46 öi ontvangen warenden trein in de b(j het programma bepaalde orde kon zamen- stellen. Thans hadden zich daarbjj ook aangesloten de alhier aanwezige ja gers van de vrijwillige jager-compagnie onzer hoogeschool van hel jaar 1830, met hel Vaandel in hun midden. Evenals hunne voormalige strijdmakkers op den vorigen dagwaren ook deze oud-strijders bjj hunne intrede in de stad jubelend ontvangenmet eereschoten begroet en hier en daar met bloe men bestrooid. Op de Ruïne aangekomen, vonden zjj daar hunne den vori gen dag aangekomen makkers vereenigddie begeleid door eene deputatie der feestcommissie, het bat. dicnsdoende schutterij en de infanterie der be zetting van het Invalidenhuis, zich derwaarts hadden begeven. Ook Z. K. H. prins Frederik der Nederlanden bevond zich mede aldaar. Z. K. U. was on geveer ten 11 ure aangekomen. Slechts even hadden de nieuw aangekomene oud-strijders zich in orde kunnen scharentoen last werd gegeven den optogt naar de Pieterskerk te regelen. De trein verkreeg toen eene groote uitgebreidheid en was volgen- derwijze zamengesteldeen detachement veld-artillerie te paard, het bat. schutterij met de muziek, het bat. grenadiers, de commissie tot de feest viering, de muziek van het reg. grenadiers en jagers, het kapittel van de Militaire Willemsorde, de ridders, de oud-strjjdersde invaliden, het balt. jagers, hel bat. infanterie, hel escadron dragonders met de muziek. Van de genoemde troepen stelden zich, bij aankomst aan de kerk, de schuttery en de grenadiers in orde van parade aan den ingang der kerk aan de noord zijde, waardoor Z. M. de kerk zou binnentreden. De overige troepen na men elders de hun aangewezen standplaatsen in. De kerk, die in weinige oogeublikken geheel gevuld was, leverde een treffend gezigl op. lil het midden «an het ruim hadden de ridders plaats genomen en tegenover het spreekgestoelte waren fauteuils geplaatst ten dienste van Z. M hel kapittel der Willemsorde en de leden der feestcom missie. De verdere ruimte was door de oud-strjjders ingenomen. Inmiddels had zich een detachement dragonders met de muziek naar de Wiltcpoort begeven om aldaar de komst van Z. M. den koning af te wach ten. Zij werden gevolgd door eene eercwachl van hh. studenten, voor wie de eer was weggelegd om den koning naar hel gebouw te geleiden. (Com mandanten dezer ecrewacht waren de hh van llogendorp en van der Goes. De nette kleeding van de leden dezer eerewacht trok algemeen de aandacht. Zij bestond uit zwarte rok, dito vest en hoed, verlakte stevels en Oranjesjerp. Ten 1 ure, gelijk bepaald was, kwam Z. M. alhier aan. Hij was verge zeld van HH. KK. IIIIden prins van Oranje en prins Hendrik. De eere wacht schaarde zich rondom het kon. rijtuig en, voorafgegaan en gevolgd door piketten dragonders, werd de logt naar de kerk aangevangen, onder het daverend gejuich ecner aanzienlijke menigte, van alle zijden toege stroomd om Z. M. te zien en te begroeten. Voor hen die in de kerk waren, was het gejuich dat van buiten plaats had het tceken dat Z M. zich bij de kerk bevond. Aller oogen wendden zich naar den kant van waar Z. M. het ruim der kerk zou binnentreden. Door binnengeleid, namen Z. M. en de beide prinsen de voor hen bestemde plaat sen in. Bij hunne komst stonden de verzamelde ridders eerbiedigljjk op. I)r. Rutgers van der Loefl, ridder der Militaire Willemsordeaan wien de zoo hoogst vereerende taak was te beurt gevallen om als feestredenaar op te treden, beklom daarop het spreekgestoelte. Na een inleidend woord, wees de spreker op het echt nationale van het feest. De Militaire ridderschap, hel kapittel aan hel hoofd, was opgekomen op de roepstem van Z. M., om haren grootmeester hulde te brengen en met geestdrift te vieren den 50,leD verjaardag van de oudste der Nederlandschc orden, en hel was de wil van Z. M. dat de oude krijgslieden daarbij tegenwoordig zouden zijn, waarover deze zeer verheugd waren. Hel leger, waartoe die oude krijgers hadden be hoord, had de eerstelingen geleverd voor de Militaire Willemsorde, en die orde was een gedenklceken geworden van de groote victorie, die hel hart deed kloppen van dankbaarheid aan God. De oorsprong der instelling be vatte, zeide de spreker, een groot deel barer