KONINKLIJKE NEDERLANDS® GROFSMEDERIJ Sempre Crescendo. Neerlaiidsck kolfijhuis, INTRODUCTIE-BAL HET ROZENGALOP, VOORLEZINGEN OVER DE GESCHIEDENIS DER GODSDIENST. BIDSTOND VOOR ISRAEL, BESLOTEN MIDDAGTAFEL, Art. 3. De belasting bedraagt n. Wanneer zij door middel van opcenten op den rijks-accijns wordt ingevorderd 1«. 60 opcenten op de hoofdsom van den rijks-accijns, op het gedistilleerd geheven; 2°. 40 opcenten op de hoofdsom van den rijks-accijns, op de buitenlandsche zoete likeuren, en hetgeen bij art. 2, 1letter b, der wet van den lsteQ Mei 1863 (Staatsblad n°. 47) met deze wordt gelijk gesteld, geheven: 3». 33 opcenten op de hoofdsom van den rijks-accijns, op buitenlandsche reukwa ters, vernissen en andere met alcohol vermengde vloeistoffen, geene dranken zijnde, geheven b. Wanneer zij als eigen middel wordt ingevorderd 1». 21 per vat gedistilleerd 2°. 21 per vat likeurenbitters en andere met alcohol vermengde dranken 3». 21 per vat reukwaters, vernissen en andere met alcohol vermengde vloei stoffen geene dranken zijnde. Bij meerdere of mindere sterkte, of bij meerdere of mindere hoeveelheid, naar evenredigheid. Bij invoer van gedistilleerd, likeuren of andere met alcohol vermengde dranken en vloeistoffenwordt eene flesch of kruikter grootte van ééne kan of meer dan eene halve kan, voor eene geheelc- en flesschen of kruiken, ter grootte van eene halve kan of minder, voor eene halve kan berekend, en flesschen of kruiken van grooteren inhoud dan céne kannaar evenredigheid. Art. 4. De bepaling van den sterktegraad geschiedt, zoo bij invoer als bij uit voer, op den voet en de wijze voorgeschreven bij art. 3 der wet van 20Junijl862 (Staatsblad n". 62), in verband met het Koninklijk besluit van 20 April 1863 (Staatsblad ri°. 19). Art. 5. Fabrieken en openbare instellingen van onderwijs, die vrijdom van 'srijksaccijns genieten, genieten gelijken vrijdom van de plaatselijke belasting. Art. 6. Aan distillateurs, handelaren en grossiers, die alleen gedistilleerd inslaan ■waarvan de rijksaccijns is voldaan, kan, onder borgstelling, crediet worden ver leend voor de verschuldigde belasting. Art. 7. Bij het in werking komen dezes, vervallen de bepalingen omtrent de belasting op het gedistilleerd, de likeuren en andere met alcohol vermengde dran ken, vastgesteld bij raadsbesluit van den Augustus 1863, goedgekeurd bij Ko ninklijk besluit van den 3Jen September 1863, n">. 50. Art. 8. De invordering dezer belasting geschiedt volgens de algemeene verorde ning op de invordering der plaatselijke belastingen te Leyden van den 9 Novem ber/24 December 1855, gewijzigd bij de verordening van den 6Jcn Fcbruarij 1862, alsmede volgens de verordening regelende de invordering der plaatselijke belasting op het gedistilleerd te Leyden, van den 6den Augustus 1863, en die van den 21sten Januarij 1864, regelende de invordering der verhoogde belasting. Gedaan te Leyden, ter openbare raadsvergadering van den 21slen Januarij 1864, en gewijzigd in de openbare vergadering van den lSd'" February daaraanvolgende. De Burgemeester, D. TIEBOKL SIEGENBEEK. De Secretaris, v. PUTTKAMMER. Zijnde de heffing dezer belasting goedgekeurd bij Koninklijk besluit van den 29sten February 1864,'n°. 48, waarbij tevens zijn aangehaald de algemeene verordening van 9 November/24 December 1855 (Gem. blad n°. 5), de verordening van 6 Fe bruary 1862, houdende het gewijzigd art. 37 der algemeene verordening (Gem. blad n°. 4), de verordening van 6 Augustus 1863 (Gem. blad n°. 16) en de verordening van 21 Januarij 1864, op de invordering der verhoogde belasting (Gem. blad n". 