te Nantes- is algemeen en de kamer van koophandel is vergaderd geweest en heeft besloten, om tegen dusdanige maatregelen te protesteren. De keizer van Annam heeft aan de schout-bij-nacht Bonard de groote Cochin-Chinesche orde geschonken. Gelukkigerwijze behoeft de heer Bonard haar niet te dragen, want zij bestaat uit twee groote olifantstanden en twee groote rhinoceroshoorns. Le Lien deelt mede, dat op den hoek van de straat Astorg en de straat Roquepine, op kosten der stad, een nieuw Protestantsch kerkge bouw zal worden gesticht. Uit Damascus is berigt ontvangen, dat in Syrië algemeen misnoegen heerscbte en de slaat der zaken bedenkelijk was. Er waren Turksche troepen naar den llauran gezonden. De Beduinen en Druscn waren in op stand en weigerden belasting te betalen. Men vreesde dat zij de Moham- medaansche bevolking in hunne oproerige beweging zouden medeslepen. Zij maakten de wegen zuidwaarts onveilig; de uitbetaling der aan de Christe nen door de Porte toegekende schadevergoeding was geschorst. ITALIË. Omtrent de onderneming van Garibaldi zijn geene zekere berigten ontvan gen. Het blijkt echter uil alles, dat hij op Sicilië meer sympathie vindt dan de Italiaansche regering aangenaam is. De te Palermo verschijnende Campana della Gancia laat zich om trent Garibaldi aldus uit: De gedachte om Garibaldi te beleedigen is op zich zelve reeds een misdrijf. Wee dengenedie ook maar een hair van zijn hoofd krenkt. In ons gansche leger is geen enkel soldaat, die een geweer op Garibaldi zou durven lossen. Ware er zulk een aterling, de aarde zou vaneen splijten om hem te verzwelgen. Zoo gij al de 300,000 soldaten van Italië tegen Garibaldi uitzondt, dan zou hij, hij alleen, in zijn roode hemd, hen allen ontwapenen. Garibaldi en hij alleen is de vertegenwoor diger, de verpersoonlijking van het Italiaansche volk. Hij is de Messias, naar wicn wij zoo vele jaren hebben uitgezien; hij is de hoop onzer vade ren, het heil van onzen tijd, hel voorbeeld voor onze kinderen. Het genootschap lot vrijmaking van geheel Italië is op last der rege ring ontbonden. De Italiaansche kamer van afgevaardigden is uiteengegaan om legen het midden der maand September weder bijeen te komen, tenzij de rege ring door buitengewone gebeurtenissen genoopt werd haar eerder op te roepen. PK VISSEN. BERLIJN, 17 Augustus. Eerlang zal op nieuw eene expeditie naar Oost-Azië in zee steken. De korvet Gazelle, welke, met den prins-admiraal Adelbert aan boord, kortelings naar Engeland is vertrokken, keert eerlang naar Dantzig terug, om voor bedoelde expeditie toegerust te worden. Uiterlijk tegen het einde van November zal de korvet de expeditie naar Siam, China en Japan aan vaarden welke ten doel heeft de daar reeds aangeknoopte betrekkingen te versterken en uit te breiden. De Japansche gezanten zijn op den 9dcn te Petersburg aangekomen; niettegenstaande het ongunstige weder was eene groote volksmenigte op de been. Op den llden zouden zij door den keizer in het winterpaleis ten ge- lioore ontvangen worden. Te Warschau heeft op nieuw een aanslag op het leven van den heer Wielopolski plaats gehad. Een lithograaf heeft, terwijl die heer in een open rijtuig zateene poging gedaan om hem met een dolk te wondenzonder hem echter te bereiken. De dolk bleef in het rijtuig vast zitten; men heeft bespeurd dat het wapen was vergiftigd. De dader is op heeler daad gevat door den tweeden zoon van den aangevallene. OOST-INDIE. BATAVIA, 28 Junij. De gouverneur-generaal zet zijne reis op Java voort. Z. Exc. heeft Soerakarta en Djokjokarta bezocht en was den 26slco Junij van laatstge- melde plaats naar Magelang vertrokken. Alhier is voor 22200 ingeschreven ten behoeve der noodlijdenden door den brand te Enschede', welke som aan de Ned. handelmaatschappij is ter hand gesteld. Uit Nederland is magtiging ontvangen tot een uitgaaf van 175,000 tot oprigting van een gebouw voor kunsten en wetenschappenterwijl in