Ttceede Hamer- der Staten-Generaal
Zitting van Woensdag 20 Mei.
In deze zitting heeft de interpellatie plaats gehad van den heer Groen
van Prinsterer over de Poolsche aangelegenheden. Die heer gaf zijne be
vreemding te kennen dal het feit der indiening eener nota van de Neder-
landsche regering aan het hof van Petersburg in deze zaak bij de leden
dezer kamer alleen is bekend geworden door middel der dagbladenen zetde
zich alleen te willen blijven bepalen lol het doen der vraag, of dergelijke
nota werkelijk bestond, en, zoo ja, welke daarvan de inhoud was. Het
daarop te ontvangen antwoord zou moeten strekken ter beoordeeling of
men van de ztjde der Nèderlandsche regering te dezen opzigle niet te ver
was gegaan.
De minister van buitenl. zaken gaf den heer Groen van Prinsterer te
kennen, dat op hel oogenblik der aankondiging van deze interpellatie, de
lijd nog niet voor hem gekomen scheen om aan dit onderwerp openbaarheid
te geven. Thans schroomde hij niet, op de gestelde vragen volledig te ant
woorden hij schetste daarop den toestand van Polen gaf op welke de
oorzaak was van den slaat van onrust waarin dat land verkeerde, en toonde
aan hoe wenschelijk hel was de reden daarvoor weg te nemen. Ten einde
tol een anderen toestand Ie geraken, had de Nederlandsclie regering geen
hezwaar gemaakt om, op verzoek van Engeland en Frankrijk, eene hoogst
bescheiden nota aan de Russische regering te doen toekomenter aanbeve
ling van het lol van Polen en tol aanprijzing van het scheppen van een
toestand aldaar, die rust en vrede in dat rrjk en in Europa zou bevorderen.
Die nota was den 13den Mei overhandigd aan den minister van buitenlandsche
zaken van Rusland, en door dezen opgenomen met dezelfde courtoisie,
waarmede zij was opgesteld. Den hoofdzakelijke!) inhoud van dal stuk op
gegeven hebbende, zeide hjj bereid te wezen, om, indien men dat verlang
de, hel aan de kamer over te leggen.
De heer Groen van Prinsteier achtte den nu ingeslagen weg verkeerd,
onraadzaam en in de gevolgen welligi voor ons gevaarlijk, hetgeen hij in
hel brecde betoogde, waarbij hij tevens in bijzonderheden naging de wijze
waarop Frankrijk ten opzigle van Polen niet alleen, maar ook met betrek
king tot andere aangelegenheden te werk ging, en de verkeerdheid der han
delingen te dien opzigte ontwikkelde. Uil al het aangevoerde nam hij aan
leiding om deze motie van orde voor te stellen: De kamer, den minister
van buitenl. zaken gehoord, en van oordeel dat op het wcnschelijke in de
tegenwoordige omstandigheden eener volkomen onzijdigheid te weinig gelet
is, gaat over tot de orde van den dag."
Door onderscheidene leden werd vervolgens over deze zaak het woord ge
voerd. De heer Godefroi toonde het wenschelijke aan nader te worden in
gelicht. De hh. de Bieberslein en van Nispen van Sevenaer bestreden het
gevoelen van den heer Groen en keurden de handeling der regering goed,
terwijl de heer van Goltsiein de meening van den heer Groen voorstond.
Door den minister van builenl. zaken werd nader nog aangetoond dat men
door die nota het stelsel van non-interventie niet had verlaten, daar het
alleen gold hel geven van eenen vriendschappelijke!) raad.
Nadat de heer Groen van Prinsterer nog nader zijne meening had uiteen
gezel, werd op voorstel van den voorzitter zonder hoofdelijke stemming be
sloten het aanbod van den minister van builenl. zaken betrekkelijk de over
legging van een afschrift der door hem naar Petersburg gezonden notaaan
te nemendat stuk te doen drukken en ronddeelenen nader den dag te be
palen waarop de beraadslaging over dit onderwerp zou worden voortgezet.
Vervolgens werden met algemecne stemmen aangenomen het wets-onlwerp
lot onteigening van percelen tol verbetering van den toestand van Enschedé,
cn dal lol nadere regeling van het tijdstip, waarop de wet, houdende eene
nieuwe regterlijke inrigting, zal in werking treden, en de beraadslagingen
aangevangen over het wets-ontwerp tot verhooging van hoofdst. VI der be-
grooling van 1863 (pantsering van schepen). Deze zullen in de volgende
vergadering voortgezet worden.
Zitting van Donderdag 21 Mei.
In deze zitting is hel bovengenoemde wets-ontwerp betreffende de pantse
ring van schepen aangenomen met 34 legen 29 stemmen, nadat vooraf met
41 tegen 22 was aangenomen een amendement van den heer üugenholtz om
de som tot aanschaffing vau pantserplaten met 300,000 te verminderen.