geschiedenis, gaf haren geest te kennen en besliste over hare toekomst. Met een enkel woord herinnerde hijom den oorsprong der orde te vermeldenaan de geschiedenis van het jaar 1815. De vijand was voornemens zich in de eerste plaats verpletterend op Nederland te werpen. Maar zjjn koning vertrouwde op zjjn God, stil hoorde hjj het rollen van den donder. Hjj wilde niet wachten lot dal de bondgenooten hem te hulp kwamen, maar moed, beleid en trouw ook ver sterken in zjjn leger. Op die wjjze was Nederland getuige van de instelling eener militaire Willemsorde, die een voorleeken was geworden van hetgeen spoedig op het wjjd vermaarde slagveld zou plaats hebben. Den 25"« Junij werd het besluit tot de uitvoering geteekend, en eenigc dagen later werd voor hel oog der verbonden mogendheden, op Frankrjjks grond, op 80 borsten van dapperen de orde gehecht. Dit eerste en oudste gedeiikleekeu van de roemrijkste gebeurtenis was welsprekender dan de leeuw van graniet op het slagveld zelf. Overal waar het op de borst Pri)kte, sprak het luide en veraieldde hel zelfs persoonlijke heldenfeiten waarvan de historie zweeg. Vergun mij Sire, zeide verder de spreker, de hulde der oude krjjgers te brengen aan den voet van uwen troon en sta mjj toe Iiiiii een laatste legerorde van hunnen koning te brengen. Hel zal een woord van deelneming zjjn. Na eene korte toespraak aan de oud- strijders vernam men van den spreker dal sedert de instelling der orde het getal der ordeteekenen was geklommen tot 4300 en dat de orde thans nog 1800 leden, Nederlanderstelde. O hoe gaarne, voegde spreker er bjjzou den wij de afwezigen de hand drukkenvooral hen die in oost- en west- Indie de eer onzer vlag ophouden. Zou niet anders, zeide spreker verder, het doel der orde kunnen bereikt worden dan op hel slagveld? Is voor het vaderland te leven niet minder groot dan er voor te stervendan is de koning, die voor zjjn volk, te midden der staatkundige gebeurtenissen, den vrede bewaart, e>en groot als hij die bjj hel vaandel sterft. Een vorst des vredes te zijnmaar d,e zich elk oogenblik als koninklijk grootmeester kan omringen van eene militaire ridderschap als deze, dat is, sire! een parel uwer kroon, want zjj behoeft niet onder te doen voor die van 1815, en tot in oost en west en tol in de wateren van Japan handhaaft zij haar roem. De spreker bragt vervolgens eene hulde aan de ontslapen ridders en sprak daarbjj tot den koning: Wjj zweren hel pand te zullen bewaren dal U. M. ons heeft toevertrouwd en dal aan de dooden en levenden even dierbaar is. Het is een adel die meer dan een ander verpligt. Hierop volgde een gepast woord tot de ridders. Hoe zoude ik, zeide spreker verder ten slotte, deze plaats kunnen verlaten, zonder te wijzen op den Allerhoogste, onzen hoogen beschermer, de bron van alle goed. Hem, den koning der eeuwen, den heer der volken, Hem zij de eer en de dank. Zoo lang zjjn dierbare naam met die van Oranje en Nederland vereenigd is, zal ons vaderland eene schoone toekomst hebben. Leve het vaderlandleve de koningleve de ridderschap! leven de oud soldaten. Biddende sprak de redenaar daarop uit de schoone regels van ons volkslied. Bescherm, o God, bewaak den grond, enz. Toen de redenaar het spreekgestoelte had verlaten, betuigde Z. M. hem, bljjkbaar met warmte, zjjnen dank. Z. M. vatte toen zelf het woord op en hield eene toespraak tot al de aanwezigen, die, hoewel met krachtige stem uitgesproken, van de plaats waar Z. M. stond, slechts door weinigen kon verstaan worden. Naar de enkele door ons opgevangen volzinnen te oordeelen, betuigde Z. M. dank aan ridders en oud-strjjders voor de aan het vaderland bewezene diensten en gaf hjj de verzekering in de bevorde ring van het welzijn des lands, de voetstappen van zjjnen vader, wien het niet vergund was geworden dit feest bij te wonen, te zullen drukken, 's Konings toespraak werd door allen met Leve de Koning! beantwoord. Daarop rigtte Z. M. het woord tot Z. K. H. prins Frederik, en reikte de zen het herinneringsteeken over, er bijvoegende dat het voor hem nog meer dere waarde zou gehad hebbenindien hel hem door zjjnen kon. broeder had ter hand gesteld kunnen worden. Prins Frederik nam daarop het woord om Z. M. den koning te