LEÏDSCHE
COURANT.
N°.
VRIJDAG 16 SEPTEMBER.
1864»
De Courant wordt MaandagWoensdag en,
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit Zalurdag avond.
A
h.
De prijs der Courant is f 3.per vierendeel
jaars. Afzonderlijke nommers zijn tegen 10
Cents verkrijgbaar.
BINNËNLANDSCHE BERIfiTKN
LEYDEN. 15 September.
In de zitting van den gemeenteraad van heden zijn tol leden der gezond
heids-commissie benoemd de hit. dr. C. W. tl. van Kaathoven en J. Schel-
tema, leden van den gemeenteraad, dr. II. Lührmann en II. A. Reichc,
leden der plaatse!, commissie van geneeskundig toevoorzigt, dr. J. D. Frenay,
geneeskundige, mr. H. A. Neeb, regtsgeleerdedr. D. de Loos, scheikun
dige, dr. C. J. E. Brutel de la Rivière, natuurkundige, en P. G. lloulhuy-
sen, bouwkundige. Tol regeulesse van liet H. G. of arme wees- en kin
derhuis is benoemd mevr. Lezwyngeb. Suringar. Met algcmecne stem
men werden goedgekeurd de voordragt tot het aanstellen van nog ecu hulp
onderwijzer aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs
der lste kl.voor jongens, en die betreffende de rigting van de verbindings
lijn tusschen de haven van Scheveningen met bet buitenland. Rij de laatst
genoemde voordragt werd voorgesteld een adres bij den minister van binnen-
landschc zaken in te dienen, waarbij in liet belang der gemeente, en niet
minder in dat van de geheelc Rijnstreek, aangedrongen wordt om de be
doelde, verbinding te doen plaats hebben door een spoorweg Leyden-Woer-
den Re conclusiën der rapporten van burg. en wetli. en van de commissie
van financiën, betreffende de dispositie van gedep. staten omtrent het in be
leening of prolongatie geven van gelden uit de gemeentekas, strekkende om
in de uitspraak van gedep. staten te berustenwerden met 12 tegen 6 stemmen
aangenomen. Omtrent het request van D. A. Schreden, om subsidie uit
de gemeentekas, ten behoeve van den schouwburg, werd met 16 tegen 2
stemmen gunstig beschikt; eenc som van 1500 zal daartoe op dc bcgrooling
worden uitgetrokken maar levens zullen requestranten uilgenoodigd worden
in overleg te treden met burg. en weth., omtrent het aandeel in het toczigl,
dat dientengevolge aan de gemeente zal toekomen. De aan de orde gestelde
rekeningen werden goedgekeurd.
De hoogleeraar T. Roorda opende gisteren de lessen aan de rijks
instelling van onderwijs in de Indische taal-, land- en volkenkunde met
eene openbare les, waarin hjj sprak over het voorname doel, dat hij zich
met het door hem te geven onderwijs in de Javaansche taal voorstelde en
de wijze, waarop hij zou trachten dat doel te bereiken. De opening werd
door een groot getal belangstellenden bijgewoond. Naar wij vernemen, zal
bet door den hooglceraar gesprokene eerstdaags in druk worden uitgegeven.
Sedert onze iaalste opgave is het munt- en penningkabinet onzer hooge-
school onder anderen vermeerderd geworden:
Door den heer A. Durand te Lancy bij Genève, (schrijver-van een werk
over de medailles ter eere van numismatieiin den uitgebreidsten zin geno
men, dus ook van munt- en medaillegraveurs, muntbeambtenenz., een
werk dat op hel punt is om het licht te zien,) met twee medailles van zeer
groole zeldzaamheid, in de jaren 1795 en 1796 in Engeland geslagen Ier
eere van den numistr.alictis D. AIvcs Rebello; met een zeer groot en fraai
bronzen medaillon, vervaardigd door Ungues Bovyvoorstellende de beeldtenis
van zijnen oom den zoo bijzonder bekwamen Zwilserschen medailleur Antoine
Bovy, eindelijk, ten behoeve van hel Album, met portretten van koningin
Christina van Zweden, die de numismatiek beoefende en hare studie bijzon
der aanmoedigde; van Goethe, die eene belangrijke medailleverzameling be
zat, nog te Weimar voorhanden, van den staatsman A. Thiers te Parijs,
die de medailles van groote mannen verzamelt; eindelijk van den Russischeu
generaal de Bartholomaei te Tifiis, een beroemd schrijver over Oostersche
numismatiek.
