LEÏDSCIIE
VRIJDAG 10 MAART.
BINNENLAND3CHE BERIGTEN,
LEYDEN 9 Maart.
Vergelijkende >taat van de zuivere opbrengst der opcenten en eigene
middelen, ten behoeve dezer gemeente geheven, gedurende de maanden
Fehruarij 1864 en 1865 alsmede van die opbrengst over de eerste twee
maanden dier beide jaren.
MIDDELEN.
Zuivere opl
de maand
1864
rengsl over
Februarij.
1865
Zuivere opbrengst over de
eerste 2 maanden.
1864~ 18G5
Geslagt(5yojoceiifc« en invoer
Gedistilleerd (idem)
Gemaal (eigen middel)
"Wijn, Fruit enKunslwijn(»rf.)
f 1949.79
9853.93}
8791.27
1889.85
1907.52}
5251.12}
4848.19}
1448.55
3707 22}
15861.54
12029.27
3313.20
3875.42}
11247.80
9736 42}
2992 35
ƒ22484.84'}
13455.39}
n-v i in .i
34911.23}
f 27851.99}
De gemeenteraad heeft zich in zijne zitting van heden vereenigd met het
door Burgemeester en Wethouders voorgestelde ontwerp-adres van rouwbe
klag aan Z. M. den koning, hij het overlijden van H. M. de koningin-
weduwe. Op de adressen van G. Tibboel en Ably Ondendorp en C°.om
den eigendom van een gedeelte gemeentegronds aan den vest wal hij de voor
malige Marepoort, is afwijzend beschikt, en het verzoek van A. Zinkveyl,
lot het in eigendom bekomen van een gedeelte gemeentegronds van hel trek-
pad onder Soeterwoude, toegestaan, koorts heeft de raad behandeld de
concept-verordening op het braudwezen; met enkele wijzigingen is die met
algemeene stemmen goedgekeurd.
Door den heer dr. J. J. Cornelissen, 2dcn praeceptor aan het gymnasium,
benoemd tot hoogleeraar aan het athenaeum tc Deventer, is eervol ontslag
uit eerstgenoemde betrekking verzocht.
Het munt- en penningkabinet der hoogeschool is sedert onze laatste
opgave, onder anderen, vermeerderd geworden:
Door aankoop met een aantal belangrijke munten en medaillesals meteen
gouden medaillon concave van Jan 11 Comnenus, keizer van het liyzantijnsche
rijk van 1118—1143 (Sabatier, pl. LUI, 17); eene verguld zilveren me
daille van Jan Frederik van Saksen (v. Mieris, II, 429, n°. 1); medailles
op Simon Stevinde uitbreiding van hel kanaal van Charleroy in België in
1847, op het liberaal congres aldaar, op het openen van het centrale station
der spoorwegen te Lichtevelde in W.-Vlaanderenop den hertog en de her
togin van Brahand en den graaf van Vlaanderen, den minister Thorn, de
akademie van schoone kunsten te Brussel, enz., verder op den geleerden
Franschen medicus Letheuillier; 8 jettons van even zoo veel dekens der me
dische faculteit te Parijs in de 17e en 18c eeuw; een denier van Koenraad,
bisschop van Utrecht, dito van een der Reinouds, heeren van Koeverden;
een St. Andriesgulden van Karei den Stouten van Brahand (v. d. Chijs,
Braband en Limburg, XVI, n°. 1), Carolusgulden als voren, oude slag,
(v. d. Chijs, XXV, n°. 10), een, zilv. noodmunt van Minden, 1634, een Beijcr-
sche dukaat van 1694; zeven gildepenningen van 's Herlogenbosch enz. enz
Door geschenken
van den heer Heidsieck, consul-generaal der Nederlanden te Mexico, met
eene hoogstbelangrijkc verzameling munten en medailles, als:
o.) eenige Romeinsche munten in grootbrons, van zeer goede bewaring,
van de keizers Galba Trajanus, Hadrianus (van dezen, o. a.een met de
zeldzame keerzijde: Restitutori Africae) Antoninus Pius, van de keizerin
Litcilla, gemalin van Lucius Verus, van Commodus (eene met het weinig
voorkomende en daarom kostbare revers van: P. M. Tr. P. XVII enz.),
Maximinus, Gordianus III en Maximianus;
been aantal Pauselijke en andere Ilaliaansche medailles, te veel om af
zonderlijk te vermelden
c.) eenige Spaansche medailles en een legpenning der Spaansche Nederlan
den van 1589, niet vermeld bij van Loon noch van Orden;
d.) eenige Engeische medailles uit de serie van den beroemden Dassier.
e.) eene hoogst belangrijke verzameling Mexicaansche groolere en klei
nere zilveren, vergulde en koperen medailles en meest zilveren munten,
zich aansluitende aan een tweetal vroeger ontvangene bezendingen en ver
tegenwoordigende de geschiedenis van Mexico sedert den lijd van Ferdinand
Cortez lol aan het laatste regentschap voor de troonsbeklimming van keizer
Maximiliaan I,
Het schoonste tijdvak der medailles is dal tussehen 1780 en 1796, toen,
ten gevolge der oprigling van de Mexicaansche akademie onder koning Ka-
rel III, de kunsten in Mexico bijzonder schijnen gebloeid te hebben; althans
de medailles door Geronimo Antonio Gil gegraveerd (met Laljjnsche of Spaan
sche opschriften voorzien) zijn meesterstukken van schoonheid en den land
genoot van Murillo en Velasquez waardig; wij kennen alhans geene medail
les, noch van Hameranus, noch van de Dassiers, noch van Roelliers,
Fabris, Mercandclti, enz. enz., noch, in later tijd, var. Pistrucci, VVyon,
Barre, Wiener, Bovy, enz. die hel werk van Gil overtreden.
