mogt worden bekroonddan is zij van plan een beroep te doen op de alge-
meene Nederlandscbe liefdadigheidten einde de gelden te verkrijgen voor
de koslen van genoemd onderwijs, die jaarlijks ongeveer 4000 beloopen.
In den avond van den 13den dezer is nabij Veghel een landbouwer
aangerand; hij ontving een schot in de zijde en werd vervolgens door twee
personen van eene som van ƒ120, die hij bij zich had, beroofd en daarbij
zoo met knuppels geslagendat men hem bijna stervende aan den weg
vond liggen. Later zijn twee personen, Bolman en Post genaamd, als ver*
moedelijk aan deze daad schuldig, gevangen genomen. Genoemde personen
hadden op dien dag met den verwonde handel gedreven en hem gelden
uitbetaald.
Den lGica dezer verlieten te Hulsberg (Limburg) twee meisjes van den
landbouwer A. Souven, oud 10 en 7 jaren, het ouderlijke huis, om van een
naburigen zandberg voor huishoudelijk gebruik eenig zand te halen. Twee
uren na bet vertrek dezer kinderen passeerde een dorpsgenoot langs den
bedoelden berg en bemerkte eene groolen hoop versch afgestort zandwaar
uit een armpje stak. Onmiddellijk begaf die man zich, geholpen door zijne
knechts, aan bet graven, maar vond de twee kinderen ongelukkigerwijze
reeds beide gestikt. (/V. E. C.)
's GRAVENHAGE, 19 September.
Z. M. de koning heeft den eersten candidaal, die op de lijst geplaatst
was, den heer nir. G. C. J. van Reenen, wederom tot voorzitter der tweede
kamer gedurende het tegenwoordige zittingjaar benoemd.
Z. BI. heeft benoemd lot eersten onderwijzer aan de rijkskweekschool
voor onderwijzers te 's Hertogenboschden heer F. A. R. Woltering, hoofd
onderwijzer der openbare lagere school te Vierlingsbeek, en lot tweeden
onderwijzer aan gezegde kweekschool, den heer J. N. Ilouba, hoofdonder
wijzer der openbare school te Blerick.
Blen verneemt, dat de heer Harders, officier-machinist, onlangs uit
Japan teruggekeerd, door den keizer van Rusland begiftigd is met de
S'. Slanislas-orde3dc kl.
II. M. de koningin-moeder is eergisteren van Soesldijk in deze resi
dentie aangekomen, maar zal waarschijnlijk Zalurdag derwaarts terugkeeren.
Bij den minister van binnenl. zaken is ten behoeve der noodlijdenden
door den watersnood ontvangen ƒ2.15, nadere opbrengst van door den heer
L. Lammers, te Arnhem, uitgegeven dichtstukjes.
De eerste kamer heeft gisteren geene zitting kunnen houden, omdat
geen genoegzaam aantal leden was opgekomen. De voorzitter heeft mede
gedeeld dal door de afdeelingen verkozen warenlot voorzitters de lih. Cre-
mers, van Aylva van Pallandt, van der Oudermculen en van Nispen van
Pannerdentot onder-voorzitters de hh. Rijsterborghvan Gollslein van
Oldenaller, Boreel van Hogelanden en Blankenheymen tot leden der com
missie voor het ontwerpen van een adres van antwoord op de troonrede,
de hh. Cremers, van Aylva van Pallandt, Boreel van Hogelanden en van
Nispen van Pannerden.
In de zitting van heden is beslotenaangezien de commissie lot het op
stellen van een adres in antwoord op de troonrede, met haar ontwerp ge
reed was, de discussie daarover morgen te doen plaats hebben.
Tweede Kamer dee Staten-Generaal.
Zitting van Donderdag 19 September.
De lijdelijke voorzitter, de heer Ancmaet, liet voorlezing doen van een
kon. besluit, houdende benoeming van den heer mr. G. C. J. van Reenen
tot voorzitter der tweede kamer. De heer Anemaet gaf daarop liet voorzit
terschap aan den lieer van Reenen over met het houden eener redewaarin
hij de kamer bedankte voor de hem verleende ondersteuning en den heer
van Reenen geluk wensclue met dit herhaalde blijk van vertrouwen zijner
medeleden, bevestigd door de onderscheidende benoeming des konings. De
heer van Reenen r.am daarop plaats op den voorzillcrssloel en hield de vol
gende aanspraak
BIijre Heeren
Naar aanleiding van uwe voordragt, door den koning tot voorzitter nwer
vergadering benoemd, aanvaard ik die betrekking met een gevoel van dank
baarheid en vertrouwen.
