zijn gestort, cn dat allen beduidende kneuzingen aan het hoofd en de armen hebben bekomen. Het dames-comite' te Amsterdam', ter bevordering van de evangelie-ver kondiging en de afschaffing der slavernij in Surinameheeft bekend gemaakt dal het onlangs heeft verzonden tot het eerstgenoemde doel ƒ100, benevens 2 kisten met nieuwe kleederen, om door de zendelingen aan noodlijdende, inzonderheid vrije negers te worden uitgereikten tot den vrijkoop van slaven ƒ200. Vervolgeus herigt het comité dat liet weder eene verloting van dames- handwerken enz. hoopt te houden. Door mej. A. A. Bergendalil te Amsterdam zijn wederom naar Syrië verzonden, ten behoeve der noodlijdende Christenen aldaar, 7 groote kisten met omstreeks 1700 stuks nieuwe en doelmatige kleedingstukkendekens, enz., als gedeeltelijke vergoeding voor de door schipbreuk der Jnna Paulowna verloren goederen. Later hoopt men nog eene dergelijke bezending te kunnen doen, daar de nood en de behoefte dier Christenen nog altijd zeer groot is. lil den avond van den 15dcn October II. ontstond er brand in eene boerenwoning te Ede, welke de schrikkelijksle gevolgen had kunnen heb ben, daar de bewoners, waaronder zeer kleine kinderen, reeds sederteenige uren sliepen, doch die toevallig door een buurman spoedig werd ontdekt, en door eenige dadelijke bijeengeroepen personen gebluscht, voordat er nog eenige schade van aanbelang was loegebragt. Het was duidelijk dat deze brand niet toevallig kon ontslaan zijn, maar met moedwil moest zijn out- stoken. Later is gebleken dat de brand was gesticht door den eigenaar van het huis, zekeren J. W., die spoedig zijn misdrijf heeft beleden. Hij was voornemens zijn huis4 dat geassureerd was, te verbouwen en dit schijnt de aanleidende oorzaak tot de daad geweest te zijn. Men schrijft aan de Gemeentestem uit Groningen, dat de officier van justitie tegen onderscheidene ambtenaren van den burgerlijken stand vervol gingen instelt wegens overtredingen, in hunne betrekking begaan. Er moeten ergerlijke fouten in hunne aeten zijn ontdekt. Bij het onderzoek van het V hoofdstuk der staalsbegrooling (binnenl. zaken) trad men in drie der afdeelingen in beschouwingen over het politiek karakter van het tegenwoordig bewind, of althans van den minister van binnenl. zaken, voor zoo ver dit karakter uit dat begroolingshoofdstuk was op te maken; men kwam daarbij tot een alles behalve gunstig resultaat. Menige post bewees, zeide men, dat het in het beheer onzer binnenlandsche zaken aan een goed regeringsbeleid en aan een bepaald stelsel ontbrak, 't Is of de'minister, in plaats van zelf te besturen, zoodanig door zijne ambtenaren bestuurd wordt dat wat in de eene afdeeling als regel is aan genomen nu en dan in eene andere geheel uit het oog wordt verloren. Men klaagde over zwakheid en ondoordachte maatregelen, zoodat bijv. te gelijker tijd een besluit onderteekend wordt, waarbij de opleiding der bur gerlijke ingenieurs aan de Delflsche akademie verblijft, en de minister zich vereenigt met voorstellen van de akademie der beeldende kunsten te Am sterdam volgens welke die opleiding aan de laatste akademie zou worden toevertrouwd. Te gelijker lijd klaagde men er over, dat de minister maar al te zeer toonde, dat hij zich aan de volksvertegenwoordiging weinig laat gelegen liggen. In de zaak van de verbouwing der groote zaal op het Bin nenhof heeft hij, tenzij hij geheel en al ten speelbal aan zijne ambtenaren heeft gestrekt, de tweede kamer eerst misleid, later een reglstreeks door haar geuiten wensch in den wind geslagen. Algemeen heeft men het ver hoogde eindcijfer van dit hoofdstuk met leedwezen en afkeuring gezien vooral met het oog op de spoorwegen en onze afhankelijkheid van de O. I. balen, die zich ten sterkste legen zulk eene uitzetting der uitgaven verzet ten. Met nadruk werd gevraagd hoe verre de arbeid aan de wet op de schutterijen gevorderd is; men klaagde voorts dat niets vernomen werd no pens