Per Telegraaf. ITALIË. Een Duitsch blad (de Köln. Zeit.) deelt den hoofdzakelijken inhoud mede van een schrijven van den Paus aan den keizer van Rusland, ten behoeve der Polen, als belijders der r. k. godsdienst. Genoemd blad doet daarbij o. a. uitkomen dal in de laatste 20 jaren twee millioen gemengde huwelij ken tusschen Polen en Russen zijn gesloten en dat de kinderen daaruit ge boren, volgens eene wet van 1832, in de Grieksche kerk zijn opgenomen. Uil Genua meldt men, dal de roovers den ingenieur Prada, benevens twee zijner onderhoorigenin het bosch van Petacciata nabij Termoli in bet district Larina gevangen hebben genomen en 400,000 lires losgeld eischen. Deze personen waren met den aanlpg van den spoorweg der Adriatischc zee bezig, om welke reden zulk eene buitensporige som voor hunne invrijheid stelling wordt geëischt. De spoorwegmaatschappij is echter niet genegen die som te betalen zoodat men voor de gevangenen het ergste heeft te vreezen. PHDIÜIEN. BERLIJN, 19 Mei. De commissie voor het adres van de kamer van afgevaardigden aan den koning heeft zich verklaard voor het ontwerp van den heer Virchow met bijvoeging van de volgende zinsnede: »de ministers hebben zich onder een onbeduidend voorwendsel aan de discussiën van de kamer onttrokken en hunne verschijning afhankelijk gemaakt van eene voorwaarde, die alleen berekend is om een nieuw punt van geschil over het conslitulionneel regl op te werpen." De Kreuzzeit. Iaat zich over den staat van zaken o. a. aldus uit: «Wij zeiden vroeger, dat tegelijk met het adres, de quaeslie van eene sluiting van de zittingen der tweede kamer op den voorgrond moest komen. Bij den loop, dien de zaken echter inmiddels genomen hebben, mag men vragen of de regering niet wel zou doenzoo zij den tegenwoordigen staat van zaken nog korten tijd liet voortduren, ten einde het land wete, waaraan het zich te houden hebbe." Naar men uil Warschau meldt heeft het revolutionaire bewind bij eene verordening het staatsvermogen »oor onaantastbaar verklaard; aan alle bij zondere personen en ambtenaren verboden aan finantiële operaliën en open bare werken deel te nemen; alle daartoe betrekkelijke beschikkingen der Russische regering reeds bij voorraad voor nietig verklaard, en de buiten- landsche kapitalisten gewaarschuwd. Bij eene andere verordening van het revolutionaire bewind is aan den Parijschen bankier Laski verboden het praesidium der Warschausche bank op zich te nemen. Het comité te Warschau, uitmakende het voorloopig nationaal bewind heeft hekend gemaakt, dat hel een anderen naam heeft aangenomen, name lijk dien van nationaal bestuur. Die verandering van naam heeft echter geene verandering van beginselen ten gevolge. Even als vroeger stelt het bestuur zich ten taak om de onafhankelijkheid van Polen te verzekeren; aan allen zonder onderscheid van gezindte of standdezelfde gelijkheid voor de wet te geven. De berigten uit Polen maken steeds gewag van uitbreiding van den opstand en in sommige gouvernementen neemt hij eene dreigende houding aan. Tol zelfs in het' gouvernement Mohilew, aan de uiterste grens van het voormalige Polen, heeft hij post gevat. De Russ. Inv. deelt mede, dat eene bende opstandelingen onder bevel van zekeren Lodewijk Jopor in den nacht tusschen 7 en 8 Mei de stad Gorki in hel gouvernement Mohilew heeft overrompeld. Na de stadskas en het tuighuis geplunderd, de paarden weg genomen en de leerlingen der inrigting voor middelbaar onderwijs tot deel neming aan den opstand genoopt te hebben, is de bende, ter sterkte van 300 man, uit de stad gelrokken naar den kant van Czausy. In het dis trict Kiew zijn pogingen gedaan om oproer te stichten. De belhamels zijn grondeigenaren van Poolsche afkomst en hunne dienstboden. De opstande lingen trachten de bevolking van het platte land voor zich Ie winnen door te beloven, dal de gronden, die zij bebouwt, haar om niet in eigendom zullen worden afgestaan. Bovengenoemd blad berigt, dat het plan om in de westelijke gouverne menten van het keizerrijk, grenzende aan het koningrijk Polen, eenen landstorm te vormeneven als tijdens den oorlog