Aan den lita luit. A. M. SI. tan Nouhuys, van het 8ste reg. infanterie, is, op zijn verzoek, een eervol omslag uit de militaire dienst verleend. Door de prov. commissie van geneeskundig onderzoek en loevoorzigt in Zuidholland zjjn geëxamineerd en geadmitteerd de heeren A. P. N. Franchimont en N. A. Wanne, als apothekers, en G. C. M. Aalbertsberg als plattelands heelmeester. De afdeelingen van de tweede kamer hebben gisteren het onderzoek voortgezet over de ontwerpen van wet, betrekkelijk de plaatselijke belastin gen, de personele belasting en het gedistilleerd. Heden hebben al de afdee lingen in overweging genomen het wets-onlwerp tot vaststelling van de in- en uitgaande regten in Ned.-lndië. Ten drie ure zal de kamer eene zitting houden en alsdan zal de dag der beraadslagingen over eenig aanhangig wets ontwerp, en waarschijnlijk over de staatsbegrooling voor 1865 worden bepaald. Door den minister van binnenl. zaken is aan de tweede kamer inge zonden eene nota betreffende het eindverslag over het wets-ontwerp hou dende regeling van het geneeskundig staatsloczigt. Die nota is vergezeld van eene nadere nota van wijzigingen, die in bedoeld ontwerp worden gebragt. De heer C. G. Monlijn, pred. te Utrecht, die herwaarts was gekomen om deel te nemen aan de najaars-vergadering der algemeene synodale com missie, is alhier overleden. Voor het prov. geregtshof heeft heden de behandeling plaats gehad van de zaak van H. Westerman, timmerman, wonende te Delft, beschul digd van gewelddadigheid tegen een magistraals-persoon, ter gelegenheid van de waarneming zijner bediening, waardoor bleedstorting en kwetsing is ver oorzaakt, gepleegd met voorbedachten rade. De beschuldigde legde eene volledige bekentenis af en toonde een diep berouw. De adv.-generaal vond zich verpligt in het belang van de veiligheid der maaischappij het maximum van de straf te eisclien, t. w. veroordeeling tot eene tuchthuisstraf van 5 tot 10 jaren. De heer mr. Bergsma trad als verdediger van den beschuldigde op; hij bestreed de qualiücaiie der misdaad, en wees op de vele verzach tende omstandigheden die hier aanwezig waren. De uitspraak is bepaald op heden over acht dagen. Voor de arrond.-reglbank stond lieden te regt de persoon van de Bondt, huisvrouw van F- Geereke, aangeklaagd van het houden van een pand- of beleenliuis zonder vergunning. Uit hel getuigenverhoor bleek dat zij goede ren beleende tegen eene zeer hooge rente, zelfs van 1600 pet. De beschul digde gaf voor de bedoelde goederen te hebben gekocht. Hel openb. min. heeft geconcludeerd lol hel opleggen van de hoogste straf, eene gevangenis straf van 3 maanden en geldboete van 1000. Het berigt van eergisterennopens diefstal van beddengoed met braak is onjuist, als zijnde de verdwijning van het goed, blijkens nader gedane mcdedeelingcnaan geheel andere omstandigheden toe te schrijven. Eergisteren is de huisvrouw van van Dam, te Monster, ten gevolge van de zware verwondingen, haar den 19Jpn Sept. jl. door Jacob Breggeman toegebragt, onder een smartelijk lijden overleden. BU1TENLMDSCBE BER1GTEN. EUGELASD. LONDEN, 15 November. De teregistelling van Miiller, die gisteren morgen ten acht ure plaats had, had eene onafzienbare menigte in den omtrek der gevangenis, voor welk gebouw liet schavot was opgerigl, bijeengebragl. Heeds des avonds ten 11 ure begon de menigte derwaarts te stroomen en bij hel aanbreken van den dag kon men er letterlijk niet doorkomen. Voor al de beschikbare plaatsen aan ramen en daken hadden zich huurders opgedaan. Gedurende den nacht ging het onder die menigte vrij woelig toe, zoo zelfs dat van de daken een algemeen bekend straatlied werd gehoordtegen den morgen werd het echter stiller. De autoriteiten hadden krachtige maatregelen ver ordend om de rust te bewaren, hetgeen noodig werd geoordeeld, omdat men over het algemeen geneigd was de onschuld