maatregelen lot uitvoering van de nieuwe wel op de militie. Men betreurde de vertraging in de aanbieding van de wetten nopens de medische politie; verlangde de weder-indiening van wetsvoorstellen op de quaran- tainedienst, de besmettelijke veeziekten en de uiloefening der veeartsenij- dienst; vroeg inlichting over de uitkomsten der uitloving van belooniu- gen wegens het bevorderen der koepokinenting onder minvermogenden; behandelde de wijze van opleiding der vroedvrouwendie te voorbarig wordt gekeurd; klaagde over de vertraging in het drukken der resulta ten van de jongste tienjarige volkstelling, uit welke vertraging onderschei den nadeelen voortvloeijenbehalve dat de kosten tot zekere hoogte ijdel worden; van vier der afdeelingen achtte men de benoeming eener rijkscom missie voor de statistiek geen gelukkige greep en noemde die instelling kost baar, in verband ook tot hetgeen thans door provinciën en gemeenten voor statistieken arbeid wordt uitgegeven; moest de commissie blijven beslaan, dan wenschtc men haar anders zamengesteld. Nagenoeg algemeen drukte men de overtuiging uit, dat de benoeming van een afzonderlijken lands- bouwmeester een noodlottige maatregel is geweest, althans dat de keus van dien bouwmeester niet gelukkig is uitgevallen. Men wees op de gebouwen voor het dep. van koloniën enz., cn toonde zich algemeen over het gebeurde ten aanzien der groote zaal op het Binnenhof geërgerdja zelfs verontwaar digd. Het gebeurde deswege wordt nagegaanen de heer Storm van 's Gra- vesande heeft eene speciale nota deswege ingediendten betooge dat iels geheel anders wordt opgerigt, dan waarvoor het geld was toegestaan, en dat door den minister zelf was toegezegd. Met verbazing had men in de Staatscourant het kon. besluit aangetroffen, waarbij de Delftsche akademie op eenen geheel nieuwen voet werd geregeld. Vele leden vonden hier strijd met art. 194 der grondwet. Algemeen heeft de verbazend hooge som, die voor de rijkskweekscholen voor onderwijzers wordt aangevraagd, aan stoot gegeven. Niemand had vooruit kunnen berekenen dat deze instellin gen in één jaar ƒ325,000 zonden kosten. Men vond hierin een blijk dat de regering in de uitvoering der wet op het lager onderwijs niet met be leid en spaarzaamheid te werk ging. Nagenoeg al de leden verklaarden zich tegen de aangevraagde subsidie voor den Dom te Utrecht. Nagenoeg algemeen werd het denkbeeld afgekeurd, om een nieuwen conservator bij het I Lcydschc museum van N. U. aan te stellen en daarvoor de begrooting voortdurend meteen tractement van 1600 te bezwaren. Men heeft er niets tegen, dat de geologische verzameling van het llaarlemsche paveljoen naar het Levdsche museum worde overgebragt, maar wenscht het ordenen en bewaren dier verzameling aan den daar reeds aanwezigen conservator voor de mineralogie te zien toevertrouwd. Zeer veel leden konden hunne bevreemding niet verbergen, dat, na de daaromtrent in het vorige jaar genomen beslissing, de post van ƒ2000 voor hel algemeen Ncderl. woordenboek op nieuw op deze begrooting voorkwam. Die leden zouden er niets legen hebben, dat, wan neer met de uitgave van het woordenhoek reeds een begin was gemaakt, van staatswege die onderneming bijv. door ruime inteekening wierd onder steund; ofschoon zij ook dan nog op dergelijke werken zouden kunnen wijzendie hier te lande zonder eenigen rijksonderstand het licht hebben gezien. Maar in het verleenen van subsidie in den voorgedragen vorm za- gen zij onoverkomelijk bezwaar. Andere leden dachten gunstiger over deze zaak. Ook onder deze leden echter waren er, die het subsidie liefst voor eenen bepaalden tijd zagen toegestaan. Over het subsidie voor het werk betrekkelijk de schadelijke insecten hier te lande bleef men insgelijks nagenoeg algemeen ongunstig denken. 