monument is een Porllaudschc steen van 4 voet 4bij 3 voet 2en zal in den muur op de plaats van het ongeluk worden vastgehecht. Midden op den steen leest men in een lauwerkrans het opschrift: »Ter nagedachtenis van James Braidwood, super-intendant der Londensche brandwacht, die bij deze plaats, 22 Junij 1861, onder hel vervullen van zijn pligt het leven verloor." Op de plint staat de tekst: Hand. X. 22. Zaterdag morgen is alhier de werkplaats van de hh. Smith en C°. borstelmakers, een uitgestrekt gebouw, geheel afgebrand. Van wege den aard der daarin voorhanden zijnde materialen was er aan geen blussching te denken. In het tentoonstellings-gebouwhetwelk bijna drie malen grooter zal zijn dan dal van 1851, zijn nu dagelijks 2600 personen aan het werk. Naar men verneemt, zal de voor Fransche voorwerpen bestemde ruimte, wat plaatsing en omvang betreft, wel de gunstigste zijn. Uit Engeland hebben zich reeds 33 beeldhouwers aangemeldom de tentoonstelling door hunne kunstgewrochten op te luisteren. De 215 ongelukkige mijnwerkers bjj North Shields zijn nog altijd onder den grond bedolven; men heeft nog weinig vordering met hunne redding kunnen maken, doordien de wanden van de verstopte schacht bij het wegruimen der hindernis dreigen in te storten. Men weet echter dat zij leven, want nu en dan worden hunne stemmen gehoord. In de naburige kerken worden gebeden ten hemel gezonden voor hunne redding. Blijkens de jongste beriglen uit New-York heeft de opperbevelhebber van het bondsleger, de generaal M'Clellan, den lsten dezer te Washington eene dagorder aan het leger gerigt, waarvan het hoofddenkbeeld is den strijd legen het Zuiden zonder verschooning onafgebroken voort te zetten. Ik heb de hand aan den ploeg geslagen, zegt hij, en ik zal, mei 's Hemels hulp, niet achterwaarts zien, tot dat de vlag onzes lands zegevierend over elke voetbreedte van deszelfs grondgebied wappert, of mijn ligehaam ver stijvend op het slagveld ligt. Nabij Shipping Point aan de James-rivier, heeft tusschen de oorlogvoe rende partijen eene uitwisseling van 239 gevangenen plaats gehad. De gouverneur van Guadalajara, in Mexico, heeft het schouwspel ge leverd van een hanenstrijd, de oude tijden van den Romeinschen circus waardig. 6000 hanen, met sporen gewapend, hebben in een amphitheater tegen elkander gestreden. Van dezen bleven 4897 dood op de plaats, 903 werden doodelijk gewond, terwijl 199 ligte verwondingen hebben bekomen; een enkele is ongedeerd uit den strijd gekomen. Deze werd, onder de dol zinnige toejuichingen der menigte, als overwinnaar uitgeroepen. FKANHH1JH. PARIJS. 21 Januarij. De heer Fould heeft bij den keizer een rapport ingediend omtrent den flnantiëlen toestand en daarin mede zijne plannen voor de toekomst opge geven. De gewone uitgaven voor het jaar 1863 zullen bij vergelijking van die voor 1862 eene verhooging opleveren van 70 millioen, hetgeen echter niet zoo is wanneer men de supplementaire credieten mede rekent. Ter vermeer dering der inkomsten wil de heer Fould onderscheidene belastingen invoeren en andere wijzigen, waarvan hij de opbrengst op 50 millioen raamt. De met het einde van 1861 niet gedekte uitgaven worden op 1008 millioen ge schat. De heer Fould acht het noodig om van den vrede, dien Frankrijk thans geniet, gebruik te maken ter regeling dezer zaak. Hij kan de verze kering geven dal hel niet noodig zal zijn tot eene nieuwe leening over te gaan. Het buitengewone budget voor 1863 zal bij afzonderlijke wet voor gedragen worden. De voorhanden zijnde middelen, 57j millioen, zullen echter niet toereikende zijn om den aanleg van spoorwegen en andere wer ken met kracht door te zettendaarom wil de heer Fould eene lijdelijke verhooging voorstellen van de belasting op hel zont en de suiker, waarvan lijj een opbrengst van 62 millioen verwacht. Voorts blijkt uit genoemd rapport dat het leger met 46000 man zal verminderd worden en dal de mi nister in Maart aanst. wil overgaan tot eene conversie van de 4£ püt. in een 3 pCt. fonds, met keus voor