LEÏDSUHE COURANT. i86r>. N". 71X VRIJDAG 9 JUNIJ. STADS-BERIGTEN. De Courant wordt Maandag, Woensdag en F rij dag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zalurdag avond. De prijs der Courant is 3.— per vierendeel laars. Afzonderlijke nommers zijn tegen 10 Cents verkrijgbaar. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN, Gezien het adres van Bartholomeüs Jozef Oieff, kopergieter, binnen deze ge meente woonachtig, houdende verzoek om in het huis aan de Heerengracht, getee- kend wijk VIII. n». 774 en 774ro<«t, ter uitoefening van zijn beroep, een fournuis te mogen doen plaatsen Gelet op het Koninklijk besluit van den 31s,cn Januarij 1824, rakende vergunnin gen ter oprigting van sommige fabrieken en trafieken Doen te wetendat tot het hooi en der eigenaars en bewoners van de naastbijge- legene en belendende panden, ten opzigte der informatiën de Commodo et Incom- tnododoor Burgemeester en Wethouders zal worden gevaceerd op het Raadhuis dezer Gemeente, op Maandag den 12d»> Junij aanst., des voormiddags ten 11 uren; zullende de belanghebbenden verpligt zijn, hunne bezwaren tegen dat ver zoek op dien tijd in te brengen, terwijl, bij verzuim daarvan, zij gehouden zullen worden zich tegen de inwilliging niet te hebben verzet. Burgemeester en Wethouders voornoemd I.etden, 8 Junij 18G5. D. T1EBOEL S1EGENBEEK, Burgemeester. v. PUTTKAMMERSecretaris. BINNKNLANDSCIUC HBXltiTEN LEY DEN 8 Junij. Op de Ruïne vereenigen zich heden avond een lal van genoodigden voor het vatixhall en haldat van wege de sociëteit Minerva wordt gegeven. Hel terrein is in eenen sierlijken tuin herschapen, te midden waarvan het nieuw opgerigte gebouw zich allerfraaist voordoet. Daar ook het weder zich gun stig laat aanzien, zal deze bijeenkomst ongetwijfeld den aanwezigen veel genoegen verschaffen. Eergisteren zjjn langs den Hollandschen spoorweg ruim 10000 perso nen naar deze slad gebragt. Er hebben op dien dag 50 treinen geloopen. In den laatsten tijd is het Munt- en Penningkabinet der hoogeschool onder anderen vermeerderd geworden Door aankoop, met twee Spaansclte doubloenen, de eene van koning Ka- rel 1111 (sic) 1798; de andere van Ferdinand Vil, 1817. De tot dusverre in het kabinet alleen voorhandene was een uitstekend bewaard exemplaar van den doubloen van koning Filips V, 1738, afkomstig uit de beroemde verzameling van wijlen den lieer W. C. Esdré, te Amsterdam. Verder een bronzen exemplaar eener zeldzame medaille Ier nagedachtenis van den grooten Boerhaave en eene zilveren van het Leydsclie maskerade-feest van II Junij 1860. Door een geschenk van den heer E. Netscher, resident van Riouw (die met mr. J. A. van der Clijjs liet werk over de munten van Nederlandsch Indië vervaardigde), door vriendelijke bezorging van den heer P. Koning, kommandant van Zr. Ms. stoomschip het Loomet een zilveren gemunt staafje, zijnde geld van liet rijk Annameene dilo mnnt van Cambodja (met de afbeelding van een haan); Cambodja is een land tussclien Siam en Cochincliina gelegen dat zich onder de bescherming van Frankrijk gesteld heeft. In July 1864 zond keizer Napoleon lil aan den vorst van dit land rijke geschenken, als een kroon, schepter en degen. Verder met dollar, voorzien van de beeldtenis van koningin Victoria en liet opschriftIndia Straits 1862; dito T*„ dollar van de