seliakeld opvolgende, waarbij men studie en veel tijds behoeftom die ie ontcijferenmaar die ongeschikt is om in een betrekkelijk korten tijd ge verifieerd te worden. Daarom was het regel geworden, dat de telken jare afwisselende Kerkeraads-Commissië»die de rekening voorloopig opnamen, eer dat die aan de gemeente (waarbij doorgaans niemand verscheen) gedaan werd zich alleen bezig hield met het doorbladeren der boeken waardoor men 'niet veel wijzer werd. Er werd hoofdzakelijk gelet op het slot, en wanneer dal voordeelig was, dan was men gerust, vooral met hel oog op dat groote cijfer der IIenten-Ontvangst, dat men voor baten hield in plaats van voor kapitaalverminderingDe Gem.-Comm. was aan dien ouden sleur zoo gewoon, dat de bevoegde Commissien daartoe jaarlijks benoemd, die, hel zü zonder verwijt gezegd, niet altijd daartoe de geschiktheid bezaten, in dien onden sleur werden medegesleeptzoo zelfs, dat er in 1854 vrij wat „ediscutieerd is, eer dat de Gem.-Comm. toegaf aan het verlangen der Ker- keraads-Commissie, om de rekening met de bescheiden stuksgewijze te ver gelijken, en dat ging toen nog zoo gaauw, zoo gaauw! dal wij bijkans geen tijd hadden om onze aanmerkingen op te leekeuen en dal werd ons ook nog ten kwade geduid; althans het werd door de Gem.-Comm. over bodig geacht, omdat er een borderel van rekening door haai* werd over gelegd. VVij hebben destijds die rekening van 1853 ook voor goedgekeurd onderteekend, onder reserve echter, dal wij onze aanmerkingen aan den Kerkeraad zouden mededeelen, hetgeen, zooals wij reeds vroeger zeiden, dan ook door de Commissie in den Kerkeraad van 4 Mei 1854 voor de eerste maal schriftelijk is geschied. De Kerkeraad had, naar aanleiding daarvan, rede nen ooi bedacht te zijn op middelen om voor de belangen der kerkelijke goederen meer naauwlettend te waken. Het mogt hem niet gelukken, om langs den minnelijken weg revisie van hel Reglement te verkrijgen, omdat de Gem.-Comm. hardnekkig bleef weigeren daartoe mede te werken. Wij zijn niet in staal te beoordeelen, welke redenen ieder van de leden des Kerkeraads had, toen het eerst revisie voorgesteld, er op aange- "drongen of later het voorstel daartoe herhaald werd, om met dat besluit in te stemmen, maar er waren er, wij zeiven behoorden onder hun getal, die daarom, omdat het beheer verbetering behoefde, eene herziening van het Reglement noodzakelijk achtten. Er waren er, die oordeelden, dat de gel delijke belangen der gemeente dringend vorderden, dal de autocratische Gem. Comm. aan billijke controle onderworpen werd, even als overal plaats heeft, waar liet Provinciaal-Reglement op de kerkelijke administratie is ,"g23°Tpril 1864. H. ZAALBERG. STADS - II E R I T E Si. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Van LEYDEN, Geiien de adressen van: 1°. -Johannes IIendricds Mathiener, koopman, wo nende alhier, waarbij hij verzoekt, uithoofde van zijn bedrijf, meer dan twee varkens te mogen houden en mesten in zijn pakhuis in de Lange Scheistraat, geteekend Wijk V. N°. 692; h. het buisje in de Lange Scheistraat, Wijk V. N". 688, tot magazijn van brandstoffen te inogen bezigen; 2°. Johannes AntoniüS Jonke. palingverkooper, wonende binnen deze gemeente, om vergunning tot het daarstellen eener rookerij van palingop eene opene plaats achter het perceel in de 2C Haverslraat, geteekend Wijk lil. N°. 185; 3°. Eeltje Wapkes van der Meer, koopman, hinnen deze gemeente woonachtig, houdende verzoek om het huis op de HeerengrachtWijk VII. N». 