De verdere beraadslaging over de interpellatie van den heer Groen van Prin
sterer zal morgen p'aats hebben.
Aan de kamer zijn medegedeeld de stukken betreffende de Poolsche aan
gelegenheden Van den brief door den minister van buitenl. zaken aan den
\ederl gezant te Petersburg gerigl, volgt hier eene vertaling:
's Gravenhage, den 28 April 1863.
Mijn heer de baron. De gebeurtenissen, die thans in Polen plaats grij
pen, hebben gansch Europa getroffen. Verscheidene regeringen, uit vreeze
voor bedenkelijker verwikkelingen, hebben zich tot de regering van Z. M.
keizer Alexander gewend en hebben een beroep gedaan op de grootmoedig
heid en de zncht ten goede, waarvan Z. M. gedurende den geheelen duur
barer regering zulke schitterende blijken heeft gegeven. De regering van
Z. M. den koning der Nederlanden heeft mededeeling erlangd van de nola's,
welke te dien einde overhandigd zijn aan Z. Exc. prins Gortschakoff door
de vertegenwoordigers der ho>en van Frankrijk en van Groot-Rrittanjcen
is overtuigd dat zij lomer en alleen zijn ingegeven door de belangstelling,
welke de bloei der regering van Z. M. keizer Alexander aan iedere bevriende
regering moet inboezemen
De betrekkingen van vriendschap, welke gelukkiglijk steeds bestaan heb
ben tusschen liet kabinet van St. Petersburg en dat van 's Gravenhageleg
gen ons den pligt op. mijnheer de baron, gevolg tc geven aan het aanzoek
der kabinetten van Parijs en van Londenom aan dat van Z. M. den kei
zer de beschouwingen van de Regering der Nederlande bekend te maken
over de smartelijke gebeurtenissen, waarvoor geheel de meuschheid belang
stelling koestert. Wij vermeencn niet beter onze denkwijs ie kunnen bloot
leggen, dan ons met de denkbeelden te verecnigen, welke bij de regering
van Z. M. den keizer der Franschen worden opgewekt door den staal van
zaken in Polen, en, terwijl wij ons gronden op den geest van verzoening
die ons bezielt, vertrouwen wij dat deze slap ten volle zal worden gewaar
deerd door de regering van Z. M keizer Alexander.
Hel kabinet van 's Gravenhage heeft gemeend deze mededeeling niet te
moeten verschuivendie slechts een nieuw bewijs is van de goede betrekkin- i
gen lussrhen de twee hoven. De erkende welwillendheid van Z. M. keizer
Alexander verschaft ons de zekerheid dal deze beschouwingen aan 't kabinet
van Petersburg aangenaam zullen zijn op het oogenblik van hel nemen van
maatregelen, welke Z. M.in hare hooge wijsheid, noodig zal oordeelen om
hel geluk en den voorspoed harer onderdanen te verzekeren.
Gelief, mijnheer de baron, voorlezing van deze depêche te doen aan Z. E.
den prins Gortschakoff cn, des vereischl, er afschrift van te overhandigen. 1
Ontvang enz. (get.) P. van der Maesen de Sombreff
BLITEi\LAi\DSCOE BEPdGTEfl.
BELGIË.
Op de kermis te S'. Job heeft een vreeselijk voorval plaats gehad. De
personen van var. Beveren, orgeldraaijer, en Ërakeniers, koopman in konrj-
nenveilen, beiden door sterken drank opgewonden, geraakten in twist. Bra
keniers sleepte van Beveren in een eenzaam steegje, en bragl hem eensklaps
een hevigen steek met een mes in de borst toe, zoodat hij doodelijk getroffen
neêrviel. Brakeniers wilde zich verwijderen, doch eene vrouw, die van verre
de misdaad gezien had, waarschuwde de politie. Op het oogenblik, dat hij
zon worden gegrepen, stiet hij zich echter het mes iu den buik, zoodal hij
levenloos neèrzeeg. Van Beveren leefde nog slechts eenige oogenblikken.
Tc Wormeldonge, in Luxemburg, is de bliksem geslagen in een huis
met stroodak, hetwelk spoedig in vlam stond. De brand breidde zich tot
de belendende woningen uit, met het ongelukkig gevolg dat er 19in de asch
werden gelegd.
ENGELAN D.
LONDEN, 19 Mei.
