Meetkunst: j. c. van parijs, j. van der horn, c, de vink, a. wage- MANS, D. DEKKER, J. DE VINK, W. J. ABSPOELJ. FILIPPO, W. A. VAN L1THF. W. VAN EINDHOVEN J. VERKOREN. Beschrijvende meetkunst: f. a. o. douwes dekker, j. de vink, j. fi- lippo, f. w. van eindhoven, j. verkoren. Natuur- en werktuigkunde: f. w. van eindhoven, w. a. van lith, M. COUVEE, J. VERKOREN, J. FILIPPO, F. A. O. DOUWES DEKKER, H. H. VAN ROMBURG W. J. ABSPOEL J. DE KONING G. DUïSTER. De prijsvragen in dit jaar uitgeschreven, waren de volgende. Voor de groole zilveren medaille was gevraagd: Het ontwerp van vier eenvoudige burgerwoningen in één blok gebouwd op een vrij terrein, groot 500 vierk. ellen, in de onmid dellijke nabijheid eener stad. Vier antwoorden werden ingeleverd. De medaille werd toegekend aan w. f. van der heyden en het accessit aan a. verloop. Voor de kleine zilveren medaille werd gevraagd: Eene teekening te vervaardigen naar eene plaat voorstellende het Engelsclie hotel te Berlijn. Hiervan te leveren den voorgevel en de doorsnede twee en een half maal vergroot en drie platte gron den op een honderste van de ware groottete herleiden uil de be staande schaal. Drie antwoorden kwamen in. De medaille werd toegewezen aan m. couvee, het accessit aan j. w. f. van brussel. Voor de bronzen medaille werd opgegeven: Het vervaardigen van een trap met geboorden spil en ronden buitenboom, op der natuurlijke grootte, waarbij over te leggen de vereischte teekeningen en mallen tot de vervaardiging gebezigd; de lengte van den uitgeboorden spil moet uit drie lengten bestaan. Twee antwoorden werden ingeleverd, beide der bekrooning waardig. Er werd dus aan beide inzenders, h. van gelder en p. lozier, eene bronzen medaille toegekend. Eene bronzen medaille werd uitgeloofd voor een werkstuk zijnde: Het vervaardigen van eene uit metselsleenen gemaakten strek of boog met profiel, volgens teekening. Twee proeven werden ingeleverdbeide werden eene medaille waardig bevonden. De bekroonden zijn j. filippo en p. van der waals. Eene nader te bepalen belooning werd uitgeloofd voor: Het vervaardigen van een heel wenteltrap met aihtzijdige bui tenomtrek op van de natuurlijke grootte, waarbij over te leggen de teekening en uitslagen, welke tot vervaardiging noodig zijn. Twee werkstukken werden ingezonden. De prijs werd toegewezen aan jacs. verkoren het accessit aan f. dee. In het handteekenen waren twee prijsvragen uitgeschreven. Voor de kleine zilveren medaille werd gevraagd eene teekening van de pleister kop voorstellende Alexander; voor de bronzen medaille de afleekening van een ornamentstuk in pleister. Op beide vragen waren zeven ant woorden ingekomen, doch geen van al deze teekeningen voldeed naar ons oordeel genoeg om eene bekrooning te rechtvaardigen. Het deed ons leed voor de mededingers, dat wij hen dus moesten teleurstellen, maar, hoewel wij van hen geene meesterstukken verwachtten, er is toch een zekere graad van volkomenheid die bereikt moet zijn, zal de uitreiking van het eermetaal plaats grijpen. Bij eene beoordeeling van prijsant woorden mag men geene omstandigheden in aanmerking nemen. Had men dit gedaan, dan zou het oordeel misschien anders zijn uitgevallen, j Want inderdaad is het licht te verklaren dat de ingeleverde teekeningen niet zoo goed waren als de beste leerlingen der leekenschool die hadden kunnen leveren. De localen zijn gedurende li maand gesloten geweest wegens de pokkenbesmettingen daarmede ging een tijd verloren, die later niet weer te vergoeden was. De opgaven waren niet gemakkelijk, vooral de afbeelding van het ornamentstuk vereischte een geoefend oog en eene vaardige hand. En eindelijk dezelfde leerlingen hebben naar beide medailles gedongen; zij hebben daardoor lijd en kracht verdeeld, en door te veel te willen, te weinig erlangd. Dat men van de leer lingen van den heer de vink iets goeds mag verwachten, bleek bij de jj tentoonstelling van dit voorjaar, toen