De kamer van vertegenwoordigers is tegen den 31,len dezer bijeenge roepen. Men verwacht dan ophelderingen betreffende den afloop der minis teriele crisis. EsreGLA^D. LONDEN. 22 Mei. In het lagerhuis beeft men de verschijning van lord Palmerstondie thans weder hersteld is, le baat genomen, om hem eenige vragen te doen, betreffende de heffing van oorlogscontributien door de Pruissen in Jutland, in strijd met de bepalingen en den geest der overeenkomst tot regeling van de schorsing der vijandelijkheden. De lord verklaarde in antwoord daarop, dat de voorwaarden dier schorsing duidelijk waren omschrevenen wel in dien zin dat er na ingang van den vastgestelden termijn geene oorlogscon tributien meer mogten worden geheven. Wat nu betrof de vraag, of de heffing van sommige conlributiëndie vóór den bedoelden datum waren uit geschreven, al dan niet voortgang mogl hebben, daarover waren tusschen de heide partijen eenige moeijelijkheden ontslaandoch de onder-secretaris van buitenlandsche zaken had zich aangaande dit punt tot de Pruissische regering gerigt, waarop thans hel antwoord nog werd ingewacht. Vrijdag avond heeft hier van 8 tot II ure een storm gewoed, die even na middernacht op nieuw eenige oogenblikken losbarstte. De storm ging vergezeld van zware donderslagen, waarbij het nu en dan scheen alsof er vijf donderbuijen van verschillende kanten, gelijk men het noemt, tegen elkander inwerkten. Op dit onweder volgde een digte regen. Te Birkenhead en Belfast werden een paar personen door den bliksem getroffen. Ook uit LiverpoolManchester en Birmingham zijn berigten ontvangen waaruit blijkt dat aldaar zware donderbuijen hebben plaats gehad. Nabij Southampton heeft een treurig voorval plaats gegrepen. Terwijl vele liefhebbers van varen, uithoofde van de warmte van den dag, de fris- sche lucht wilden genieten en tot dat einde velej schuitjes op de Itchen ver zameld waren, sloeg plotseling een dier bootjes om, met het ongelukkige gevolg, dat twee heeren en twee dames, ondanks alle pogingen tot redding, daarbij het leven verloren. Drie der verdronkenen waren broeder en zusters; de vierde zoude eerlang met een der meisjes in den echt worden verbonden. Berigten uil New-York van 12 Mei melden, dat het den 5dcn en 6den tusschen de generaals Grant en Lee lot gevechten is gekomen, waarvan de uitslag onzeker was. Den 74™ is Lee in goede orde terug getrokken, door de noordelijken vervolgd wordende. Den 8steD en 9dcn hadden schermutse lingen en den 10dcn een derde veldslag bij Spottsylvania plaats. Den lldcn werd er niet gestreden. Hel verlies der noordelijken aan dooden, ge kwetsten en vermisten wordt op 40,000 man geschat. Ook het laatste ge vecht heeft geen beslissenden uitslag gehad. FRANKRIJK. PARIJS. 22 Mei. De heer von Beust, de zaakgelastigde van den Duitschen bond bij de Londcnsche conferentie, is bij den keizer ten gehoore toegelaten. Hij heeft ook een bezoek bij den heer Drouyn de Luhys afgelegd. Naar men verneemt is de regering lot het besluit gekomen om de vroe ger in Cochinchina veroverde provinciën terug te geven, onder voorwaarde dat genoemd rijk cijnspligtig zal wezen, het protectoraat van Frankrijk erkenne en er bovendien in toestemme dal SaigonMylho en kaap Sl. Jac ques door Fransche troepen voortdurend bezet blijven. De ftloniteur deelt berigten mede uit Algiers van den 19den. De opstan delingen, met 600 man voetvolk en 3000 man ruiterij onder het opperbevel van den Marabout Si-Mohamed-Ben-IIamza hebben een aanval gewaagd op de kolonne van generaal Deligny, die er eerst na een woedend gevecht, dat vier uren aanhield, in geslaagd is den aanval af te slaan. De Marabout had bij den asch zijner vaderen gezworen, dat hij de onzen het verder op rukken beletten zou en de onzen achtten zich niet sterk genoeg hem op hunne beurt in zjjne stelling aan te vallen. Die uilslag beeft een goeden indruk gemaakt. Men mag echter niet ontveinzen, dal op onderscheidene punten van hel gebied oproerige bewegingen hebben plaats gehad en dat de I