Toen iknu drie jaren geledenvoor het eerst het voorregt had hier
plaats te nemen, deed ik een beroep op de welwillendheid en ondersteuning
mijner medeleden, en gaarne erken ik, dat ik beide in ruime mate mogt
ondervinden. Thans, voor de vierde maal, als uwe voorzitter optredende,
en met den aard en den omvang mijner taak bekend, gevoel ik geen min
dere behoefte aan de voortdurende medewerking der kamer; maar ik ver
trouw dat zij mij niet zal worden geweigerddaarvoor is het verledene mij
een waarborg.
Veelvuldig zijn de werkzaamhedendie ons in deze zitting zullen bezig
houdenhoogst gewigtige voorstellen van wet zullen aan het onderzoek en
de beoordeeling dezer kamer worden onderworpen.
Moge bij den strijd die onvermijdelijk is waar zelfstandige mannen de
publieke zaak behandelen, maar die niet minder noodzakelijk is, opdat de
waarheid zich ontwikkele, de zegepraal van deze het doel zijn van ons
aller strevendan zal de schoone laak van den volksvertegenwoordiger door
elk onzer met eere worden vervuld; dan zal het vaderland de vruchten
plukken van onzen arbeid, en de constitutionnele regeringsvorm, waarin
wij ons mogen verhengenmeer en meer worden bevestigd en algemeen ge
waardeerd.
Biet de bede, dat de Voorzienigheid haren onmisbaren zegen doe rusten
op ons en ons werk, verklaar ik liet voorzitterschap van de tweede kamer
der staten-generaal te aanvaarden.
Zijn ingekomen twee koninklijke boodschappen ten geleide van twee wets
ontwerpen, als: 1°. tot vcrliooging van hoofdstuk III der staatsbegrooting
voor 1861eu 2°. lot opheffing van het regt van collatie, voor zoover het
den staat behoort. Verzending naar de afdeelingen.
Tot voorzitters der afdeelingen zijn benoemd de hh. de Raadt, Thor-
becke, van Golstein, Dullert en Ilugenholtz. Tot ondervoorzitters, de hh
Beens, Duymaer van Twist, Olivier van Nispen en Storm van 'sGravesande
Tot leden der commissie voor liet ontwerpen van een adres in antwoord op
de troonrede, de hh. Delprat, Bleeussen, van Goltstein, Luyben en Betz
ABISTERDA3I, 18 September.
Blaandag 11. hield de taal- en letterkundige afdeeling der kon. akademie
van wetenschappen hare gewone vergadering. Tegenwoordig waren de leden
de Wal, Koenen, van Lennep, Boot, Janssen, DelpratDirks, G. Blees Az.
Vissering en Bake. De heeren van Lennep, Dirks, Janssen en Boot spra
ken over het besluit, in de laatst gehouden vergadering der akademie geno-
men betreffende de loterijzaal te 's Gravenhage. De heer van Lennep ver-
klaarde zich niet te vereenigeu met de aangenomen conclusie van het rapport
van den heer Bakhuizen van den Brink. Hij zou later daarop terugkomen
wanneer alle stukken bij de akademie zouden zijn ingekomen. Daarna
deed de heer Delprat eene mededeeling betreffende onuitgegeven bescheiden
uit 's rijks archief, betrekking hebbende op den kerkbanin 1281—1283
uitgesproken over den graaf van Holland, den bisschop van Utrecht en den
aartsbisschop Siegfried van Keulen. De heer Dirks bood eenige geschriften
aan voor de boekerij der akademie, en diende, namens de commissie ad
hoehet 6de stuk van het vervolg op van Loons Historiepenningen inmet
kennisgeving dat hel 7de stuk reeds zeer ver was gevorderd.
Heden werd alhier de internationale tentoonstelling van visscherij-ge-
reedschappen in het lokaal der Vereeniging voor Volksvlijt plegtig geopend.