Van den staatsraad baron de Koehne te St. Petersburg ontving het kabi
net de portretten van den generaal von Prokesch-OstenOostcnrijkschen in
ternuntius te Konstantinopeleen man doorkneed in de oud-Gricksche nu
mismatiek, alsmede van den graaf de Ccuvry, numismatiens te Coblentz.
Van den heer P. U. Lcupen, gepens'' majoor der mariniers, verschillende
munten van Zweden, het prinsdom Orange, Spanje (zoo voor de geheele
monarchie als voor Kaslilie, Leon, Arragon, enz.) dc Republiek Venetië,
de Republiek Griekenland (onder Capo d'Istrias); afgekeurde, geheel nieu
we, duiten van Indie iïederl. (sic) van 1836, met het wapenschild van
Soerabaya (de zwaan); verder van Macassar of Bougie, met het Mahome-
daansche jaartal 1250; Marokko en Suriname. Deze munten waren groo-
tendeels te Mahon op het eiland Minorca verzameld geworden.
Van jhr. mr. de Paul du Chastel, gezant der Nederlanden te Rome, drie bron
zen Romeinsche dusgenaamde Consulaire munten van Cnaetis Piso, P. Lici-
nius Stoio en M. Salvius Otlio, verder van M. Agrippa, alsmede groot
bronzen der keizers Gordianus Pius of III en Philippus, den vader (gere
geerd hebbende tusschen de jaren 238 en 249 na Christus); verder een drie
tal koperen Pauselijke munten uit de 18c eeuw; eindelijk zeven stuks bron
nen medailles in de laatste jaren der regering van Paus Pius IX geslagen
en waarvan dc stempels gegraveerd zijn door de beroemde kunstenaarsVoigt
(een Beijerschman)Giromelti en Bianchi (Italianen). Zij zijn op de vol
gende gebeurtenissen geslagen
1". Op de opening van den spoorweg van Rome naar Civita Vecchia ten
jare 1856. Behalve de voorstelling des Pausen op de vz. ziet men op dc
kz. eene gevleugelde vrouw met een Mercuriusstaf op eene voortspoedende
locomotief gezeten. Achteruit vertoont zich dc St. Pieterskerk. Hel omschrift is:
Providentia P.M. ferrea via Romatn provinciis jungi curavit.
Deze penning vergroot weder het aantal medailles op de daarstelling van
verschillende spoorwegenin het kabinet der hoogcschool aanwezig. Men
tracht die daar zoo volledig mogelijk te bekomen.
2°. Op 's Pausen bezoek aan de provinciën in 1857. Met fraajje groepen
voorzien. Opschrift:
Opt. Pr. Provinciar. Lustratio.
3°. Op 's vorsten benaauwden toestand in 1863. Eenc persoon in antieke
klceding tusschen twee leeuwen staande:
Deus meus noncludat ora leonurn.
4°. Op de opbrengst van den Pieterspenning. De apostel Petrus met nim
bus en sleutels naar de linkerzijde gekeerd gezeten; een voor hem geknielde
persoon biedt hem een schaal met muntstukken gevuld aanterwijl eene
vrouwelijke figuur hem de opgave der gevers aantoont. Hel omschrift is:
Petri inopiam Christiani stipe sustentant.
En in de afsnede
Anti qua pietas renovatur MDCCCLXII.