Muzelmannen onderling in geheime verstandhouding verkeeren. Het gedrag der opstandelingen toont de werking aan van godsdienstige genootschap pen, die ook hun invloed op Algerië uitoefenen. Vele inlandsche hoofden meenden, dat Frankrijk in 1864 in een algemeenen oorlog zou wor den gewikkeld. Zij zijn goed bekend met de gebeurtenissen in Europa, verscheiden hunner ontvangen een Arabisch dagblad, dat te Konstantinopel wordt gedrukt en verslagen bevat van hel verhandelde in de Fransche en Kngelsche kamers. De gouverneur-generaal, de maarschalk Pélissier, is ernstig ziek. Volgens het Journ. des Déb. hebben verscheidene corpsen cavalerie en infanterie bevel ontvangenom zich naar Algerië te begeven. Zij zullen met dat doel onmiddellijk naar Toulon vertrekkenom daar ingescheept te worden. Uit Tunis zijn tijdingen van 13 Mei, inhoudende dat hel Turksch eska der aldaar is aangekomen. De Turksche gevolmagligde had zich met den Franschen consul-generaal en diens amblgenooleu in verbinding gesteld. De opstand duurde voort. Een ltaliaansche drogman was nabij Tunis uitgeplunderd. De opstandelingen hebben Mondouh, sheriff van het stadje Kef, aan hun hoofd gesteld. Deze heeft den bey een ultimatum gesteld, waarop.hij voor 22 Mei moest antwoorden. Bij gelegenheid van den dood van zijn zoon heeft de baron James von Rothschild 12000 fr. aan het algemeen armbestuur toegezonden, met ver zoek om die onder de behoefligen van alle gezindheden uit te deelen. Op de groote hitte der laatste dagen zijn hevige onweders gevolgd. De dagbladen van Bourg zeggen dat de schade, te Saint Rambert door .storm veroorzaakt, op 150,000 fr. en die te Torcien op 240,000 fr. be groot wordt. Volgens berigt uit Bucharest is aldaar eene zamenzweering ontdekt, om het bestuur van vorst Couza omver le werpen. De hoofdleiders zijn gevat. PRUISSEN. BERLIJN 22 Mei. Het officiële blad van Denemarken verklaart, dat de Deensche gevol. 1 magligden de Duitsche voorstellen in de zitting der conferentie op 17 dezer als onaanneembaar, van de hand hebben gewezen. Nabij Rendsburg heeft een zware woudbrand plaats gehad; niet min. der dan 60 bunders opgaand hout zijn door de vlammen verteerd. Fer Telegraaf. BERLIJN, 23 Mei. Eene deputatie van 17 leden bood den koning heden het Arnimsche adres aan, dat van 30,000 onderleekeningen voorzien was Z. M. zeide, dat hij het adres gaarne aannam; dat hij, in vereeniging met zijn doorluchtigen bondgenoot, zorgen zal, dat er volle zekerheid verworven worde dat Sleeswijk-Holstein niet meer door Denemarken zal onderdrukt worden en dat ook hel versloren van den vrede aan de noordelijke grenzen van Duilschland een einde neme. Daarvoor hadden de verbondenen gestreden- dat was wat op de conferentie met volle regt werd verlangd, alhoewel men geheel vrij bleef in het nemen van een besluit, ten gevolge van de houding der Denen. Over de wijze, waarop de Deensche quaestie op te lossen ware wenschte Z. M. zich niet uit te laten, nu de zaak aan de beraadslaging der conferentie was onderworpen. Z. M. gaf evenwel het vertrouwen te kennen dat de gebragte offers vruchten zouden dragenook voor de belangen van het Duitsche vaderland. LONDEN, 23 Mei. Door den heer Layard is aan het parlement medege deeld dat uit eene dépêche van den heer von Bismarck aan den lieer von Bernstorff blijkt, dal na 11 Mei geen belasting aan de ingezetenen van Jut land werd opgelegd; dat, indien zij opgelegd werd, het bedrag daarvan zou worden teruggegeven en dat eveneens voor alle geleverde levensmiddelen betaling zou geschieden. LEIPZIG, 23 Mei. Volgens Russische registers bedraagt het aantal der naar Siberië gedeporteerde Polen 87500. MADRID, 23 Mei. Men verzekert dat de ontbinding van het progressis- lische comité het gevolg is van de onmogelijkheid om Espartero en Olozaga met elkander te verzoenen. LISSABON; 23 Mei. Bij eene heden afgekondigde wet wordt magtiging verleend tot de oprigling eener koloniale bank. BERLIJN, 24 Mei. De Spenersche Zeit. bevat een telegram uit Wecnen van dezen inhoud: »De verklaringen van Engeland en Frankrijk zijn hier ontvangen. Beide mogendheden beschouwen het tractaat van 1852 als niet meer verbindendzjj stemmen toe in de vereeuiging van Holstein met het I van Denemarken afgescheiden zuidelijk gedeelte van Sleeswijk, doch ver- werpen bepaald de personele unie." INGEZONKEN. Mijnheer de Redacteur! Uw «getrouwe geabonneerde" (zie Leydsche Courant van den 18den II.) had volkomen geljjk toen hjj zeide, dal de inzender van het stuk in de j courant van 6 Mei blijkbaar de zaak van het gebouw enz. op de Ruïne is toegedaan. Dit is zoo en ik ben ook daarom uwen geabonneerde ver- pligt, dat hij de redenen zijner niet-ingenomenheid heeft ontvouwd, want I ik en velen met mij die de zaak toegedaan" zijn hebben lot nu te ver geefs gewacht op dë roededeeling van eenige gronden waarom zulk eene on derneming in Leyden óf niet aannemelijk óf niet tol stand te brengen zou wezen. Laat ons zien welke gronden aangevoerd worden. Uw geabonneerde vraagt: welke behoefte is er aan zulk eene onderneming bij hetgeen in Ley den bestaat? welk nut of genot zal zulk eene inrigting" verschaffen? en hij beantwoordt ingewikkeld die vragen in ongunstigen zin, door er op te wij zen, dat in Leyden drie sociëteiten zijn, dat men zich des zomers op Zo- merzorg kan verlustigen «onder de heerlijke toonen" van de muziek der grenadiers, die daarenboven nog soirées musicales geven op de Buitensocieteit, j om niet eens te gewagen van de repetitiën der schullerij-mtiziek 's winters in de Stads-gehoorzaal en van hare zomer-uilvoeringen op het Plantsoen. Wal de sociëteiten aangaat, zou uw geabonneerde, wanneer hij eens na dere informatiën nam, misschien kunnen vernemen, dat menig barer leden met hel «genot", daar te smaken, niet zoo hoog is ingenomen. Drie socië teiten nevens elkander kunnen op den duur niet dan ten halve bestaan. Het natuurlijk gevolg is, dat men, voor sober aenot, belrekkelijkerwijze veel te hooge bijdragen moet betalen. Smelten daarentegen, wat, zoo het plan doorgaat, waarschijnlijk is, de drie socieleilen in de ééiie groote inrigting op de Ruïne le zamendan verkrijgen de leden voor veel billijker prijs veel grooter genot. Is dit niet een regtstreeksch voordeel? en op zich zelf reeds de proefneming waard? Wat moet er dan met de gebouwen gebeuren? vraagt uw geabonneerde. Zullen de daaraan bestede kapitalen niet verloren gaan door den afstand, of misschien de wederafbraakdier gebouweu Wanneer uw geabonneerde, in plaats van zich door denkbeeldige bezwa ren te laten beangstigenslechts had rondgezien naar hetgeen thans le Ley den gebeurt, hij zou die vragen niet gedaan hebben. Elk weet, dat thans in Leyden bepaaldelijk gebrek is aan goede huizen en gebouwen. De koop- en huurprijzen zijn steeds klimmende, en wanneer de inrigting tot opleiding voor lndië hier is, met al haren aanhang en nasleep van docenten, studen ten en familiën die zich voor hunne zonen hier komen vestigen, is het wel te vreezen, dat er geene gebouwen genoeg voor de aanvragers zijn zullen, maar niet dat één enkel goed gebouw ongebruikt zal blijven. Voor de aan staande hoogere burgerschool, gelijk voor de Indische inrigting, zijn ook lokalen noodig en de akademic heeft steeds gebrek aan vertrekken voor het geven van onderwijs. Is dan, terwijl herhaaldelijk zelfs van het bouwen van nieuwe huizen sprake is, de schrik voor «wederafbraak" niet inderdaad eene hersenschim? De sociëteiten daarenboven hebben het in hare eigene keuze, zich niet te ontbinden. Zij kunnen, wanneer de leden dit besluiten, naast de inrigting op de Ruïne blijven bestaan. Wanneer echter de meerderheid besluit de sociëteit op te lossen in de groote inrigting op de Ruïne, heeft men dan niet bel meest overtuigend bewijs, dat die inrigting meer doel treft, meer nut doet en, voor minder geld, meer genot geeft, dan de drie afzonderlijke socieleilen Over de tnuziek kan ik zeer kort zijn. Het genot der grenadiers-mtiziek

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1864 | | pagina 2