KORT VERSLAG ZITTING VAN DEN GEMEENTERAAD VAN' LEYDEN. BIJBLAD IV. IS. DER fBehoorende bij de Leydsclie Courant van 23 September Ó86ÓW. 3Ó4). Sitting van 1® September. Tegenwoordig de hli. Stoffels, Krantz, ten Sande, Lezwijnde Moen, Kluit, Meerburg, Tichler, Hubrecht, le Poole, de Fremery, Gevers, Tollens, du Uien, van der Hoeven, Driessen en Siegenbeek; hebbende bet lid llartevelt kennis gegeven verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. De aanteekeningen der vorige vergadering worden gelezen en vastgesteld, waarna de Voorzitter mededeelt 1°. Eenc dispositie van Gedeputeerde Slaten der provincie Zuid-Holland, van den 3eQ September 1861, nn. 12, geleidende eene beschikking van de ministers van Binnenlandsche Zaken en van Financiën, in dato 31/27 Augustus bevorens, waarbij zijals daartoe door den Koning gemagligdte kennen geven dat het adres van den Raad in zake de vordering der algerneene commissie van liquidatie der zaken van de voormalige wees- en momboirkamers, zooals het is liggende, niet kan wor den ingewilligd, maar dat Zijne Majesteit zich voorbehoudt om, wanneer deze ge meente zich van hare verpligting tot rekening, verantwoording en afgifte van het saldo der onderwerpelijke boedels gekweten zal hebben en het einde van den hij de Wet. van 5 Maart 1852 (Staatsblad n°. 45) gestelden termijn zal zijn bereikt, een beroep te doen op de wetgevende magt, ten einde de uit die nalatenschappen aan den Staat vervallende baten geheel of gedeeltelijk aan te wenden tot een subsidie aan deze gemeenteter aflossing van de geldleeningwaartoe de Raad zich eventueel genoodzaakt mogt vinden over te gaan. Conform de voordragt is beslotendeze te stellen in handen eener raadscommissie van 3 ledenten einde daaromtrent te dienen van berigt en raadterwijl op voorstel van het lid Stoffels goedgevonden werd, daartoe de leden der bestaande commissie ad hoe (de H. H. Siegenbeek, Gevers en Sikkel Groos) uit te noodigen. 2°. Eene dispositie van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, dd. 4 September jl., n°. 12, houdende goedkeuring van het raadsbesluit van den 29sten der vorige maand, tot verhooging der gemeentebegrooting voor 1861, zoo in ontvangst^als in uitgaaf. 3°. Eene missive van mr. H. C. Huyser, van den 16deQ der loopende maand, waarbij hij zijn ontslag neemt als lid van den gemeenteraad. En zijn deze aangenomen voor kennisgeving. Voorts heeft de Burgemeester overgelegd 1°. Een adres van Mr. H. C. Huyser, daarbij verzoekende als regent van het heiligen geest of armen wees- en kinderhuis eervol te worden ontslagen. En is overeenkomstig de voordragt beslotendit te stellen in handen van Regen ten der betrokkene instelling, om le dienen van berigt en raad. 2°. Adres van de wed. J. van Leeuwen, houdende verzoek om aan het huis Wijk 11 n°. 34, een schoorsteen te mogen uitbouwen. 3°. Een adres van C. Bronsgeestdaartoe strekkende dat hem in eigendom of in gebruik, ter bebouwing worde afgestaan een stukje gronds van den vestwal aan het Vcrwerspiein. Overeenkomstig de voordragt is besloten, deze beide adressen, ten fine van be rigt en raad, te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders. 4°. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1861, van het Werkhuis. Conform de voordragt is beslotendien te stellen in handen eener Commissie van Financiën ad hoe, bestaande uit het lid du Rieu en de beide heeren (Lezwijn en le Poole), die in de raadsvergadering- van 28 Maart dezes jaars werden benoemd om met eerstgenoemden heer de rekening derzelfde instelling over I860 te onderzoeken, ten fine van berigt en raad. 5°. Staten van begrooting, dienst 1862, van: a. Het roomsch-catholijk weeshuis; b. Vrouwen kraam moeders c. De gemeente-apotheek; d. De vereenigde gast- en leprooshuizen e. Het roomsch-catholijk armbestuur. Overeenkomstig de voordragt is besloten, dezen te stellen in handen der Com missie van Financiënom te dienen van berigt en raad. 6°. Plan en voorwaarden omtrent hel bouwen van een schoollocaal aan den Rijn of de Aalmarkt. En is conform de voordragt beslotendit ter inzage van de leden in de lees kamer neder te leggen. De Burgemeester stelt aan de orde van den dag: 1°. De beëediging en installatie van het nieuw inkomend lid P. L. C. Driessen. En heeft die heer in handen van den Burgemeester afgelegd den eedvoorge schreven bij art. 83 der Grondwet en art. 39 der Wet van 29 Junij 1851 (Staats blad n°. 85), waarop hij als lid van den gemeenteraad geïnstalleerrd is en zitting heeft genomen. 2°. De benoeming var» een bestuurder van liet werkhuis, ter vervuliing der vacature, ontstaan ten gevolge der periodieke aftreding van den heer P. L. C. Dries sen als raadslid. Nadat de leden Stoffels, Kluit en van der Hoeven waren aangewezen om met den Burgemeester het bureau van stemopneming uit te maken, zijn bij zeventien stembiljettenovereenkomende met het getal aanwezige leden, uitgebragt op de bh. Driessen 16 stemmen en du Rieu 1 stem. En is alzoo tot bestuurder van het werkhuis benoemd, de heer Peter Ludwich Carl Driessen. 