rle tegenwoordige onteigeningswet wordt afgestemd? Dat de spoorversmal-
ling in het geheel niet tot stand komt; dat de bewoners eener welvarende
landstreek, die het uitzigt op het verkrijgen eener spoorweglijn der verwe
zenlijking nader zagen komen, ten eenen male in dat uitzigt zullen worden
te leur gesteld; en dat de Hollandsche maatschappij, die, steunende op de
verleende concessie, lot uitvoering daarvan reeds aanmerkelijke uitgaven ge
daan heeft, in den voortgang harer werkzaamheid zal worden gestuit, en
dus niet slechts de hoop op toekomstige voordeelen verliezen, maar zelfs
dadelijke schade lijden zal. Door de tegenstanders van het wets-ontwerp
werd deze voorstelling der zaak bestreden.
Verscheidene leden zagen een bezwaar tegen de voorgedragen onteigenings
wet daarindat zij zich beperkt tot de percelen op de lijn van Leyden naar
Woerden; terwijl dan toch de concessie het tot stand brengen van eene
doorloopende spoorgemeenschap van Scheveningen af ten doel had. Andere
leden vereenigden zich volstrekt niet met deze beschouwing. Men meende
te weten, dat de Hollandsche maatschappij met hare plannen ook voor het
vak 's Gravenhage—Scheveningen ten gepasten tijde is gereed geweest, en
dat het alleen aan de regering is te wijlen, dat die plannen nog niet zijn
goedgekeurd. Door enkele leden werd bedenking geopperd tegen de rigting,
die de regering aan de spoorweglijn Leyden—Woerden geven wil. Zij
meenden, in overeenstemming met zeer vele grondeigenareu in die streek,
dat het zoowel voor het verkeer, als met het oog op de gesteldheid der
landerijen beter ware geweest, dat de lijn aan de noordzijde van den Rijn
ware gebleven.
's GRAVENHAGE, 17 October.
Z. M. heeft benoemd: tot ridder grootkruis der orde van den Ned. Leeuw
Z. Exc. Musurus Bey, ambassadeur van den Sultan van Turkye bij het Ned.
hof, belast met de uitreiking der mededeeling wegens de komst tot den
troon van Z. Keiz. Majesteit; en tot ridder van genoemde orde den heer
O. J. Truter, consul-generaal der Nederlanden le Kaapstad.
Aanstaanden Vrijdag vertrekt 's konings hofmaarschalk en het verdere
personeel van 's konings huis naar het Loo, om Z. M.na zijne buiten-
landsche reis, aldaar te ontvangen.
De minister van oorlog zal Dingsdag aanst. geen gehoor verleenen.
Hij den minister van binnen), zaken is ten behoeve der noodlijdenden
door den watersnood ontvangen ƒ60.65, giften ingekomen bij den heer
Zersseu, Ned. consul te Rendsburg; ƒ873, opbrengst eener in het geslicht
van den heer D. van Frankenhuysente Montfoort, gehouden verloting.
Den 15dc" dezer is alhier in den ouderdom van ruim 67 jareu overleden
de heer W. J. Piepers, lid van den Raad van State, kommandeur van de
orde van den Nederl. Leeuw.
Naar wjj vernemen zijn thans bij den raad van state onder anderen
in overweging de volgende wets-ontwerpenals nopens: 1°. de geneeskunde;
2°. de afkoopbaarstelling der tienden; 3°. het beheer der kroondomeinen;
4". de tienden van het kroondomein; 5°. de emancipatie der slaven in West-
Indie, en 6°. de kerkelijke pensioenen.
Naar men verneemt zijn door de prov. commissie van onderwijs alhier,
van de 29 adspiranten voor den rang van hoofdonderwijzer, aan elf eene
akte van dien rang toegekend.
AMSTERDAM, 16 October.
Maandag H. hield de taal- en letterkundige afdeeling van de kon. akade-
mie van wetenschappen eene gewone vergadering. Tegenwoordig waren de
hh. de Wal, Koenen, Janssen, Moll, Boot, Dirks, Roorda, Delprat, Mil
lies, Leemans, van Heusde, Fruin, Bakhuizen van den Brink, G. de Vries
Az.Rulleman, Harting, te Winkel, M. de Vries, Brill, van den Bergh,
Kappeyne van de CoppelloKarsten en Mees.
De secretaris droeg een levensberigt voor van wjjlen mr. J. Ackersdyck,
voormalig lid der akademie, en bragt daarbij hulde aan de verdiensten van
den overledene.
