inwoners zouden worden vereenigd mei die eencr goede verdediging; dat aan de bezwaren voor de ingezeienen le Nijmegen, als bewoners eener ves ting, zoo veel mogelijk zou worden le genioet gekomen, en dat met de voorgeslagen werken de Uirechlsche stelling aan de behoeften eener goede militaire positie zoude kunnen voldoen. Het wets-ontwerp werd daarop met 55 legen 2 stemmen aangenomen. Tegen: de bh. Guljé en Dumbar. Hierna vingen de beraadslagingen aan over hoofdstuk Vllfi der staatsbegrooting (dep. van financiën). De bh. Blom, Guljé, Viruly Verbrugge, van Beyma thoe Kingma, van der Linden, de BicbersteinRochussen en Fokker na men daaraan deel. Door de tegenstanders dezer begrooting werd in een aantal bijzonderheden getreden betreffende hel beheer tan den tegenwoordi ge!) minister, en daartegen bedenkingen in hel midden gebragt. Op de ge breken van eenige der bestaande wetten werd door dezelfde sprekers gewe zenmet name van die op de patenten, de algemeeue wet van 26 Aug. 1822, de wetgeving op de grootboeken der nat. schuld, die op het personeel hel zegel, de accijusen, vooral die op de zeep enz., en de wenschelijkheid der herziening betoogd. Door anderen werd nog gewezen op de behoefte aan de herziening der wet op de registratie, van die op de patenten in verband rnet eene inkomstenbelasting, alsmede van die op hel zegel voor zoo ver de dagbladen betreft, voorts op eene afschaffing der staatsloterij enz. De bedenkingen tegen bet beleid van den minister geuit bleten niet onbe antwoord; dat beheer werd van eene andere zijde verdedigd, en aangetoond dal het alle vertrouwen verdiende, zijnde men van oordeel dat de door dien minister reeds vroeger opgegeven middelen zeer goed konden strekken om de voor 1867 veretschte uitgaven te bestrijden; terwijl men voor de toe komst naar andere middelen zou kunnen omzien. Aan dien kant meende mendat hel niet noodig zou wezen tot het nemen van buitengewone maat regelen over te gaan; terw(jl men niet ontkende dat sommige belastingwet ten in de daad wijziging behoefden, en hare verandering naar de omstan digheden dan ook kon voorbereid worden. De voortzetting der beraadslagingen zal later plaats hebben, zullende de leden der kamer heden in de afdeclingen eenige wets-ontwerpenwaaronder dat betreffende de veeziekte, onderzoeken. De Nieuwsbode meldt dat, volgens sommige beriglenhet rapport van de vreemde ingenieurs over de Schelde quaestie gunstig voor Nederland luidt. Heden heeft aan hel dep. van financiën de eerste bijeenkomst plaats gehad van de Staatscommissie, belast met de herziening der wetgeving op eigendomsoverdragl van onroerende goederen, het hypotheekstelsel en het notariaat. De arrond-regtbank alhier heeft de hit. R. en S., apothekers te de zer stede, schuldig verklaard aan het voorhanden hebben van geneesmidde len, die niet in de Pharmacopoea Neerlandica vermeld staan, en waarvan het opschrift niet behelst het voorschrift, waarnaar zij bereid zijn, cn ben te dier zake ieder veroordeeld tot eene geldboete van ƒ10. Bij gelegenheid van de onthulling van een gedenksteen voor mr. W. Bilderdijk in den voorgevel van een huis op de Prinsengracht (in het vorig nommer vermeld), hebben in eene bijeenkomst van letterkundigen, die aan de onthulling voorafging, het woord gevoerd de lih. Wap, J. van Lennep, M. de Vries, Brouwers, Hofdijk, Alberdingk Tliym en Koenen. Zij brag- ten allen, uil verschillende oogpunten, hulde aan de grootc verdiensten van Bilderdijk. Door kapitein Bilderdijk, daar mede tegenwoordig, werd met een gepast wordt dank gezegd voor deze vereering van de nagedachte- zis zijns vaders. BUITKNLANDSCHK BKRHfTKiM. ENGELAS LONDEN. 26 Maart. Bij de voortzetting der beraadslagingen in het lagerhuis over de reform- billheeft de heer Disraëli verklaard dat hij zich niet verzetten wilde legen de uitbreiding van het slemregt tot de hoofden van huisgezinnendie slechts gedeelten van huizen bewonen, en dat hij hel voorstel, om aan zekere klassen het regt tot het uitbrengen van iwee stemmen toe te kennen, wilde laten varen. Daarop werd tol de tweede lezing der bill besloten, en de behandeling in comité op 8 April bepaald. Uit Liverpool meldt men hel vergaan van vier schepen in den storm uit het oosten gedurende Donderdag en Vrijdag II. Twee daarvan verdwe nen in de diepte zonder eenig spoor na te laten. De twee andere waren vermoedelijk een groote stoomboot en een bark. Van de batk moet de be manning gered zijn. Uit Falmouth meldt men, dat op de boogie van Lizard een Nederlandsch schip, roet koffij en suiker geladen en van