«cwakkerd, dat niet slechts in die gemeente 93 woningen werden in deasch j gelegd, maar de brandende brokstukken ook naar bel nabijgelegen dorp j Also-Nyek overvlogenten gevolge waarvan bet vuur ook daar zich mede deelde en 55 woningen vernielde. Sedert geruimen lijd zijn aan bet postkantoor dezer hoofdstad vele klagten gerezen wegens het verloren geraken van brieven, vooral van brie ven met geldswaarde. Met de meeste naauwlettendheid poogde de directie der posterij de zaken na te gaan maar alles scheen te vergeefs te worden beproefd. Eindelijk viel een vermoeden op een der brievenbestellers; er werd onderzoek aan zijne woning gedaan en nu ontdekte men tallooze on geopende brieven. Bij zijne gevangenneming bekende hij, dat bet aantal door hem ontvreemde brieven zoo groot was, dat hem de noodige tijd had ontbroken om ze allen na te zien. Hel getal brieven, waaruit hij de inge sloten bankbilletten enz. zich had loegeeigend, was echter zoo aanzienlijk, dat hij verscheidene vaste goederen had aangekocht. Per Telegraaf. MARSEILLE, 16 April. Volgens bcrigten uit Athene is bet gewone jaar feest der Grieksche omwenteling, in weerwil van alle voorspellingen, overal, behalve in Nauplia, rustig gevierd geworden. Volgens een officieel berigt zouden de militaire werklieden, die met den arbeid en het opzigt over de te Nauplia gevestigde tuighuizen belast zijnzich voor de zaak des konings verklaard hebben. Dientengevolge zijn de opstandelingen thans van ammu nitie beroofd. Ook dat geschut, hetwelk het meest geschikt was om tegen de regeringstroepen met goed gevolg te worden aangewend, hebben zij ver loren. Hunne stelling schijnt dus hopeloos te worden. WARSCHAU, 16 April. De militairen, die op 12 dezer de rust in de kerken verstoord hebben, zijn aan den krijgsraad overgeleverd. Twee bur gers zijn reeds om dezelfde reden lot vestingstraf veroordeeld. NEW-YORK, 8 April. (R. O.) De senaat heefteen wetsontwerp, strek kende tot geldelijke schadeloosstelling van hel district Columbia, 'twelk op die voorwaarde de slavernij wil afschaffen, goedgekeurd. Zoowel de noor delijken als de zuidelijken maken aanzienlijke toebereidselen woor den grooten veldslag, die weldra in Tennessee zal worden geleverd. In Tennessee hebben de zuidelijken een gedeelte van hunnen voorraad katoen verbrand, en aanstal ten gemaakt om, zoo noodig, geheel Memphis aan de vlammen prijs te geven. ALEXANDR1E, 9 April. De paketboot Indusvan de Fransche maat schappij is op het drooge geraakt. De passagiers en de depêches zijn ge red. Men werkt om bet schip vlot te krijgen. TURYN, 16 April. Te Foggia heeft eene commissie, onder voorzitter schap van den prefect, besloten lot hel zenden van een adres aan lord Palmerston houdende dankbetuiging voor de door hem in het Britsche par lement gesproken woorden in het belang van Italiëen verzoek voort te gaan met bel bewijzen zijner gevoelens van vriendschap voor dit land. Generaal Fanli is tot militairen opperbevelhebber in Toskane benoemd. MADRID, 16 April. Men verzekert dat, bijaldien de Franschen in de hoofdstad Mexico binnenrukken, de Spanjaarden daar insgelijks zullen ver schijnen. De Spaansche regering heeft nog geen officiële kennisgeving ont vangen van het vertrek van generaal de Lorencez met versterkingtroepen. IAGEZOADEA. Iets over Mendelssohn's Oratorium Ellas i). Omtrent Mozart vonden wij ergens geschreven: Er starb in seiner schönsten Bliithzeitsein Abschiedsgruss war ein vollendetes IfJeisterwerk des höchslen Ernstes. Deze uitspraak is ook geheel toepasselijk op den jong gestorven Mendelssohn, die aan zijne talrijke vereerders in den Elias een meesterwerk heeft nagelaten, dat ouder de voortreffelijkste oratoriën behoort te worden gerangschikt, die ooit het scheppend vermogen der componisten heeft voortgebragl. Wat zóó algemeen roert en treft, moet schoon, moet waar zijn; en na den ontzettenden bijval, dien het werk bij de eerste uit voering op het muziekfeest te Birmingham in Augustus 1846 (ruim een jaar vóór Mendelssohn's dood) verwierf, heeft