Door den heer Bakhuizen van den Brink werd verslag uitgebragl over de
quacstie der regeling van den letterkundigen eigendom. De commissie er
kende dat deze zaak voorziening bij de wet eischt. Zij droeg derhalve aan
de beoordeeling der akademie eenige grondstellingen voor, welke zij wenschte
dat in de vergadering van November in behandeling worden gebragtten
einde naar aanleiding daarvan een rapport aan deu minister van binnenl.
zaken te zenden, waarin le kennen wordt gegeven wat de academie wenscht,
dat in de wel op dat stuk worde bepaald. Deze grondstellingen zijn 18 in
getal; daarbij wordt de eigendom gewaarborgd van de voortbrengselen van
den geest van schrijversopenbare redenaars en kunstenaars. Deze stellin
gen zullen aan de leden gedrukt worden toegezonden.
De heer van den Bergh heeft daarna eene mededeeling gedaan over Etruri-
sche opschriften.
De heer Leemans berigtte, namens de commissie voor de overblijfsels der
oude vaderlandsche kunst, wat sedert de laatste opgaaf aan mededeelingen
teekeningen enz. ontvangen is, en wat zij gedaan heeft om gevaren, die een
langer behoud van belangrijke oude gebouwen le Maastricht, te Haarlem
en te Gorinchem bedreigden, af le wenden; zij rigtte zich met gelijk doel,
in het belang van de overblijfselen van het huis Brederode, tot de regering.
Voor de boekerij werden aangebodendoor den heer Bakhuizen van den
Brink een vervolg op zjjn geschrift betreffende prins Willem I en Anna
van Saksen; door den heer M. de Vries eene nieuwe aflevering van Maer-
lanl's Spieghel Historiael; en door den heer Dirks een werkje sur l'histoire
des Croisades.
Aan het athenaeum illustre alhier zijn bij het begin van den nieuwen
cursus ingeschreven 28 studenten; waarvan in de godgeleerdheid 10, reg-
ten 12, geneeskunde 4, letteren en theologie 1 en philosophie 1.
BU1TENLANDSCHE BER1GTEN.
ENGELAN
LONDEN, 15 October.
De heer dc Keyser, eigenaar van het royal hotel, Blackfriars alhier,
heeft een eigen telegraafbureau in dat hotel geopend, ten behoeve der reizi
gers die bij hem hun intrek nemen.
De berigten uit Ierland aangaande den aardappeloogst luiden zeer on
gunstig; men kan aannemen, dat de helft van dat gewas daar te lande door
vocht en ziekte is verloren gegaan. De nood is zoo dreigende, dat er sprake
is om den hijstand der regering in te roepen.
Men verneemt dat de oudste zoon van den keizer van China zijn vader
op den troon van het hemelsche rijk opvolgt en regeren zal met hulp
van een raad van acht hooge staatsdienaren. Prins Kung, broeder van
den overleden keizer, behoort niet lot de leden van dien raad.
FRANKRIJK.
PARIJS, 15 October.
Z. M. de koning der Nederlanden is heden met den keizer alhier aange
komen. Daar de koning het strengste incognito wilde in acht nemen, was
er geene eerewacht aan het station geplaatst. Aldaar bevonden zich echter
de prefect van de Seine en andere autoriteiten. De koning bezocht heden
avond de Italiaansche opera, en zal morgen met den keizer naar Versailles
gaan tot het houden eener jagt met de buks. Waarschijnlijk zal de koning
j tot Vrjjdag hier vertoeven.
Blijkens een brief van den hertog van Aumale aan een zijner vrienden
alhier, in het Journ. des Déb. opgenomen, zijn zijne neven, de beide
zonen van den hertog van Orleans, als adjudanten van den generaal Mac-Cle-
Ian in het Noord-Amerikaansche bondsleger opgenomen.
De beruchte Jud is door het hof van assises bij verstek ter dood ver
oordeeld. Uit de acte van beschuldiging blijkt dat Charles Jud in het jaar
1834 le Bourogne (Boven-Rijn) is geboren, en dat hij op 20-jarigen ouder
dom reeds twee veroordeelingen wegens diefstal had ondergaan. Later trad
hij in militaire dienst, maar werd te Oran in Algerid, mede wegens dief
stal, tot 20-jarige gevangenisstraf veroordeeld. Aan die straf had hij zich
door de vlugt weten te ontrekken. In Juni] 1860 naar Frankrijk terug-
keerende, beroofde hij een Pool, met wien hij op de stoomboot kennis
maakte, van een aantal bankuooten. Op 12 September van dat jaar ver
moordde hij in een der rijtuigen van den spoortrein den Russischen geneesheer
Heppé, en begaf zich vervolgens, na zich op eene slinkschc wijze in hel
bezit te hebben gesteld van den pas zijns broeders, weder naar Algerië.