in de Krim de goedkeu ring van den keizer heeft ontvangen. Een dagblad van Lemberg deelt nog mede, dat in Klein-Rusland aan de overzijde van den Dnieper zich onderscheiden benden opstandelingen ge vormd en naar Polen eene aanvraag om officieren gezonden hebben; als mede dat de opstandelingen in Volhynië de boeren vrij verklaard en hun grondeigendom toegezegd hebben. PARIJS, 21 Mei. La France deelt tijdingen mede uit Vera-Cruz van 22 April. De vice-admiraal Jurien de la Gravière, die zijn kommandement had overgedragen aan den vice-admiraal Bosse en toen naar Brest was ver trokkenis in laatstgenoemde plaats aangekomen, tijdingen van Puebla van 17 Affril medebrengende. Hel blad verzekert dat de Franschen het reduit, op den hoek van de Plaza de Armas, veroverd hebben. Het beleg werd onder de beste voornitzigten voortgezet. De Pays zegt dat de vice-admiraal Jurien de la Gravière de rapporten van generaal Forey medebrengt over het beleg van Puebla. De Franschen hebben verder cenige voordeden behaald en alles deed eenen goeden uitslag voorzien. BEBLIJN, 20 Mei. In de zitting, door de commissie der kamer voor hel budget op gisteren gehouden, zijn de commissarissen van den minister van oorlog en marine, tol groole verwondering der leden, verschenen. De eerste kamer heeft heden eene zitting gehouden. Daarin is het voorstel gedaan, om aan de regering een adres van dankbetuiging wegens hare houding in de Poolsche quacstie te doen toekomen. De heer von Bismarck en de mi nister van oorlog waren in de zitting tegenwoordig, doch zwegen. De de- ballen kenmerkten zich door hevige uitvallen legen de tweede kamer. ALEXANDRIE, 20 Mei. Prins Napoleon heeft aan Ismaël-pacha het grootkruis van het Legioen van Eer overhandigd. BERLIJN 21 Mei. In het huis der afgevaardigden heeft de minister von Bismarck heden eene koninkl ,ke boodschap voorgelezen, wier inhoud op het volgende nederkomt: »Hei huis heeft, ofschoon niet reglslreeks, de han delwijze goedgekeurd van zijnen voorzitter, door wien de grondwettelijke regten van het ministerie geschonden zijn. Zulk een stelling des ministers strookt niet met de waardigheid der kroon. De koning kan aan het hnis slechts den raad geven een einde te maken aan dezen toestand, opdat de te verrigten werkzaamheden geregeld kunnen voortgezel worden." Na deze mededeeling heeft de heer von Bismarck zich verwijderd. De boodschap is in handen der commissie voor het adres gesteld. MADRID, 20 Mei. Hel vonnis, waarbij de protestanten te Grenada tot tuchthuisstraf zijn veroordeeld, is door de koningin gewijzigd in dien zin, dat de veroordeelden uil Spanje gebannen worden voor den tijd dien hunne gevangenschap zou hebben moeten duren. INLEZONDEN. 11 1 1 1 Antwoord op het schrijven van den heer «V. II. Stuffken, voorkomende in n". 51 der Leydsche Courant. Het schrijven van den hoogleeraar StufTkengeplaatst in de Leydsche Courant van 29 April, heeft, ik zal het gulweg bekennen, op mij een'zeer onaangenamen indruk gemaakt. De schrijver zegt daartoe genoopt te zijn geworden door het stuk van mijne hand geplaatst in de L. C. van 17 April jl. Toen ik dal schreef, stelde ik mij wel voor dat ik een antwoord van den heer St. konde krijgen, maar tevens een zaakrijk antwoord, waarin de hoogleeraar zijne zienswijze omtrent een of ander punt zoude toelichten zeer waarschijnlijk van de mijne verschillende. Ik heb getracht den heer St. geen aanstoot te geven en hen mij niet bewust ook maar een enkel on wellevend woord tegen dien heer geuit te hebben. Had ik dan niet het regt van hem gelijke bejegening Ie verwachten? Ik werd, en van daar de on aangename gewaarwording die het stuk op mij maakte, in deze mijne bil lijke verwachting teleur gesteld. De toon van d n hoogleeraar toch is on vriendelijk, meermalen onbeleefd en zelfs grof, daar waar hjj drieslweg, zonder eenig bewijs, beweert, dat ik mij aan onwaarheid heb schuldig ge maakt. En toch, ik zeide in den aanhef van mijn vorig schrijven, dat ik, hoewel niet willende beweren, zoo als anderen, dat ik onpartijdig was, mij strikt aan de waarheid zoude houden. Ik verklaar dat ik mij niet