COURANT. LEYDSC1IE 1861. WOENSDAG 25 SEPTEMBER. De Prijs der Courant is f 12 in liet jaar; de afzonderlijke Hommers worden tegen 10 Centen afgegeven De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt uit Zaturdag Avond, In een gisteren uitgegeven buitengewoon nommer is, benevens andere horigtende hoofdinhoud medegedeeld van de door den minister van jinantiën bij de aanbieding der begroolingswetten uitgesproken rede. BlNiYENLANDSCHK BKHHtTKN. LEYDEN, 24 September. Bij (ie aanbesteding, door den raad van administratie van het Invali- j denluiis alhier gisteren gedaanis de levering van onderscheidene artikelen voor de volgende prijzen aangenomen: tarwe, Ned. mud 13.67^; aardap pelen, Ned. mud ƒ4.20; wijn, per flesch 0.63 bierper kruik 0.10; stroo, 500 Ned. ƒ15.80; steenkolen, Ned. mud 1.38Jlange turf, 100 stuks ƒ0.74; korte turf, 100 stuks ƒ0.67; lakkebossen 100 stuks ƒ10.50; bezems, per stuk ƒ0.09; boenders, per stuk 0.04. Naar aanleiding van de vroeger vermelde benoeming van den heer Snickers tot regent van het seminarium Hageveld, deelt men ons het vol gende mede: De heer van Kints is tot dusverre president van het seminarium te Warmond. Door de benoeming van den heer Snickers, pastoor te Sche- vcningen -tol regent van het kleine seminarium Hageveld" te Voorhout, in stede van den heer van Beek, zou, naar ik verneem, de heer Peperkom pastoor op Texel, in deszelfs plaats treden. Velen alhier zullen zich laatstgen. heer nog herinnerendie voor weinige jarenals kapellaan bij den heer pastoor A. C. Quant, in de S'. Petruskerk, menigmaal door zijne welspre kende predication de aandacht! zijner hoorders boeide. Wijders zoude het onbezet hoogleeraarsambt in de kerkelijke geschiedenis aan het seminarium te Warmond, ontstaan door hel overlijden van den voortreflelijken Broere, worden vervuld door den heer Smit, praeceptor aan het seminarium te Voor hout, die door den heer Spoorman, kapeilaan te Voorburg, zou worden opgevolgd. Ook zouden eerlang nog andere benoemingen en veranderingen kunnen verwacht worden. De Ncd. Maatschappij van Nijverheid telt thans 2272 leden, hetwelk voor dit □maatschappelijk jaar eene vermeerdering van niet minder dan 456 leden aanwijst, niettegenstaande een verlies van 120 door overlijden, vertrek naar elders of door bedanken. Te Delfshaven, Helmond, Maastricht, Pur- merende en Sneek werden sedert het vorige jaar afdeelingen gesticht. Het departement Haarlem telt 242, Rotterdam 201Amsterdam 171, Leyden 136, Zierikzee 126, Groningen 100, Delft 89, Roerend 91, Maastricht 81 leden enz. Zoo als reeds gemeld is, zullen de miliciens der ligtiug van 1860 bij de infanterie, de vestingartillerie, enz., welke niet voor de ontbrekende vrij willigers onder de wapenen moeten blijven, op den ls,en der volgende maand met onbepaald verlof huiswaarts kcerendoor het dep. van oorlog is tevens bepaald gewordendat er bovendien op gemelden datum van elk balaillon infanterie nog 10 miliciens meer met groot verlof zullen worden gezonden welke reeds waren aangewezen tot aanvulling van ontbrekende vrijwilligers. Blijkens het 37stc verslag van het Nederl. genootschap tot zedelijke verbetering der gevangenen, over den jare 1860, blijft dat genootschap steeds onvermoeid werkzaam om jeugdige ontslagenen teregt te brengen en ben op den goeden weg staande te houden maar heeft het daarin met zeer groote moeijelijkheden te worstelen. Al onze