De commissie uit de tweede kamer, belast met het houden van een onderzoek naar den toestand onzer marine, heeft gisteren gehoord de hh. Kamp, kapitein ter zee, te Willemsoord en Faber Huys, kapitein ter zee. Heden zijn door diezelfde commissie gehoord de hh. J. A. K. van llalsel, kapitein ter zee, te Zutplien, en G. C. C. Pels Ryckenkapitein ter zee te Breda. Het berigt van het Joum. des Pays-Bas, dat HH. MM. zich eerlang naar Parijs zouden begeven wordt door het N. Dgbl. van 's Grav. tegen gesproken. Te Sclieveningen werd sedert den 24slcn Maart vermist de persoon van Nicolaï, een bejaard oppassend man, van beroep huisbediende, doch sints cenige maanden buiten dienst. Toevallig en op hoogst zonderlinge wijze werd hjj eergisteren ontdekt. Eenige personen, die in de duinen wandel den, zagen in de nabijheid van bet terrein, waar men bezig is den oester put te gravenin een slopje tegen een heuveltjeeen voorwerp uit den grond steken. Naderbij gekomen zijnde, was men niet weinig verwonderd, een menseh te ontwaren, in eene soort van kuil gezeten, 't hoofd even zigt- baar en het ligehaam bedekt met gevlochten helm. Nicolaï, uit zjjne vrij willige gevangenschap ontslagen, verhaalde, dat hij reeds sedert jl. Maandag op die wijze in den kuil had doorgebragtzonder eenig eten of drinken te nuttigen. De ongelukkige was eene week huishuur verschuldigd en de vrees, dat bij uil zijne woning zon worden gezet, moet hem tot het zonderling besluit gebragt hebben, zijn huis te verlaten, en dus geduldig af te wach ten, wat er verder gebeuren zou. Werkelijk schijnt hij dan ook eenige dagen en nachten aan al de guurheid van het weder te hebben bloot ge slaan, in ieder geval zonder huisvesting te hebben doorgebragt, zoodat het te bevreemden is, dal hij op zijn 67 jarigen leeftijd niet geheel en al ver kleumd en uitgeput is geraakt. Blijkbaar was hij zeer verzwakt; in het be gin wilde hij evenwel niets nuttigen, totdat men hem eindelijk overhaalde, eenig drinken en voedsel te gebruiken. Uit de wijze, waarop hij het nut tigde, mogt men afleiden, dat hij zeker in betrekkelijk langen tijd niets tot zich genomen had. AMSTERDAM, 31 Maart. Z. M. de koning, vergezeld van Z. K. H. den prins van Oranje, heeft Zaturdag morgen een bezoek gebragt aan de maatschappij Arti et Amicitiae. Het bestuur der maatschappij had dit bezoek afgewachtom tot de opening over te gaan van twee zalenversierd met een 50-tal schilderstukken van de hand onzer eerste meesters, voorstellende hoofdmomenten uit de geschie denis der ontwikkeling onzes volks. Al de kunstenaars, die tol de vorming der galerij hebben bijgedragen, waren tegenwoordig, en werden door den voorzitter aan Z. M. voorgesteld bij de beschouwing hunner werken. Aan het einde der reeks genaderddie met de voorstelling van het praalgraf van prins Willem te Delft, sluit, hield de heer 11. F. C. ten Kate eene toe spraak tot den koning, waarin hij, wijzende op de treffende uitkomst, door de zamenwerking der kunstenaars verkregenmet nadruk deed uit komen hoeveel schoons en groots er reeds uit eigen kracht, en alleen door kunstliefde gedreven, kan worden gewrocht. Hij uitte op grond daar van den wensch, dat het der schilderkunst, die reeds zooveel tot vereeuwi ging van het voorgeslacht, tot verheffing van den volkszin, en tot luister van den Ncderlandschen naam had gedaan, en die nog zooveel zou kunnen doen, niet aan de gelegenheid, noch de aansporing en aanmoediging mogt ontbreken, om in dien geest vooruit te streven, waarvan de galerij een toonbeeld was, en dat ook ten opzigte der kunst de spreuk in onze dagen j bewaarheid wierde: eendragt maakt magt. Z. M. gaf daarop de verzekering zijner levendige belangstelling in de kunst, door hem op hooge waarde ge- j schat en geliefd, en voegde hij die verzekering de verklaring, dat zij in hem steeds een