162, tol magazijn van brandstoffen te mogen inrigten Gelet op het koninklijk besluit van den 31stcn Januarij 1824, rakende vergun ningen ter oprigting van sommige fabrieken en trafieken; alsmede op arl. 303, le alinea, der Algemeenc Policie-verordening, vastgesteld 26 September 1861; Ooen te wetendat tot het hooren der eigenaars en bewoners van de naasthijge- legene en belendende panden, ten opzigte der information de Commodo et Incom- mododoor Burgemeester en Wethouders zal worden gevaceerd op het Raadhuis dezer Gemeente, op Maandag den 2<tfn Mei aanst., des voormiddags ten 11 uur; zullende de belanghebbenden verpligt zijn, hunne bezwaren tegen die ver zoeken op dien tijd in te brengenterwijlbij verzuim daarvanzij gehouden zullen worden zicli tegen de inwilliging niet te hebben verzet. Burgemeester en AVethouders voornoemd Leïden 28 April 1864. D. TIKBOEI, S1EGENREEK, Burgemeester. v. PUTTKAMMEIt, Secretaris. Beschrijving van het patentregt en de personele belasting over het dienstjaar 1864 en 1865. BURGEMEESTER en AVETHOUDERS van LEYDEN doen te weten, naar aan leiding van een ontvangen besluit van den Commissaris des Konings in de provincie Zuidholland van den 18den dezer maand, Provinciaalblad N°. 41, houdende eenige bepalingen ten aanzien der beschrijving van het patentregt over het dienstjaar 1864 on 1865, alsmede naar aanleiding van een gelijk besluit van dezelfde dagteekening Provinciaalblad N". 40betrekkelijk de beschrijving der personele belasting voor het dienstjaar 1864 en 1865; dat op den 2Jcn Mei eerstkomende een aanvang zal worden gemaakt met de be schrijving der patentpligtigenbedoeld bij n°. 37 40 van tabel n°. 14 zijnde de slijters, lappers, kroeg- en koflijhuishouders, waarvoor de declaratoiren aan de huizen zullen worden rondgebragt en na verloop van drie dagenvan wege den ontvanger der directe belastingentegen reen worden afgehaalden wordt ge- melden patentpligtigen herinnerd de bepaling van art. 2 der wet van den 24stcn April 1843 Staatsblad n°. 16), dat zij hun beroep niet mogen uitoefenen dan nadat zij de helft van hunnen aanslag over het dienstjaar 1864 en 1865 hebben voldaan, en nadat het verschuldigde over het voorgaande jaar ten volle zal zijn aangezuiverd, waarvan zal moeten blijken, alvorens de acten van patent aan hen knnnen worden afgegeven; dat zoodra mogelijk hunne aanslagbillelten zul len worden bezorgd, de palcntbladen in gereedheid gebragt, en die dadelijk ter gemeente-secretarie moeten worden afgehaald; dat, met uitzondering der bedrijven, bedoeld bij de tabel n°. 16 der wet van den 22slcn April 1852 Staatsblad n°. 61), houdende wijzigingen en uitbreidingen van de Ordonnantie op het regt van patent, van den 21steu Mei 1819 Staatsblad r,°. 34), de tijd der uitgifte van de door de patentpligtigen in te vullen verklarin gen van aangifte, voor dén jare 1864/65 wordt vastgesteld op den 9to Mei aanst,, en dat de wederinzameling legen regu, door den ontvanger of zijn gemagtigde geteekend, op den achtsten dag na de uitgifte zal geschieden; dat de registers der patentpligtigen uiterlijk op den 31sten Alei aanstaande zullen worden gesloten, en er na dien tijd volstrekt geene verklaringen zullen wor den aangenomen wordende ieder palentpligligc bij deze herinnerd art. 18 der wet op het regt van patent, van den 2Ist™ Mei 1819, inhoudende: »da! zij, die bij het aanbieden Dof bezorgen der verklaringen van aangifte, of ook hij het terughalen van die, nmogten zijn voorbijgegaan, zich niet mogen beroepen op een of ander begaan verzuim, «maar integendeel gehouden zijn om zorg le dragen, dat de bij de wet gevorderde «aangiften, verklaringen en aanvragen, welke ter invulling aan het kantoor van den «ontvanger der directe belastingen," (op de Breêslraat hinnen deze gemeente) «ver- «krijgbaar zijn, door hen in