LEÏDSCHE COURANT. MAANDAG 10 FEBRUARIJ. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag avond. De prijs der Courant is ƒ3.per vierendeel jaars. Afzonderlijke nommers zijn tegen 10 Cents verkrijgbaar. Bij deze Courant behoort Bijblad Sf°. 3. BINNENLANDSCHK BER1GTEN. LEYDEN, 8 Februarij. De boogleeraar A. Kneuen droeg heden het rectoraat der akademie over I aan zijnen opvolger, den hoogleeraar P. L. Rijke, met het houden eener redevoering: de religione Christiana per continuas tkeologiae commuta tions sibi constants et incolumi-, d. i. ten betooge, dat onder de aanhou dende veranderingen der godgeleerde wetenschap de Christelijke godsdienst zich zelve gelijk en ongeschonden blijft. Als secretaris van den akademischen senaat is opgetreden de boogleeraar J. J. Prins. Gisteren had te Wassenaar de plegtige ter aarde bestelling plaats van het lijk des hoogleeraars C. L. Blttme. Eenige vrienden van den overle dene, waaronder men de directeuren van 's rijks museum van natuurlijke historie en van het museum van oudheden opmerkte, waren hel lijk uit Leyden gevolgd, terwijl zich op het kerkhof nog eenige andere vrienden van den overledene, van elders voor de plegtigheid overgekomen, aan den lijk stoet aansloten. Nadat de heer van Rhrjn, predikant te Wassenaar, den ontslapene herdacht en een roerend gebed uitgesproken had, wijdde dr. H. van Hall, conservator van 'srijks herbarium eenige hartelijke woor den aan de nagedachtenis van zijnen hooggeachlen leermeester en vader lijken vriend, dien hij als beroemd geleerde, liefhebbend en geliefd echt genoot en vader en als trouw en welwillend vriend herdacht. Het getal der in hel Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende deze week dagelijks van 573 tot 725 personen. De laaf- en letterkundige afdeeling der kon. akademie van wetenschap pen zal Maandag aanst. eene gewone vergadering houden. De minister van koloniën heeft ter kennis van belanghebbende ouders of voogden gebragt, dat met 1 September aanst. vijf jongelingen zullen wor den bestemd om, volgens de daaromtrent vastgestelde reglementen, onder het oppertoezigt van den hoogleeraar G. J. Mulder te Utrecht, te worden opge leid tol militaire apothekers voor de dienst in de overzecsche bezittingen, en wel vier voor de dienst in Oost-lndië en e'e'n voor de dienst in West-Indië; en dat, wanneer zij hunne zonen of pupillen daarvoor verlangen in aanmer king te doen komen, deze op Maandag den 2deD Jupij aanst., des voormid dags ten 10 tire, in het scheikundig laboratorium der genoemde hoogeschool zullen worden toegelaten tot het afleggen van een vergelijkend examen. De adspiranten moeten op 1 Sept. den ouderdom van 16 jaren bereiken of alsdan niet ouder zijn dan 20 jaren. De leercursus duurt vier jaren en gedurende dien tijd genieten de kweekelingen eene jaarlijksche toelage van ƒ500. De verzoeken om lot het examen toegelaten te worden moeten vóór 1 Mei bij het dep. van koloniën ingezonden worden. Uit hel thans in liet licht gegeven werkje: Koninklijke Nederlandsche Marine op den lste" January 1802, blijkt dat de slaat der Nederl. marine op dat tijdstip was als volgt: 5 fregatten met stoomvermogen2 korvetten met stoomvermogen, 38 schroefstoomschepen 12 raderstoomschepen 1 rader- sloomscltip 3de klasse, 5 drijvende batterijen, 2 linieschepen der 2de klasse, 3 fregatten der lslc klasse en 4 der 2Je klasse, 1 geraseerd fregat, 4 kor vetten der lstc klasse en 2 der 2dc klasse, 5 brikken, 3 schoouerbrikken 3 schooners, 1 transportschip, 13 verdedigingsvaartuigen, 33 kanonneerboo- tengroot model (nieuw, ond en mortier), 2 kanonneerbootcnklein model, en 1 korvet ls,e klasse, lot verschillende diensten gebezigd. Er waren in dienst: voor binnenlandsche dienst 17, op reis naar de oostkust van Zuid- Amerika 1, op reis naar Oost-lndië 3, zeemagt in de Oost-lndiën 29, zee- magt in de West-Indiën (station Curasao) 4 en slation Suriname 2. De bemanning van de in dienst zijnde bodems bedraagt 6137 koppen. Er is eene nieuwe instructie vastgesteld op de werving voor de corp sen des legers hier te lande, waarbij o. a. is bepaald: dat het aanwerven van recruten lot het voltallig houden van vrijwilligers bij de corpsen aan de zorg van de commanderende officieren is opgedragen, en zij bevoegd zijn tot dat einde (binnen het rijk) militairen, beneden den rang van officier, als wervers uit te zenden; dat bijaldien hel noodig niogt zijn dal een re- cruut eenige dagen verblijve in de plaats waar hij zich ter dienstneming aanbiedt, aan Item, ten einde in zijn onderhoud te voorzien, hoogstens ge durende acht dagen een daggeld van 60 cent kan worden toegekend. Uit Soetermeer meldt men aan de IV. RC.dat bij den onlangs plaats gehad hebbende brand in de katoen fabriek van de hh. de lleyder en C°. alhier, ook van daar een brandspuit met de daarbij behoorende manschap pen vertrok, om zoo mogelijk hulp te verleencndoch vernemende, dat die brand, zoover van deze gemeente verwijderd was, keerde men spoedig terug. Een der spuitgasten, zekere Baxmeier, onder