LEYDSCHE
COURANT.
1861.
VRIJDAG 25 OCTOBER.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt
uit ZaturdaS Avond.
NV 128. ;k
He Prijs der Courant is f 12 sm het jaar
de afzonderlijke Nommers worden tegen 10
Centen afgegeven
Bij deze Courant behoort een BIJVOEGSEL bevattende de
Jlgemeene Policie-Fer ordening voor de. gemeente Ley den, vast
gesteld door den Raad dier gemeente in zijne vergadering van
26 September 1861.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
LEÏDEN, 24 October.
Naar wij vernemen heeft de arrondissemenls-reglbank, ter voorziening in
de vacature, ontstaan door de benoeming van den heer mr. J. W. Schuur
man tot voorzitter, de volgende voordragt opgemaakt: mr. F. B. Coninck
Liefsting, substiluut-olFicier bij de arrondissemenls-reglbank te Assen,
mr. S. Tak, advocaat en rcgter-plaalsvervanger alhier, en mr. F. Canter
Alia, kanlonregter te Noordwijk.
Omtrent den uitslag der examens, volgens de wet op het onderwijs, van
den 9llcn tot den 22sten October door de commissie in Zuidholland afgenomen,
wordt door den schoolopziener in het lste district het volgende medegedeeld
Wal de cijfers betreft, is dit de uitslag geweest: A. In de vakken van
het gewoon lager onderwijs: hoofdonderwijzers (getal candidaten 29) toege
laten 11afgewezen 18; hoofdonderwijzeressen (cand. 3) toegel. 2, afgew. 1;
hulponderwijzers (cand. 49) toegel. 24, afgew. 25; hulponderwijzeressen
(cand. 23) toegel. 14, afgew. 9. B. In de vakken van het meer uitgebreid
lager onderwijs: a. Voor het onderwijs in de beginselen der kennis van de
levende talen: In de Fransche taal: onderwijzers (cand. 27) locgel. 13,
afgew. 14; onderwijzeressen (cand. 25) toegel. 14, afgew. 11. In de En-
gelsche taal: onderwijzers (cand. 10) toegcl. 7, afgew. 3; onderwijzeressen
(cmd. 7) toegel. 6, afgew. 1. In de Hoogduitsche taal: onderwijzers (cand.
7) tocgel. 3, afgew. 4; onderwijzeressen (cand. 5) toegel. 3, afgew. 2. b.
\oor het onderwijs in de beginselen der wiskunde: onderwijzers (cand. 15)'
toegel. 9, afgew. 6. c. Voor het onderwijs in liet teekenen: onderwijzers
(cand. 4) toegel. 2, afgew. 2. d. Voor het onderwijs in de gymnastiek:
onderwijzers (cand. 1) afgew. 1. e. Voor het onderwijs in de handwerken
voor meisjes: onderwijzeressen (caud. 17) toegel. 14, afgew. 3. C. Voor
hel verder voortgezet onderwijs, volgens art. 72 der Wet: a. In de levende
talen: Engelsch: onderwijzers (cand. 1) toegel. 1. lloogduilschonderwij
zers (cand. 1) toegel. 1. b. Wiskunde: onderwijzers (cand. 2) loegel. 2.
c. Natuurkunde: onderwijzers (cand. 1) afgew. 1.
Tot eene vergelijking van de verhouding tusschen het getal der candidaten
en dat der toegelatenen bij het laatste examenmet de uitkomsten van de
vorige, kunnen alleen de opgaven omtrent de hoofd- en hulponderwijzers
dienen. Voor de hoofdonderwijzers zijn dit de gegevens:
Candidaten. Toegelaten.
1860 April 20 12
October 27 16
1861 April 34 14
October 29 11
liet examen voor de acte van hulponderwijzer leverde eene niet zeer
gunstige uitkomst op, hoewel toch niet zoo onvoordcelig als in April 1860,
.zooals uit de volgende opgaaf blijkt:
1858
1859
1860
1861
I)e
Candidaten.
75
50
61
43
40
53
48
49
Toegelaten.
40
28
35
27
17
30
31
24
dns 53.4 ten honderd.
56.0
57.4
62.8
42.5
56.6
64.6
48.7
Junij
October
Mei
October
April
October
April
October
minister van finantibn heeft bekend gemaakt, dal in den omloop
zijn aangehouden stukken van 2j gulden van blijkbaar verminderd gewigt;
dat .het onderzoek, op die stukken ingesteld, geleid heeft tot de bevinding, dat
zij eene gewiglsvermindering hebben ondergaan van 4} tot ruim 5j wigtjes,
en alzoo van der nominale waarde; dat sommige zich onderscheiden door
«ene loodachtige kleur, door afronding der vormen van het beeld, en door
ruwheid der oppervlakte, welke zich meer of minder als beloopen voordoet;
4at zij zoo in doorsnede als dikte met ruim streep zijn verminderd; dat
de opwaarlsche letters, cijfers en teekens zoo op de voor- als tegenzijde,
alsmede de omtrekken van het wapen en de kroon veel dunner zijn en
smaller; de inwaartschc letters en teekens op de afsnede integendeel minder
diep, doch breeder; en eindelijk de geparelde cordonband, die het muntstuk
ter wederzijde omgeeft, veel smaller en de pareltjes Yeel schraler dan op
ongeschonden stukken wordt waargenomen.
De wis- en natuurkundige afdeeling van de kon. akademie van weten
schappen zal Zaturdag aanst. te Amsterdam eene gewone vergadering houden.
