IhitrgcvHjftc HOOGHEEMRAADSCHAP VAN RIJNLAND. ISrCiEZOiVDEN. III. Toen het Reglement door de gemeente was aangenomen, werd het door den kerkeraad van den predikstoel, als kracht van wel hebbende, afge kondigd. Daarna rigtte hij zich als orgaan der gemeente tot de gemeente- commissie, en nóodigde haar uit, om, naar aanleiding van arl. 1 der overgangsbepalingenzich de benoeming tot leden der gemeente-commissie te laten welgevallen. De kerkeraad ontving daarop een afwijzend of liever een ontwijkend antwoord, waarbij de gemeente-commissie de handelingen der gemeente in dezen als nietig en van geene waarde verklaarde. Zij beriep zich vooral daarop, dat het Reglement van 1809 in 1820 door den Koning was bekrachtigd en de gemeente daarom hel regt niet had een ander reglement vast te stellen, zonder dal bedoeld koninklijk be sluit was ingetrokken. Het is noodig om den lezer opmerkzaam te maken op deze bewering der gemeente-commissie, omdat zij van den beginne af hierop haar regt grondde. Had de gemeente-commissie waarheid geschreven, dan had zij zeker een verkregen regt, als handelende in naam der gemeente, maar nu zij eene onwaarheid heeft opgedischt en de gemeente heeft in den waan gebragt, dat zij de handhaafster is van het koninklijk gezag, nu heeft zij in ons oog ons vertrouwen verloren. De koning heeft het Reglement van 1809 in 1820 niet bekrachtigd! Z. m.heelt eenvoudig de voortduring van den abnormalen toestand bestendigd, overeenkomstig art. 73 van hel Provinciaal Reglement. De Ned. herv. gemeente te Leiden werd in haar zelfstandig beheer door den Koning gehandhaafd omdat zij geene subsidie van den staat noch van de provincie genoot. Zij mogl haar eigen beheer blijven regelen, zooals zij nuttig en goed oordeelde. Het koninklijk besluit van 8 July 1820, n°. 66, houdt biets anders in. Er is dus geene sprake van goedkeuring van eenig Regle ment. Zoo verre reikte ook de bevoegdheid des Konings niet, krachlens het bovengenoemd Provinciaal Reglement. Inlusschen was de kerkeraad na het ontvangen ontwijkend antwoord van de leden der gemeente-commissie, om zich de benoeming op nieuw te laten welgevallen, genoodzaakt om de stembevoegde mans-ledematen op te roepen lot de verkiezing van leden voor een collegie nolabelen en plaatsvervangers. Dit collegie zaamgesleld zijnde, was een van zijne eerste werkzaamheden om bij de gemeente commissiede vraag door den kerkeraad gedaan, nog eens te herhalen, om zich op nieuw te laten benoemen, doch .met gelijk ongunstig gevolg. Nu moesten notabelen, huns ondanks, wel overgaan om andere gemeente-leden te benoemen, waardoor de nieuwe gemeente-commissie lot stand kwam; waarvan aan de gemeente op de gewone wijze werd kennis gegeven, en waarbij te gelijkertijd de vorige gemeente-commissie werd ontslagen. Onzen lezer zal het nu wel duidelijk zijn, dat al hetgeen verrigt is, op eene wettige wijze heeft plaats gegrepen, en dat dit alles een gevolg was van de halsstarrigheid der ontslagene gemeente commissie, wier leden het non possumus in hun wapen voeren, en die toch op den huidigen dag zich voordoenalsof zij de slagloff'ers zijn van de handelingen des kerkeraads, en de rol spelen eener lijdende onschuld, en dat alleen om het medelijden der gemeente voor zich, en de afkeuring voor de nienwe gemeente-commissie in te roepen; doch hierover later. Vatten wij den draad weer op. Wij hebben ons voorgenomen kort te zijn, en alleen feilen mede te deelen. De nieuwe gemeente commissie besloot in hare eerste vergadering, zooals wij van eene goed onderrigle zijde vernamen, om bij de ontsla gene gemeente-commissie eene laatste poging aan te wenden, om haar, in het belang der orde en rust in de gemeente, te bewegen om zich toch aan het nieuwe Reglement te willen onderwerpen, en