LEYDSCKE (01 RAAT. 1863- iV', 46. VRIJDAG 17 APRIL. De Courant tvordt MaandagIFoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag avond. De prijs der Courant is ƒ3.per vierendeel jaars. Afzonderlijke nomrners zijn tegen 10 Cents verkrijgbaar. Van het Register op de Handelingen van den gemeenteraad %ijn vel J en 2 a JO Cis per vel, verkrijgbaar. Bij deze Courant behoort een BIJVOEGSEL. B1NNENLANDSCHK BERIGTEN LEYDEN 16 April. In de zitling van den gemeenteraad van lieden zijn benoemd: tot 2den onderwijzer in de wiskunde aan het stedelijk gymnasium, de heer J. van Loghem alhier, en tot 2Jc° hulponderwijzer aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs, le klasse, voor jongens, de heer W. J. Bonten, liet voorstel van burgemeester en wethouders, in zake het pension neren van gemeente ambtenarenwaarover in de vorige vergadering de stemmen hadden gestaakt, werd thans verworpen met 12 tegen 11 stemmen, en daarop het voorstel van de commissie van finanliën, om de ambtenaren te verpligten tot het bijdragen in een pensioenfonds, met 13 tegen 10 stemmen aangenomen. Zij die tegen het laatstgenoemde voorstel stemdengaven daardoor te kennen, dat zij het bijdragen der ambtenaren niet verpligtend maar facultatief wilden stellen. De voordragt lot demping van de sloot ter zijde van hel Minnebroerspad werd goedgekeurd en daarentegen die omtrent de verlichting van den weg buiten de Witlcpoort verworpen. Omtrent het adres van jhr. W. I. C. Rammelman Elsevier, belast met het opmaken van een register der charters enz.om continuatie in zijne betrekking werd gunstig besloten. Door eenige leden werd tevens de wensch geuit dat men aan dien heer den titel van archivarius mogt toekennen. Gisteren werd in de stads-gehoorzaal de tweede bijeenkomst van de plaaiselijke commissie lot oprigling van een gedenkteeken voor November 1813 enz. gehouden. Nadat de vergadering geopend was en de notulen van hel in de voiige bijeenkomst verhandelde waren gelezen en goedgekeurd, kwam ter tafel het ontwerp van een aan Z. K. B. prins Frederik te rig- ten schrijven, hetwelk hierop nederkomt: dat de commissie zich geconsti tueerd heeft; dat zij het denkbeeld om de heugelijke gebeurtenis van 1813 te herdenken toejuicht en met vreugde Z. K. U. prins Frederik aan het hoofd dier nationale zaak geplaatst ziet; maar dat er in haren boezem, gelijk in dien van andere plaatselijke commissientegen de zamenstelling der hoofd commissie bedenkingen gerezen zijn, zoodat zij niet kan nalaten den wensch te uiten, dat die zamenstelling tijdig eene voegzame wijziging ondergaan mag. Met enkele geringe wijzigingen werd de onlwerp-missive vastgesteld en de vergadering daarop gesloten. Men verneemt, dat onder dagteekening van 14 dezer Z. K. 11. prins Frederik der Nederlanden als voorzitter der hoofdcommissie tol oprigling van een nationaal gedenkteeken voor November 1813 enz., de volgende cir culaire heeft gerigt aan de plaatselijke commissien: De heeren leden der hoofd-commissie hebben mij in hare vergadering van heden als hunnen wensch voorgedragen en door haar is vervolgens vormelijk besloten om, overeenkomstig mijn denkbeeld, de heerendie door de plaatse lijke commissie van Amsterdam en Rotterdam en door die der provinciale hoofdsteden bij de hoofd commissie zullen worden afgevaardigdals mede leden aan le nemen. »Ten einde voorts, nu de geest der natie zich voor onze zaak heeft ver klaard, mede ie gemoet te komen aan het gevoelen van hen, die aan de hoofd commissie zouden wenschen verbonden le zien de namen der histori sche personen, die van Nederlands herboren onafhankelijkheid de eerste grondleggers waren, is op voorstel van den heer J. Kooy besloten om op zoodanige wijze als door mij het voegzaamst zou worden geoordeeld, de betrekking van eerelid bij de hoofd-commissie, met regt van stemming, van wege de hoofd-commissie op te dragen aan een der nazaten van wijlen Adam Frans baron van der Dnyn van Maasdam, Gijsbert Karei graaf van Hogcn- dorp, Leopold graaf van Limburg Slirum enjhr. mr. Johannes Melchior Kemper. «liet verheugt mij de overbrenger te mogen zijn dezer tijding, die veler wenschen zal bevredigen, maar tevens getuigenis geeft van de zuiver vader landlievende beginselen der hoofd-commissie. Zeer aangenaam zal het mij zijn, wanneer uwe commissie alsnu onver wijld mogt kunnen overgaan tol de benoeming van haren afgevaardigde. Het berigt daarvan wordt door mij met belangstelling te gemoet gezien." Naar men verneemt, zegt het Hbl.zou Z. M dezer dagen bewilli ging hebben verleend lot oprigling alhier eencr algemeene maatschappij voor handel en nijverheid. Volgens een gerucht, zegt de A. C.is in eene dezer dagen gehouden vergadering van burgemeester en wethouders van Amsterdam de vraag overwogen, welke maatregelen en van wege de stad te nemen zouden zijn, om