de openbare meening den Elias als een klassiek meesterstuk en een der heerlijkste loondichten erkend. De tekst van hel oratorium is door Mendelssohn zeiven met veel kennis en de grootste zorg uit verschillende plaatsen van bet Oude Testament naar Luther's Bijbelvertaling zamengesleld -). Reeds door de keuze dezer plaat sen toont hij diep doordrongen te zijn van zijn onderwerp, en openbaart hij dien fijnen smaak, dat diep gevoel, dien echt godsdienstigen geest, die geheel zijn werk kenmerkt en den stijl van zijn oratorium zoo in waarheid verheven doet zijn. Het schoone werk begint met eene inleiding van Elias. De hoorder wordt onmiddelijk in de handeling ingeleid So wahr der Herrder Gott Israels, lebetror dem ich stehe: Es soil diese Jahre iveder Thau noch Regen hommenich sage es demi. Daarop volgt de ouverture, een prachtig stuk, dat den overgang maakt tot het eerste koor, de weeklagt van het onge lukkige volk. Het koor-recitatief, waarin de verschillende stemmen van bet koor beurtelings oplrcden, maakt een bijzonder treffend effect, en over liet geheel verwekken deze koren even als het volgende duet voor twee sopra nen met koor, door den eerst gansch wanhopigen en dan roerend klagen- deu en weemoedigen toon een geheel eigenaardigenmen zou zeggen sym pathieken, indruk op den hoorder. Nu treedt Obadja, de vrome dienaar aan het hof van Achabopwijst het volk op zijne zonden (n°. 3Ree. Tenor) en vermaant het in eene door eenvoud en liefelijkheid uitmuntende aria tot boete en bekeering. Maar het volk antwoordt woest en in vertwijfeling, t) Zie de Leydsche Courant van 14 April. Binnen weinige dagen verschijnt, ten gebrnike bij de uitvoering op 9 Mei a. s.de tekst met eene nieuwe vertaling in het lichtgevolgd door eene opgave der bijbelplaatsen. Uit deze opgave blijktdat de woorden van enkele Nos aan iUattheus en Jezus Sirach zijn ontleend. cn herinnert zich, hoe de Heer zelf gesproken heeft: Denn ich der Herr dein Gott. ich bin ein eifriger Gott, der da heimsucht der Vtiter Mis- sethat an den Kindern bis in's dritte und vierte Giied derer die mich hassen. Und thue Barmherzigkeit an vielen Tausendendie mich lieb- haben und meine Gebote halten; een indrukwekkend koor, waarin Men delssohn's meesterschap in den verheven stijl des oratoriums uitblinkt. Hierop wordt Elias bevolen (alt solo) naar de beek Krith te gaan waar de raven hem spijzen zullen brengen. Een gezang van engelen (dubbel quartet) bemoedigt 's Heeren getrouwen dienaar. Als ook de beek is uitgedroogd, zegt een engel (alt solo) Elias aan, naar Zarfath te trekkenwaar de Heer eene weduwe geboden heefthein te ver zorgen. N°. 8 schildert op eene verrukkelijk schoone wijze de smart der weduwe (sopraan solo) over het verlies van haren zoon, en hare bede om hulp. Na de opwekking van het kind door Elias volgt het heerlijk, echt vroom gedachte koor: IVolil demder den Herrn fürchtet. Nu treedt Elias voor Achab op, en stelt hem voor, de Baalsprofelen en het gansche volk van Israël op den berg Karmel te verzamelen. Een leeken van den hemel zal beslissen wie God is. Treffend, geheel dramatisch wordt hierop het bijbelsch verhaal voorgesteld: het eerst luidruchtig, dan meer en meer verontrust geroep der Baaisprofeten, Elias' spotten met hen, en zijn ge- loovig gebed lot God. Engelen (quartet) zingen: Wirf dein Anliegen auf den Herrn, der wird dich versorgen. De bede van Elias Wordt verhoord. Met ontzetting roept het volk: Das Feuer iel herab.' Die Flamme /rass das BrandopferHet erkent dat de Heer God is, in een krachtig en diep gevoeld koraal. Op bevel van Elias worden de Baaispriesters gedood. Thans volgen twee meesterlijke, hoewel in aard geheel verschillende aria's; de eene, van Elias, schetst in krachtige toonen de wraak des Heeren; de andere, voor alt solo, bevat een, weemoedige klagt over de afvalligen cn trouweloozen. Het ootmoedig gebed van Elias, die, niettegenstaande het telkens vruchteloos naar zee om regen uilzien van den knaapop verhooring blijft hopen, en het heerlijk schoone danklied des volks: Dank sei dir Gott, du tritnkest das durst'ge Land! misschien het prachtigste koor van het geheele werk besluilen het eerste deel. Het tweede gedeelte begint met eene roerende vermaning aan Israëlom op 's Heeren geboden acht te slaanen eene bemoediging van den knecht Gods, een der schoonste sopraan aria's uit het oratorium, waaraan zich onmiddelijk het koor n°. 