De F.ngelsche gezant te Athene heeft eene scherpe nota bjj de voor-
loopige regering van Griekenland ingediend, betreffende de tooneelen van
regeringloosheid, die dagelijks in de hoofdstad voorvallen. Vooral wijst hij
daarin op eene onteerende handeling door soldaten jegens eene Ooslenrijk-
sche vrouw gepleegd, ten gevolge waarvan zij in doodsgevaar verkeerde. De
nationale vergadering heeft haar leedwezen over het gebeurde aan den gezant
te kennen gegeven en de gestrenge bestraffing der schuldigen bevolen. Ook
de Fransche gezant heeft eene nota over hetzelfde onderwerp ingediend,
maar die was in minder scherpe bewoordingen vervat; daarin werd echter
den minister van oorlog toegeetlijkheid voor de uitspattingen der militairen
ten laste gelegd.
Men verzekert dat de staat van zaken Ie Athene zoo ongunstig is, dat
de heer Bourée aan hel bewind heeft kennis gegeven, dal, als het niet spoe
dig beter ging, Frankrijk en Engeland troepen naar Athene zouden zenden.
Men verneemt, dat de regering besloten heeft om het tentoonstellings
gebouw aan te koopen voor een nationaal doel, en wel tot bevordering van
de schoone kunsten en wetenschappen.
»The British Association" zal hare 33s,e vergadering dit jaar houden
in de maand Augustus, te Newcastle upon Tyne. Ten vorigen jare had die
plaats le Cambridge. Niet minder dan 320 der meest bekende geleerden in
verschillende takken van wetenschap van het vasteland zullen uilgenoodigd
worden om deze vergadering bij te wonen. Ten einde deze genoodigden en
de leden regt feestelijk en luisterrijk te ontvangen, worden nu bereids vele
voorbereidselen gemaakt en gecne kosten worden daarvoor gespaard. Ver
schillende commissien zijn ook benoemd om zorg te dragen, dat den leden
en uilgenoodigden hel verblijf te Newcastle zoo aangenaam mogelijk ge
maakt worde.
Door den gemeenteraad van Blackburn is besloten tot het rigteu van
een adres aan den minister Grey, waarbij van de regering eene leening van
70,000 tot lagen interest, verzocht wordt, ten einde den gemeenteraad
in staat le stellen om, door het aanleggen van openbare werken, aan de
nooddruftige handwerkslieden arbeid en brood te verschaffen.
Zaturdag II. heeft de Great Eastern de reis naar Amerika weder aan
genomen met 600 passagiers en eene lading van 2000 tonnen.
FRANKRIJK.
PARIJS, 19 Mei.
De vertrouwelijke rapporten door den generaal Forey gezonden ge
vennaar men verzekert een aanzienlijk hooger cijfer op voor de verliezen,
door de Franschen voor Puebla geleden, dan dit met de door de regering
openbaar gemaakte depêches hel geval is. De strijd moet zeer moorddadig
zijn geweest. Alle forten moesten met de bajonet genomen worden.
In Portugal heeft het gedurende geruimen tijd niet geregend. De vel
den zijn verschroeid en zoo er niet spoedig regen komt, mag een groot deel
van den oogst als verloren worden beschouwd. In alle kerken worden ge
beden om regen gedaan.
De lnd. Beige wil welen dat er sprake is om nog 8000 man met een
divisie-generaal naar Mexico te zenden. Naar de gunstigste berekening zou
den er van de onzen reeds 1100 man buiten gevecht zijn gesteld.
Men heeft overal de officiële afkondigingen, waarbij de heer Devinck,
de tegenstander van den heer Thiers bij de aanstaande verkiezingen wordt
aanbevolen, afgescheurd. Ook aan de andere officiële afkondigingen is men
met groote oneerbiedigheid ten opzigte van de regering le werk gegaan.
In 1'Union leest uien het volgende: De heer Berryer verzoekt ons te
berigten, dal hij na langdurige aarzeling de candidaluur te Marseille aan
neemt, daartoe door den aandrang van keizers van al de partijen genoopt
wordende en zich niet willende verzetten tegen een verlangen, hetwelk het
karakter van eenen volkswensch aanneemt.
Prins Napoleon is met zijne'gemalin den 10den dezer van Alexandria
naar Opper-Egypte vertrokken. Zij zullen niet voor den 15den Julij alhier
terugkeeren.
De Gaceta van Madrid, het officiële blad der Spaansche regeringbe
vat een artikel over de wegens bijbelverspreiding in Spanje veroordeelde
personen, heiwelk weinig hoop geeft op eene verschoor.ende behandeling dier
lieden van de zijde der regering. Volgens dat artikel zijn het lieden zon
der geloof of geweien, atheïsten en revolutionairen, die den protestant
spelen om het door de Engelsche bijhei- en zendelinggenootschappen uitge
loofde geld te verdienen en alzoo in luiheid te kunnen leven. Geld- en
eerzucht zijn, volgens dat blad, de ware drijfveer, waardoor die ongelukki
ge!) zijn bewogen om zich als werktuigen te laten gebruiken door de vijan
den van Spanje's eenheid in het katholijke geloof, die gelukkig zoo wel
is gevestigd.