de houders om die conversie of eene rembour sering aan te nemen. De pauseljjke nuntius, mgr. Chigi, is Zondag II., na afloop der mis in de kapel der Tuileriënbij den keizer in een plegtig gehoor toegelaten. De bijzonderheden nopens deze audiëntie worden op zeer verschillende wij zen medegedeeld, maar komen allen daarin overeen, dat die ontvangst niet zeer gewigtig was. Na den afloop der audiëntieheeft de nieuwe nuntius onderscheiden hooggeplaatste personen ontvangen, die bekend zijn wegens hunne goede gezindheid voor den II. Stoel. Reeds worden velen genoemd, die met ridderkruisen uit naam van den Paus zullen worden begiftigd. Zoo verzekert men dat de heer Thouvenel tot grootkruis van de H. Gregorius- orde zal worden benoemd. Van regeringswege ister tegemoetkoming in den nood der arbei dende klasse, aan de stad Lyon 350,000 fr. en aan de stad St. Etienne 220,000 fr. geschonken. Naar men verneemt heeft het vertrek van onzen gezant, den graaf Dubois de Saligny, te Mexico diepen indruk gemaakt. Verscheidene familiën, die tot de gematigde partij behoorenhebben de hoofdstad willen verlaten, waar de party der regeringloosheid een waar schrikbewind heeft ingevoerd. Het gouvernement heeft zich hiertegen verzet en een groot getal inwoners in hechtenis doen nemen, onder beschuldiging van sympathie voor de vreemde lingen aan den dag gelegd te hebben. De Fransche en Engelsche gezanten bevinden zich thans te Vera-Cruz. Hunne reis derwaarts is niet zonder gevaar geweest. In vereeniging met een talrijk reisgezelschap, grootendeels uit Spanjaarden bestaande, hebben zjj een corps van 300 personen, die zich in eene hinderlaag hadden gelegd, op de vlugt moeten jagen. Op korten afstand van Vera-Cruz zijn zij op nieuw aangevallen, ondanks eene krachtige proclamatie van den generaal Uragawaarbij aan de Mexicanen bevel werd gegevende vreemdelingen ongedeerd te laten. Er moet besloten ziju tot het uitzenden van ecu talrijker legerkorps dan aanvankelijk bepaald was, naar Mexico. Daardoor zal men trachten de herhaling van wanordelijkheden voor te komen, en men schijnt in ver band daarmede het land gedurende eenigen tijd te willen bezeilen. Dit schijnt de reden; maar de wezenlijke oorzaak moet daarin gelegen zijn, dat men op zijne hoede wil wezen tegen de verdachte plannen van Spanje. De Moniteur bevat een schrijven uit Vera-Cruz, waarin de schikking wordt medegedeeld, die tusschen den opperbevelhebber der Spaansche en die van de Engelsche en Fransche expeditiën gemaakt zijn betreffende de operatien, die door eerstgenoemde te Vera-Cruz zullen worden ondernomen. Daaruit blijkt dat eerstgemelde met zijne troepen niet in hel binnenland zal dringen; dal geen enkel fort, geen enkel openbaar gebouw vernield zal worden, ten zij dit uit het oogpunt van verdediging noodzakelijk is; dat, na de inneming van Vera-Cruz door de Spanjaarden, de Franschen aldaar ook eene bezetting mogen leggen, en dat over de gelden, in de openbare kassen gevonden, niet mag worden beschikt, maar dat die bewaard zullen worden tot dat de opperbevelhebbers der expediliën aangekomen zullen zijn. De belasting op de honden heeft alhier in het afgeloopen jaar eene som van 400,000 fr. opgebragt. De gaarkeukens, die door de keizerin in 1855 gesticht werden, heb ben zoo goed voldaan, dat men er nu al 75 telt. Het doel van die inrig- tingen is, om aan den arbeidenden stand, van 15 Dec. lot 15 Mei, gezonde en krachtige spijzen lot zeer goedkoope prijzen te bezorgen. De keizerin ondersteunt deze onderneming met 100.000 fr. jaarlijks. De prijs van de spijzen in die gaarkeukens is als volgt: 85 gram. gekookt vleesch, zonder been, 5 centimes; liter bouillon 5 cent liter boonengroene erwten of rijst 5 cent., enz. Behalve de bijdrage van de keizerin bebben deze gaarkeukens nog liet voordeel, dat zij alles in het groot koopen. Een maaltijd, uit een kilo vleesch en een liter boonen beslaande, die in eene huishouding op minstens 2 fr. 25 cent. komen zou, wordt door deze keu kens voor 1 fr. geleverd en is