persoon of door hunne gemagtigdenbehoorlijk ingevuld «op den daarbij bepaalden lijd, ter zeiver plaatse moeten worden ingediend:" alsmede aan art. 37 der gemelde wet, houdende: »de «an he! regt van patent «onderhevige personen, welke, na den afloop van den tijd, tot. het doen der aangifte «bepaald, bevonden znllen worden zich niet, of door valsche, onnaauwkeurige of «onvolledige opgave, niet behoorlijk van hunne verpligtingen ten aanzien dier aan- «giflen te hebben gekweten, zullen telken reize, wanneer hun verzuim of over- «treding wordt ontdekt, vervallen in eene boete van niet minder dan 25, en niet «meerder dan 400 gulden dat, met betrekking tot de schippers, schuitenvoerders, enz., in de tabel n». 16 der wet van den 22steQ April 1852, Staatsblad n°. 61), voorkomende, de eige naars, va,te huurders en andere vaste gebruikers van binnenvaartuigen, gehouden zijn, om zich van behoorlijk patent te voorzien; dat, tol de door hen daartoe te doene schriftelijke aangiften zal worden gevaceerd ter secretarie dezer gemeente, van den 2den Mei eerstkomende tot uiterlijk den 16den Mei daaraanvolgende, des voormiddags van 10 tot 1 ure, de Zondagen uitgezonderd, voorzoo verre dat beroep niet in den loop des jaars wordt aangevangen; wordende zij tevens uitgenoodigdom de meetbrieven hun ner vaartuigen, mits niet ouder zijnde dan vijf jareu, mede le brengen, en al die inlichtingen le geven, die van hen, betrekkelijk de vaartuigen, zullen worden gevorderd; terwijl er na den 16dcn Mei voormeld, geene verklaringen meer worden aangenomen, en de gebrekigen, hij ontdekking, zullen incurreren de boete, bepaald bij artikel 37 der wet van den 21sten Mei 1819, hiervoren omschreven; dat voorts alle patentpligtigen, bij tahel n". 7 der wet van den 16dcn Junij 1832 bedoeld, zijnde inlandsche en vreemde kramers, welke met kramen, stallen, tafels enz., hunne waren in herbergen, huizen, kamers of op openbare markten en ker missen uifttallen, mitsgaders de debitanten in loterijbriefjes, en alle handeldrijvende en als kooplieden te heiasten personen, welke hunne waren ter verkoop, hetzij in 'tklein, hetzij in 't groot, te water of te lande met zich voeren, alsmede de onder nemers van openbare vermakelijkheden, in tabel n°. 15 genoemd, voor zoo verre al die patentpligtigen in de algemeene b'-schrijving voor 1864 en 1865 moeten worden begrepen, gehouden zijn, zich gedurende de maand Mei, ter hekoming van hun palent, aan le melden ter secretarie dezer gemeente, des voonriiddags van 10 tot 1 ure, de Zondagen uitgezonderd; zullende er na dien tijd geene aanvragen meer worden aangenomen, behalve van de zoodanigendie hun beroep of bedrijf na dien tijd aanvangen, en alzoo in de bijzondere beschrijvingen worden begrepen, welke gehouden zijn, zich dadelijk hij dien aanvang van patent te voorzien; dat ook op den Mei aanstaande, een aanvang zal worden gemaakt met de beschrijving der belasting op het personeel voor het dienstjaar 1864 en 1865. Zij, welke, bij het bezorgen der bil lettenof ook hij het terughalen daarvan, moglen zijn overgeslagenmogen zichin geen gevalberoepen op zoodanig verzuim, maar zijn integendeel gehouden om de vereischle en behoorlijk ingevulde verklaringen in te dienen ten kantore des ontvangers, alwaar de bi 1 let ten Ier invul ling steeds verkrijgbaar zijn Een ieder is gehouden de le doene aangiften met zijne handtcckening te bekrachtigen. Ingeval iemand betuigt niet te kunnen schrijven, zal de ontvanger of zijn ge- magligde, des gevraagd, de invulling in zijnen naam, en zonder daarvoor eenige betaling te kunnen eischenverrigten, met vermelding der redenen waarom; en zal de aangifte door den ontvanger