Batavia naar Rotterdam bestemd is verongelukt. De passagiers, drie dames en drie heerenen de beman ning, met uitzondering van een man, zijn daarbij omgekomen. Beriglen uil New York melden, dat de commissie voor de regtszaken in den senaat een voorstel heeft gedaan om de vervolging tegen den gewezen Zuidelijken president Jefferson Davis thans voort te zetten of hem vrij te laten onder borgstelling en onder de verpligting om zich schriftelijk te ver binden tol verschijning op de eerste dagvaarding. t* IIII 1 8 E N. BERLIJN, 26 Maart. De rijksdag is thans met de behandeling der ontwerp-constitutie ge vorderd tot art. 20. Een amendement, om een verantwoordelijk bondsminis- tcrie in het leven te roepen is verworpen. De Köln Zeit. blijft beweren dat de koning-groothertog Luxemburg aan Frankrijk wensclit te verkoopen en dat de onderhandelingen vrij ver zijn gevorderd. Per Telegraaf. FLORENCE, 27 Maart. De heer Mari, candidaat der regering, is tot voor zitter der kamer gekozen met 195 stemmen. De heer Crispi verkreeg 145 stemmen. PARIJS, 28 Maart. De Monileur bcrigt het volgende: De keizer heeft besloten, dal officieren van de marine, ingenieurs en waterbouwkundigen naar verschillende punten van den aardbol gezonden zullen worden, om zeker aantal fondamentele meridianen te bepalen, die dienen zullen ter ver zekering van de geografische positie der tusschengelegen plaatsen." W G K 2K O Nf 19 E RL lüiOODPn SJZÜLV Onder dit motto stond in liet Leidsch Dagblad van Donderdag 21 Maart 11. een ingezonden stuk te lezen, dat den inzender geen eer aandoet, om redendat hij onwaarheden verkondigt en de bakkers bij het publiek zoekt verdacht le maken, als zij hel voor lang niet reeds zijn. Wil men toch het publiek over eene zaak inlichten, dan is het voor alle dingen billijk en noodig om door waarheid te spreken alle verdachtmaking te voorkomen. Schrijver dezes is een bakker cn wil, om partijdigheid te voorkomen, over de qualileit van bet brood der fabriek niet oordeelen, maar Iaat dit aan bet publiek over, aangezien ieder die gezond is zjjn goeden smaak heeft, en wat hel tweede betreft, de prijzen lil al is de bloem ook heden niet minder te verkrijgen dan voor ƒ23 a ƒ24 per 100 kilo, en 22 cent het kilo brood geen verhouding is voor bakkers die bijna in de hoogste klasse der belasting op de patenten zijn aangeslagen, toch vindt schrijver dezes voor eene fabriek van philanlhropischeii aard de broodprijzen te hoog en mochten die, zijns inziens, niet meer zijn dan 19 cis per kilo. Dit zij gezegd tot beantwoording van het doel der fabriek. YVij zullen nu zien wal het publiek er bij gewonnen heeft. Toen de fabriek begon te werken, was het brood bij de meeste bakkers voor 23 ets per kilo te verkrijgen, die toen, zooals bekend is, met de fabriek op 22 ets gekomen zijn. En wat zou liet kosten als de fabriek er niet was? Vermoedelijk bij de meeste bakkers niet meer dan 24 ets, hoogstens 25 ets per kilo, dus geen 30 ets, zooals in dat zelfde dagblad van Maandag 11. te lezen stond, ook al iets van N.N., die met den anderen inzender, bij geenegenoegzame kennis van de zaken waarvan zij spreken, de circa 4 belasting vergeten, die lot Mei 1866 op de 100 kilo bloem bestond, ongeveer 3 cis per kilo brood. En wat 1863 betreft, toen werd hel brood niet het laagste voor 26 cis per kilo, maar hoogstens bij solicde bakkers voor 23 a 24 ets per kilo; terwijl in 1865 een geruimen lijd het brood is verkocht, niet voor 26 of 27 ets, maar wel voor 20 ets het kilo. Toen was de bloem 9 gulden de 100 kilo minder in prijs dan thans, met eene belasting van circa ƒ4, dus kostie de bloem toen 15 gulden de 100 kilo; met 4 gulden belasting was de prijs dus 19 gulden. Sinds Mei 1866, zonder belasting, is de prijs van de bloetft 23 a 24 gulden de 100 kilo. Schrijver dezes zegt dus nogmaals, al was er geen fabriek, dan zou door de groote concurrentie van onzen tijd het brood niets meer kosten dan 24, hoogstens 25 cis het kilo. Uit deze vermelde cijfers zijn nu ook velerlei couclusiën te trekken, en wie er nu goed over denkt, noemt dit verdacht maken van een gedeelte van den bur gerstand, dat sinds eeuwen een waardig en belangrijk gedeelte van de kleine nijverheid uitmaakte; men kan er ook uit zien, hoe men door allerlei goed en kwaad gerucht eene zaak wil voorthelpen, waarvan liet beginsel, wordt het op alle takken van kleine nijverheid toegepast, de dood is voor den acht baren burgerstand. N. N. H UJND K PE ST. Aan de Redactie van de Nieuwe Utrechtsche Courant. (Vervolg en slot.) Mijn geschrijf schijnt ditmaal