Betreffende den tegenwoordigen aardappel-oogst schrijft men ons o. a.
nog het volgendeEen persoon te Whad voor eenigen tijd eene
groote partij te veld staande aardappelendie hem toeschenen geen ruim
beschot te zullen opleveren. Daarbij kwam het toenemend gerucht der
ziekte onder de aardappelen en de berigten, die deswege met iederen dag
ernstiger werdenzoodat hij er op uit was, zoo spoedig mogelijk een goeden
kooper voor zijne partij te vinden. Weldra deed zich iemand op en de
koop werd voor ƒ500 gesloten. Bij de rooijing is het echter gebleken, dat
de partij niet alleen een zeer goed beschot, maar ook gave vruchten heeft
opgeleverd, zoodat zij, bij den stijgenden prijs, den kooper ongeveer 3000
heeft opgebragt.
Door den gemeenteraad van Delft en de kamer van koophandel en fa
brieken aldaar zijn mede adressen aan de tweede kamer ingediend, waarbij
de aanneming wordt verzocht van het wets-ontwerp tot onteigening van
percelen voor den spoorweg van Leyden naar Woerden.
Uit Zulplien meldt men, omtrent de plegligheid van het leggen van
den eersten steen aan de spoorwegbrug aldaar door Z. M. den koning op
eergisteren, o. a. het volgende:
Ten 12 ure kwam Z. ill. met talrijk gevolg van het Loo alhier aan. De
commissie voor de staatsspoorwegen verwelkomde den koning en geleidde
Z. M. naar de tribune, terwijl door het muziekcorps der dragonders het
Wilhelmus werd aangeheven. Z. Exc. de minister van binnen), zaken trad
vervolgens voor den troon en hield eene aanspraak tot Z. M.waarin hij
wees op het groot gewigt van dezen dag, nu een voor den bloei van Ne
derland zoo belangrijk werk tot begin van uitvoering kwam en den wensch
uitsprak, dat het den koning mogt vergund worden de voltooijing van het
werk en daardoor de ontwikkeling van de welvaart des lands te aanschou
wen. Ten slotte vroeg hij het verlof des konings om tot hel leggen van
den eersten steen te kunnen overgaan. Z. M. stond daarna van zijnen zetel
op en begaf zich, vergezeld door den minister, naar den pijler, terwijl de
muziek zich op nieuw deed hooren. De president der commissie voor de
staatsspoorwegen las nu, daartoe door den minister uitgenoodigdhet pro
ces-verbaal voor van het leggen van den eersten steen. De aannemer van
het werk bragt vervolgens den lessenaar voor Z. M., terwijl de heer Kalff,
ingenieur van den waterstaat, Z. M. pen en inkt aanbood, waarna de ko
ning het proces-verbaal onderteekende en dit aan den president der spoor
weg-commissie overhandigde. Het proces-verbaal werd thans opgerold en in
eene looden bus gedaan, terwijl Z. M. daarin tevens de munten van den
slaat wierp, den koning op eene schaal door den ingenieur Fijnjc aange
boden. De bus werd alsnu diglgesoldeerd door den opzigter Springer en
den aannemer, bijgestaan door den mr. loodgieter van Eldik. De president
ontving nu de bus terug en overhandigde die aan Z. M.die haar in den
steen legde. Daarna bood jonkvrouwe van Limburg Stirum Z. M. den
truffel aan, terwijl de ingenieur Waldorp met den kalkbak nader-trad.
Deze gaf aan den aannemer een leeken om den sleen te laten zakkenna
dat de doekdie de inscriptie bedektedaarvan was afgenomen. De inge
nieur Reuvens bragt vervolgens aan den koning den hamer, waarna Z. M.
lot het leggen van den sleen overging; terwijl allen om den koning ge
schaard stonden. Zoodra de slag met den hamer vernomen was, werd het
volkslied aangeheven en het geschut gelost, terwijl het publiek luide: leve
de Koning! riep. Nadat Z. M. naar de tribune teruggeleid was, hieven de
jongelingen van Ned. Mettray, die op het terrein geschaard stonden, een
lied aan, waarvan de woorden door den heer J. P. lleye waren vervaardigd.
Vervolgens begaf. Z. M. zich met de hooge staatsambtenarende spoorweg
commissie enz. naar de groote sociëteit, alwaar hun een dejeuner werd
aangeboden. Na eenige oogenblikken aldaar vertoefd tc hebben, vertrok
Z. M. weder naar het Loo.
Des avonds waren onderscheidene plaatsen van de stad fraai geïllumineerd
en werd door den burgemeester in de zalen der sociëteit een bal gegeven.
Op den door Z. M. gelegden steen is het volgende opschrift gebeiteld
Koning Willem de Derde heeft van deze brug den eersten steen gelegd
en daarmede den aanleg van staatsspoorwegen in zijn rijk ingewijd.
De hooge premie van ƒ100, die onlangs door Z. M. is vastgesteld
voor de vrijwillig aangeworvenen bij het te Arnhem gestationeerde reg.
rijdende artillerie, heeft reeds die gunstige uitkomst opgeleverd, dat zich
reeds een groot aantal personen als vrijwilligers daarbij verbonden heeft.
De kamer van koophandel en fabrieken in Twenthe heeft in eene dezer
dagen gehouden vergadering beraadslaagd over de wenschelijklieid eener ver
mindering der inkomende regten voor Java en Madura, naar aanleiding van
het voorloopig ontwerp ecner wel op dc inkomende en uitgaande reglcn iu