers, jm. 32 j. en W. A. H. F. van Gcnabcth, wedc,40j. G. E. Jansen, jm 48j. en J. du Pree jd. 48j. Gehouden Vcrkooping van onroerende goederen» in het lleeren-Logement aan den Burg, Zaturdag 6 April. Notaris J. P. W. Schermer. Een Huis, met Tuin, op den Ouden Rijn, wijk VII, n°. 1092, Kad. Sect. I, n°. 101. Kooper H. Zaalberg, 3750. Een Huis en Erf, waarin eene Slijterij, aan de Garenmarkt, wijk 11, n®. 248, Kad. Sect. E, n°. 856. Kooper II. Bonte, ƒ1110. Drie Huizen in de Volkenpoort, wijk VII, n°s. 433, 432a en 432, Kad. Sect. 1, nos. 1424, 1425 en 1426, en een in de Kalverstraat, wijk II, n°, 413, Kad. Sect. E, n°. 453. Kooper II. A. de Ru. f 867. x li a dfm e-n i ia' vs <4 PROAtOTJEN AAN DE LKVDSCHE HOOGESCHOOL. Den 9den April de heer V. T. J. M. Tilman, van 's Hertogenboschin de reglen, met stellingen. ADVEKTENT1EN. VIJFENTWINTIG-JARIGE ECHTVEKEENIGUVG van A. SLOOTS en C. W E R T E R. Soeterwoude bij LeidenHunne dankbare Kinderen. 9 April 1867. Heden overleed mjjn geliefde Echtgenoot CASPARUS CORNEL1S LUBERTIin den ouderdom van 41 jaar. Leyden, 6 April 1867. Wed. C. C. LUBERTI, Visser. Op uitdrukkelijk verlangen van den overledene zullen door de Weduwe geene uiterlijke teekenen van rouw worden gedragen. I)e Heer en Mevrouw SCHOLTEN betuigen hun hartelijken dank voor de belangstelling, bij gelegenheid van hun vijfentwintigjarig huwelijk onder vonden. van de Hlnziek der dd. Schutterij, op Woensdag 10 April 1867, des avonds ten half acht ure, in de Stads- Gehoorzaal. Behalve de genoodigden kan ieder door introductie van een Officier der Schutterij toegang verkrijgen. De Tooncclislen van den Rotterdamschen Stads Schouwburgonder directie van J.. ED. DE VRIES, zullen de eer hebben te verlootten: op HON BERD AG 11 April 1867 Drama in 7 Tafereelen. Nooit alhier vertoond.) Aanvang ten zeven uur. PRIJZEN DER PLAATSEN: Loges ƒ160, Baignoires 1.20Parterre ƒ1.00, Gallerjj ƒ0.50. Achter-Gallerjj ƒ0.30. De plaatsen kunnen besproken worden voor Aandeelhouders op Woensdag 10 April en voor Nicl-aandeelltouders op den Speeldag van 10 tot 1 uur. DIJKGRAAF en HOOGHEEMRADEN van RIJNLAND berigten, dat, blijkens aangeplakte publicatie, de rekening over 1866, ter Secretarie van Rijnland, te LeidenIer inzage zal liggen en verkrijgbaar zijn van den O*1™ tot den 23slc° dezer. In kennisse van mij, Leiden, 6 April 1867. De Secretaris van Rijnland, W. G. DE BRUYN KOPS. Weldadige Land genoot en Door het kort na elkander overlijden hunner ouders zij.n zes kinderen het oudste 12, het jongste lj jaar lellende, weezen geworden, en zullen daardoor, zonder krachtige hulp, lot armoede vervallen, dat met liet oog op hunne zedelijke ontwikkeling, en bij gemis van een weeshuis, nog meer te betreuren zoude zijn. Met inspanning van alle krachten en wanneer over eenige gelden kan worden beschikt, is dat echter te voorkomen, en zal het bedrijf des vaders ten voordcele der kinderen worden voortgezet. De ondergeteekendenmet hei treurig lot der weezen begaan roepen met vertrouwen uwe hulp in en vragen van uwe bekende liefdadigheid eenige milde bijdragen. Toont op nieuw, dat dn nimmer te vergeefs is, en dat gij van uwen overvloed iets wilt afzonderen tot behoud van zes uwer na- tuurgenooten. De Vader der weezen doe onze roepstem weerklank vinden in uwe har ten en met Zijnen zegen worden door ruime giften deze weezen voor stofTeliJken en zedelijken ondergang behoed. J. J. VAN SITTERT, Predikant. Zegwaart, 8 April 1867. J. LAMMERS, Burgemeester. D. L. J. BOS, Secretaris. II. J. AUGUSTIJN, Burgemeester van Zoetermeer. J. A. VAN DEN BROEK, Notaris. Onderstaande heeren hebben zich welwillend bereid verklaard dit beroep te ondersteunen en uwe liefdegaven mede in ontvang te nemen: A. J. MOLENAAR, Predikant, te Leyden. Mr. C. WHU BR ECHT, Wethouder, te Leyden. J. MOLL JPredikant, te 's Hage. Mr. P. L. F. BLUSSÉAdvocaat, te 's Hage. II. J. R. G. THEESING, Predikant, tc Rotterdam. C. HOEKAVATER, Lid van de 2e Kamer, te Delft. C. L. J. BRYCE, Predikant, tc Alphen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1867 | | pagina 3