ijverig voorstander en bevorderaar vinden zou. Daarentegen verwachtte Z. M. dat ieder kunstenaar op zijne beurt ten opzigte van het ware, schoone en goede met alle kracht de leus getrouw zou zijn: Je maintiendrai Ook 11. M. de koningin heeft de zalen der maatschappij Arti et Amicitiae bezocht. Gisteren morgen hebben de vorstelijke personen de godsdienstoefening in 1 de Nieuwe Kerk bijgewoond, onder het gehoor van ds. Vinke, die tot tekst zijner rede had: Matlh. XXVII vs. 15 tol 21. Z. M. de koning en Z. K. H. de prins van Oranje zijn gisteren ten ure uitgereden en hebben de tuinen Natura Artis Magistra bezocht. De vorste- lijke personen waren gezeten in een open rijtuig bespannen met vier paar- i den en voorafgegaan door eèn voorrijder; op den weg, welken de stoet j passeerde, stond een groot aantal nieuwsgierigen geschaard, die Z. M. met luide vreugdekreten begroette. Aan N.A. i)l. gekomen, waar een overgroot getal leden verzameld waren, werd Z. M. door het bestuur aan de deur opgewacht en naar de zaal geleidwaar Z. M. eenige ververschingen wer- den aangeboden; hierna doorwandelden de doorluchtige bezoekers de tuinenterwijl het muziekkorps der stedelijke schutterij cenige muziek stukken uitvoerde. Des namiddags ten 6 ure was er diner ten hove in de Mozeszaal, waarop o. a. genoodigd waren de burgemeester, de lib. van Loon, J. Borski, Zil- lesenlloeuft van VelzenTuyll van Serooskerkends. Vinke enz. Ten gevolge eener gevatte verkoudheid is H. M. na hare terugkomst aan het paleis van de godsdienstoefening niet uitgereden. Die ongesteldheid was echter heden geheel geweken. Op verzoek van den burgemeester zal Z. M. de koning tot Woensdag J j alhier vertoeven. Z. M. zal dan des morgens ten 11 ure met een extra-trein I naar 's Huge terugkeeren. II. M. de koningin en Z. K. II. de prins van Oranje zijn reeds heden morgen vertrokken. Z. M. heeft heden de schilderijen in het Trippenhuis bezigtigd en later de in aanbouw zijnde Willemslnis aan het Buiksloter Tolhuis en de militaire zwemschool aan den Ooslerdokdijk in oogenschouw genomen. Aan bet diner I! ten hove namen deel de heer burgemeester, de generaal van Muiken en de hh. Staats Boonen en L. Splitgerber. Morgen zal Z. M. tegenwoordig zijn bij het uitbrengen van het openbaar verslag over den staat der openbare armenscholen, en des avonds de voor stelling van het Ilaliaansclie opera-gezelschap bijwonen. De wis- en natuurkundige afdecling van de kon. akademie van weten schappen hield Zaturdag 11. eene gewone vergadering. Tegenwoordig waren de hh. Sitpons, Vrolik, van Rees, Harting, Buys Ballot, Oudemans, Brutel de la Riviëre, van Hasselt, van der Hoeven, Storm Buysing, Matthes, van der Boon MeschLobatto, van Geuns, Verdam, Slamkart en van Breda. Onder de ingekomen stukken, waarvan de secretaris mededeeling deed, was eene missive van den minister van binnen), zaken, waarbij de akademie l wordt verzocht om een wets-ontwerp met toelichting zamen te stellen over het eigendomsregt van schrijvers en sprekers. De voorzitter stelde voor zich te vereenigen met het besluit der zuster-afdeeling, en wel met het oog op bespoediging, omdat, wanneer de zaak commissoriaal werd behandeld, dit te lang zou duren. Het voorstel des voorzitters werd met 16 tegen 1 slem aangenomen. De heer Oudemans leverde eene bijdrage lot de oplossing der vraag, of de huidmondjes(stomata), wal hunne afkomst betreft, tot de opperhuid dan wel lot het daaronder gelegen parenchyma der planten belmoren. Hij liet eene teekening tot toelichting rondgaan. Voor de verslagen en mededeelingcn zou spreker later een stuk hierover aan den secretaris doen toekomen. De secretaris las eene bijdrage van den lieer Halbertsma over Johannes Ham, van Arnhem, den uitvinder der spermatozoïde, die in de verslagen en mededeelingcn zal worden opgenomen. De heer van der