Tot opheldering van dezen penning kan dienen, hetgeen gelezen wordt
Handelingen III6.
5°. Eene medaille op het 3e eeuwfeest der Trentschc kerkvergadering itt
1863, met wijdloopige opschriften.
6°. Eene medaille op het inwjjdcn van de Porta Pia (leidende naar dc
graven der heilige martelaren aan den Nomcntaanschen weg) verfraaid en
hersteld in 1864. De poort is het werk van den architect Vespignani. Zeer
ondoelmatig is hel opschriftalleen door middel van eene loupe te lezen.
7°. Nog eene kleine medaille met de op Pauselijke penningen meermalen
voorkomende afbeelding van Christus de voeten van Petrus wasschende:
Ego Dominus et magister en Exemplum dedi vobis.
Verder nog twee zeldzame koperen munten te Rome geslagen, tijdens de
republiek van 1797 en 1798. De eene daarvan draagtin plaats van het
pauselijke wapende beeldtenis der heilige maagdde andere die van den
aposlel Petrus.
Van dr. A. llaupt, directeur van het naturaliën-kabinet te Bamberg, door
bemiddeling van prof. Hoffmann alhier, een 55-tal afdrukken in bladtin van meer
of minder zeldzame medailles betrekkelijk belangrijke gebeurtenissen in Bcijc-,
ren, enz., b. v. op het 4de eeuwfeest der Heidelbergsche hoogeschool in 1786;
op het stichten der Beijersche akademie vau wetenschappenop de vereeni-
ging van Frankenland met Beijeren in 1802; op de invoering der Beijersche
constitutie in 1818; op de opening der eerste wetgevende kamers van Beije
ren in 1819; op de 25-jarige regering van koning Maximiliaan Joseph in 1824,-
op diens dood in 1825; op de oprigting van een gedenkleeken tol zijne na
gedachtenis in 1828; op het 3de eeuwfeest der Augsbttrgsche confessie in
1830; op de inwijding der eerste evangelische kerk te Munchcn in 1833; op
de muntvereeniging der Z. Duitschc staten in 1837op de opening van het
kanaal dal den Donau met den Rijn verbindt in 1845; op de voorzijde van
dezen penning (die eenen arbeid vereeuwigtdoor Karei den Grooten ver
geefs ondernomen) ziet men de afbeelding van Bamberg met dc sluis aldaar
en op de keerzijde die van Keliheimmede met de sluis te dier stede; enz.
enz. Van medailles op groote mannen, met hunne beeldtenis, bevat de ver
zameling: die op het 50 jarigin 1859 gevierd, jubilé van den Wurzburgschcn
hoogleeraar in de scheikunde G. Piekeldie ter eere van den beroemden
Schönleinhooglceraar in de geneeskundeenz.; eindelijk een aantal konink
lijke, akademische en andere prijs-mcdailles. Vermeldenswaardig is ook een
fraajje gedenkpenning op het 50-jarig huwelijk der echtgenooten Satller,
dragende op de voorzijde hunne vereenigdc beeldtenissen en op de keerzijde
de afbeelding van hun slot Mail)berg.
Van den heer H.D. M. Steur te Maassluis andermaal: een drietal pennin
gen; verder munten van Rusland, Frankrijk, Engeland, Nederland, België,
Duilschland (Baden, Pruissen, Hannover, Frankfort), Engelsch- en Ned.-
lndië en de Vereenigde Stalen.
Van den heer J. van der Chijs te Delft eenigc op eenc reisten behoeve des
kabinels, verzamelde zilveren, biljoenen en koperen munten van Frankrijk,
Zwitserland, het Lombardijsch-Venetiaansch koningrijk, het koningrijk Italië,
den Kerkdijken Staat, Beijeren, Pruissen, Nassau en Frankfort.
Voortdurend werden, gelijk blijkt, ook de verzameling van portretten,
zoowel die van oudere als van de tegenwoordig levende numismatiei, verrijkt.