voormalige Engelsclie O. 1. compagnie voor Rindoslan, 1845; een tweetal munten van Honkong; eindelijk met eane uitmuntend bewaarde papieren Oostenrijksche muntvan 10 kreuzers van de uitgifte van 1 November 1860. Van den heer U. D. M. Steur, te Maassluis, wien wij reeds zoo dikwerf mogten vermelden, ontving hel kabinet weder munten van Rusland, Zwe den Denemarken Grool-Brittannie en Ierland (waaronder een koperen denier van Dom. Lynch van Gallway, 1665) Nederland, Gelderland, West-Fries land, Zeeland, Utrecht en Friesland, Pruissenwaaronder van Munster, Saksen (zoo van het koningrijk als van Saksen-Meiningen)Hannover, Nassau, Portugal, Turkye, Ned.-lndie, (zoo van de voormalige O. 1. com pagnie als uit onze dagen) CocliinehinaSE Helena en Haïti. Van Z. Exc. den gouverneur-generaal van Ned.-IndiS, mr. L. A. J. W. baron Sloet tol de Beele, weder met eigenhandigen brief, eene tweede be zending. bestaande uit een gouden Java-ropij van liet jaar 1801 (zie Netscher en van der Cliijs, de munten van Ned. Indië, pi. V. N». 31) en zes zilveren dusgenaamde Boeda munten, zijnde de fraaiste en duidelijkste uit een aantal onlangs opgegravene in de dessa Gemboeran, afdeeling Le- dok, residentie Bagelen (zie ze afgebeeld in het zoo even vermelde werk pi. XIII. N°. 125). Van den heer Wilhelm Albert Muller, koninklijken hofcommissaris te Dresden, andermaal eene bezending kleine munten van Oostenrijk, Pruissen, Begeren, Saksen, Wortemberg, het groot-hertogdom Baden, de hertogdom men Nassau, Saksen-Meiningen, Saksen-Altenburg en Anhalt, alsmede van het vorstendom Renss, jongere linie, en de stad Frankfort. Een aantal dezer mnnfeit draagt de jaartallen 1864 en 1865. Van den heer A. Durand, corresponderend lid van de Sociélé des Anti- quaires de la Morinie, enz. te Lancyte Genève, een exemplaar van diens in dit jaar van de pers gekomen werk, getiteld: médailles et jetons des numismates. Dit boek, in gr. 4', bevat eene beschrijving van eenige hon- derde medailles en legpenningen (jetons) ter tere of ter nagedachtenis van niet minder dan 285 numismalici geslagen, vergezeld van hunne beknopte levensberigtenterwjjl op 20 platen een groot aantal van de zeldzaamste en belangrijkste dier penningen afgebeeld zijn, zoo als die op Michel Angelo, Besiuscheff, Boettiger, kardinaal Borromeo, den hertog de Blacas, F. Creu- zer, N. Chevalier, du Cange, Eckliel, Emanuel Philibert, hertog van Sa- voye, J. J. Gessner, William Hunter, G. F. Grotefend, Goethe, Lelewel, Moratorienz. enz. Eindelijk van den heer H. L. baron van Heemstra; Ie Bremen, eene fraaije verzameling thalers, stukken van 48, 24, 12, 6 en 1 grooten, als mede onderdeden derzeive, alle van de vrije rijkslad Bremen. De portret-verzameling in liet album is, ouder anderen, weder vermeerderd met de pliotographische afbeeldingen van 3 numismalici uil Boheme, 1 uit Saksen, 2 uit de Roemanische vorstendommen (Moldavië en Wallach()e vereenigd) en 1 uit Java Te Delft waren gisteren aan de aldaar gehouden paardenmarkt 480 stuks aangevoerd. De handel was over het geheel flaauw gebrek aan gras wordt als de voornaamste reden hiervan beschouwd. Uit Bleiswijk wordt ons liet volgende gemeld: In de vorige week is alhier een vreesselijk ongeluk gebeurd. M. Bakker, bouwman onder deze gemeente, zoude des morgens met z(jn zoon liet paard