het rijden op den spuitwagen willende klimmen, had het ongeluk af te glijden en onder een der wielen te geraken, waarvan het noodlottig gevolg was, dat een zijner beenen werd verbrijzeld en ook zijn ribben zwaar werden gekwetst. Ooger.blikkelijk aan- gebrtfgte geneeskundige hulp mogt niet baten om het been te behoudendaar het ecnigen tijd daarna moest worden afgezet. Bewogen met het lot van dien geachlen huisvader, heeft men te zijnen behoeve eene collecte ge daan, die te Soetermeer ƒ262.05 en te Zegwaard ongeveer ƒ100 opbragt. Te Rotterdam zijn door de kiesvereenlging Orde lot kandidaten voor het lidmaatschap van de tweede kamer gekozen de hh. J. D. Fransen van de Putte en F. W. G. Blom. De heer mr. J. Loudon, wiens kandidatuur mede werd ondersteund, had verzocht ditmaal niet in aanmerking te komen. Naar men verneemt, is het aan de policie te Utrecht gelukt, aan te houden een condueteur-bagaadjemeesler bij den Rijnspoorweg, nog in het bezit van ontvreemde effecten tot eene aanzienlijke waarde, alsmede van onderscheidene voorwerpenvermist uit pakeltenten vervoer langs den zelfden weg afgegeven. Vtr. C De waterstand onzer rivieren blijft steeds zorgwekkend. Uit Schoon hoven meldt men dat de Lek wassende blijft, en dat door het waterschaps bestuur van den Krimpenerwaard de noodige voorzorgen zijn genomen. Volgens berigt uit Zalt-Bommel hebben vele dijken in den Bommeler-en den Tielerwaard door afslag geleden. Aan die te Tuil, aan de overzijde der rivier, had men het noodige, tot behoud daarvan, aangebragt. De was van den IJssel bij Zutphen bleef, volgens het jongste berigt, aanhouden; het water stroomde over de balustrade der brug. De weg naar Baak stond bij de «Goede Vrouw" een voet onder water, en dc gemeenschap op Emmerik lacgs den grindweg was afgebroken. Te Keujen as het water vallende. In eenen particulieren brief uit Sunderland, van 2 Febr. 11., alhier ontvangen, wordt het volgende medegedeeld omtrent het vreeselijke ongeluk, dat onlangs in de Hartley-kolenmijn heeft plaats gehad. Het ongeluk in de New-Harlley kolenmijn is verschrikkelijk. Se dert menschengeheugen is zulk een ongeluk niet gebeurd. Uit verschillende registers blijkt dat in het jaar 1601 een ongeluk in een kolenmijn gebeurd is, waarbij 96 mcnschcn zijn omgekomen, thans zijn het er 216. Hel is slechts een uur van hier. Ik heb alles behoorlijk nagegaan om op de hoogte te komen, en daar de couranten mij partijdig voorkwamen, ben ik in de gelegenheid geweest door kennis aan een ingenieur, die er dagelijks heen gaat, bijzonderheden te vernemen. De mijn is voor de aandeelhouders steeds eene slechte speculatie geweest, van daar dat daar niet alles ingerigt was zoo als het behoort. Gelijk gij weet, hebben de mijnen twee schach ten, zooals de Fransehen het noemen fuyaux, een voor het opkomen en een voor het nederdalen: ware ook dit hier het geval geweest, dan waren de mijnwerkers er allen behouden uitgekomen. Daar de mijn slecht be- taalde, werkte men hier maar met een schacht; het was dus te berekenen dat, als die defect werd, de menschendie er in waren, moesten wachten tot dat die hersteld was. Boven die schacht hangt een zware ijzeren balk, de pompbalk genaamd, waaraan de zuiger van de pomp verbonden is; die balk woog 67200 pond en die is door midden gebrokenin de schacht ge vallen en heeft in zijn vaart veel steencnaarde en de planken, waarmede de kanten van de schacht bekleed waren, medegenomen, waardoor de mijn hermetisch gesloten werd. Daarop heeft het hard geregenddal bevorderde de sluiting. Elf dagen duurde het, eer die laag er uil was. In den beginne had men hoop de menschen nog te reddendaar door ondervinding bewe zen is dat zij het zoo lang hadden kunnen uithouden. Maar den tweeden dag was die hoop reeds opgegevendewijl men bij het uithalen van het puin spoedig zuurstofgas bemerkte, in zoo sterke mate, dat men met weg ruimen niet voort kon gaanalvorens nieuwe ventilatie aan te brengen. De ingangen in die mijnen zijn betrekkelijk klein zoodat niet meer dan drie personen te gelijk konden arbeidenen dan nog voorzien van luchtbuizen. Toen men eindelijk hel doel bereikt had, vond men de menschen dood; hunne zakken waren vol met haver, die zij uil de paardenstallen moeten gehaald hebben, waaruit blijkt dat zij r.iet van honger gestorven zijn. Bij een meesterknecht heeft men in zijn aanteekeningsboekje met crayon op- geteekend gevonden, dat den derden dag eenige ziek waren, verder niets. Van een huisgezin waren er de vader en vijf zoons in van andere vier of vijf broeders. Men rekent dat, als die ijzeren balk van geslagen en niet van gegoten ijzer was geweest, het niet zon gebeurd zijn, daar geslagen ijzer altoos nog iets medegeeftgegoten niet. Bij de enorme zwaarte van dén balk is het ook niet denkbaar dat die volkomen zuiver gegoten was; en toch heeft die het jaren medegemaakt. Veertien dagen 'van te voren echter had men dien balk opgeligt om dien te inspecteren, mogelijk wel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1862 | | pagina 1