hoop," alzoo leest men in het verslag, «stelden wij op onze inrigting te Leyden, om de jeugdige ont slagenen, na een jaar van opvoeding, tucht en goed gedrag, in 's lands dienst geplaatst te zien. En groot werd onze teleurstelling, toen reeds uit liet vorig verslag omtrent die verblijfplaats bleek, dat genoegzaam alle uit- zigt daarop vervlogen was. Nogmaals hebben wij eene memorie ingediend bij de regering, om jeugdige ontslagenen, na het eerste vonnis om kleine misdrijven en na voldoenden proeftijd van beteren zinbij het leger te land en ter zee te doen aannemen, maar met geene betere uitkomst. Wel is niet alle opneming afgesneden, doch de mogelijkheid uiterst zeldzaam." Het verslag deelt daarop de bedoelde memorie, aan den minister van jus titie ingediend, mede, alsmede hel antwoord daarop ontvangen. Bij dat antwoord waren gevoegd twee missivesvan de ministers van marine en van oorlog, waarin de redenen worden uiteengezet, waarom zij hel verzoek van het genootschap voor geene gunstige beschikking vatbaar achten. Die redenen zijn hoofdzakelijk: dat zich thans een overvloed van jongelingen voor de zeedienst aanbiedt, zoodat de werving voor onbevarenen is geslo ten en dat dus aan jeugdige ontslagenen niet eene voorkeur mag gegeven worden, die aan onbesproken jongelingen wordt geweigerd; dal zooda nige jeugdige ontslagenen met zekeren tegenzin door de overige equipage aan boord worden ontvangendat het meerendeel der jeugdige veroor deelden zich aan dieverij heeft schuldig gemaakt, en dat knapen, bij welke die neiging bestaat, aan boord, waar zoo veel aan de goede trouw moet worden overgelaten, gevaarlijk zijn. Op dit laatste punt drukt ook vooral de minister van oorlog. Deze toch kan niet goedkeurendat de jeugdige ontslagenen bcslcmd worden voor den militairen standwaarin zij eigenlijk niet te huis behooren. liet zedelijk standpunt van het leger, zegt Z. E. vordert gebiedend dat bet aangenomen standpunt, geene dieven als vrijwil ligers in het leger te dulden, strengelijk worde gehandhaafd. Hoewel deze uitslag ten hoogste bedroevend voor het bestuur te Leyden was, vooral omdat het geslicht pas met groote kosten was uitgebreid, gaf men den moed echter niet op. Eene proef om de knapen builen 'shuis op verschillende ambachten te zenden, werd bevonden nadeelig te werken; het stelde de deur open om telkens kwaad van buiten naar binnen te brengen. Men besloot daarop de verblijfplaats in te rigten tot eene ambachtsschool, zonder daarom het oorspronkelijke doel op te geven en geen middel onbe proefd te laten om de kweekelingen in 's lands dienst, bovenal in de zee dienst, te doen opnemen. Bestuurders der afdeeling Leyden hadden zich in betrekking gesteld met drie der meest geachte bouwlieden aldaar, de hh. J. W. Schaap, G. H. Berlrand en II. J. Giezen, en deze hadden bereidvaardig de zaak overwogen en een plan ingediend voor eene in de verblijfplaats van jeugdige ontslagenen op te rigten ambachtsschool. De strekking van dat plan was om eene smederij en een timmerwinkel op te rigtenwaartoe eene som van ƒ2000 zou noodig zijn, met inbegrip der materialen, waarvan het monlant later weder in ontvang zou komen. Het opzigt dezer school zou aan twee werkmeesters worden opgedragen, die te zamen een appointement van ƒ1200 zouden genieten. Dit plan was door de algemeene vergadering van 16 Mei 1861 goedgekeurd en tot uitvoering aangenomen. De minister van