voldoende voor 6 personen. Er worden door deze keukens dagelijks dooreen genomen 60,000 porliën afgeleverd. Gedu rende den afgeloopen winter werden in het geheel 11 millioen portiën verkocht. Zondag II. is in het Bois de Boulogneterwijl een groot aantal per sonen zich aldaar met schaatsenrijden vermaakten het ijs bezweken en zijn onderscheidene lieden er onder geraakt. De meesten werden gered, doch vier personen hebben er het leven bij verloren. Omtrent deze ramp worden door een ooggetuige de volgende bijzonderheden medegedeeldOp 200 ellen afstands van den wal waren bijten gehakt, waaruit dagelijks de zich in het bosch bevindende kelders van ijs worden voorzien. De policie waar schuwde dan ook iedereenzich niet te digt brj die plek te wagenmaar te vergeefs; een groot aantal jongelieden schenen die juist bij voorkeur te zoe ken, met dat gevolg dat weldra het ijs onder eenen hunner, zekeren koet sier, met name Gros-Claude, bezweek. Velen snelden hem te hulp en juist die vereeniging van een aantal menschenop eene brooze plekwas oorzaak dat men onmiddelijk een 20-lal personen in de diepte verdwijnen zag. Wel dra was dat gedeelte van den vijver van zijn ijsketenen bevrijd, en stroomde het water langs de schotsenwaar tusschen men nu en dan een hoofd of een arm zag omhoog steken. De' meeslen hebben zich met zwemmen gered; enkelen hebben hun leven te danken aan de onmiddelijke komst van eenige daar in de nabijheid vastgemaakte schuitjes, waarmeê eenige wakkere man nen te hulp schoten, 't Was rondom den vijver een hartverscheurend too- neei. Velen hadden zonenbroeders of vrienden weinig tijds te voren in de nabijheid van de gevaarlijke plek gezien; daar deze zich nu in de digt opeen gedrongen menigte bevonden, zonder dadelijk opgemerkt Ie kunnen worden, twijfelde men geen oogenblik of ook zij hadden in het water hun graf ge vonden. Gros-Claude, onder wiens voel het ijs het allereerst bezweek, is gered; de man, wiens onvoorzigtigheid misschien de eerste aanleiding gaf tot den dood van vier menschen in den bloei des levens, en stellig minstens duizend menschen den pijnlijksten angst heeft berokkend, bleek, toen men hem op den wal haalde, smoordronken te wezen. In een brief uit Constantine wordt gemeld, dat men daar dezer da gen in het stuk Cora of de Slavernij eene levende leeuwin ten tooneele braglde toejuichingen des publieks over dien invalwaarvan de eer geheel aan den directeur toekomt, waren zoo groot, dat men hel dier ten spoe digste in zijn hok moest terugvoerenwaartoe eene der kleedkamers was ingerigt. ITALIË. Volgens een schrijven uit Napels aan het Joarn. des Déb. wint de liberale vereeniging onder de geestelijkheid aldaar meer en meer veld. Zjj lelt reeds, wordt daarin gezegd, 600 Napolitaansche en 4000 Italiaansche priesters als hare leden en heeft zich dezer dagen met de katholieke gees telijkheid van minderen rang in Frankrijk, Duilschland en Engeland in betrekking gesteld. Hare geloofsbelijdenis is vervat in een door haren secie- taris, den priester Cassiano del Colle, opgesteld geschrifthetwelk eerlang zal worden uitgegeven. Het eerste artikel van die geloofsbelijdenis is: »dat de Romeinsche kerk zich vrijwillig van den last der wereldljjke magt moet ontdoen, en weder door apostolische armoede de echte discipelin van den gekruisigden Meester, en de reglmaligc erfgenaam van Petrus, den visscher moet worden." Deze vereeniging heeft door hare verlakkingen, volgens hetzelfde schrijven, reeds kracht genoeg gekregen om de in Napels plaats hebbende pogingen tot verbreiding van hel protestantismus te kunnen tegenwerken, alsmede de verbreiding van de begrippen der rationalisten en der Hegelianen, welke aan de Napelsche hoogeschool, vooral door den invloed van den hoogleeraar Vera, veld winnen. PttUISSEW. BERLIJN, 21 Januarjj. Door de kamer van afgevaardigden zyn gekozen: lot voorzitter de heer Grabow, en tot onder-voorzitters de hh. Behrend Danzig en Bocknm Dolffs.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1862 | | pagina 2