of zijn gemagtigde, in tegenwoordigheid van een' derden persoon en met en benevens dezeworden geteekendna voorafgaande voorlezing. De belastingschuldigen zullen de door lien in betrekking tot de belasting op het personeel te doene aangiften, in het algemeen, behooren in te leveren in die ge meenten, alwaar de belasting is verschuldigd. Dcnzulken echter, wier belasting-voorwerpen naar de vier eerste grondslagen, alle of gedeeltelijk gelegen zijn of zich bevinden in eene andere gemeente dan die, waarin zij hun verblijf hebben,zal het vrijstaan de aangifte voor allen, nuts alsdan voor elke gemeente afzonderlijk, ter plaatste hunner woning of van hun verblijf te bewerkstelligen. Zoo wanneer paarden der vierde klasse door denzclfden belastingschuldige in verschillende gemeenten worden gehouden, zal hij in elk van deze het aldaar ge houden wordende aantal behooren aan te geven. Eindelijk wordt den Ingezetenen verwittigd, dat tot tegensehatlers voor meerge noemde belasting zijn benoemd de navolgende personen, als: DIRK A'ELS IIEYN, JOHANNES IIOLTZ P1ETER GEORGE HOUTHUYSENJAN van I.1TH MARTINUS STKPHANUS REYST, JOHANNES COllNELIS RUK. En zal deze door aanplakking en door plaatsing in de Leydsclie Courant worden afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd Letden 28 April 1864. D. TIEBOEL SIEGENBEEK, Burgemeester. v. PUTTKAMMER Secretaris. tiurgcrltfikc &Uub. Van SI tot en met 27 April 1864. BEVALLEN: M. J. Smit, geb van Wijk, I). J. P. J. Lateneer, geb. du ChattelD. J C Beun geb ZwartD. E. II. de Ilooy geb. LaucecZ. W. Dorsman geb. KramerZ. J. Kruigeb. Htigentobler, Z. A. de Graaf, geb. Vijlbrief, Z. C. E. Persoon, geb Rosdorf, Z. C. AV. van der Steen geb. Ouwcrkerk D. M. van Weslbroek geb. van Egtnoud D. J. Peeren boom geb. van Hooidonk Z. J. van Houten geb. Wakka D M. Mader, geb. Spanjaert, Z. J. W. Kok, geb. Jong, Z. G. Neuleboontgeb. Dool, D. - J van Weerlee, geb. van Heuse» Z. J. Bekooy. geb. >an der Nat, Z. C. P G. van der Hoevengeb. van Wijk D. M. C. van Niekerk geb. van Velsen D. C. H. van Meieren geb. Heen Z er, D tweel. van Beemen geb. de Haas, D. C. van Veen Z. J. Stevens, geb. van den Berg D. P. Smitgeb. Plug Z. C. Galjaard Z. C. H. van den Bosch geb. Broer van Dijk.Z.H. klein, geb Hiep.D. A. Sira, geb. PiketD. K Keyzer, geb. Noordermeer, I). F. G. Westdijk, geb. Rooy, Z. J.van Dam, geb. Keltenis, D. A. W. van Grasstek, geb Veekman^, Z. GETROUWD: M'. D J. Zublijm. en Jonkvroinve M. van den Bercli van Heemstede, jd. V. Huisman, jm. en S. Spek jd F. II. Klynsman jm. en A. Hoekstra wett. gescheid. J. Buitendijk, jm. en VV. Waardenburg jd. J. van Leeuwen jm. en M. J. Rozierjd. A. Waasdorpwed', en .1. C. Makko jd. H. C Coebergh. jm en A. A. J. van Bree. jd. 11. Zwaan, jm. en M. J. Seyn.jd. OVERLEDEN A. van der Werf, 58j. J. van Mastrigt, geb. Niederbergen, 36 j. C.H.Warners, 64 j. N. G. Lanaenzaal83 j. S. M W. Stokhuy- zen geb. van Benlen 49 j. Hend' Jaca van den Berg38 j. T. Weiscnfeld D.4 j. en 2 m. C. Spierenburg, 38 j. Caih3 de Tombe, 57 j. M. Nieuweu- burg, geb. Wakka, 37j. Catha Joh3 Christ3 Gijsman, 16j. H. J. van Leeu wen L.ruim 7 m. Joh3 Elish Schreuder17 j. H Lambinon, geb Driest, 35 j. E. van der Zeeuw D 3 w. W LalerveerZ.6 j. en bijna 3 m. J. Fioletgeb. van Dalen 46 j. J. van Weerlee, Z.bijna 4 m C. van der Zeeuw Z.ruim 4 m. C. Larrewijn Z., ruim 3 m. LM. J. Kervel2 j. en 10 m. M. C. Weyers, D.bijna 4 w AHADK.ntK-ABMi W*. PROMOTIE AAN DE LKYDSCHK tlOOGESCHOOL. Den 27sten April'dc heer G. T. A. Wnlterbeek Muller, dort. in de genees- en verloskunde, van 's Gravenhagein de heelkunde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1864 | | pagina 3