van den veroordeelde aan te nemen; ook gaf een leger van zakkenrollers en zakkenrolsters der policie handen vol werk. Ten zes ure was de heer Walbaum een Diiilsch geestelijke, die Miiller herhaaldelijk in de gevangenis bezocht had, weder bij hem gekomen. Miiller was vroegtijdig opgestaan en reeds geheel gekleedtoen de gouverneur van Newgale met den geestelijke bij hem kwam. Hij scheen op dal oogenblik zeer kalm en volkomen bereid, om zijn noodlottig uiteinde te gemoet te gaan. Ten half acht kwamen daarop de sheriffs en onder-sheriffs in de ge vangenis en begaven zich naar het gewone lokaal. Op hetzelfde oogenblik werd Miiller door twee geregtsdienaars uit zijne cel gehaald. Bedaard en met een vasten tred slapte hij lusschen hen beiden voort naar een ander lokaal, waar hij op de gebruikelijke wijze gebonden werd, terwijl de Lulhersche predikant Lodewijk Cappcll hem toesprakna afloop waarvan de heer Davis, predikant der gevangenis, hel gebed voor den stervende opzeide en de verdere bij zulk eene gelegenheid gebruikelijke plegtigheden verriglte. Onmiddellijk daarop begon de klok der gevangenis te luiden en begaf zich de stoet uit het gebouw naar de plaats der teregistelling. Aan het hoofd van den stoet zag men den predikant Davis, gevolgd door den veroordeelde met den genoemden Lutherschen leeraar Cappell, die gestadig biddende met hem voortstapte. Miiller loonde zich bij dit alles steeds nog bedaard; alleen werd het algemeen opgemerkt dat zich eene doodelijkc bleek heid over zyii gelaat verspreidde, terwijl men nu en dan duidelijk zag, dal hij zich met de geestelijken lol een gebed vereenigde. Inzonderheid was dit hel geval toen hij, met vasten tred de trappen van het schavot beklom men hebbende, zich aan de blikken der onoverzienbare menigte zag bloot gesteld. Zy die niet te ver van de plaats verwijderd stonden, zagen alstoen dat de predikant Cappcll met hem sprak. Naar men later vernam had deze hem op plegligen toon gevraagd: »Ik vraag u nu voor het laatst: zrjt gy onschuldigDaarop had Miiller geantwoord: «Ja, ik ben onschuldig!" Met meer kiem rigtte Cappell thans andermaal tot hem dezelfde vraag: »Zijt gij onschuldig?" En weder was het antwoord; «God weet wat ik gedaan heb!" «Dus weet God ook dat gij dit gedaan hebt?" vroeg de geeste lijke weer. Op die vraag zweeg hij. Daarop zeide Cappell: «Ik vraag het u nogmaals, pleglig en voor het laatst: Hebt gjj die misdaad begaan?" En nu volgde het antwoord: a Jaik heb het gedaan!" Dit gesprek met den geestelijke had in het Duilsch plaats gehad. Bjj dit laatste woord riep de geestelijke: nGoddank! Goddank!" en tcrwjjl alsnu de beul zjjn vreeselijk werk moest aanvangen, verliet Cappell in diepe ontroering het schavot en gaf aan de sheriffs op de vraag naar Miiller's laatste woorden ten antwoord, dat de veroordeelde zyne misdaad beleden had. Eenige oogenblikken later was het vonnis volbragt, en een uur daarna werd het lijk afgenomen. Men zegt dat Miiller een door hem geschreven en verzegeld stuk heeft achtergelatendat zich in handen der regters bevindt. Alhier is in 76-jarigen ouderdom overleden de beroemde staathuishoud kundige M'Culloch. Beriglen uit New-Yorjc van 5 Nov. melden, dat generaal Hood met 30000 man der zuidelijken de Tennessee-rivier is overgetrokken en noord waarts oprukt; waarschijnlijk heeft hij reeds het midden van den staat Ten nessee bereikt. Men verzekerde, dat de generaal Butler tot bevelhebber van de krijgsmagt der Unie te New-York zou worden benoemd, ter vervanging van den generaal Dix. Nabij het fort Hamilton in Amerika heeft eene proefneming plaats ge had met een stuk geschut, dat zonder affuit 116,497 ponden weegt. Een kogel van ruim 1000 ponden, bij eene lading van 1000 ponden kruid, kwam, na eene geweldige ontploffing en met eene helling van 25 graden, op een afstand van 3£ mijl teregt. Berigteri uit Rio