's GRAVEN IIAGE, 5 November. Z. M. heeft mr. D. J. baron Mackay benoemd lot attaché bij het Nederl. corps diplomatique. Tot ontvanger der in- en uitgaande regten enz. te Eysdenland is be noemd de heer A. van Seent, thans te Otid-Vroenhövenen tot ontvanger der directe belastingen te Oud-Vrocnhoven de lieer J. P. Janssens, thans ontvanger der in- en uitgaande regten enz. te Eysdenland. Z. M. beeft goedgevonden bij het personeel van de geneeskundige dienst der landmagt te benoemen, tot officier van gezondheid lste kl. dien van de 2dc kl. W. F. H. Westeneng, en den lste° luit. W. F. H. van Riemsdijk, van het wapen der genie, voor den tijd van drie jaren te detacheren bij de landmagt in Wesl-Indië, ten einde op het eiland Cnraqao met de werk- BUITEXLANDSCUE BER1GTEN. BËLGIË. Ter boogie van Oslende is het Engelsche barkschip Sarah Huntly, met kolen geladen en van Sunderland naar Odessa bestemd, vergaan. De kapitein en negen man der equipage zijn daarbij omgekomen. Twee lijken zijn reeds aangespoeld. Door het visschersvaarluig Télémaque zijn ook te Oslende aangebragt de kapitein en zijne echtgenoot, alsmede twee matrozen, van de Nederl. tjalk Eja, die ter hoogte van Weslkapelle in zinkenden toestand verkeerde. ENGELAN I». LONDEN, 3 November. Het aanzoek van Frankrijk, om bij de tentoonstelling van 1862 over 45000 vierk. voeten meer te beschikken dan toegestaan werd, is door de commissarissen afgewezen. In de katoenweverijen en katoenspinnerijen van het graafschap Lan caster wordt de arbeid meer en meer beperkt. De spinners en wevers van Bacupwelke nog vier dagen lieten arbeidenhebben het werk nu tot drie dagen beperkt, terwijl twee fabrieken er geheel stil slaan. Te Rochdale staan zeven fabriekenwaarin laatstelijk nog 3000 arbeiders gebezigd wer den thans geheel stil. zaamheden lot het genie-departement behoorende, daaronder levens begrepen de publieke gebouwen, wegen, enz., te worden belast. Bij besluit van 1 dezer heeft Z. M. aan den heer mp. P. P. van Bosse, lid der tweede kamer, op zijn verzoek, een eervol ontslag verleend uit de betrekking van lid der commissie voor de staatsspoorwegen. Aan de rijkskweekschool voor onderwijzers te Haarlem zijn benoemd: tot eersten onderwijzer de lieer J. J. C. Donck, hoofdonderwijzer der open bare lagere school te Nieuwkoop, en tot tweeden onderwijzer de heer J. H. Slangen, hulponderwijzer aan eene bijzondere school te 's Gravenhage. Naar men zegt zou door Z. M. bepaald zijn, dat de beide bataillons grenadiers hun vroeger distinctief, de beerenmuts, doch van kleiner model dan zij vroeger gedragen hebben, weder zouden terugkrijgen. Volgens Zr. Ms. verlangen zou deze verandering in het begin van het volgend jaar moeten zijn ingevoerd. Het roodvonkwaardoor Z. K. II. de prins van Oranje op 19 Oct. jl. werd aangetast, is regelmatig verloopen. Later heeft zich eene apbtheusc ontsteking der mondholte voorgedaan, die lievig was en veel deed lijden. Heden morgen ten 9 ure is omtrent den toestand van Z. K. II. het volgende bulletin bekend gemaakt: De dag van gisteren is iets gunstiger geweest. Hoewel zwakgevoelt Z. K. H. eenige verligting. (get.) dr. Vinkhuyzen. P. F. Everard Volgens gerucht zouden, van wege verschil van gevoelen over de ko loniale aangelegenheden, reeds eenige der ministers hunne portefeuilles ter beschikking des konings hebben gesteld. Van het dep. van buiten), zaken is naar de zaal der teeken-akademie aan den Bosclikant overgebragt eene schilderijdie van den Hollandschen schilder Kleyn uit Rome is ontvangen, met bestemming om de opbrengst te doen strekken ten behoeve van de slagtoffers bij de jongste overslroomingen op Java. De wintervergadering van de prov. staten is heden geopend. De bh. mr. J. C. Reepmaker en J. W. van der Schoorennieuw benoemde leden, hebben, nadat hunne geloofsbrieven waren onderzocht en zij de gevorderde eeden hadden afgelegd zitting genomen. Na de mededeeling der ingekomen stukken en regeling der werkzaamheden voor de volgende bijeenkomst is de vergadering gescheiden tot morgen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1861 | | pagina 2