LEYDSCHE COURANT. YRIJDAG 13 DECEMBER. N". 149. De Courant wordt Maandag, Woensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag Avond. De Prijs der Courant is f 12 in het jaar de afzonderlijke Hommers worden tegen 10 Centen afgegeven. BINNENLANDSC1IE BERIGTEN. Balbinus; uit de middeleeuwen: een Toursche grool van Filips den Sclioonen koning van Frankrijk en eene Siciliaansche munt van Rogerius. Onder die uil den laleren tijd vermelden wij alleen een Taro van den Malthezer grootmeester I. P. Lascaris Castellar; een Amsterdamschen schouw- burgs toegangspenning (anders dan bij van Loon) met ijver den eerepen ning van den St. Joris Doelen te Dordrecht van 1784, enz. Van prof. W. II. de Vriese ontving het kabinet de aan Z. H. Gel. ver eerde medaille op het 50 jarig feest der hoogeschool Ie Chrislianiaop den 2Jcn Sept. 1861 gevierd. Deze penning heeft op de vz. eene zeer vernuftige voorstelling. Van den heer II. D. M. Steur, te Maassluis, een aantal koperen en bron zen munten van onderscheidene landen der vijf werelddeelen als van Noorwegen, Zweden, Rusland, ünilschtandItalië, Turkye, Zwitserland, Frankrijk, Portugal, de eilanden Jersey en Guernesey, van China, Japan, (de nieuwste ovalen bronzen munt) Nederlandsch en Engelsch Indië, Marokko, S'. HelenaN. SchotlandCanada, Mexico', Chili, Demerary Uruguay en Australië; waaronder merkwaardige stukken. Eindelijk ontving het kabinet in de laatste dagen eene belangrijke ver zameling munten en penningen uil Mexico ten geschenkezijnde reeds de derde welke bet, in den tijd van twee jaren, uil gemelde stad mogt ont vangen en waardoor het getal Amerikaansche medailles cn munten reeds tot 426 gestegen is. Onder de Mexikaansche munten zijn er 2 onder Karei II (V) en Joanna geslagen; verder onder de regeringen van Filips V, Karei III en Ferdinand VII; onder de laatste een uiterst zeldzame gegotene noodmunlpiasler van den jare 1811. Onder de zilveren, vergulde en koperen medailles (door de beroemde stempelsnijders Gil en Guerrero gegraveerd) vermelden wij alleen (om van eene bronzen, door de Indianen gehavende, niet te spreken) die van de laatste jaren, zijnde vier: die met de beeldlenis van den 1° president der republiek Guadalupe Victoria, die van Antonio Lopez de Santa Anna, die op de daarstelling van bet invalidenhuis te Mexico en de prijsmedaille voor de tentoonstelling van nijverheid van dat land. Verder eene in 1808 te Popayan in N. Grenada geslagene medaille; eindelijk eene, keurig door den beroemden graveur Prieto vervaardigde, op de heldhaftige verdediging van het fort el Morro te Havanna tegen de Engel- schenten jare 1763, door de generaals Velasco en Gonzalez, wier beeld- tenissen op de medaille voorkomen. Ten slotte moeten wij nog de aanwinst vermelden van een naar Mexico verdwaalde didrachme van het oude Napels (Neapolis); van een piaster, ten jare 1657 te San Luis Potosi in Peru geslagen en van eene kleine Spaansche vergulde medaille, ter herinnering dat de heilige Theresia de beschermheilige van dat land is. De verzameling onzer hoogeschool, alzoo op den duur door kleinere en grootere geschenken uit verschillende deelen des aardbols verrijkt, begint al meer en meer het ideaal te naderen van een eener groote universiteit waar dig numismatisch kabinet; aan de wetenschappelijke verzamelingen eener universiteit toch worden veelal grootere eischen gedaan, dan aan kabinetten van die stedenwaar de wetenschap minder op den troon zit of geeerd wordt. Uit Leyden ('s Gravenhage?) schrijft men aan de Midd. Cour. Omtrent de reis, die de eerste bibliothecaris dr. Pluygers, in vereeniging met den heer Schaap, architect der academische gebouwen, naar de voornaamste ste den van Europa, ter inspectie van de verschillende inrigtingen der aldaar bestaande bibliotheekgebouwen, beeft ondernomen, verzuimde ik tl bijzon derheden mede te dcelcn. De bibliotheken te Parijs, Wcenen, Munchcn, Dresden, Berlijn, Göttingen, Londen en Edimburg zijn door deze commissie bezocht. Weinig bevredigende resultaten echter heeft dit onderzoek opge leverd en in zeer geringe mate aan de verwachting die men er van koesterde beantwoord. Overal beeft men vele gebreken gevonden, waardoor niet aan het doel beantwoord wordt, zoodat men lot de slotsom is gekomen dat onze academische bibliotheken wat inrigling betreft, vooral die te Utrecht, niet zoodanig bij de buitenlandsche achter staan, als men wel vermoed had. De Edimburgsche boekerij, hoezeer alles op een kolossalen voel is ingerigt, geeft het meest aanleiding eenigzins gevolgd te worden. Eene opmerkelijke bijzonderheid beeft men aangetroffen, dat namelijk de meeste bibliotheken in bovengemelde steden, die van bet Britsch museum te Londen uitgezon derd, in gebouwen, oorspronkelijk niet voor het tegenwoordig doel gesticht, gevestigd zijn. Het zijn meestal even als hier gebouwen, die vroeger voor kerken of kloosters gediend hebbenwaaraan dan ook de meerdere of min dere gebrekkige