be wust hen, die belofte te hebben geschonden, wat ook de hoogleeraar op hoogen toon daaromtrent anders moge beslissen. Hoewel ik dus reden heb, om door het schrijven van den heer St. gegriefd te zijn, zoude mij dit nooit op nieuw de pen hebben doen opvatten, daar ik een vijand ben van twist geschrijf. Ook zijn de partijen niet gelijk en ben ik op verre na niet te gen den heer St. opgewassen. Het stellen van stukken is mij geheel vreemd en valt mij tamelijk moeijelijk, terwijl de hooggeleerde heer daarentegen eene bijzonder goed versneden pen bezit, waardoor hjj een veelvermogend wapen op mij voor heeft. Doch, na bedaard en ernstig overleg, heb ik be grepen dat ik verpligt ben nogmaalsen zoo ik hoop voor de laatste maal mijne meer eenvoudige woorden Ie stellen tegenover die van den scherpzin- nigen hoogleeraar. Ik zal, mjj voornamelijk aan de hoofdzaken houdende, de beweringen van den heer St. zooveel noodig wederleggen. Doch ik wensch niet te treden op het gebied van gezochte redeneringen en spitsvondige betoogenwaarop de schrijver zich zoo menigmaal beweegt, en met wier behulp hij schijnt te willen aanvullen, wat hem aan kracht en deugdelijk heid van argumenten ontbreekt; veel minder nog wil ik een legen-betoog leveren maar ik wil toch op eenige dier redeneringen wijzen. Zoo doet de heer St. het voorkomen, alsof ik iets zeer ongerijmds zoude verhaald hebben, wanneer hjj vragender wijze zegt: Sedert wanneer is het dan hetzelfde, een wensch te uiten dal iemand die tot eene zekere categorie behoort niet benoemd worde, en te verklaren dat zoo iemand niet mag be noemd worden." Het is zoo, de ware beleekeuis van hel woord wensch" is anders; maar wordt door de uitdrukking nik wensch" of nik verzoek" niet dikwijls op beleefde wijze bedoeld nik wil". De kerkeraad uitte slechts een wensch j maar heeft hij niet geloond dat die wensch met een bevel ge lijk stond, en onverzettelijk op de vervulling van dien zoogenaamden wensch aangedrongen Zoo ook beweert de heer St. dal ik ten onregte gezegd heb. dat de kerkeraad zich vereenigde met het gevoelen zijner commissie, en dal dit niet zoo is. Ik had moeten zeggen dat de kerkeraad verwierp hel accommode- ment, hetwelk zijne gecommitteerden niet aannemelijk achtten; welk een nietig verschil.' Zoo voert hij ook aan dat ik ten onregte zeg dat aan de G-C. door den kerkeraad iets verweten werd daar die slechts eenige feilen had vermeld alsof de wijze, waarop dit geschiedde, deze niet lot bepaalde verwijten maakte! Ik verklaar ronduit dat ik de waarde van deze en andere spitsvondigheden niet besef. Het doet mij leed dat ik, alvorens lot de hoofdzaken over te gaan, nog iets moet zeggen naar aanleiding van eenige persoonlijk legen mij gerigle zinsneden, waarin de lieer St. mjj verwijl, of wel als feit vermeldt: 1°. dal ik inconsequent ben; 2®. dat ik, die zoo zeer op volledigheid zeg prijs te stellen, iets belang rijks verzwegen heb; 3®. dat ik onwaarheid, als waarheid heb voorgesteld. 1®. De heer St. vindt het opmerkenswaardig onder de onderteekenaars van het protest (van 1855) mannen te vinden zoo als de hh. Beima en Schel- tema, die den 9 Aug. 1861 verklaarden zich te rcfereeren aan den inhoud van den brief, door de G C. aan den KR. toegezonden, in welken datzelfde wal zij toen geoorloofd rekenden, verklaard werd in strijd te zijn met alle denkbeeld van orde en regt en met het alom erkende gezag van den sonve- rein ten aanzien der kerk." Wanneer ik zeg dat de schrijver in zijn antwoord langdradig, spilsvondig enz. is, en niets bewijstdan noem ik dit een verwijtzal dan de heer St. zeggenneenliet is geen verwijt, maar de vermelding van een feit? Vervolg in het Hij voegsel K ESS Si ft SSSSJ WR. Tc Leyden is tot pred. bij de geref. gemeente onder het kruis beroepen d». A. van den Oever, van 's Gravenhage, die dit beroep heeft aangenomen. D®. H. van Leeuwen, pred. bij de Christ, afgescheiden gemeente te Wer kendam, heeft een beroep aangenomen naar de geref. gemeente te Grand Rapids, in den staat Michigan (Noord-Amerika).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1863 | | pagina 3