afwachting dal het voltooid is, een ander gebouw gehuurd en daarvoor 200 's maands kan besteed worden. Aangaande Banjermassing verneemt men goede berigten. Eerst was tot eene expeditie naar Pasir beslotenom den Sultan te tuchtigen voor de hulp, die hij aan de opstandelingen had verleend, en van hier zou daartoe eene compagnie van het llc bat. infanterie vertrekken. De Sultan is echter in onderwerping gekomen, zoodat, ten gevolge van dezer dagen van Banjer massing ontvangen rapporten, geene expeditie naar Pasir vertrekt. Omtrent de vernieling van ecnige zeeroovers-praauwen op de noord kust van Borneo, door het Sarawaksche stoomschip Rainbowwordt de volgende bijzonderheden medegedeeld. In den morgen van 23 Mei werden uit den top van den mast drie groote praauwen met sampangs op sleeptouw ontwaard, welke alle in de rigting van Kidoerong roeiden. Onmiddellijk ügtte de stoomer zijn anker; doch de praauwen, die, naar men kon zien, volgepropt waren met menschen, roeiden bij zijne nadering met overhaas ting naar den oever. Aan de eerste praauw gelukte het met groote in spanning den wal le bereikennadat zij van den stoomer 2 k 3 volle lagen met schroot had bekomenwelke door haar met lilla- en geweerscho ten werden beantwoord. Daarop wendde de stoomer zich tol de tweede praauw, welke overvaren werd; de derde praauw was intusschen in de magt gekomen van de zich daarop bevindende geroofde personendie meest allen werden geredterwijl van de zeerooversdie zich te water hadden begeven en den oever trachtten te beVeiken alleen die zijn gespaard ge worden welke zich vrijwillig lieten gevangen nemen. Van twee Chinezen, die tusschen Oija en Moeka door de roovers waren gevangen genomen vernam mendat drie andere praauwen toen zij hoorden dat de stoomer Rainbow in de nabijheid wasnaar zee waren geroeid. Op dit berigt stoomde de Rainbow de roovers onmiddellijk achterna en kreeg hen tegen 11 ure op ongeveer 200 mijlen van de kust in het gezigt. Bij de nadering van den stoomer, braglen de roovers hunne praauwen digt bij elkander en openden op ongeveer 200 ellen een hevig vuurdat door den stoomer met zijne 9- en 12-ponders werd beantwoord. Na een gevecht van ongeveer drie kwartier uurs besloot men de praauwendie intusschen van elkander waren gescheiden, door daarover heen le stoomen, te doen zinken. De Rainbow stoomde daartoe een weinig terug, waarop de zeeroovers, den kende dat zij den stoomer geslagen haddenhun vuur verdubbelden en vreugdekreten aanhieven, doch die vreugde was van korten duur, daar de stoomer binnen 10 minuten met volle kracht terugkeerde, de praauwen een voor een beschoot en over haar heenging. Naar men ten naaste bij heeft kunnen berekenenhad elke praauw aan boord 50 zeeroovers en 60 gevan genen. Van de zeeroovers, wier aantal dus ongeveer 240 bedroeg, zijn 21 gevangen genomen en ongeveer 200 omgekomen. Van degeroofden, ten getale van 360, werden ongeveer 160 door de sloepen van den stoomer ge red, terwijl 40 van de eerste praauw ontsnapten en de overigen verdron ken. Van deze laatsten waren eenigen aan handen en voeten gebonden anderen aan elkander gekneveldwaardoor zij weinig kans hadden om zich te redden. Van de 21 gevangen roovers, die allen zijn verhoord en ter dood veroordeeld, zijn te Serawak 13 te gelijk ter dood gebragt; 3 ver klaarden te zijn Spaansche onderdanen en katholiek, terwijl de overigen van de Nederlandsch-Indische bezittingen afkomstig waren, namelijk 3 van Celebes en 1 van Siantan. Deze zijn gespaard gebleven, ten einde aan hunne gouvernementen te worden overgegeven. Van Banjoemas meldt men het volgende: In den morgen van den 28 Mei jl. begaven zich de inlanders Mertodikromo en Mertomengolouil de dessa Pagerpela in het district Karangkohor, naar een bosch om hout te kappen, gevolgd door twee jongens van omtrent 8 en 12 jaren oud, Kemid en Sarta, die daar rietstokken wilden halen en op eenigen afstand achter hen liepen. Ten 