inrigtingen zijn toe te schrijven. De voornaamste verande ringen, die bet bibliotheekgebouw zal ondergaan, zullen zijn, naar men zegt. het zoo veel mogelijk aanbrengen van hoog licht en gaanderijen door hel geheele gebouw, waar langs de boekenkasten van middelmatige hoogte, ter besparing van moeite bij het uitnemen der boeken, zullen geplaatst wor den, benevens het toevoegen van eene behoorlijke en doeltreffende lees- cn studeerkamer. Men is voornemenszoodra de voor deze verbouwing be- noodigde gelden door de tweede kamer zijn toegestaan, met de werkzaam heden een aanvana te maken. Door den minister van oorlog is ter kennis van het leger gebragt, dat aan onderscheidene generaals, hoofd- en verdere officieren des legers magti- ging wordt verleend, om, overeenkomstig het bepaalde bij kon. besluit van 19 Nov. 1844, het cijfer in het onderscheidingslecken voor langdurige Ne- derlandsche dienst als officier, vroeger aan hun uitgereikt, te doen verwis selen, o. a. <lat van XXV in XXX aan den majoor J. II. 91. ter Bruggen, van hel 4jc reg. infanterie, en aan den kapitein A. J. A. Gerlach, van het reg. veld-artillerie; en dat van XX in XXV aan den kapitein K. II. van Dicpen- bruggevan bel reg. veld-artillerie. Bij kon. besluit van 28 Nov. is aan de fabrieken tot bereiding van ver duurzaamde levensmiddelen, bij gelijkstelling met de scheepsbesclniitbakke- rijen, gedeeltelijke vrijdom van accijns op de brandstoffen toegekend. Van den Helder meldt men het volgende. Hel schip dal vroeger ge strand is en dat wapenen bevatte, gemerkt F. W.is de Pruissische korvet Amazonewaarop de adelborsten der Pruissische marine een kruistogt de den. De gevonden vlag cn naamlijst doen zulks duidelijk zien. De hoogleeraar II. E. Vinke. te Utrecht, heeft op den 8slcn dezer den gedenkdag gevierd van zijn 25-jarig professoraat in de godgeleerdheid aldaar. Namens de studenten in de theologie werd hem op dien dag, door eene commissie van zes leden, een keurig meubelstuk, en door de Duitsche studen ten een prachtige bijbel aangeboden. Den dag na bet jubile' ontving de hoogleeraar eene commissie van acht predikanten, die hem, namens zijne vroegere leerlingen, geluk wenschlen en hem een monumentalen inktkoker, rijk gemonteerd en met toepasselijk opschrift voorzien, als een bewijs hun ner dankbaarheid vereerden. Te liardenberg heeft dezer dagen hel volgende ongeluk plaats gehad. Een arbeider reed met zijn 8-jarig zoontje met kar cn paard uit, om turf te halen. Bij het afrijden eener hoogte had hij het ongeluk te vallen en onder de kar te geraken. De knaap sprong onmiddellijk af om den vader hulp te bieden, geraakte echter in de leidsels verward en viel mede onder de kar, terwijl bet wiel hem over de beide beenen ging. De jongen is aan de gevolgen overleden en de vader verkeert in zorgwekkenden toestand. Uit Roermond meldt men, dat er proces-verbaal is opgemaakt tegen den aannemer van de fourages voor de aldaar gevcsiigde cavalerie, wegens een geheel eigenaardig bedrog om bij het afwegen en leveren van de haver zakken met dubbele gevulde bodems ie gebruiken, zoodat iedere zak ongeveer 5 Ned. oneen te weinig inhield, ten gevolge waarvan in het jaar. 4000 Ned. ponden haver te weinig werd geleverd. 's GRAVEN IIAGE12 December. De heer J. de Borchgrave, te Gent, is door Z. M. benoemd tot ridder der orde van de Eikenkroon. Z. M. heeft den lstc" luit. A. J. J. L. Prinsen, van de infanterie van het leger hier te lande, thans lijdelijk gedetacheerd bij dat in Oost-lndië, definitief bij dat leger overgeplaatst. Aan den heer T. C. Roering is, op zijn verzoek, eervol ontslag ver leend uit de betrekking tol notaris ter standplaats Lcidschendam. De minister van binnenl. zaken zal op Zaturdag en die van oorlog op Dingsdag aanst. geen gehoor verleencn. Bij den minister van binnenl. zaken is ten behoeve der noodlijdenden LEYDEN, 12 December. Het munt- en penningkabinet der hoogeschool is in den laatsten lijd j met. zeer belangrijke stukken vermeerderd. Het ontving: de groote en kleine prijsmedaille door de Nederl. maatsch. van nijverheid uitgereikt aan de be kroonden bij gelegenheid der Haarlemsche tentoonstelling. Van mr. D. Everwijn, vroeger gezanlschaps-secretaris te Madrid, thans in i die zelfde betrekking te Berlijn, een groot aantal Spaansche munten uit i deze eeuw, te Madrid en Segovia geslagen onder de regeringen der konin gen Karei IV, Ferdinand VII en koningin Isabella II (onder deze laatste is in 1850 een nieuw stelsel van koperen munten ingevoerd geworden). Van mr. II. C. J. Hoog, dijkgraaf van Rijnland, eene kleine verzameling munten en penningen, behoorende tot de antieke, middelecuwsche en mo derne numismatiek; als daar zijn zilv. munten van Syracuse en Agri- gentum; een quinarins der gens Cornelia, een denarius der gens Urbinia; verder denariën van Domilianus, Trajanus, lladrianusAntoninus Pius en

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1861 | | pagina 1