men meer dan ééne teekening I opmerkte, die, ware zij als priisteekening ingezonden, stellig eene be- krooning zou zijn waardig gekeurd. Bestuurders willen niet dat men uit het niet uitreiken der medailles verkeerde gevolgtrekkingen make. Het neemt niets weg van hunne ingenomenheid met het onderwijs, noch van hunne tevredenheid over den ijver en de vorderingen der leerlingen. Voor ééne zaak zullen zij zich echter voortaan wachten. Zij zullen de leerlingen niet weder in verzoeking brengen om tegelijk naar twee me dailles le dingen. Overigens is hel hunne hoop en verwachting dat de teleurstelling de mededingers niet zal ontmoedigen, maar tot nieuwe inspanning van krachten zal aanzetten. Wat U betreft, aan wie een prijs is toegekend, wij wenschen U van harte geluk met die onderscheiding; wij verblijden ons met U daarover. Zij zij U een prikkel om op den ingeslagen weg voort te gaan. Slechts bekrompen menschen zijn verwaand en ijdel op verkregen eerbetoon. Die verstand heeft, bemerkt, hoe verder hij vordert, hoe duidelijker dat er nog oneindig veel le doen overig is. Toont gij dat gij lot de laatste soort behoort en maakt dal hel Genootschap er eenmaal trotsch op mag zijn U onder zijne leerlingen geleld le hebben. Treedt thans nader om uit de hand van den secretaris de u toegedachte beloonin gen te ontvangen. Er rest mij den welgemeenden dank der Bestuurders te brengen aan U, hh. onderwijzers, voor de trouwe zorg, waarmede gij den U op gedragen last in dit jaar weder behartigd hebt. Wij bevelen onze scholen op nieuw bij U aan. Moge U gezondheid en kracht gegeven worden om nog lang tot den bloei van het Gen. mede le arbeiden. Met innig leedwezen, geachte v. d. waals, zien wij U onze scholen voor uitgebreider werkkring verlaten. Wij waren ten hoogste ingeno men met uw onderwijs en uwe leiding van de B.-A., en voelen ons aan U verplicht voor de zorg en liefde, die gij aan uwe leerlingen hebt gewijd. Moogl gij in uwe nieuwe betrekking gelukkig zijn. Onze beste wenschen zullen U daarheen vergezellen. En van U, M. 11. sirks en hartogh heys, die elk een deel van de werkzaamheden van den heer v. d. waals op u hebt genomen, hopen en vertrouwen wij, dat gij niet bij uwen voorganger zult willen ach terstaan; dat bij U, als bij hem, op den voorgrond zal treden de verstan delijke ontwikkeling uwer leerlingen, de duidelijkheid van voorstelling, het beginsel om liever goed dan veel mede te deelen. Ik heb voor het laatst nog een aangenaam bericht bewaard. De heer- schaap, lid des besluurs, heeft aangeboden dezen winter een cursus te geven over de theorie der bouwkunde. Ik behoef U niet te zeggen dat zijne medebestuurders zijn aanbod dankbaar hebben aangenomen. De groote verdiensten van ons geacht medelid tegenover het Genootschap zijn U allen bekend; gij weet dat zijn naam te vinden is onder die van de verdienstelijke mannen aan welke het eerelidmaatschap des Gen. is toegekend. Ik meen hem te mogen verzekeren dat zijn voornemen j door al de leden onzer vereeniging van harte wordt toegejuicht. En hiermede, M. H., ben ik aan 'teinde van mijn taak gekomen. Ik dank TI voor de eer uwer tegenwoordigheid en voor hel geduld waarmede gij mij wel hebt willen aanhooren. Het Gen. gaat zijn vijfde twintigtal levensjaren aanvangen; moge de bloei in dit laatste tijdperk dien der vorige overtreffenen moge reeds de eerstvolgende verslaggever U kunnen mededeelen dat deze wensch zich begint te verwezenlijkenDixi. In de daarop gevolgde huishoudelijke vergadering werden in plaats van de aftredende Bestuurders de HH. j. van litii, w. f. koppeschaar en j. a. van dijk, tot Bestuurders verkozen de HII. Dr. w. n. du rieu, Dr. d. de loos en g. j. bos. De beide eerstgenoemde lfeeren hebben zich deze benoeming laten welgevallen; de Heer bos heelt voor deze be trekking bedankt. C. G. NIEUWVEEN, Secretaris. Te Leyden, ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1865 | | pagina 8