Idem voor de kerkliuisjes
1620.55
1119.34'
2739.891.
Dat er in 1855 dienslverrnenging
heeft plaats gehad.
Dal naar aanleiding van de aan
merkingen die de Commissie lol
rekening opname in 1854 ge
maakt had, de uitgave voor
vuur en licht 1000.min
der hebben bedragen dan in
vorige jaren.
Dal men in 1855 den post van
uitgaaf voor de begraafplaatsen
niet meer vermeld vindt.
Dat daardoor 1200 bezuinigd is.
Dat er met kwistige handte veel
is uitgegeven voor steenen paal
tjes op de begraafplaatsenen
dat de uilgaaf van 500.
wegens opzigl over de begraaf
plaatsen is ingetrokken.
Dat er 100.per week werd
uitgegeven voor vuur en licht.
Dat de rekeningen na 1856 niet
opgenomen en goedgekeurd zijn.
Dat de kerkeraad wel degelijk
meermalen getoond heef!dal
het beheer slecht gevoerd werd
en dat in eene gecombineerde
commissie van 1856 aanmer
kingen gemaakt zijn op het
beheer.
Dat de inkomsten niet verminderd
zijn.
Dat de collecte in 1821 is inge
voerd voor de predikanls tracte-
menten.
Dat de Gemeente-Commissie de
jaarlijksche uilbetaling terug
hield voor de krankbezoekers.
Dat de Gemeente Commissie de
noodzakelijke kosten des Ker-
keraads weigerde.
Dat zij ook de uitbetaling der
beroepingskosten ontdook.
Dat aan de Gemeente Commissie
voor de vertim mering der Pieters
kerk eene voldoende som werd ter
hand gesteld en nog 4000 daar
enboven werd aangeboden.
Dal de gewone reparaltën der or
gels per jaar 650, of in 10
jaren 8500 bedroegen.
Dat in~6 jaren uitbetaald is voor
gewone herstelling van de kerk
gebouwen, begraafplaatsen en
orgels eene ton gouds.
Dal debekoepelingpn buitengewone
herstelling der Hoogl. kerk niet
meer heeft gekost dan 25000.
Dat voorde vernieuwing der Ooster-
kerk f 5000 is betaald uit de ba
tige saldo's van 1830 en 1831.
Dat de f 17000 (voortspruitende
uit de batige saldo's van vorige
jaren) is besteed voor de gewone
herstelling aan de kerkgebouwen,
maar niet aan de vernieuwing
der Hooglandsche kerk.
Dat de opbrengst van effecten als
renten is geboekt waardoor de
Kerkeraads-Commissie die voor
balen hield.
Dat de Kerkeraads-Commissie geen
kennis droeg van den verkoop
van effecten, en de Gemeente-
Commissie zulks willekeurig
deed.
Dit is onwaar. Zie mijne Toel. I. bl. 17.
Daaronder was voor de huisjes 0.
Dit is onwaar. Zie mijne Toel.II. bl.9,
10.
Dit is onwaar. Il.bl.10,
11.
Ditisonwaar. II. bl. 11,12.
Die uitgaaf was in 1855 1773.37.
Dit is onwaar. Zie mijneToel II. bl.12.
De uitgaven waren in 1855 hooger
dan gewoonlijk.
Ditisonwaar. Zie mijne Toel.II.bl. 13.
Ditisonwaar. II bl.14.
Hel was aanzienlijk minder.
Dit is onwaar. Zie mijne Toel.II.bl 15.
De leden der Kerkeraads-Commis-
siën die de rekeningen in 1857
en 1858 opnamen en goedkeur
den, zijn door mij genoemd.
Dit is onwaar. Zie mijneToel.II.bl. 16-
18. en III. bl. 36
De kerkeraad heeft hel nooit
getoond.
Dit is onwaar. Zie mijneToel.II.til.20-
22.
Ditisonwaar. II.bl.23,
24.
De collecte is ingevoerd in 1810.
Dit is onwaar. Zie mijneToel.II.bl,24.
Dit is onwaar. Zie mijneToel.II.bl. 24-
28.
Ditisonwaar. ll.bl.28.
Ditisonwaar. II.bl.28,
29.
Ditisonwaar. ll.bl.30,
en 111. bl. 23.
Het was in 10 jaren van 1852
1861 2-330.—.
dus per jaar 233.
of in 50 jaren door
een per jaar 235.
Ditisonwaar. Zie mijne Toel. III. bl-
19—25.
Hel was p. m. 60.000 minder.