tegen mijne gewoonte over personen te moeten gaan, en gij zult mij verdenken van in tiet algemeen mjj aan le kanten tegen idéen als die des heeren T. Het tegendeel is waar. Ik was en ben een der zijnen, ik was zelfs geneigd met vooruitlooping van de uitspraak der geschiedenis aan hem denkende te S|ireken van een groot man. In de zaak der runderpest zijn mij de schellen van de oogen gevallen. De man die met vaste hand liet roer van den staat aangreep cn met koe nen blik koers hield door de bruisende baren, schrikt van een veeartsen- rapport. De groote Thorbecke wordt klein, armzalig, kleingeestig, be krompen. De veeartsen zien in de lockomst den aanslag dien de ziekte maakt op den nationaleu rijkdom. De minister ziet in het tegenwoordige den aanslag dien het rapport maakt op de schatkist. Wie van beide heeft goed gezien?! De ervaring heeft op ontzagwekkende, op hartverscheu rende wijs uitspraak gedaan. Mag om ééne fout het vele goede voorbij gezien worden? Ik zeg met het Handelsblad »neen", maar evenmin mag om het vele goede de fout ver zwegen worden. Is het goede leerzaam, ook de fouten zijn hel, en vooral deze fout moet besproken worden, om den geheimzinnigen sluier die er over verspreid ligt en die zoo mogelijk opgeheven moet worden. Dat men deze fout gebruikt om den man bij politieke vrienden en onvrienden verdacht te maken, keurt gij zeer teregt af. Waarlijk onder de volgende ministerie» is het niet veel beter gegaan. De minister Geertsema had een groot woord over de zaak, en heeft lig iets meer gedaan? Ja, maar helaas ten kwade. Hij gaf gehoor aan het dwaze verzoek van vele boeren, zette de lijn open cn overstroomde de be smette streek met gezonde dieren. De minister scheen te meenen dat olie iu 'l vuur den brand kan blusschen. Den onnoozelen boeren die liet dwaze verzoek hadden gedaanwerd een slechte dienst bewezen en de bestrijders der runderpest hadden veld verloren. En wat heeft dit ministerie gedaan? Zeker meer dan de beide vorige. Het heeft meer dan die gedaan, omdat het meer dan die, eene openbare meening over de zaak heeft uitgelokt en omdat het eene wet heeft in liet leven geroepen waarmede de runderpest kan uitgeroeid worden. Maar zij is er niet mede uitgeroeid. Neen, omdat de wet naauwelijks in leven weer tot slapen is veroor deeld; maar als de minister spreken zal en zeggen dat liet werkensdag ge worden is voor de wet dan zal zrj de ziekte uitroeijen. Het is immers met den vinger aan te wijzen waarom niet, even als in België, in Frankrijk, in Engeland en in vorige lijden op zoo veel andere plaatsen, ook bij ons, de ziekte geweken is, die altijd en overal wijkt als liet systeem van versperring en van afmaking der zieke en vcrdaclite die rennaanwkeurig, spoedig, gestreng, algemeen, consequent wordt toege past, en zonder acht le slaan op den onwil der veehouders, die elders evenzeer moet worden overwonnen als hier. Mijn hoofddoel was den heer Mulder de eer te geven die hem toekomt, en der redactie te verzoeken om óf indien ik mogt dwalen dien heer voor het publiek te ontmaskeren, óf amende honorable te doen en hem de kroon in hel openbaar terug te geven die zfi hem in het openhaar getracht heeft I te ontrooven. Maar ik heb van veel cn velerlei gesproken. Evenwel der redactie zal het niet onbekend zijn, hoe'bij de behandeling van een onder werp, dal zijdelings met een in verband staat, waarvan men de kennis zoo gaarne tot in merg en been der zameuleving zou zien doorgedrongen, omdat de onbekendheid de zameuleving in merg en been aantasten kan, hel dikwijls hoogst moeijelijk is om binnen de eens gestelde perken te blij ven, en hel is dus met eenige vrijmoedigheid dat ik vergunning vraag om nog een enkel oogenblik stil te staan bij de vraag: sal de ziekte uitgeroeid I worden De redactie heeft wel eenige beteekenis willen hechten aan woorden door een mijner zonen gesproken en die overgenomen. Ik heb het met genoe- i gen gezien, want hel zijn woorden waaraan ik ook gaarne mijn zegel hecht. Maar hoe! dezelfde redactie wil, omdat eenige gevallen niet aange geven worden, omdat er dus verzet is, omdat het jammer zou zijn een op- roerigen boer neêr le schieten, alles maar prijs geven, moedeloos uilroepen daar is niets meer aan le doen", om later te herstellen, later, als er niets meer te herstellen zal zijn Moet dan ten aanzien van de handhaving der wel en van de orde, ook maar «Gods water over Gods akker loopen?" Is dal waarlijk de meening van de redactie der Nieuwe Utrechtsche Cou-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1867 | | pagina 2