Per Telegraaf.
Surgcrltjfec
koord, dat gespannen zal worden tnssclien hel paleis der Tuileriën en de
kazerne op de quai d'Orsai. Deze vertooning zon voor de bevolking gratis
ie bezig'igen zijn; alleen eischt Blondin dat hem eene aanzienlijke som van
let voor de feesten verleende crediet zal toegekend worden.
ITALIË.
Koning Victor Emmanuel heeft op het adreshem door drie aanzien
lijke inwoners van Rome, namens een deel der bevolking van die stad aan
boden, waarjn de wensch werd uitgedrukt tot verceniging van Rome met
let koningrijk Italië, het volgende antwoord gegeven:
Ik hoop dat de door de Romeinen geuite wensch weldra zal worden
vervuld. Mijn doel is altijd geweest, van Italië e'énen staat te maken, en
daartoe is het bezit van Rome onmisbaar. De goede oplossing van dit
vraagstuk is nu reeds verzekerdmaar het geldt hier bovenal eene zege van
zedelijken aard. Ik ben zeker van de overwinning; en deze zal niet lang
ueer uitblijven. Men behoort verder dan het uiterlijke voorkomen der om
standigheden te zien. Wat het bezit van Venetië betreft, dal is eene zaak
van bedenkelijker aard. Het zal, wanneer de geschikte tijd is gekomen,
noodig zijn daartoe al de krachten der natie in te roepen en aan te wen
den. Doch ik verlaat mij geheel op de Italianen; zij zijn altijd bereid om
aan mijne roepstem le beantwoorden; hiervan heb ik reeds blijken in over
vloed gezien. In hagchelijke tyden vertrouwde Italië op zijnen koning, ter
wijl geheel Europa tegen Italië was, en terwijl Oostenrijk, trotsch op de
le Novara behaalde overwinning, ons bestendig bedreigde. Italië zal voor
zeker al zijne krachten wijden aan den beslissenden strijd, waartoe het zal
worden geroepen om Venetië te bevrijden.
Dé heer Ricasoli heeft in de kamer van afgevaardigden te Turyn mede
gedeeld dal het koningrijk Italië door Frankrijk erkend is. Hij liet zich
daarbij aldus uit
De regering acht zich gelukkig aan de kamer mededeeling te kunnen doen
van eene gebeurtenis, die door het volk van Italië ongetwijfeld met leven
dige vreugde zal begroet worden. De keizer van Frankrijk heeft Victor
Emmanuel erkend als koning van Italië.
Het regt op ons onafhankelijk volksbestaandal tot dusverre slechts in het
hart van den Italiaan gegrift was, zal weldra een regt wezen, door geheel
Europa erkend. De erkenning van het koningrijk Italië door Frankrijk en
Engeland, wijst ons voor goed onze stelling aan in Europa. Italië heeft
thans zijnen rang ingenomen te midden van de rij der Europesehe mogen
dheden; een rang, dien men het tot dusverre steeds heeft betwist. De
erkenning van ons koningrijk zet het zegel op de gedenkwaardige woor
den, door den keizer van Frankrijk uitgesproken, toen hij in Julij 1859 de
gelnkwenschingen ontving van de groote staatsligchamen van zijn rijk, na
den roemvollen afloop van den veldtogt in Italië. Toen zeide hij, dat de
toekomst zou doen zien, dat de oorlog, die in Italië was gevoerd, zou lei
den tot het geluk van dat land zelf, tot meerdere grootheid van Frankrijk
en tot den vrede van Europa. De kamer zal ongetwijfeld in de keuze van
het oogenblikwaarop keizer Napoleon ons zijn gewiglig besluit kenbaar
maakt, een nieuw blijk van zijne welwillendheid zien. Het zal ons het
groot verliesdat ons heeft getroffenminder doen gevoelen. Italië zal
daarin eene nieuwe reden lot erkentelijkheid zien jegens eene grootmoedige
natie, wier genie en edele aard op zoo waardige wijze door de keizerlijke
regering worden vertegenwoordigd.
Ik geloof niet dat ik aari de waardigheid van Italië te kort doe, wan
neer ik verklaar, dat het aan Frankrijk erkentelijkheid verschuldigd is.
Gelooft niet dat de dankbaarheid, welke wjj erkennen aan Frankrijk ver
schuldigd te zijnvan ons de minste opoffering van onze regten of belangen
zou kunnen eischen. Tusschen Frankrijk en Italië kan geen botsing van
belangen plaats hebben. Vrijheid en vooruitgang zullen voortaan het ge
meenschappelijk doel zijn van alle beschaafde volken. Frankrijk en Italië
znllen te zamen naar dat edele doel streven. Ziedaar de nieuwe grondslag der
staatkunde van den keizer van Frankrijk eene staatkunde die door den oorlog
in Italië werd ingewijd, die den hoogsten roem zal vormen des keizers, en
die aan de wereld datgene schenken zalwaaraan zij de meeste behoefte
heeft: vrede gegrondvest op regtvaardigheid. Verheugen wij ons over deze
nieuwe overwinning, maar vergeten wij niet dal ons werk nog onvoltooid
is. Wij hebben het verkregen voorregt vooral te danken aan onze stand
vastigheid, eensgezindheid en opofferingen voor de goede zaak. Diezelfde
deugden moeten ons bijblijven, want de uitwerking door deugden kan dooi
de meest welwillende ondersteuning cener vreemde mogendheid niet worden
opgewogen. Die deugden zijn de oorzaken vat) wal in het verleden tot
stand kwam, en tevens veilige waarborgen voor onze toekomst. (Deze rede
werd levendig toegejuicht).