Ditisonwaar. lll.bl.28.
Het was p. m. ƒ39000.
Ditisonwaar. III.bl.30.
Het was bijna niets.
Ditisonwaar. III.bl.29.
van die f 17000.is besteed aan
de bekoepeling en herstelling
van de Hooglandsche kerk
p. m10.000.—.
en aan de vernieuwing van het
orgel in de Pieterskerk 7000.
Ditisonwaar. ZiemijneToel. III. bl.
30, 31.
Dit is onwaar.
30, 31.
III. bl.
Zie hier een 30-tal onwaarheden in een ongeveer gelijk aantal aanmerkingen."
Ik wijs nn nog op eene groote onwaarheid, ofschoon ze niet onder de
beschuldigingen gerekend kan wordenmaar die tot juiste waardering van
het schrijven van den heer H. Zaalberg veel afdoet. De heer II. Zaalberg
had verklaard dat de Kerkeraad de leden der Gemeente Commissie als ad
ministrateuren afkeurde, dat hij titel alleen meermalen getoond heeft, dat
de Gemeente-Commissie slecht beheerde, maar ook dal in een slecht beheer
de reden gelegen was, waarom de Kerkeraad herziening van het reglement
verlangde. Dit is eene stellige onwaarheid. Niet in het beheer, maar iD
geheel iets anders was de reden gelegen waarom de Kerkeraad verandering
noodzakelijk achtte, zoodat zelfs de rust en vrede op het spel moesten wor
den gezel. Dit is door mij breedvoerig uil authentieke stukken aangetoond
in mijne Toelichting III, bl. 36—38, waar men ook de volgende woorden
van den hoogleeraar J. H. Stuflken hieromtrent vindt aangehaald: »Dat de
«kiem van alle latere verwikkelingen gelegen was in het antwoord des
«Kerkeraads (van 13 December 1853) dal hij den heer Bodel Nijenhuis,
«door de Gemeente-Commissie tot haar medelid benoemd, aan de gemeente
«niet wilde voordragen. Dat is zoo."
Was het mjj aangenaam dat door zes achtenswaardige leden der gemeente
de officiüele rekeningen en andere stukken in hel archief der Gemeente-
Commissie berustende, naauwkeiirig zijn geraadpleegd en de door mij ver-
melde cijfers juisl zijn bevondenverrassend was voor mij de verklaring van
den heer H. Zaalberg in de Leydsche Courant van den 2den dezer, «dat
«niet daarover quaestie is, of de cijfers door den heer J. Scheltema uit de
«rekening der Gemeente-Commissie van het Kederduitsch Hervormd kerkge-
nootschap in zijne Toelichting I, II en III overgenomen, juist zijn, icat
hij niet alleen thans niet betwijfeltmaar waartegen hij ook, vóór de
heeren v. K. c. s. de moeite namen die te verifiëerengeene bedenking
had." Door deze verklaring heeft de lieer H. Zaalberg den geheelen grond
van zijne beschuldigingen tegen de Gemeente-Commissie, die op zijne, door
hem nu onjuist verklaarde*) cijfers berusten, met eigen hand weggenomen.
Hetgeen de heer H. Zaalberg nu geschreven heeft, in de Leydsche Courant
van den 7den dezer, is, vergeleken met zijne zoo even aangehaalde woorden,
geheel onverklaarbaar; het een is geheel in strijd met het ander. Doch in
welke bogten hij zich wringen en welke behendige wendingen hij bewerk
stelligen moge, hij zal mij in mijne Toelichting niet van den reglen weg
afbrengen, evenmin als van de door hem vermelde cijfers en opgaven, op
grond waarvan hij zegt bewezen" Ie hebben dat de Gemeente-Commissie
slecht, meer dan zorgeloos, ja ontrouw heeft beheerd.
Leiden, 7 December 1864. J. SCHELTEMA.
Wanneer toch zooals de lieer H. Zaalberg nn verklaartmijne cijfers (die lijnregt
tegen over de zijne slaan en door mij zijn aangevoerd om de zijne te wederleggen) juist
zijn, dan spreekt het van zelf dal zijne cijfers onjuist zijn.