het ontbrekend kapitaal der Amsterdamsche kanaalleening aan te vullen. Door het bestuur van den centralen spoorweg is vergunning gevraagd voor den aanleg van een spoorweg van Amsterdam langs Naarden of Weesp sluitende aan den weg van Utrecht naar Zwolle. Te Oude Tonge heeft men Maandag avond omstreeks 8 ure een prach tig natuurverschijnsel waargenomen. Een vuurbolminstens tweemaal groo- ter en helderder dan Venus in haren schoonsten glans, en overigens niet ongelijk aan eene zoogenoemde vallende ster, bewoog zich in eene rigting van het N. O. naar het Z. W., beginnende ongeveer op 30 gr. boven den horizon, op eenigen afstand van Herculesdwars door de Draak loopende, lot omstreeks 15 gr. voorbij de ster Kochab van de Kleine Beer, alwaar hij verdween. De lichtende staart, die men gewoonljjk bij de vallende ster ren ziet, vertoonde zich ook hier, maar oneindig helderder en prachtiger; hij bleef, nadat de vuurbol reeds lang verdwenen was, zeer helder aan den hemel in eene regie lijndie in de aangeduide rigting dwars over Ko chab liep. (if. C.) Voor de arrond.-regtbank te Breda stond dezer dagen te regt de heer mr. C. van Baerle, advocaat aldaar, beklaagd van den heer C. Pels Rijken, ontvanger der registratie aldaar, ten zijnen burele op den 21s,en Febr. jl. met woorden le hebben beleedigd, tijdens die heer in de uitoefening zijner funcliën was. Vier getuigen a charge en drie a décharge werden gehoord. Het O. M.waargenomen door den heer mr. Dittlinger, requireerde veroor deeling jn eene geldboete van niet minder dan acht en niet meer dan hon derd gulden. De regtbank zal in de volgende week uitspraak doen. Uit de bij het dep. van koloniën ontvangen berigten uit Suriname, van 20 Maart, blijkt, dat rust en orde allerwege heerschen. Weder is een der wegloopers van de plantaadje Rac a Rac van uit het kamp achter die plantaadje teruggekeerd. De slaven schijnen ordelijker te worden naar mate het oogenblik hunner vrijmaking nadert. De ziekte onder de zee- en land- niagt is van geen ernstigen aard. Blijkens het voorloopig verslag omtrent het wets-ontwerp tot defini tive vaststelling van het IXde hoofdst. (koloniën) der staatsbegrooting voor 1863, hebben in de afdeelingen der tweede kamer enkele leden zich be klaagd over de late indiening van dit voorstel. Een groot aantal leden meenden, dat de nieuw opgetreden minister bij deze gelegenheid een pro gramma zijner regeringsbeginselen had moeten geven. Een niet minder groot aantal leden echter verzette zich tegen het denkbeeld, om van den minister een bepaald programma van regeringsbeginselen le vragen. Zulk een pro gramma was bij vroegere dergelijke gelegenheden noch gegeven noch ver langd. Het kon niets anders zijn dan eene verklaring, vervat in algemeene bewoordingen, die juist daardoor aanleiding moest geven tol misverstand en tol strijdniet over de zaken maar over woorden ja die zelfs in de hand van politieke tegenstanders een middel worden kon, om voor hem, van wien ze afkomstig was, een valstrik le leggen. De zienswijze van den nieuw opgetreden minister over de hoofdpunten van koloniaal beheer was overigens genoegzaam bekend. Wilde men vragen stellen, dan moest dit bepaalde punten betreffen en zich niet in algemeenheden verliezen. De verdere in houd van het verslag loopt over een groot aantal punten van koloniaal be heer, zoowel wal de cultures als de administratie betreft. 's GRAVEN HAGE, 16 April. Tot kanlonregler te Winschoten is benoemd de heer mr. E. Koning, thans griffier bij het kanlongeregt aldaar. Z. M. heeft goedgevonden te bepalen dat de 2dc luit. A. II Benjamins, van het 2de reg. vesting-artillerie, zal worden gedetacheerd bij de landmagt in Wesl-lndië. De toebereidselen voor het bal, den 28slen dezer door Z. K. II. den prins van Oranje in zijn paleis te gevenworden met ijver voortgezet. Een aantal kisten met zijden gaas uil Frankrijk is reeds aangekomen. Naar de teekeningen le oordeeler. zal het geheel vorige partijen nog verre in pacht overtreffen. Dezer dagen zijn voor rekening van Z. K. 11. prins Frederik aange kocht de gronden der woningen in de Casuariestraa!die onlangs door brand verwoest zijn. Ter aanvulling van een vroeger berigt wordt hier vermeld, dal van de in November 1813 naar Woerden uitgetrokken Oranje-gardes, behalve de twee vermelden, nog in leven zijn de hh. A. 11. Bakhttyzen, onderofficier, 71 jaar, A. J. Donswijk, 76 jaar, J. Danner en J. Duynslee, 80 jaar. Eerstgenoemde fungeerde als ordonnans bij de toen plaats gehad hebbende schriftelijke onderhandelingen lusschen den bevelvoerenden generaal der nog aanwezig zijnde Fransche bezettingaan de eene, en den generaal Leop. van Limburg Slirum eu den kolonel Tullingh, kommandant der Haagsche Oranje- gardes, aan de andere zijde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1863 | | pagina 1