billijk mogelijk verdeeld en de niigaven verminderd worden. Er zouden levens beraadslagingen worden geopend over de scheiding lussclicn kerk en slaat en de opheffing der geestelijke corporaliën. PSSUISSEN. BERLIJN 19 November. In de eergisteren gehouden bondsvergadering is het voorstel der midden- stalen tot opneming van Sleeswijk in den bond en tot spoedige bijeenroe- ping der Holsteinsche stenden in behandeling gekomen. De beide groote mogendheden gaven te kennen dat zij nog steeds voornemens waren tot dit laatste over te gaan, maar het tijdstip, waarop dit zou plaats hebben zich moesten voorbehouden. De opname van Sleeswijk in den bond werd echter door haar verworpen. Pruissen en Oostenrijk stelden vervolgens voor het voorstel der midden-staten naar eene commissie te verzenden, en toen dit met de meerderheid van e'e'ne stem was aangenomen, verklaarden de midden-staten vooreerst van eene verdere behandeling dezer zaak bij den bond af te zien. Door den heer von Zedlitz zijn in Sleeswijk de Kieler Zeitungde Schlesioig-Holst. Zeitung en de Itzehöer-Nachrichten verboden. Men verneemt dal de regering van Wurtemberg thans ook besloten heeft het koningrijk Italië te erkennen. De Vossische Zeit. meldt, dat aan prinses Alexandrine door hare moeder, prinses Marianne der Nederlanden, eene huwelijksgift van 7 mil- liocn thaler is geschonken, benevens eene bezitting in Silezië. Uit Trier meldt men het volgende, betreffende het ongeval aan een be zoeker eener reizende menagerie overgekomen. Niettegenstaande alle waar schuwingen ging de bedoelde persoon voortdurend zoo digt langs de hokken der wilde dieren, dat hij telkens in gevaar verkeerde. Eindelijk naderde hij het hok van een beer zoo digt, dat deze in zijne hand kon bijlen de beer hield de hand met de tanden vast en poogde een zijner klaauwen in den arm te slaanten einde den man tot zich te trekken en hem op die wijze te verminken. De spoedige tnssehenkomst van eenige aanwezige bezoekers en oppassers, die met een ijzeren stang den muil van den beer openden, ver loste den man uit het gevaar waarin hij verkeerde. De hand was echter geheel onlvlcescht en het gebeente op vele plaatsen geheel verbrijzeld. 'l'usschen Libschitz en Kralup beeft eene rotsinstorting plaats gehad, waardoor de spoorweg gedurende 30 uren voor hel verkeer werd gestremd en men de rolsbrokken door middel van buskruid moest laten springen. Eene locomotief en vijf wagens werden zwaar beschadigd. Er zijn geen mcnschcn hij omgekomen. De lib. Wyld, Copman en comp. te Londen hebben van de Deensche regering vergunning verkregen om over Groenland eene telegraaphlinie tus- schen Engeland, Noorwegen en Noord-Amerika aan te leggen. Per Telegraaf. WEENEN, 20 November. Er loopen verschillende geruchten nopens het doel van het verblijf des maarschalks Mac Mahon in Oostenrijk. Volgens een telegram uit Lcmberg is aan de dagbladen dier stad eene circulaire van den stadhouder bekend gemaakt, waarin wordt medegedeeld, dat de keizer de vrijlating beveelt van alle door de Gallicischc autoriteiten van het jaar 18G3 lot heden wegens policie-overlredingen in hechtenis genomen personen, terwijl alle bij de reglbanken in Gallicië nog in instructie zjjndc zaken van dien aard worden vernietigd. De tevredenheid over deze daad van genade is algemeen. FRANKFORT, 20 November. Beijcren heeft officieel aan de boven van Weenen en Rome kennis gegeven van de erkenning van Italië, en deze handeling medegedeeld aan den nuntius en den vertegenwoordiger van Frans II. LONDEN, 21 November. Te Dublin heerscht weder eene groote gisting veroorzaakt doordien de forten der baai sedert Zatnrdag door sterke de tachementen bezet zijn. De wachtposten zijn verdubbeld, de soldaten zijn den geheelen nacht onder de wapenenvier generaals bevinden zich den geheelcn dag in het fort. PESTII21 November. Bij rescript van den koning wordt aan den Ze- vcnbergschen landdag als ecnig onderwerp van bchandeliug voorgelegd: de vereeniging met Hongarije. Van den landdag wordt gceischt dit vraagstuk op te lossen uict bet oog op het innig verband waarin Zevenbergen lot de Hongaarsche kroon staat. ISfGEliOAiBEAf. Aan de Redactie van de