LMD8CUE COURANT. 1807. N". 34.V«t WOENSDAG SO MAART. STADS-BËR1GTEIV. De Courant wordt MaandagIVoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag avond. De prijs der Courant is ƒ3.per vierendeel jaars. afzonderlijke nommers zijn tegen 10 Cents verkrijgbaar. Bij deze Courant behoort een BIJVOEGSEL. Bij deze Courant wordt verzonden N". 6 (blad 9 en 10) der Handelin gen van den Gemeenteraad. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van LEYDEN, Gezien hel Koninklijk besluit van den 24"e0 Februarrj 1867, Staatsbl. n». 10; Brengen bjj deze ter kennis van de veehouders en verdere belanghebben den, dat het Koninklijk besluit van 15 November 1865, houdende verbod van het houden van markten en verkoopingen van rundvee, ook toepasse lijk is verklaard op wolvee, zoodat de markt voor schapen en lammeren mede gesloten is. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. Leyden, 16 Maart 1867. v. PUTTKAMMERSecretaris. De BURGEMEESTER, Hoofd van het Gemeentebestuur van Leyden doet te welen, dat aan den Ontvanger der directe belastingen alhier zijn ter hand gesteld twee, op den 4deli dezer maand, invorderbaar verklaarde ko hieren voor de belasting op het Personeel, dienstjaar 1866 en 1867, vol- jaarsch- en halfjaarsch-aanslageuen dat ieder terpligt is zijuen aanslag, op den bij de wet bepaalden voelte voldoen. En zal deze door plaatsing in de Leydsche Courant worden afgekondigd. De Burgemeester voornoemd, Leyden, 18 Maart 1867. v. d. BRANDELER. De BURGEMEESTER van LEYDEN brengt bij deze in herinnering de bepaling van art. 3, van het Kon besluit van 6 Maart 1867, Staatsblad n°. 11), in verband met de beschikking van den Minister van Binnenlandsche Zaken, van den 9^° Maart daaraanvolgende, dat te rekenen van den 20ste° dezer, gedurende zes weken, h< l vervoer van versch vleesch en vet alléén mag geschieden door slagters (ook varkenslagters) en hunne knechts voorzien van het aan hen af te geven bewijs, en niet dan in opene manden. De Burgemeester Leyden, 19 Maart 1867. v. d. BRANDELER. BINNENLANDSCHE BEIUGTEN. LEYDEN, 19 Maart. Zaturdag aanst des namiddags ten 1 ure, zal de heer dr. P. van Geer, benoemd tot buitengewoon hoogleeraar in de faculteit der wis- en natuur kunde aan de hoogeschool alhier, zijne betrekking aanvaarden, met het houden eener redevoering in de groote gehoorzaal der akademie. De Leydsche aldeeling van de Nederlandsche maatschappij ter bevorde ring van nijverheid hield Zaturdag avond in de gehoorzaal cene openbare vergadering, waarin de voorzitter, prof. van der Boon Mesch, op uitge drukt verlangen, gesproken heeft over lucht-zuivering en hel weren van be smetting. Na vele nog heerschende verkeerde denkbeelden over dit onder werp te hebben bestreden, werden de verschillende omstandigheden ver meld, waardoor de lucht voor menschen en dieren minder geschikt en zelfs schadelijk worden kan, en welke vreemde inmcngselen tot nu toe daarin zijn opgespoord. Vervolgens werden de verschillende werktuigelijke en schei kundige middelen aangewezen, waardoor de lucht kan gezuiverd worden, en welke middelen, ofschoon nu en dan aangeprezen, daarvoor ongeschikt waren. De scheikundige middelen waren alkaliën, zuren, haloïden of zou ten. Zij werden eik afzonderlijk in hunne werking, gebruik en waarde besproken, en deze laatste werd bepaald naar de lessen der wetenschap, der ervaring en der geschiedenis buiten en in ons vaderland. De spr. ver meldde ten slotte, als een voorbeeld, wat men doen kan, de groote ver diensten van onzen voormaligen hoogleeraar en inspecteur-generaal van de geneeskundige dienst Brtigmans, en wat deze verordende na den slag van Waterloo, en wat hij wist tol stand te brengen en af te keuren, tot ver bazing en bewondering van zijne buitenlaudsche ambtgenootcn. Dit schit terend voorbeeld toonde overtuigend aan, wat met kennis, ervaring en vasten wil kan worden tot stand gebragt. Het gesprokene werd doorproe ven en werktuigen opgehelderd. Deze vergadering werd door burgemeester en wethouders en zeer vele leden en andere toehoorders bijgewoond. Men verneemtdat aanstaanden Donderdag, den 21stc° dezer, des voor middags ten 10 ure, een examen zal gehouden worden van de kinderen op de bewaarschool »Garenmarkl", waarbjj zeker vele belangstellenden zullen tegenwoordig zijn. - Naar wij vernemen zou bij het bestuur van den Hollandschen spoor weg plan bestaan, met de opening van den Noordhollandschen spoorweg, op 1 Mei c. k.in verband met dezeneen sneltrein Ie doen loopen des morgens ten 6 ure en wel van hel Nieuwediep naar Haarlem, Amster dam—-Rotterdamalsmede op hetzelfde uur een van Rotterdam langs tus- schenliggende plaatsen naar het Nieuwediep. Ook moet daarbij niet buiten overweging ztjn gebleven om een dergeltjken sneltrein heen en weer des avonds ten 9 ure, langs dezelfde plaatsen, te doen gaan. Met het leggen van een tweede smalspoor langs den Hollandschen spoorweg wordt