De latere, uit den lijd van Gordilla en Guerrero, zijn veel minder. Ook
uit hel oogpunt van nationaliteit zijn de Mexicaansche medailles merkwaar
dig. Tijdens de worsteling der Spaansche natie in Europa met de Fransche,
toen Ferdinand VII verraderlijk door Napoleon gevangen werd gehouden
is het aandoenlijk om op de penningen de hartelijke blijken van aanhanke
lijkheid der Mexicaansche Spanjaarden aan hui) vorstenhuis te zien. Bij
geen volk troffen wij in die mate iets dergelijks aan. Nadat echter de
misnoegde partij in Mexico, sedert 1810, eene afscheuring van het moeder
land poogde daar te stellen, eene poging die eindelijk gelukte, zien wij op
de penningen ook de blijken der worsteling met de Spaansche partij, even
als op de noodmunten uil die dagen en terwijl de barbaarschheid de overhand
kreeg, vinden wij deze vooral op de noodmunten der verschillende staten,
waaruit het uitgebreide Mexicaansche land is zaamgesteld. Er heeft verbetering
plaats tijdens keizer Augustinus 1 (de generaal Iturbide) en de presidenten
Guadalupe Victoria en Santa Anna maar de fijne tact der medailles van Gil
(waarop de zoo gecompliceerde wapenschilden der Mexicaansche groote sle
den met de schildhouders bijzonder de aandacht trekken)vroeger zoo opmerke
lijk is verloren gegaan. De numismatico-historicus volgt echter met genoegen
de verschillende phases der metallieke geschiedenis van Mexico, omdat zij
eene aanschouwelijke geschiedenis uitmaken.
Ten gevolge vooral van de edelmoedigheid des consuls-generaalbezit het
kabinet thans uiet minder dan 1 gouden, 144 zilveren waaronder groote pracht
stukken) alsmede 93 bronzen en koperen medailles en munten van Mexicoeen
land, viermalen zoo groot als Frankrijk, en dat, naar wij wenschenzich
eenmaal zal gaan herhalen van de tallooze en vreesselijke rampendie het
in de laatste halve eeuw teisterden.
Door den heer A. Durand, te Lancy bij Genève, met een zeer fraai bron
zen exemplaar van de. medaille ter eere van C. Wittichius, in leven hoog
leeraar in de godgeleerdheid aan de Leydsche hoogeschool en groot voor
stander der Cartesiaausehe wijsbegeerte, bij diens dood tenjare 1687 geslagen
en afgebeeld hij van Loon, III, 349. Deze penning, thans van zeer groote
zeldzaamheid, is indertijd te Leyden zelf vervaardigd geworden door den
bekwamen medaillenr Johan Smeltzing, woonachtig nabij de Fontein, nel
tegenwoordig exemplaar, thans uil Genève naar zijne geboorteplaats terug
gekeerd, was in December II. door den heer Durand op eene auctie te Lon
den gekocht geworden, en 'L. E. meende het geene betere bestemming te
ku.it.uen geven dan door het aan het kabinet der hoogeschool ten geschenke
aan te bieden. Verder zond gemelde heer nog eene medaille ter eere van
wijlen den grooten Isaac Newton, die den post van directeur der munt te
Londen bekleed heeft en aldaar in 1727 overleden is, al-mede Bovy's heer
lijken gedenkpenning op het openen van den spoorweg van Genève naar
Lyon len jare 1858.
Zeer groot is het aantal dusgenaamde spoorweg medailles in hel kabinet.
Zij zullen zoowel het levend geslacht als der nakomelingschap dienstbaar
kunnen zijn, door het geven van een overzigt van de tijden-, waarin spoor
wegen in Engeland, Duilschland, België, Nederland, Frankrijk, Italië,
Spanje, Portugal enz. daargesleld zijnvan deu vorm der locomothen op ver-
i! schillende tijden, enz. enz., want op de doör de Fransche regering aan het ka
binet gcschonkeiic spoorweg-medailles worden ook gezigten tan onderschei
dene steden aangetroffen.
De Ned. maatschappij tot bevordering der geneeskunst heeft zich bij
adres aan de tweede kamer gewend tot herinnering aan haar vroeger adres
van 4 Julij 1862, ten voordeele van de toen aangeboden wets-onlwe pen
regelende het geneeskundig staatsloezigteri voorts aan de daarmée over
eenstemmende uitspraak der maatschappij in hare algemeene vergadering
van Sept. 1863.
De minister van oorlog heeft ten vervolge op de vroeger uitgevaar
digde order ter kennis van het leger gebragt, dat de rouw voor II. M. de
koningin-moeder is bepaald op 18 weken en wel de eerste 6 weken groote
rouw. alzoo tol 17 April, en de overige 12 weken ligte rouw.
De oudste inwoner van Rotterdam, de bekende Jacob Former, heeft
gisteren zijn 107deD verjaardag gevierd. Naar de uiterlijke verschijnselen te
oordeeleu, zal dit wel 's mans laatste verjaardag zijn. Zijne krachten
nemen zeer af en hij kan bijna geen voedsel meer verdragen.
Gisteren middag ten 3 ure is met het werk der doorgraving van llol-
De Courant wordt Maandag, Woensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit Zaturdag avond.
laars. Afzonderlijke nummers zijn tegen 10
Cents verkrijgbaar.