22, Fürchte dich nicht, aansluit. Elias treedt weder voor Achab, en voorspelt hem zijn ondergang en dien van Israël, om zijner zonden wil. Izèbef, de koningin (alt solo) ontsteekt in hartsloglelijke woede, en zweert hem den volgenden dag te zullen doen, wat hij hun bad gedaan, die hij aan de beek Kison geofferd had. Het volk valt telkens met wilde harmoniën in: JVehe ihm! er muss sterben! en met steeds stijgende woede: Zichet ihn! greifet ihn! tödtet ihn!Eene tref fende tegenstelling hiermede is de verschijning van den vromen Obadja, die den profeet den raad geeft, te vlugten. Der Herr, dein Gott, zegt hij, wird selber mit dir wandeln.En Elias, door diepe smart bewogen over de trouweloosheid zijns volks, trekt henen naar de woestijn. Een der grootste en schoonste aria's van Elias is zijn droeve klagt (n°. 26): es ist genug! So nimm nun, IIerrmeine Seele! Ich habe geeifert um den Herrn.. maar alles is vergeefsch geweest, daarom wenscht hij te sterven. Bijzonder schoon zijn het hierop volgende terzet voor vrouwenstemmen, zonder bege leiding, en het liefelijke, melodieuse koor: Siehe, der Hitter Israel's schliift noch schlummert nicht. Vervolgens wordt Elias gelast naar den berg Gods, Horeb, te gaan. Op zijne vernieuwde klagt, dat zijn werk vergeefsch is, klinkt vertroostend de treffende alt aria: sei stille dem Herrn, en het koor n®. 32. Het koor n°. 34 is zeker het glanspunt van het tweede deel. Heerlijk wordt hier de verschijning van den Heer op- Horeb uitgedrukt, waarna in n°. 35 vier vrou wenstemmen met koor het Heilig, Heilig ist Gott der Herr! (Jes. VI: 3) aanheffen. Alles kenschetst de hand, die de stof meester is. Elias. door de verschijning des Heeren en de verzekering, dat nog zeven duizend in Israël zich niet voor Baal gebogen hadden, gesterkt, keert terug tot zijn werkkring, en zingt n°. 37, arioso, waarin zijn geheele persoon lijkheid, zijn geloofsmoed en blakende ijver voor God, krachtig te voor schijn treedt. N°. 38, koor, schildert zijne hemelvaart, waarmede het dramatisch gedeelte van het werk eindigt. De volgende tenor aria, Dann werden die Gerechten leuchten, een der schoonstcn onder de schoonen, schijnt ons toe, te moeten worden opge vat als een triomflied der regtvaardigenterwijl in het koor n°. 40 het doel wordt aangeduid, waartoe de profeet Elias gezonden was. N°. 41 koor, bevat in heerlijke toonen de profetie van den Messias, op wien de woorden van het schoone n°. 42 (quartet) doelenWolilanalle die ihr durstig seid, kommt her zum Wasser, kommt zu ihm! Het slotkoor besluit waardig het kolossale, geniale werk. Onze taak is ten einde. In vele opziglcn hebben wij haar gebrekkig vol- bragt. Ook was de ruimte voor ons schrijven in dit blad beperkt, zoodat wij ons zooveel mogelijk hebben bekort. Toch hopen wij iets goeds met het geschrevene te hebben verrigt, en velen te hebben opgewekt tot het bij wonen der aanstaande uitvoering van het besprokene oratorium. De talrijke opkomst van Leiden's ingezetenen moge dan bewijzen, dat hier nog smaak en gevoel hecrschen voor waL schoon is en liefelijk, liefde voor die heerlijke kunst, die zoo krachtig spreekt tot het gemoed in een meesterwerk als Mendelssohn's Elias. Leiden 17 April. lil het opstel over de Hoogeschool te Herkom (n°. 16 der Leydsche Cou rant) moet eene misstelling verbeterd worden. De Utrcchtschc predikant, van wien gesproken wordt in de zinsnede over Nethenus reg. 7, heette niet, gelijk daar staat. IVoltson, maar Wol zogenanders Louis de II ol- zogue. Hij was Fransch predikant en te U. hoogleeraar in de kerkelijke geschiedenis.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1862 | | pagina 3