bedanken. Beide toespraken lokten eene algemeene ontboezeming van geestdrift uit, die met verdubbelde kracht losbarstte, toen Z. M. zjjnen oom omarmde en aan de borst drukte. Z. M. sprak toen ook een woord tol de beide hem verzeilende prinsen en drukte den prins van Oranje aan zijne borst, waarop door de aanwezigen een Leve de prins van Oranje! werd aangeheven. Z. M. rigtte daarop nog ecnige woorden in het bijzonder tot de ridders die hij voor zich zag en onderhield zich ten laatste nog eenige oogeublikken met de hem omrin gende hooge officieren, de leden der feestcommissie, enz.. Z. M daarop de kerk verlatende, werd met dezelfde eerbewjjzen uitgeleide gedaan als die waarmede hij ontvangen was. Onder het oorverdoovend gejuich der op de stralen verzamelde menigte verliet Z. M.begeleid door de eerewacht de stad. De geheele stoet begaf zich toen weder uit de kerk naar de RuYne. Z. K. H. prins Frederik stelde zich aan het hoofd. Nadat de troepen hunne slellin- cr— aan een erool aantal oud-strjjders het her- inneringskruis uitgereikt, en hielden de ridders met hel kapittel der Willems orde eene bjjeenkomsl in de ridderzaal, alwaar Z. K. H. prins Frederik eene toespraak hield die door den kanselier der orde werd beantwoord. Na het gebruik van eenige ververschingeuwerd door de schutierjj en de verdere troepen gedefileerd, waarmede de plegtigheid aldaar was afgeloopen. De zaal op de Ruïne, vroeger gebruikt bjj het akademisch feest, was nu op nieuw gedecoreerdten einde als ridderzaal te kunnen gebruikt worden. Die decoratiCn waren nu in overeenstemming met hel doel, waarvoor de zaal bestemd was, en aan de kolommen prijkten de wapenen der onderscheiden provinciën, van Luxemburg enz. Eene tribune voor het kapittel der Wil lemsorde bestemd, (de plaats waar vroeger het orchest was), was vooral smaakvol ingerigl en prjjkte met de busten van koning Willem 1 en koning Willem II. De Ruïne verlatende begaven de oud-strijders zich langzamerhand naar de plaatsen waar de feestmaaltijd zoude plaats hebben. De Hooglandsche kerk binnentredende was men verbaasd over het indrukwekkend gezigl dat het geheel opleverde; een diner op zulk eene groote schaal, voor een 1800-tal gasten, zag men waarschijnlijk nooit. De kerk was op eene voor het doel zeer geschikte wjjze ingerig: en gedecoreerd, waartoe de hh. Meerburg (firma van Lel ij veld Wz. en O.), Krantz en de Leydsche lakenfabriek het beuoodigde grootcndeels hadden verstrekt. Het geheel getuigde dal de heer van den Berg (firma J. van den Berg), daarvoor even als voor het decoreren der ridderzaal, de grootste zorg had gedragen, die tevens van goeden smaak getuigde. In het koor bevond zich eene verhevenheid, bestemd voor den prins, het kapittel der Willemsorde en de leden der feest-comoiissie, en de tafels waren zoodanig geplaatst dat zij een goed aaneengeschakeld geheel vormden. Dc tafels waren zeer netjes ingerigt en daarop prijkten verschillende pièces de milieu kandtlabresfruitschalen enz. Toen de oud-strijders gezeten waren verscheen prins Frederik, na eenige ooge'nblikken bjj den maaltjjd in het Inva lidenhuis tegenwoordig te zijn geweest, in de kerk en nam het diner een aan vang, waarbjj bijzonder in het oog viel de goede orde waarin alles plaats had er. de vlugheid der bediening. Bij het diner werden onderscheiden feestdron ken ingesteld, ten door prins Frederik op Z. M. den koning, een door den generaal Nepvcu op den wakkeren prins van Oranje, een door den minister van oorlog, den generaal Blanken, gewijd aan de oud strijdersden prins die tegenwoordig was en aan Oranje, en daarna nog een door den prins, die echter door hel gejuich voor het gehoor verloren ging. A! die feest dronken werden door de aanzittende gasten met geestdrift toegejuicht. De muziek der grenadiers liet zich gedurende den geheelen maaltijd hooren. Ten 8 ure sprak dc prins een kort afscheidswoord en verliet het kerkge bouw, allen die hij voorbjj ging toesprekende of minzaam dc hand druk kende. Bij hel vertrek kon zijn rjjtuig zich door de juichende menigte moejjelijk een weg banen. De feestvierende oud strijders verlieten ten hoog ste voldaan het kerkgebouw. "TTÏCJ

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1865 | | pagina 2