4). En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 29sleD February 1864. Burgemeester en Wethouders voornoemd D. TIEBOEL SIEGENBEEK, Burgemeester. T. PUTTKAMMER. Secretaris. Dï BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN doen te weten, dat door den Raad dier gemeente, in zijne vergadering van den 21stcn Januarij 1864is vast gesteld de volgende VERORDENING op de invordering der verhoogde belasting van reeds veraccijnsd doch nog niet in verbruik gekomengedistilleerd. Art. 1. Van den voorraad gedistilleerd (likeuren, hitiers en andere met alcohol vermengde dranken, ook reukwaters, vernis en ar.deie inet alcohol vermengde vloei stoffen, geene dranken zijnde, voor zoover deze laatste vloeistoffen eene meerdere sterkte hebben dan in verhouding van vijf kannen zuiveren alcohol op het vat, bij eene warmte van vijftien giaden van den hondcrddeeligen thermometer, daaronder begrepen), welke bij handelaars, neringdoenden of fabriekanten in of van die dran ken op 1 Maart 1864 aanwezig en tot het tegenwoordig bedrag veraccijnsd zal zijn, moet de verhoogde belasting worden bijbetaald, bedragende voor elke honderd kan nen (meerdere of mindere hoeveelheid naar evenredigheid) een gulden twintig cents, de sterkte berekend, bij eene warmte van vijftien graden van den honderddceligen thermometer, op vijftig kannen zuiveren alcohol. Bij meerdere of mindere sterkte wordt naar evenredigheid betaald. Art. 2. Van dien voorraad rnoet door die handelaars, neringdoenden en fabrie kanten, op 1 Maart 1864, vóór negen ure des voormiddags, aan het algemeen kantoor van ontvangst eene schriftelijke aangifte gedaan worden. Van het doen dier aangifte wordt hun een bewijs afgegeven. Art. 3. De ambtenaren der plaatselijke belastingen zijn bevoegd, alle winkels, werk- en bergplaatsen, alsmede de met deze gemeenschap hebbende bebouwde en onbebouwde erven van fabriekantenhandelaars en neringdoenden in gemelde goede ren, te onderzoeken, voor zooverre art. 276 der wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad n°. 85) dit toelaat. Bij het bevinden van ovcmaat, maken zij daarvan een proces-verbaal op, het welk zij den belastingschuldige uitnoodigen te onderteekenen. Bij weigering dier ondcrleekeningwordt dit in het proces-verbaal vermeld. Art. 4. Wanneer dat onderzoek niet binnen de eerste veertien dagen na het in werking komen van het nieuw belastingstelsel heeft plaats gehad, strekt dit tot be wijs, dat met de aangifte genoegen is genomen. Met het einde dier veertien dagen nemen de termijnen tot betaling der belasting in art. 8 opgegeven, een aanvang. Art. 5. Het staat aan de belastingschuldigen vrij, een tweede onderzoek, op kosten van ongelijk, te eischen. Zij moeten zich echter daaromtrent verklaren vóór het vertrek der ambtenarendie in dat geval de noodige maatregelen nemen tot bewaking der plaats waar het onderzoek geschied is. Tot dat tweede onderzoek worden door den Burgemeester andere ambtenaren, van welke ten minste één geëxamineerd rocijer moet zijn, aangewezen. Een derde onderzoek wordt niet toegelaten. Art. 6. Wanneer met de aangifte genoegen genomen is of bij het onderzoek eene mindere hoeveelheid dan de aangegevene gevonden wordt, moet de, bij art. 1 be paalde, verhoogde of de in haar geheel verschuldigde belasting, voor de gansche in de aangifte vermelde hoeveelheidvoldaan worden. Art. 7. Overmaat van minder dan tien ten honderd boven de aangegeven hoe veelheid, heeft alleen bijbetaling der belasting ten gevolge. Overmaat van meer dan tier: ten honderd, wordt als overtreding ter zake van be lastingen beschouwd. Dit een en ander heeft echter niet plaats, voor zooverre