Hoeven leverde eene bijdrage over hel werk, getiteld natuurkundige verlustigingen met afbeeldingen, van Martinus Slabber, in 1835, in 95-jarigen ouderdom, overleden. Spr. wenschle, dat die bijdrage in de verslagen en mededeclingen zon worden opgenomen. Door den heer Verdam werd voor de boekerij het tweede stuk van zijne verhandeling over de meetkundige theorie der hoofd-assen aangeboden. BUITENLANDSCUE BERIGTEN. BHLGIG. BRUSSEL, 30 Maart. Z. M. de koning beeft beslist omtrent het lot der veroordeelden van de zoogenaamde Zwarte Bende." Zaturdag ochtend is aan J. B. Boucher en Auguste Leelercq te Charleroi de doodstraf voltrokken. Aan de overige zeven personen, die ter dood waren veroordeeld, is die straf veranderd in die van levenslangen dwangarbeid. Toen Vrijdag avond aan de beide veroordeelden werd aangezegd dat hun verzoek om gratie verworpen was, bleven zij zeer kalm en antwoordden dat zij dit verwacht en verdiend hadden. Zij bleven die kalmte behouden en aten en dronken zelfs zeer smakelijk. Boucher beeft een aandoenlijk afscheid van zijne beide kinderen genomen. Leelercq had ook gaarne zijne vrouw nog eens gezien, maar vond het goed dat men haar van zijn lot on kundig had gelaten, en verzocht den aalmoezenier haar in zijnen naam een brief te schrijven. Voor dat zij naar de strafplaajs gingennamen zij ook afscheid van hunne mede veroordeelde maar begenadigde makkers. ENGELAIV». LONDEN, 30 Maart. Bij het slniien der inschrijvingen voor de Turksche lecning, was voor 35 a 40 milliocn ingeteekend, ruim vier of vijf malen zooveel als door de Turksche regering gevraagd werd. Nederland zal naar het schijnt op de tentoonstelling waardiglijk wor den vertegenwoordigdalthans de heeren P. Bicker Caarten en O.agenten voor Nederland, berigten dat reeds 395 kisten uit Holland in het gebouw zijn aangekomen en dit getal dezer dagen nog met 300 zal worden vermeerderd. In de vorige week heeft men ontdekt, dat een steenkolenmijn in South-Yorkshire in brand was geraakt. Vermits aan geen blusschcn te denken was, zocht ieder een goed heenkomen; ook de paarden werden op twee na gered; men heeft thans alle toegangen tot de mijn zoo goed moge lijk geslotenom te trachten het vuur op deze wijze uit te dooven. Door dit ongeval zijn meer dan 400 arbeiders gedurende geruimen lijd van hun middel van bestaan verstoken. Volgens eene opgaaf van Lloyds zijn in de laatste stormachtige maan den meer dan 60 schepen in den oceaan gezonken, waaronder lusschen 30 en 40 te zamen met 500,000 bushels graan en meel, dat uil Amerika her waarts bestemd was. Uit New-York meldt men dat de generaal Mac Clellan tot liet leger van den Potomac een proclamatie heeft gerigtwaarin hij aankondigt dat hel oogenblik is gekomen om te handelen. Ik zal u naar het beslissende slagveld leidenzegt hij daarinik zal van u vergen het doen van laugdu- rige marschen en hel lijden van ontberingen. De zuidelijken hadden den 3de" Maart 90000 man te Manassas en in het geheel 150,000 man, die bij Manassas konden worden bijeengetrokken. De bondslrocpen hebben Dumfries aan den Beneden Potomac bezet. De expeditie van den generaal Burnside heeft, na een gevecht van 4 uren, New- bern in Noord-Carolina vermeesterd en aldaar 46 kanonnen en 3000 geweren buit gemaakt; 200 krijgsgevangenen zijn in hare handen gevallen. De zuide lijken, ter sterkte van 10000 man, zijn naar Goldsborough gevlugt, na Ncw- bern in brand gestoken te hebben. Van den commodore Dupont is het be rigt ontvangen van de inneming van Jacksonville en van S'. Auguslina in Florida men gelooft dat de gouverneur van Florida den raad gegeven heeft om het geheele oostelijke gedeelte van dien staat door de zuidelijken te doen ontruimen. Het gerucht is in omloop dat op nieuw een commissaris der

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1862 | | pagina 2