Weldra keerde hij echter naar Frankrijk terug, en maakte zich te Drjon
meester van de jagt-akte, het geweer enz. van zekeren Montalli, met wien
hij op de reis kennis had gemaakt. Onder diens naam voegde hij zich bij
een gezelschap jagers, maar werd herkend en aangehouden. Gelijk bekend
is, wist hij zijne bewakers te verschalken en hen in zijne plaats op te slui
ten. Kort na zijne ontkoming maakte hij zich aan den moord van den
heer Poinsot schuldig. Op 6 Dec. van het vorige jaar bragt hij te Troyes
den nacht in hetzelfde logement door, waar de advocaat-generaal Roussel
was afgestapt, die daar ter plaatse inlichtingen omtrent zijn persoon kwam
inwinnen.
De berigten omtrent het onwederdat Vrijdag jl. in het zuiden des
rijks heeft gewoed, zijn zeer treurig. In de omstreken van Montpellier werd
eene groote verwoesting aangerigt door eene windhoos, die een aantal hoo
rnen ontwortelde en onderscheidene tuinen vernielde. Te St. Aunès rukt'
zij het geheele dakwerk van het schoolgebouw, alwaar zich een dertigtal
kinderen bevonden, die evenwel door de tegenwoordigheid van geest van
den onderwijzer gelukkig behouden bleventerwijl slechts ecnigen niel
spoedig genoeg de door hem aangewezen minder onveilige plek konden be
reiken en daardoor ligte kneuzingen bekwamen. Te Montpellier viel er
zulk een geweldige slagregen, dat de straten in het lage gedeelte der staf
in een oogenblik overstroomd werdenen vooral in de voorstad Ia Saunerie
een aantal kelders, pakhuizen en winkels onderliepen. De rivier de Lez,
welker waterstand vóór het onweder bijzonder laag was, stroomde door
den hevigen aandrang van het water buiten hare oevers, en wel met zulk
1 een geweld dat een gedeelte van de pont Mejan werd medegevoerd. Te
Alais kwam het water insgelijks met eene zoo buitengewone kracht en
snelheid opzetten, dat de bewoners in het lage gedeelte der stad genoodzaakt
werden naar dc eerste bovenverdieping de vlugt te nemen. In hel arrondis
sement Vigan en verder op langs de Gardon hebben de akkers zeer veel ge
leden en is niet slechts een groot gedeelte van den ingezameldcn oogst ver
loren gegaan, maar werd ook andere schade aangerigt door de aanzienlijke
watermassa, die van het Cevennes-gebergte afstroomde. In het dep. du
Gard waren de gevolgen van het onweder nog grooter, wegens de reedt
vermelde instorting eener mijn te Lalle.
Het Journ. des Déb. deelt mede, op grond eener officiële statistiek, dat
in Frankrijk nog verscheiden departementen zijn, als Finisterre, Corrèze,
Indre, Haute Vienne enz., waarin van de 100 personen die huwen 70 a 80
hun naam niet kunnen schrijven en daarom in de statistiek illettrés wor
den genoemd. In noord-oostelijk Frankrijk is de verhouding gunstiger,
maar gemiddeld heeft men over het geheele land nog steeds 39 van de 100
jonggehuwdendie het huwelijks-contract niet hebben kunnen onderteekenen.
Volgens het dagblad le Monde worden in naam door eene verecnigin?
van Russen, maar in de daad door de Russische regering, le Jeruzalem
verscheiden gestichten, alsmede eene prachtige kerk in Byzantynschen stijl,
gebouwd.
Volgens berigten uit Egypte wordt het verlies aan katoen, ten gevolge
der sterke overstrooming van den Nijl, op een derde gedeelte van den oogst
geschat. Het verlies aan suikerriet en oliezaden is nog niet te begrooten.
ITALIË.
Naar men uit Turyn meldt is het gebleken, dat onder de gevangenen,
die in 1859 door den hertog van Modena werden medegevoerd en thans zijn
uitgeleverd, een aantal gewone misdadigers zijn, die wegens diefstal, moord
of andere aan de staatkunde geheel vreemde misdrijven veroordeeld zijn. De
regering, begrijpende dat zjj deze lieden niet in vrijheid mogt stellen, heeft
al de uitgeleverde personen voorloopig doen opsluiten, met het voornemen
om hen te schiften en degenen, welke wegens redenen van staatkundigen
aard gevangen gehouden werdendadelijk te ontslaan.