De heer van Beeck Vollenhoveii, voorzitter van het collegie voor de zee-
visscherijenschetste in eene sierlijke rede de drijfveerenwelke tot het
tot stand brengen dezer tentoonstellingvoor Nederland van zoo uitnemend
belang, hebben aanleiding gegeven. Hij wees op de weinige gelegenheid,
welke voor de uitoefenaars van het visschersbedrijf lot heden bestond, om
zich bekend te maken met hetgeen in het buitenland op het gebied vaa
dezen tak van industrie geschiedde, en toonde aan van hoe veel belang het
was voor een land als het onze, eene vrije concurrentie ten deze in het leven
te roepen. De 192 nommers der tentoonstelling zijn door 92 inzenders ge
leverd, 76 uit Nederland, 5 uit Schotland, 11 uit Noorwegen, 1 uit Zwe
den, 2 uit Frankrijk en 1 uit Oostenrijk.
BUITENLANDSCHE BERIGTEN.
BËLCIIË.
BRUSSEL, 18 September.
Op den 15den heeft te Gent de vroeger aangekondigde inwijding plaats
gehad van het gedenkteeken op het graf van den Vlaamschen dichter Prudens
van Duyse. De leden van verschillende genootschappen en vereenigingen zijn
daartoe in pleglslatigen oplogt naar den St. Amandsberg getrokken, alwaar
onderscheidene redevoeringen uitgesproken en gedichten voorgedragen werden.
EBiGELABil».
LONDEN, 17 September.
Zondag morgen werd de dienst der brandspuiten op vier verschillende
plaatsen vereischt. De eerste brand ontstond in de drukkerij van de hh,
Taylor en Greening; de tweede, die grootere schade aanriglte, in de olie
slagerij van de hh. Edward Hagen C°.de derde brand was die van
eenige pakhuizen bij de tolkantoor-kade in Lower Thamesstreet, en de
vierde barstte in een particulier huis aan de andere zijde van Londonbru;
uit, bij welken een kindje van 5 jaren omkwam.
In de fabriek van lijnkoeken van de hh. Frangois en Joseph Badart
heeft eene hevige ontploffing plaats gehad, ten gevolge van het springen
van een stoomketel. Zes personen blever. op de plaats doodterwijl vier
anderen later aan de gevolgen der bekomen wonden zijn overleden.
De uitgaven van den lord-mayor van Dublin worden dit jaar op 8000 i
begroot. Zijne betrekking geeft hem slechts 2000
FKANHR1JK.
PARIJS, 17 September.
Het dagblad l'Union deelt eenige bijzonderheden mede omtrent de wijze
waarop de erkenning van het koningrijk Italië door de Nederl. regering zou
hebben plaats gehad. In de nota, welke door het kabinet van 's Gravenhage
omtrent deze zaak aan zijne diplomatieke agenten in liet buitenland is ge-
rigt, zou op den voorgrond zijn gesteld, dat die erkenning heeft plaats gehad
wegens de nadeelen, welke voor de belangen des handels uit eene belemme
ring der diplomatieke betrekkingen zouden voortvloeijen. De Nederlandsche
regering had zich echter voorbehouden, met de grootste vrijheid de staat
kunde van het Turynsche kabinet te beoordeelendoor van het feit der
erkenning de oorzaken af te scheidenwaaruit die erkenning is ontstaan
en de gevolgen, welke er uit kunnen voortspruiten.
Blen verwacht hier binnen kort den heer Victor Hugo. Naar het
schijnt, zal hij zich hier evenwel maar eene maand ophouden, en zich dan
onthouden van alle bemoeijing met de politiek.
Dezer dagen is er gesproken van eene botsing, die plaats zou hebben
gehad tusschen de Fransche en Engelsche zeemagt op de kust van Mada
gascar. Omtrent dit voorval, dat zeer overdreven is geworden, verneemt
men het volgende: De koningin van fllakelieen klein rijk op dat eiland,
was in de magt van drie eerzuchtige ministers gevallendie zich van het
bestuur hadden meester gemaakt en de vorstin bijna gevangen hielden. Deze
laatste had de hulp der Fransche administratie op het eiland Bourbon inge
roepen die een fregat naar Blakeli afzond om de koningin te herstellen.
Voor dat de bevelhebber van dat vaartuig daartoe overging, was de bevel
hebber van een Engelsch vaartuig bij hem gekomen en had hem eenige aan
merkingen gemaakt over de ongepastheid eener tussclienkomst in de binnen-
landsche aangelegenheden van het eilandmaar de Fransche bevelhebber
had hem het regt ontzegd zich daarmede te bemoeijen; Frankrijk had van
zijne oude regtcn op BIadagascat*nog geen afstand gedaan. De Engelsche