uit de weide ophalen. Nadat de vader het gegrepen had verwijderde zich de zoon, toen deze, op ongeveer 5 roeden afslands gekomen, zijn vader hoorde zeggen: he! wat krijg ik daar een klap tegen mijn borst. De zoon, hierop terngkeerende, vond z(jn vader, bedwelmd van den slag dien hij van bet paard gekregen had, in eene gebukte houding op den grond; welligl had h(j hel paard niet kort genoeg bij den halster gehouden. Doch op hetzelfde oogenblik was liet paard, dat nu geheel vrij stond, onverhoeds weder den vader genaderd die alstoen zulk een geweldigen slag tegen het hoofd ontving, dat de sche del verbrijzeld werd en de hersens uiteenspatten. De zoon ging hierop ter stond naar huis, haalde het geweer en schoot het paard voor den kop. Het paard was wegens zijn kwaden aard bekend en de eigenaar had hel reeds mei een verlies van bijna 100 te vergeefs aangeboden Het D. v. Zh. en 's Gr. deelt liet volgende mede: Het gerucht, het welk Dingsdag in de residentie liep, dat de Leydsche trekschuit omgeslagen en vele personen dientengevolge verdronken waren, is, gelukkig, niet be waarheid. Bij onderzoek is echter gebleken, dal de trekschuit, die ten 9j ure, met menschen opgepropt, de slad verliet, onder weg is lek geraakt en eindelijk zooveel water heeft ingekregen, dal er gevaar van zinken be stond. Velen verlieten nu in de grootste verwarring de schuil. Enkelen vielen daardoor in liet water, die met een nat pak er afkwamen. Eene vrouw echter brak liet been. Zij is naar Leyden vervoerd en geniet in liet gasthuis aldaar eene goede verzorging. Den 6dcu Junij is Ie Amsterdam de algemeeue jaarlijksclic vergadering gehouden van de Maatschappij van Weldadigheid, ouder voorzitting van den lieer jhr. mr. J. K. W. Qnarles van UfTord. Aan de afgevaardigden is mede gedeeld, dal, ofschoon hel afgeloopen jaar zorgvol mogt worden genoemd, de beraamde maatregelen geregeld zijn ten uitvoer gefegd; dat de maat schappij vele zedelijke en materiele bewijzen van belangstelling heeft onder vonden, en men, na eenige vergeefsche pogingen, er in is geslaagd, liet gewenschle kapitaal op te nemen; dat evenwel de geldelijke toestand nog niet zoodanig is, dat de toekomst helder kan worden geacht, vermits op fabriekwerk en landbouw nog verlies wordt geleden. Voor het onderzoek van de balans zijn benoemd de heeren C. Harlogte Beemster, D. Brodie, te Amsterdam, en mr. G. Ilesliuysen, te Haarlem. De heer mr. J. Bieruma Oosiing is met algemeene stemmen als commissaris herkozen, en in stede van de heeren Quarles en mr. J. E. Banck, die zich ge noopt hebben gevonden, hun ontslag als zoodanig te vragen, zjjn gekozen de heeren mr. W. T. Gevers Deynool en Schimmelpenninck van der Oye van Hoevelaken, Te Botterdam bevond zich gisteren aan boord van een barkschip, in de Westerhaver.een persoon, die schepen van ongedierte reinigt. F.en paar balletjes, die hij hiertoe bezigde, opeen tafel gelegd hebbendehebben twee vrouwen die als schoonmaaksters werkzaam waren daarvan gegeten waar door zij zeer ongesteld werden. Men heeft haar tijdig een braakmiddel toegediend, doch zij zijn niet buiten gevaar. In ons vorig nommer is melding gemaakt van liet overlijden van den heer Jacobus Enschede te Haarlem. Deze was niet, zoo als daar gezegd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1865 | | pagina 1