ijverig voort gegaan, ten einde ook hiermede ter vergemakkelijking van de dienst op den lsten Mei gereed te zijn. In het arrondissement Leyden zijn gedurende de week van 3 tot 9 Maart door den vee-typhus aangetast 206 runderen en gestorven 70; in de week van 24 Febr. tot 2 Maart bedroeg het aantal der aangetaste runderen 39 en in de week van 17 tot 23 Febr. 94. Ten noorden van den Rijn is de toestand nog niet veranderd. Te Koudekerk, Woubrugge, Leyderdorp en Oudshoorn kwam nog menig geval voor, zelfs meer dan in de voorafgegane weken. De sterfte bleef echter, in verhouding tot het cijfer der aangetas- j ten, gering. Omtrent de gemeenten, ten zuiden van den R(jn gelegen, kan hetzelfde gezegd worden. De ziekte nam te Soeterwoudc en Katwijk toe, maar te Boskoop af. Gedurende de week van 3 tol 9 Maart zijn door den vee-typhus aan getast: in Zuidholland 935 runderen, in Utrecht 256, in Noordhollaud 167, in Gelderland 5, totaal 1363; in de week van 24 Febr. tot 2 Maart be droeg het aantal aangetaste runderen 1248 en in de week van 17 tot 23 Febr. 1607. Men meldt ons uit Katwijk aan Zee van eergisteren: Heden middag hield d*. C. P. van Tooren eene zeer ernstige en aandoenlijke afscheidsrede, naar aanleiding van Paulus1 brief aan de Philippensen 1: 811. Aan het einde der godsdienstoefening zong de gemeente Psalm CXXI: 4. Dal het den verlrekkenden leeraar moge welgaan en zegen zijne evangelieprediking achtervolge, is onze hartelijke wensch. Betreffende het wetsontwerp tot bekrachtiging eener nadere overeen komst betrekkelijk de slichting van een nosocomium academium te Leyden is lbansthei voorloopig verslag der tweede kamer verschenen. Bij de over weging in de afdeelingen vroegen eenige ledenof de ontbinding der over eenkomst van 1853 wegens ditzelfde onderwerp, enkel en alleen omdat de gemeente Leyden de daarbij gestelde voorwaarden te bezwarend vond, niet een zeer gevaarlijk antecedent stelde. Er werd geantwoord dat voor dit laatste geen vrees behoefde te bestaan, daar men elders, even als vroeger te Leyden, de voorkeur geeft aan hel bouwen en inrigten van een zieken huis voor eigen rekening, zij het dan ook onder krachtige ondersteuning uit 'srjjks schatkist. Maar, vroeg men verder, is het, aannemende dat het aangeduide gevaar niet bestaat, dan toch niet te betreuren, dat eene met den slaat gesloten overeenkomst zoo veel jaren achtereen onuitgevoerd is gebleven, en dat de staal eindigen moet zich andere dan de oorspronkelijk bedongen voor waarden te laten opleggen? Hiertegen werd aangevoerd dat de gemeente Leyden zich aanvankelijk geneigd heeft geloond, om de overeenkomst van 1853 uil te voeren, en hoewel dan ook zeer langzaam, een plan van het te bouwen ziekenhuis ontworpen heeft. Toen het echter tot aanbesteding kwam heigeen eerst in 1858 plaats had, en het bleek dat de kosten van stichting liet geraamd bedrag va:i ƒ158000 nog aanmerkelijk zonde overtreffenkwam die som gepaard aan hetgeen jaarljjks voor het ziekenhuis zou moeten wor den uitgegeven, aan den gemeenteraad voor, de financiële krachten der ge meente te zullen overtreffen. Van daar huivering om verder te gaan en langdurige onderhandelingendie thans eindelijk 'tot eene andere schikking hebbeu geleidwelke in zoo ver boven de vroegere de voorkeur verdient dat de staal weêr roeester van geheel de inrigting zal zijn. Geen ander middel bezat de regering om Leyden te dringen, dan hel voeren van een rcgtsgediiig. Dit echter had langen lijd kunnen duren en intusschen bleef de Leydsche hoogeschool van eene goede inrigting voor het klinisch onder wijs verstoken. In de tweede plaats werd de vraag behandeld, of liet thans wel het ge schikte oogenhlik is, om eene overeenkomst als die van 30 September 1866, waardoor de staal voor de stichting var. een ziekenhuis te Leyden een aan- merkelijken geldelijken last op zich laadt, in werking te brengen en of het tegenwoordig wels-ontwerp dus niet als ontijdig is te beschouwen. Eene aan zienlijke minderheid verklaarde zich, naar aanleiding van die vraag, voor het uitstel der in dezen te nemen beslissing. Wierd thans over den bouw van een akadetuisch ziekenhuis te Leyden beslist, men zou op de bepalingen der toegezegde wet op het hooger onderwijs vooruitloopen. Van de zijde der meerderheid werd de ontijdigheid der tegenwoordige voordrag! geenszins toegegeven. Deze leden stelden op den voorgrond, dat, welken loop de beraadslaging over de toegezegde wet op het hooger onderwijs ook nemen moge, het behoud der Leydsche hoogeschool en levens van de medische fa culteit aldaar boven allen twijfel verheven is. Waar eene medische fa culteit is gevestigd, behoort ook eene inrigting op onbekrompen schaal voor hel praktisch onderwijs te beslaan. Reeds veel te lang bleef Leyden van zoodanige inrigting verstoken, en al mogt nu de iu dezen plaats gehad heb-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1867 | | pagina 1