Lctjdsche Courant! Eenige weken nadat gij mijne klagt over den ellendigen toestand van den Morschweg, in uwe Courant van 14 December 1864, welwillend hadt opge nomen, volgde er een stuk van »een bewoner van den Morsch" en daarna een van »een inwoner van Leydenlid der Zwemschool,beide hetzelfde onderwerp behandelende en nog sterker op verbetering van dien weg aan dringende. In hoeverre die drieërlei klagt heeft gebaatzal spoedig blijken. Komt men aan de zoogenaamde vijfhuizen, kort bij Rhijnzigt, dan is men het spoor bijster. Diepe kuilen hier en daar achteloos in den grond ge maakt, om het water af te leiden, dreigen den voetganger met gevaar van struikelen en in den modder neer te ploffen. En dal gevaar wordt, vooral des avonds, nog vermeerderd door scherpe punten, overblijfsels van sterke boompjes, die den rijweg van hel voetpad scheidden en thans, afgeknakt, even boven den grond uitsteken. Een eind voorbij Rhijnzigt tol nagenoeg aan den spoorweg is het voetpad aanmerkelijk verbeterd en men zou, de onaangename gewaarwording van straks vergetende, geneigd zijn het be stuur dank te weten, zoo men van daar en langs den gebeelen lloogen Morsch, de meest bevolkte buurt, niet moest ontwaren dal alles onaange roerd is gelaten. Wat toch weerhoudt hel bestuur om lot eene doelmatige verbetering van den geheelen weg over te gaan Een enkele, neen bewoner van den Morsch" heeft vvclligt slechts bevrediging gevonden. Doch aan mijne sladgenooten die op ecu zonnigen herfst- of winterdag eene wandeling naar buiten wen- sehen te doen, blrjve het ongeraden den Morschweg te kiezen, daar men, erger nog dan het vorige jaar, «langs den eigenlijken Morsch vervalt in een hcuvclachiigcn weg, afgewisseld met geulen, poelen en nog diepere sporen van louter slijk en dras." Bijna zonder onderscheid kan een beladen wa gen geen ordentelijk gebruik van den geheelen weg maken. Wil, Mijnheer de Redacteur, nogmaals de plaatsing van deze regelen goedvinden, of hierdoor soms tot krachtdadig handelen aanleiding zou kun nen worden gegeven. Een Peripateticus. Aan de Redactie van de I.eydsche Courant. Toen de schrijver van het artikel van 7 November, Broodfabriekhad beweerd, dal het brood, hetwelk in de gemeente Leyden wordt bereid en ter verkoop aangeboden, noch in hoedanigheid, noch in prijs, door de op- rigting eener dusgenaamde broodfabriek kon worden verbeterdbad bij ge tracht dit te bewijzen door te constateren dat het brood, door de zooge naamde llaagscbe fabriek te Leyden aangevoerd, volstrekt niet beter of goedkooper was dan hetgeen hem door goede bakkersbinnen Leyden woonach tig, werd geleverd. Ilij had niet verwacht, dat deze waarheid, die zoo klaar en duidelijk is, zoo driest weg zou worden geloochend. Hij zal zich geenc moeite geven, om al wat daarover geschreven is te beantwoorden, eensdeels omdat de loon in deze geschriften aangeslagen vrij onbeleefd is, en ten anderen, omdat de verwarring van denkbeelden die daarin heerscht, eene geleidelijke wederlegging onmogelijk maakt. Hij wil echter het vol gende onder de aandacht van het publiek brengen 1°. Een der schrijvers heeft, na de broodprijzen te hebben opgegeven, voor zoo ver hij «goed was ingelicht" het volgende neergeschreven»dat »er bakkers zijn, die tot lageren prijs verkoopen is niet te loochenen, doch neen naauwkeurig onderzoek en vergelijking kan ons op de hoogte brengen »hoe en waardoor dit geschiedt." Wat bedoelt de schrijver daarmede? Wat is de natuurlijke zin dezer woorden? Is die wel anders en kan die wel anders zijn, dan deze: dat de kakkers, die lot lager prijs verkoopen, verdacht of vervalscht brood leveren, of zich van ongeoorloofde praktijken bedienen? Wat beteekenen anders de woorden die bij er bijvoegt: «er zijn «zaken die men zonder spreken niet kan vertellen"? Is dit niet eene hate lijke blaam werpen op eene neringdoende klasse van menschen? Is dit niet hunnen goeden naam aantasten in hunne gewigtigste belangen? Is die wijze van verdachtmaking te reglvaardigendoor er alleen bij te voegen «dat er «zaken zijtt die men zonder spreken niet kan vertellen". Elk die lust heeft, belang in de zaak stelt, en wil weten of het brood te Leyden wordt ver