door de eerste werd een lid afgevaardigd naar een lid van de laatste om officieu- selijk mede te deelen, dat de leden cler nieuwe gemeentecommissie hun ontslag zullen indienen, wanneer aan hare uitnoodiging werd gevolg gegeven. Ook de derde weigering was hel loon voor zoo veel lankmoe digheid en heuschheid. Wat dunkt u, lezer! kunt gij het verslag, door de ontslagen gemeente commissie op heden rondgedeeld, nu nog eens met belangstelling nalezen? of wordt gij met ons niet diep verontwaardigd over zooveel overmoed tegen zulk eene lijdzaamheidof over zooveel schijn tegenover zulke openhartigheid De nieuwe gemeente-commissie zag zich dus genoodzaakt om afgifte te vragen van het beheer en de fondsen van de ontslagene gemeente commissie. Men bleef zonder antwoord, waarvan het gevolg was dat zij geregtelijk tot de overgave werd geinsinueerdwaaruit thans hel proces geboren is, aanhangig bij de arrondissemenls-regtbank van Leiden, het welk op alle mogelijke wijze door de ontslagene gemeente-commissie wordt gerekt en verwikkeld, welligt met hel doel om, door tijd te win nen, de wettige gemeente-commissie te vermoeijen en inlusschen zich in de gemeente zoo veel mogelijk te rehabiliteeren. Wij mogen de edele poging hier niet verzwijgen, door acht achtens waardige gemeenteleden beproefd, om den loop der procedures te bekor ten, hetgeen voorzeker zeer in het belang der gemeente zijn zou, die bij eenen langdurigen strijd zeer veel heeft te verliezen, om niet te ge wagen van de klimmende spanning die in haren boezem van dag tot dag toeneemt. Die acht gemeente-leden hebben tot tweemalen toe de par tijen uitgenoodigdom de geschillen ten principale, met vermijding van alle exceptiëndoor arbiters of door het provinciaal geregtshof van Zuid holland te doen uitmakendoch bij de toestemming der nieuwe ge meente-commissie bleef de ontslagene gemeente-commissie volstandig weigeren en wees die acht heeren niet zeer beleefd af. In dezen stand van zaken verliep er ruim een jaar. Inlusschen trachtte de ontslagene gemeente-commissie zich, niet zonder beleid, voor de gemeente te reglvaardigenniet door woorden maar door daden van beheer. Hare laktiek was vierderlei: 1°. Zij moest zich werkzaam beloonen door handelingen naar buiten zoo als hel verfraaijen der Pie terskerk, buiten de nieuwe vertimmering, en de kostbare verbetering der begraafplaatsen boven hare finanliëele krachten, opdat de gemeente haren jeugdigen ijver zou roemen en de getuigenis geven, dal zij zich veel moeite gaf, en dat die oude gemeente commissie toch zoo verwer pelijk niet was! 2°. Zij moest door den gemeenteraad als gemeente-commissie van het Ned. herv. kerkgenootschap erkend blijvendaarom vroeg zij aan de amotie van het brandspuitenhuis. De regering echter was hoogst voor- zigtig in haar besluit en niet minder omzigtig in hare beraadslagingen over dat onderwerp. 3". Zij lokte eene erkenning van Z. M. den Koning uit tot aanvaar ding van het legaat van ƒ1000, vermaakt door wijlen Mevrouwe Gael, doch de wettige gemeente-commissie waakte hiertegen. Na mislukking der twee laatste middelen, en het doel door het eerste nog niet verwezenlijkt, nam zij 4°. haar toevlugt tot un coup d'état. Die aan de ontslagene gemeente-commissie beleid en finesse ontzegt, hij doet voorzeker der waarheid te kort. 28 Febr. 1863. Een oud kerkeraadslid. Wordt vervolgd. Men vraagt of het ongerief nog langer moet voortduren om in de kerken slechts twee hoofddeuren bij het uitgaan te doen openenen dan nog slechts door een klein deurtje van de voorportalen uitgang te verleenen. Hel prou- veert al zeer weinig voor het denkbeeld, dal de ontslagene gemeente-commissie zich vormt van de sympathie der gemeente-leden, dal zij hen als in een fuik moet vangen om toch in 's hemels naam wat te geven. Q. Het stuk betreffende de voorstelling in den schouwburg op gisteren avond zal in het volgende nommer geplaatst worden. KEKK.MKIHIH. Tot predikant bij de geref. gemeente onder hel kruis te Leydcn is beroe pen d3. J. de Haan, thans Ie Zwartsluis. ONDERTROUWDF. G. van der Laaken jm. 26 j. en J. B. Velthuisen jd. 31 j. 1. Doziejm. 