Janeiro van 24 Oct. melden, dat daar een orkaan heeft gewoed, waardoor aanzienlijke schade is te weeg gebragt. FKANHH1JU. PARIJS, 16 November. De Moniteur zegt dat de beriglen uit Mexico zeer gunstig luiden. Kei zer Maximiliaan zette zijne reis te midden van de geestdrift der bevolking voort. De vermeestering van Matamoras had eenen zeer goeden indruk ge maakt. I)e troepen van Juarez waren sedert het roemrijke gevecht van 21 Sept. aan het muiten geslagen en verstrooid. Juarez zelf was met een hon derdtal ruiters naar Chihuaha gevlugt. Naar men verneemt is een vrij ernstig geschil gerezen lusschen den schout-bij-nacht Rosse, die het bevel voert over het eskader in de wateren van Mexico, en den maarschalk Bazaine, welke laatste dientengevolge zijn ontslag bij den keizer heeft ingediend. Men noemt reeds den generaal de Montauban als zijn opvolger. Op verlangen van keizer Maximiliaan is magliging verleend tot het op- riglen eener vereeniging voor de landverhuizing naar Mexico. In het zuiden des lands is de stand der rivieren ten gevolge der aan houdende regens weder zoo aanmerkelijk gerezen, dat men andermaal voor overstroomingen beducht is. De Foi Bretonne van Saint-Brieuc deelt mede, dal kapt. Jacqeren, bevelhebber van het schip Alice, op zijne jongste reis naar Spanje een man in een bootje op zee heeft zien zwalken en, toen hij hem had gered, van hem vernam, dal hij deel had uitgemaakt van een Amerikaanse!) schip, ko mende van Engeland, geladen met steenkolen en bestemd naar New-York. Dat schip was door een ander vaartuig overzeild en in den grond gevaren. Met 6 makkers had hij in een boot zijn leven gered en hij was alleen over geschoten, daar de anderen van honger en koude waren bezweken. Sedert 3 dagen had hij niets gegegeten. De geredde man bevindt zich thans vol maakt gezond te St. Malo, en wacht lot dat hij naar Hdvre kan vertrekken. Beriglen uit Tunis meldendat in dat regentschap weer ernstige wan ordelijkheden hebben plaats gehad. Eenige Arabische stammen hebben de markten op het eiland Gerby geplunderd. Daar werden zij door de Muzel mannen teruggeslagenmaar toen hebben zij zich op de Israëlitische be volking geworpen en zeer vele wreedheden jegens hen gepleegd. Vjjf dagen en vijf nachten duurde de plundering alles we Pd der Israëlitische bevolking ontnomenzonder dat de autoriteiten haar te hulp kwamen. De consulaire agent van Frankrijk heeft den ongelukkigen eene wijkplaats verleend. PU(J18»ESI. BERLIJN, 16 November. De koning heeft de ralificatiën van het vredestraclaal met zijne liand- teekening bekrachtigd. Bij deze gelegenheid verleende hij den president van den ministerraad de orde van den Zwarten Adelaar en rigtte tot den heer von Bismarck eenige vlerjende woorden wegens de diensten die hij aan het vaderland bewezen heeft. De Staatsanzeiger bevat de statuten betrekkelijk eene in overeenstem ming met den keizer van Oostenrijk ingestelde medaille voor officieren soldaten en militaire ambtenaren, die van 1 February tot 2 Augustus over de zuidelijke grens van Rolstein gelrokken zijn of tot de smaldeelen in de Oost- of Noordzee behoord hebben. De Ooslenrijksche troepen zullen, naar men verneemt, met uitzonde ring van twee voorleopig nog in de hertogdommen achterblijvende brigades, eerstdaags den lerugmarsch van daar aanvangen. Hun doortogt te Berlijn wordt reeds in de volgende week te gemoet gezien, terwijl de aankomst der huiswaarts koerende Pruissische troepen eerst tegen het einde van No vember of het begin van December verwacht wordt. Uit Kopenhagen meldt men dat de regering in het eind van deze of het begin van de volgende week een nieuw voorstel tol herziening der con stitutie indienen zal, nadat vooraf beslist zal zijn omtrent het voorstel tot uitsluiting der Sleeswijksche leden van den rijksdag.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1864 | | pagina 2