3°. De benoeming van een commissaris der stedelijke gazfabriek, ter vervulling der ontstane vacature door de periodieke aftreding van den heer M. G. ten Sande. Gelet op de voorgedragen dubbeltallen, zoo door commissarissen dier fabriek als door Burgemeester en Wethouders; Zijn bij zeventien stembiljetten-, overeenkomende met het aantal tegenwoordige leden, uitgebragt op de hh. ten Sande 16 stemmen ei» du Rieu 1 stem. Is mitsdien benoemd tot. commissaris der stedelijke gazfabriek, de heer Michael Gerardus ten Sande. 4°. Concept-adres aan den Koning, om vrijstelling van zegelregt voor de registers van den burgerlijken stand ter vaststelling aangeboden door Burgemeester en Wet houders, ingevolge raadsbesluit, van 29 Augustus jl. En is dit na deliberatie met algerneene stemmen onveranderd vastgesteld. 5°. Voordragt van Burgemeester en Wethouders, tot verhooging der gemeente begrooting voor 1861 zoo in ontvangst als in uitgaaf, met een bedrag van f 2400. Gelet op het rapport der Commissie van Financiën Is na deliberatie dienovereenkomstig inet algerneene stemmen lot de voorgestelde verhooging besloten, waartoe het vcreischte raadsbesluit tevens is vastgesteld. 6°. Voordragt van Burgemeester en Wethouders, tot af- en overschrijving op de gemeente-begrooting voor 1861 en zulks tot vinding der kosten van ong er 100 dreggen, die in verschillende gedeelten der stad, bij bewoners van huizen aan grachten uitkomende, tot redding van drenkelingen beschikbaar zóuden worden gesteld. En gelet op het rapport der Commissie van Financiën; Is na deliberatie dienovereenkomstig met algerneene stemmen tut ac bedoelde al en overschrijving besloten, waartoe het gevorderde raadsbesluit is vastgesteld. 7°. Voordragt van Burgemeester en Wethouders, tot het onderhands huren van den kelder aan de Visciimarktonder het perceel, geteekend Wijk IV n°. 68, kadaster sectie G n°. 169, ten einde daarin den onverkochlen viscb te bergen. Gelet op het rapport der Commissie van Financiën Is na deliberatie dienovereenkomstig met algerneene stemmen besloten, dien kel der tot voorschreven einde onder de band te buren voor den tijd van vijfjaren, tegen de som van 30 's jaars. 8°. Voordrag' van Burgemeester en Wethouders, betreffende de bezoldiging van bet vormend onderwijs, te verschaffen aan de kweekellngen der openbare lagere scho lenzoolang hier geene instelling tot opleiding var» kweekelingen zal zijn gevestigd. En gelet op het rapport der Commissie van Financiën; Is na deliberatie dienovereenkomstig inet algerneene stemmen besloten, aan elk der onderwijzers, welke tijdelijk met dat onderwijs zullen worden belast, daarvoor eene jaarwedde van ƒ100 toe te leggen en de belooning van hem, die als dirige rend onderwijzer optreedt, vast te stellen op 200 's jaars; welke gelden möetcn worden gevonden op het art.Jaarwedde van hoofden hulponderwijzers enz. der begrootingen van 1861 en 1862. 9°. Adres tan J. VV. van den Aardwegh en zoon, branders alhier, om ontheven te worden van de betaling der plaatselijke belasting, ten bedrage van 2192,255 wegens twee naar buiten uitgevoerde partijen gedistilleerd, waarvan verzuimd is de bil let ten bij den uitvoer le doen afschrijven. Gelet op de rapporten van Burgemeester en Wethouders en de Commissie van Financiën Is na deliberatie dienovereenkomstig met algerneene stemmen besloten, den hoofd ontvanger der plaatselijke belastingen te magtigen, aan de ingestelde vordering tegen de adressanten, lot betaling der bovengenoemde som, Ier zake daarbij ver meld geen verder gevolg te geven. 10°. Adres van vrouwen kraam moederswaarbij zij verzoeken, uithoofde van den ongunstigen financiële»» toestand barer administratie sedert bet gemis van bet sub sidie uit de gemeentekas, ontslagen te worden van de betaling van twee losrenten, jaarlijks aan de gemeente verschuldigd, gezamenlijk ten bedrage van 15,75. En gelet op de rapporten van Burgemeesler en Wethouders en de Commissie van Financiën, alsmede op het daarbij gevoegd overziet van de rekeningen dier admi nistratie over 1851 tol en met 1860, waaruil blijkt dat de financiële toestand dier instelling niet zoo ongunstig is als door de adressanten wordt voorgesteld Is na deliberatie dienovereenkomstig met algerneene stemmen besloten, aan de adressanten te kennen le geven dat deze vergadering geene termen heeft, gevonden voor de inwilliging van haar verzoek. 11°. Adres van commissarissen der Nieuwe sociëteit, houdende verzoek dat hun, met afwijking van het bepaalde bij art. 7 der concessie van 5 September 1850, een uitstel van vijf jaren worde verleend tot bet stellen van een stecnen muur, ter

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1861 | | pagina 5