door bewijzen van wetti gen inslag wordt aangetoond, dat voor die goederen de met 1 Maart 1864 inge voerde belasting is betaald. Art. 8. Tot bijbetaling der verhoogde belasting worden de volgende termijnen gegeven voor sommen van tien gulden en daar beneden, drie dagen; van tien tot en met vijftig gulden, acht dagen; van vijftig tot en met honderd gulden, veertien dagen; van honderd tot en met vijf honderd gulden eene maand; voor sommen boven de vijf honderd gulden, twee maanden. Zij, aan welke een termijn van twee maanden gegeven wordt, moeten het door hen verschuldigde in twee gelijke maandelijksche deelen afdoen. Art. 9. Wanneer de belastingschuldige in gebreke blijft op den verschijndag aan zijne verpligting te voldoen, verliest hij het genot der hem gegeven termijnen en moet hij de geheele door hem verschuldigde belasting in eens en dadelijk voldoen. De invordering der achterstallige belasting geschiedt volgens de bepalingen der wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad n°. 85). Vastgesteld door den Gemeenteraad van Leyden, in zijne openbare vergadering van den 21slcn Januarij 1864. De Burgemeester, D. TIEBOEL SIEGENBEEK. De Secretaris, v. PUTTKAMMER. Zijnde deze verordening aangehaald bij Koninklijk besluit van den 29"'" February 1864, n» 48. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 29sle" February 1864. Burgemeester en Wethouders voornoemd D. TIEBOEL SIEGENBEEK, Burgemeester, v. PUTTKAMMER, Secretaris. Gehouden Verkooping van onroerende goederen in het Heeren-Logement aan den Burg, Zalnrdag 27 Februarij. Notaris A. J. Rysdouwer, te Soeterwoude. Een IInis en Erve, aan de noordzijde van de Hoogewoerd, VV'ijk lil. N°. 332. Kad. Sect. D. N°. 133. Kooper S. van der Kamp. ƒ2000. Een dito met Tuingrond en Schuurtje, in de Baatstraat, Wijk V. N". 561, Kad. Sect. B. N°. 861. Kooper J. van der Tas. 790. De overige percelen zijn niet verkocht. Burgerlijke Stanb. ONDERTROUWD: A. J. ifiek jm. 24j. en V. Dwinger, jd. 22 j. D. Zaal berg, jm. 35 j. en C. lloogendoorn jd. 27 j. G. van de Venjm. 31 j. en E. M. H. Stoelcndraijer, jd. 33 j ADYERTENTIEN. Elfde Voorlezing, op Donderdag 3 Maart, des avonds te 8 ure, in de Remonstrantsche Kerk. Spreker: de Heer W. SCHEFFER. OnderwerpHet Christendom in de achttiende eeuw. Men wordt verzocht zijn toegangkaarl aan den ingang te vertoorien. In de ZAAL, Noordeinde, Wijk I. N°. 29, Op Vrijdag 4 dtlaart ±S6<faronds ten ure. Spreker: IIs. A. BUITENDIJK, van Harderwijk. TE LEIBIKK. Jaarljjksche Algemeene Vergadering van Deelhebbers op Vrjjdag 11 Maart 1864, des namiddags te half tweein de Fabriek. De Balans ligt aldaar ter kennisneming van den 25,,,!,, February, op werkdagen van 10 lot 3 uur. voor hoogstens tien HH. Studentenwordt aangeboden in een toehuis, bü fatsoenlijke lieden. Adres franco onder Letter R. bjj den Boekhandelaar S. C. van DOESBURG!!, alhier. te geven ten behoeve der ALGEMEENE ARMEN, Dlngsdag den 8slcn Maart a. s. op ZOJIERZORG. A. L. van CATTENBURCH, Comm. Secretaris. NB. Plaatsen kunnen besproken worden op Maandag en Dingsdag 7 en 8 Maart, by de 1111. SCIIREUDER en van BAAK, Muziekhande laren legen betaling van tien centen extra per plaats aldaar zul len ook Toegangkaarten verkrijgbaar zijn a ƒ1.50. HAAR LEMMER ST R A A T. Op Zaturdag den 3'Jc° Maart 1864 om prijzen, welke aan de Dames zullen worden uitgereikt. Zonder introductie is de Entree 25 Cents. Hecren die met hunne Dames verlangen deel le nemen, kunnen Kaarten bekomen aan bovengenoemd Koflijhuis. Aanvang des avonds icn^D ure. G. A. J. TETHOFF.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1864 | | pagina 3