35 j. en C. van Beek wedc. 36 j. J. J. Flippojm. 22 j. en M. C. Zitman jd. 24 j. J. Voorzaatjm. 23 j. en S. S. van Ees jd. 31 j. Gehouden Verkooping van onroerende goederen in het Heeren-Logemenl aan den Burg, Zalurdag 7 Maart. Notaris Mr. H. Obreen. Een Huis met Tuintje, Achterhuis en Erven, aan het Rapenburg, Wijk I. N°. 247 en 249b, Kad. Sect. F. Nos. 297, 301 en 302. Kooper de heer dr. M. J. de Goeje. ƒ3660. Een Huis en Erf, aan de Hooigracht, Wijk VII. N°. 721. Opgehouden. Vier dito aan de Uiterstegracht, Wijk Vil. Nos. 514, 515, 516 en 516a. Kooper H. Maas. ƒ1346. Drie dito aan de Vesleslraat, Wijk VII. N°®. 267, 267a en 268. Kooper J. Maastricht, ƒ615. Een dito aan de Paradijssteeg, Wijk VI. N». 767a. Kooper J. D. T. Werner, ƒ182. Een dito aan de Prinsesteeg, Wijk V. N°. 872a. Kooper P. Beenakker, ƒ215. Twee dito aan de Vronwekamp, Wijk VI. N03. 1421 en 1422. Kooper J. G. van Charldorp. ƒ412. Een dito aan de Voldersgracht, Wijk V. N°. 568. Kooper P. Mechilse voor G. Mechilse te Leyderdorp. ƒ1191. Een dito aan den Nieuwen Rijn, Wjjk VIII. N». 828. Kooper W. J. Maas. 1740. Notaris Mr. J. L. Klaverwyden. Een huis en Erve. beneden ingerigt tot Pakhuis en hoven tot Bovenwo ning, op het Levendaal, hoek Bulwerkstraat, Wjjk III. N°. 264, Kad. Sect. D. N°. 958. Kooper. P. H. Maandag, ƒ1475. Notaris A. J. Rysdouwer, te Soeterwotide. Een Woonhuis en Erf met Koestal voor 30 koebeesten, Paardenstalliug en grooten Moestuin, in de gemeente Leyderdorp, nabij de Spanjaardsbrug. Opgehouden. Al» VERTENTIENi Leiden, 6 Maart 1863. Heden ontsliep, ten gevolge van verval van krachten, de Heer Mr. HENR1K WILLEM TYDEMAN, Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw, Oud-Hoogleeraar in de Regten, enz. Hij mogt den ouderdom van vier en tachtig en een half jaar bereiken. Zijne nagedachtenis zal bij zijne achtergelaten betrekkingen en bij vele vrienden en voormalige leerlingen in gezegend aandenken blijven. Eenige en algemeene kennisgeving. Heden overleed op 24-jarigen leeftijd lot diepe droefheid van mij en mijne Kinderen, mijn veel geliefde jongste Zoon GERHARD GODFRIED CONRAD. Leyden, 6 Maart 1863. Wed. C. W. BIERHAUS, Costercs. Eenige en algemeene kennisgeving. Onze jongste Lieveling, MARIA I1UBERTA, werd ons heden door den dood ontnomen. Slechts ruim 4 maanden moglen wij ons in haar bezit verheugen. H. van ROMBURGII. Leyden, 8 Maart 1863. C. G. M. van ROMBURGIIvan Trotsenburg. Voor de vele bewijzen van belangstelling bij onze Echlvereeniging ont vangen betuigen wijook namens onze Betrekkingen onzen hartelijken dank. M. P. MEERBURG H.Cz. Leyden, 10 Maart 1863. C. MEERBURG, van Beek. DIJKGRAAF en HOOGHEEMRADEN van RIJNLAND brengen bij deze ter kennissc van de Ingelanden .- Dat de lijsten der stemgeregtigde Ingelanden van het Hoogheemraadschap voor hel jaar 18631864, zoo als die door de Vereenigdc Vergadering zijn vastgesteld, van af den llden dagelijks (behalve des Zondags) van des morgens negen tol twaalf ure, ter inzage zullen liggen op de Gemeenle- Secretariên van de hoofdplaatsen der districten en onder-districtenals ook in de lokalen van de stoomgemaalwerktuigen de Cruquius, de Lynden en de Leeghwater, en op hel Gemeenlandshuis te Leyden. Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rjjnland, Leyden, 6 Maart 1863. 11. C. J. HOOG, Dijkgraaf, W. G de BRUYN KOPS, Secretaris.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1863 | | pagina 3