§TADI-BERIGTEE
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen te welen, dat
de Gemeenteraad, ingevolge art. 265 der Wel van 29 Junij 1851 Staats
blad n°. 85), in zijne vergadering van heden, het tweede suppletoir Kohier
van de plaatselijke directe belasting voor het jaar 1864 heeft vastgesteld en
dat Kohier als nog ter Secretarie dezer gemeente (Bnancifle afdeeling), ge
durende acht dagen, voor een ieder ter lezing ligt; terwijl binnen dien tijd
elke op dat Kohier aangeslagene, krachtens de 5'ie zinsnede van bövenge-
noemd wets-artikel, zijne bezwaren tegen den aanslag, bij verzoekschrift op
ongezegeld papier, bij Gedeputeerde Staten dezer provincie kan inbrengen.
En zal hiervan afkondiging geschieden door plaatsing in de Leydsche Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
D. TIEBOEL SIEGENBEEKBurgemeester.
Levden, 8 December 1864. v. PUTTKAMMER, Secretaris.
Burgerlijke Stattb.
Van 1 tot cn met 7 December 1§64.
BEVALLEN: C. Arnoldus get). Clavan D. J. van der Klein geb. Stou
ten ,1) C. W. Boom geb. Heikoop, D. C. de Grootgeb VerhoogtD.
A.AIofs.geb SteenmanD. tweel. G. Forterie, geb. RegeerZ. T. A. J.
lloelengeb. Francken Z. M. den Osgeb PiketD. G. Neutehoom geb.
Iltiigetis, Z. J. J. Klinkhamer, geb. van der Velden D. F. van der Mark
geb. de Vries, Z. A. d'Haene, geb. van Dalen, D. U. Siere,geb. Erades,
D. ,1. Berlenbacligeb. Heusden, I). F. T Dtty verman, geb. Gutberlei,Z.
M. A. Toorensgeb. Keereweer, Z. II Junker, geb. Rodenkirchen Z. N.
Stouten geb TurenhoutD. J. L. Thomasse geb de Haay Z.J.W.van
den Nieuwendijk geb. Groen I). M. Laman geb. Overdtiiu Z.
GEHUWDD. Kostjm. en C II. C. Slevve. jd. B. A. Slielerjm. en C. T.
II. van Disseljd. C. Vet bailjm. en J. 31. de la Rivièrejd. J. Prins, jm.
en H Koorenhof,jd.
OVERLEDEN: E. M. Kotiwetiberg, D.5 w. S. M. Niliot, D., bijna
13 in. J. Pynaken 31 j. Willi3 Koeke20 j. J. KorceZ.6 w. J.
Klynhans, D 9 j. en 5 m. H. StockeZ.3 m. C. J. van Loon 37 j.
II. J. Carton 18 j. Mr. A. JT. de Bordes59 j. P. C. van Booren 71 j.
J. D. Bronkhuyze, Z., 2 m. C. E. Paatiw, D., 3 m. S. Zaalberg, Z.,
10 m. E. Kluver, 43j. H. Huisman Z.4 m. Anlje de Kort, 75 j. G.
van der Blom geb. Bekooy84 j. E. van Zyp, D.1 j. 91. S. Stallen D.
Ij en ruim 6 m. 11. de Loos, Z.. ruim 3 m. A. van Soest, geb. van der
Hoef, 72 j. J. VerbiestZ.6 j. en 10 m.
ASiADEMB Si-A B Bi SI H'S
PROMOTIE AAN DE LEYDSC0K HOOOESCUOOL.
Den 7dcn December de heer A. P. Fokker, doctor in de genees- en verlos
kunde, van Middelburg, in de heelkunde, met stellingen.
14de Trekking.
15de
255sle Staats-LoteriJ.
Trekking der Vijfde Klasse.
N°. 5403 een prijs tan 10000. N°». 1902, 4983 en 17442
ieder een prijs van ƒ1000.
N°. 1723 een prgs van ƒ25000. N°s. 6976, 17606 er. 17712
ieder een prijs van 1000.
AD V E IS TEN T I E N.
Getrouwd
Levden, 8 December 1864.
A. C. van DAM
Weduwenaar van Vrouwe M. C. Pompe,
en
91. van KAATHOVEN.
Heden overleed na eene korte ongesteldheid onze geliefde Moeder en Be-
huwdmoeder ANNA MARIA KRAGT1NGH, Weduwe van den Wcl-Edelen
Heer C. Kiaveuwtden in den ouderdom van bijna 77 jaren.
Soeterwotjde4 December 1864. Uit aller naam,
Benige kennisgeving. J. L. KLAV'ERWYDEN.
lieden overleed lot onze diepe droefheid ons geliefd eenig Zoontje PI ETER
in den ouderdom van ruim 11 maanden.
P. van der 91EER ,lr.
Levden, 7 December 1864. A. 31. C. van der MEF.R, Rijss.