binnenl. zaken heeft lot conrector aan het gymnasium te Brielle benoemd den beer Montyncand. in de letteren. Den 20slcn dezer is te Amsterdam de jaarlijksche algemeene vergadering gehouden van de Hollandsche maatschappij van fraaije kunsten en weten schappen. De vergadering werd geopend door den hoogleeraar dr. F. J. Do- mela Nieuwenhuis, ter vervanging van den algemeenen voorzitter, den heer A. J. de Bull, die verhinderd werd ter vergadering tegenwoordig te zijn. Als openingsrede werden door den waarnemedden voorzitter cenige belang rijke beschouwingen medegedeeld over zelfontwikkeling. Hierop werden met eene korte maar hartelijke toespraak de in de vorige vergadering toe gewezen gouden medailles uitgereikt aan den heer dr. W. C. Knottenbelt, pred. te Mijnsheerenland-van-Moerkerken, voor de beantwoording der uit geschreven prijsvraag: «Geschiedenis der staatkunde van Johan de Wilt," en aan den heer dr. R. Fruin, hoogleeraar te Leyden, voor zijn werk: «Tien jaren uit den tachtigjarigen oorlog" welke beide heeren de toe spraak van den voorzitter kortelijk beantwoordden. De vergadering besloot in het volgende jaar eene prijsvraag uit te schrijven uit het vak der schoone kunsten. Tot algemeen voorzitter voor het volgende jaar is gekozen de lieer mr. D. H. Levyssohn Norman; terwijl als prijsvraag wordt uitgeschre ven: «Eene beoordeeling van Kinker als wijsgeer." Door de afdeeling 's Gravenhage is medegedeelddat tot algemeen secretaris voor het volgende jaar is benoemd de heer mr. Raedt van Oldenbarneveldt. De prijsvragen: «Het koningrijk Holland onder Napoleon" en «eene beoordeelende geschie denis van den Nederlandschen roman sedert het begin der XVIIe eeuw," waarop geene antwoorden zijn ingekomenworden op nieuw uitgeschre venter beantwoording vóór 1 Januarij 1863. Voorts wordt herinnerd aan de ten vorige jare uitgeschreven prijsvraag: «Eene geschiedenis van de wetenschappelijke beoefening der Nederlandsche taal." Hierna werd door den voorzitter medegedeeld dat de heer J. van Oosterwijk Bruyn was be noemd tot lid van verdienste. De tentoonstelling van vaderlandsche oudheden en gedenkstukken be trekkelijk den opstand tegen Spanje, in de maand October, door de veree- niging voor de jaarlijksche viering van Alkmaars verlossing in 1573aldaar te houden, belooft zeer belangrijk te zullen worden. Behalve door vele bekende verzamelaars en bezitters van zoodanige voorwerpenzijn ook toezeggingen of reeds inzendingen gedaan door de gemeentebesturen van Leyden, Haarlem, Middelburg, Nijmegen, Hoorn, Enkhuizen, Monniken dam en Alkmaar. De drie aannemers van de levering der aardappelen voor het kamp te Milligen hebben naar men verneemt eene aanzienlijke schade geleden. Men spreekt van ƒ1500 a ƒ2000 elk. De echtgenoot van den heer N., te Gorsselbeviel jl. Dingsdag vau haar twaalfden zoon. Buitendien heeft zij drie dochters. De vijftien kin deren zijn nog allen in leven het oudste is 18 jaar. Een treurig voorval stortte in het einde der vorige week een nog jeug dig gezin in diepe armoede, doordien de vader, een ijverig werkman op de stoomweverij te Nijverdal, met zijn voorschootje tusschen een der riemen geraakte, waarmede hij meer dan 30 keeren in het rond ging, ten gevolge waarvan zijn hoofd letterlijk verbrijzeld werd. Men verneemt, dat al meer en meer het plan ernstig begint te vvor-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1861 | | pagina 1