9 ure kwamen zij ter bestemder plaatse aan, doch niet lang daarna kwam de oudste der kinderen, Sarta, aanloopenschreeuwende om hulp, daar Kemid door een tijger was aangevallen en weggevoerd. Zij gingen daarop den tijger achterna, doch vonden eerst na lang zoeken het lijk van Kemid midden in het bosch, met wonden overdekt en deerlijk ver minkt. Vruchteloos werd den volgenden dag door de bevolking van Pager pela en omliggende dessa's jagt gemaakt op het ondier, zoodat men in den namiddag terugkeerde, als wanneer echter een hunner, zekere Tromodi- wongso, die het laatst in het bosch was gebleven, werd vermist. Toen deze den volgenden dag nog niet in zijne dessa was teruggekeerd, rees het ver moeden, dat ook hem een ongeluk was overkomen, zoodat op last van het districts-besluur eenige personen naar het bosch werden gezonden om hem le zoeken, waarin men echter slechts in zoover mogt slagen, dat men zijn lijk vondhetwelk blijkbaar door een tijger geheel verscheurd en reeds ge deeltelijk verslonden was. JAPAN. Uit Kanagawa schrijft men van 8 Mei: Een verschrikkelijke brand verwoestte heden nacht dc Japansche stad, voor zooverre die in het afge- Ioopen jaar niet was verbrand. Geen enkel huis van de in 1859/60 gebouwde bestaat nu meer, behalve eenige brandvrije pakhuizen. De brand ontstond in een klein huisje, en vernielde in weinige uren de schoonste porselein-, brons- en lakwinkels, drie zeer groote zijde- en manufactuurwinkels en om streeks 5 a 600 koopmanshuizen. De vlammen sloegen weldra over naar de straat, die het nieuw gebouwde Nederlandsche consulaat van de Japansche stad scheidt en dat gebouw verkeerde in groot gevaar, daar de storm de vlammen derwaarts dreef. De hh. Mees, Frey en anderen, allen Nederlan ders, kwamen terstond onzen consul te hulp, om zijne meubelen en archie ven le redden. Gelukkig draaide de wind een weinig en namen de vlammen dc rigting naar het reeds afgebrande gedeelte der stad. De schade door den brand aangerigt is zeer groot, dewijl eene menigte thee, ruwe zijde en ma nufacturen zijn verbrand. Het is echter te voorziendat het afgebrande ge deelte in weinig tijds weder zal zijn opgebouwd. Aldaar woonden de rijk ste kooplieden en die hebben gewoonlijk een tweede huis te Jedo gereed liggen om te worden opgebouwdzoodra datgene waarin zij wonen mogt verbranden. Ook zijn er te Jedo winkels, waar men gemaakte huizen kan koopen. Deze worden in losse stukken overgebragl en in elkander gezet. De Japansche regering heeft aan den Nedcrl. consul-generaal hel ver langen te kennen gegeven, om voor hare rekening een oorlogschip met stoomvermogen in Nederland le doen bouwen, alsmede om 6 a 8 jongelieden naar Nederland te zendenten einde zich gedurende eenigen tijd praktisch in de scheepsbouwkunde le oefenen. Tot den overvoer van die jongelieden zou van de eerste gelegenheiddat een Nederlandsch schip via Batavia naar Nederland vertrokworden gebruik gemaakt. Naar men verneemt is te Jedo een gebouw opgerigt, waar de talen van al de volken, die met Japan een tractaat hebben gesloten, worden geleerd. Per Telegraaf. TURYN, 18 Augustus. Volgens berigt uit Palermo zou Garibaldi uit Piazza vertrekken. Een invloedrijk persoon heeft een brief geschreven, en hem daarin aangeraden van iedere onderneming af te zien en langs dien weg Sicilië voor een burgeroorlog te behoeden. Garibaldi heeft aan eenige zijner vrienden te Palermo voorstellen gedaan tot oprigting van een comité' van algemeen welzijn. Dit was bepaaldelijk van de hand gewezen. Er heerschte overigens eene volmaakte rust. Volgens later berigt is Garibaldi in de omstreken van Piazza. Ten gevolge van de houding der bevolking verwacht men een vredelievenden afloop van zijne bewegingen. NEW-YORK, 7 Augustus. R.O President Lincoln was tegenwoordig in een gisteren le Washington gehouden vergadering; die van een zeer

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1862 | | pagina 3