valscht, neme de volgende proef: Hij koope van een depothouder der zich noemende llaagscbe broodfabriek een brood van vijf oneen, bijv.een Fransch- brood, waarvoor men zal moeten betalen 12j cent; voorts onibiedc men van ecnen goeden bakker een dergelijk Franschbroodmen beproeve dit, men ontbinde dit, ja ondcrwerpe hel, desverkiezendeaan een scheikundig onderzoek; men vergelijke voorts de blankle, gedaante en al wat meer wordt vereischt voor brood dat aan oog en smaak voldoet; men vergelijke dit brood met het Franschbrood van den Ilaagschen dépot houderen het bewijs j. zal geleverd zijn dat er in het artikel van 7 November naar waarheid is gezegd «dat bet brood van goede bakkers binnen Leyden gevestigd, hel zoogenoemde fabrieksbrood evenaart, ja dikwijls in de schaduw stelt"; bo vendien zal men geen 12| cent noodig hebben, om zich een goed en deugd zaam Leydsch Franschbrood aan te schaffen. 2". Men zegt «dat de bevolking in de broodfabriek vertrouwen stelt»om- «dat zij overtuigd is, dat zij goed en onvervalscht brood lol billijken prijs «ontvangt" en iets lager «dal het brood der fabriek wordt verkozen boven «dat der bakkers die (om hel woord des schrijvers te gebruiken) bun brood «goedkoop produceren" en verder, «dat die bakkers volstrekt geen groot «debiet hebben". Die welen wil wat waarheid dit bevatvragc op liet gemaal-kantoor eene opgave van hel debiet der «goedkoop producerende «bakkers" en tevens van den invoer van het dusgenaamde fabrieksbrood, en men zal verbaasd staan, hoe inen zulke onwaarbeden durft neerschrijven. Men spreekt van vertrouwen! als men bel vertrouwen dat de dusgenaamde broodfabriek geniet mag meten naar hel «niet groot debiel" in deze gemeente, en daartegenover stelt het oneindig grooter debiet der «goedkoop producc- «rende bakkers", dan zal bet blijken aan wien Leydcn's bevolking bet meeste vertrouwen scheukt. En inderdaad, waarom zou de bevolking hel brood prefereren dat in eene bakkerij wordt gebakkendie zich den titel van fabriek geeft, boven datgeen wat door een goeden bakker wordt bereid, die zijne werkplaats eenvoudig «bakkerij" noemt Kan de dusgenaamde fabriek wel andere grondstoffen gebruiken, of eene andere wijze van bereiding of bakking bezigen als een eenvoudig doch goed bakker? Dit kan men wel met groote woorden aan eene onwetende menigte voorbonden, maar bij die kennis van het vak heeft, weel boe bespottelijk zulke beweringen zijn. Dit weinige zal genoeg zijn, om dal gedeelte van het publiek dal in de zaak belang stelt, de noodige aanduidingen te geven, om zich te overtuigen dat bovenstaande regelen waarheid bevatten. Thans kan elk belanghebbende de qnaeslie onderzoeken en wordt dus alle discussie overbodig, waarom il schrijver dezes voor goed zijne pen neder leg ten haar voor dit onderwerp niet meer zal opnemen, i Leyden, 20 November 1865. H. Burgerlijke Stauö. ONDERTROUWD: L. A. Dirkse., jm.'27j. en M. van den Berg, jd. 26 j. II. Groen wedr. 28j. en R. Bakker, jd. 29 j. Gehouden Verknoping van onroerende goederen in het Heeren-Logcment aan den Burg Zatnrdag 18 November. Notaris J. A. Pryn. Hel Logement, genaamd dc Zon, gelegen aan de zuidzijde van de Rreede- slraat, Wijk IV. N°. 279, Kad. Sect. G. N". 317. Kooper de heer W. G. de Sain, f 10,001. Notaris A. van Leeuwen. Een Huis en Erf, aan de oostzijde van de MiddelstegrachtWijk VII. N". 554, niet afgeslagen. Een dito, aan de oostzijde van de Langeslraat, Wijk VIII. N°. 733, Kad. Sect. C. N°. 637. Kooper L. Siegcnanr. 440 Een dito, aan den Ouden Singel. om den boek van de lange Schcistraat, Wijk V. N°. 319, Kad. Sect. B. N°. 1123 Koopster B. van Velzen, wed. C. Omvlee. ƒ1980. Een dito, aan de noordzijde van de Groenhazeiigrachlom den boek der gedamde Veslgracht, Wijk 1. N° 171, Kad. Sect. F. N". 247. Koopster B. van Velzen wed. C Omvlee. 496 Een dito, ingerigt tot Pakhuis, aan de zuidzijde van de Korte Lange- graclit. aan dei: hoek der PrinsenslcrgWijk N». 664, Kad Sect. li. N°. 1102 Kooper G. Tihboel. ƒ640. Een duo, aan de zuidzijde van de Dolhrissteeg Wijk VI. N°. 1364". Kad. Sect. il. N". 2103. Kooper VV. Vrrmey ƒ216.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1865 | | pagina 3