De heer Mttsonino, lid der linkerzijde, merkte op, dat in de mededeeling
van den heer Ricasoli eene leemte aanwezig was, namelijk het stilzwijgen
over Rome, regtens de hoofdstad van hel koningrijk. Hij verzocht des
wege nadere inlichtingen te mogen ontvangen.
De heer Ricasoli zeide dat er nog geen gezant van Italië te Parijs, noch
een Fransch gezant te Turyn aanwezig was, zoodat de betrekkingen tus
schen de beide staten nog niet geregeld waren. Wat Rome betrof gaf hij de
verzekering, dat de regering niet voornemens was de quaestie van Rome
te laten rusten; dat vraagstuk was van te groot belang, dan dat de rege
ring zich daarmede niet onafgebroken zou bezig houden. Inlusschen zou
de kamer wél begrijpen, dat deze aangelegenheid van zulk een ernstigen
aard was, dat zij, met al de bezwaren waarmede zij gepaard gaat, eenig
en alleen dient geregeld te worden door middel van onderhandelingen
die aanhoudend met keizer Napoleon worden voortgezet. Ik vlei mij, zeide
hij, dat wij, zonder dat ik het tijdstip bepalen kan, tot het door de natie
begeerde doel zullen geraken. In afwachting daarvan, kan ik de verzeke
ring geven, dat de erkenning van het koningrijk Italië door Frankrijk en
Engeland van geene enkele voorwaarde is vergezeld gegaan, die inbreuk
zou kunnen maken op onze nationale regten.
PRUISSEN.
BERLIJN25 Junij.
Aan de fabriek van den heer Borsig alhier zijn weder 80 nieuwe loco^
motieven besteld voor de Russische spoorwegen. Er moeten 14 of 15 stuks
per maand afgeleverd worden.
De vertegenwoordiging in het keurvorstendom Hessen heeft in hare
eerste vergadering geweigerd de wettenaan hare goedkeuring onderwor
pen, le onderzoeken, zich daartoe onbevoegd verklarende. Zij heeft zich
dus vereenigd met het besluit van de vorige kamer, welke uit dien hoofde
werd ontbonden. De regering had echter, om eene nederlaag te ontgaan,
zeer vrijgevige voorstellen gedaan ten opzigte van de politieke reorganisatie
des lands, waardoor ten deele de grondwettige bepalingen van 1831 werden
hersteldmaar de kamer en de natie verlangt eene volledige herstelling van
de constitutie van 1831, die door den heer von Hassenpflug werd geschon
den. Men weet nog niet welken weg de keurvorst in deze omstandig
heden zal inslaan. Pruissen heeft zich reeds tegen zijne reactionaire
staatkunde verklaard, en de groothertog van Baden schijnt hetzelfde te
willen doen, want naar men verneemt moet zijn vertegenwoordiger bij den
bond, prof. Mohl, hel voorstel doen om het besluit, waarbij de grondwet
van Hessen werd ingetrokken, te vernietigen en eene militaire executie in
dat land te bevelen.
TL'RYN26 Junij. In de kamer van afgevaardigden heeft de heer Fer
raris, bij de behandeling van het voorstel betreffende de leening, eene uit
voerige rede gehouden, waarin hij dat voorstel bestreed en zoowel de staat
kunde, als het flnantieel en administratief stelsel der regering afkeurde.
Aan de verdiensten van graaf Cavour en diens verriglingen werd door hem
hooge lof toegebragt. De heer Desanctis gaf in zijn antwoord op die rede
te kennen, dat het tegenwoordige kabinet dezelfde beginselen zou volgen,
waaraan graaf Cavour getrouw was gebleven.
Het officiële blad van heden deelt eene opheldering mede van het berigt
betreffende de landing van 120 manschappen van de Bourbonsche partij op
Sicilië. Bij onderzoek is gebleken dat er slechts drie dezer manschappen
uit Malta nabij Syracuse ontscheept waren.
PESTH, 25 Junij. De voorzitters der kamers zjjn heden morgen naar
Weenen vertrokken, om den keizer het adres aan te bieden. Die aanbie
ding zal morgen plaats hebben, en op denzelfden dag zal er een groote
ministerraad gehouden wordenwaarbij ook graaf Appouyi zal tegenwoor
dig zijn. Binnen 12 dagen zal er eene beslissing genomen worden.
Door den voorzitter van den gemeenteraad is verklaard dat het omtrent
BURGEMEESTER en WETHOUDERS VAN LEYDEN,
Gezien: 1°. het door Gedeputeerde Staten van Zuidholland in hunne handen ge
steld request van de Hevber C°.fabriekanten alhier, waarbij zij verzoeken, nog
een stoomketel te mogen doen plaatsen op het terrein hunner fabriek aan de Hee
rengracht, geteekend Wijk VIII, N°. 779 abc, kadastraal bekend Sectie C. N». 1189;
alsmede de adressen 2°. van Antonie Verstraaten, zwartierwer, binnen deze ge
meente woonachtig, houdende verzoek om in het perceel in de Baatstraat, Wijk V.
N°. 524, hetwelk hij tot zwartverwerij wenscht in te rigten, de noodige verwketels
te mogen daarstellen; 3°. van Johann Conrad Timmermans stoomwerktnigmaker
mede woonachtig binnen deze gemeente, daarbij verzoekende in het huis op de
Hoogewoerd, geteekend Wijk III. N°. 305, eene smidsvuring te mogen doen
plaatsen; 4°. van Gerardüs Ansem, metselaar, wonende op hel LevendaalWijk II.
N». 354, en 5». van cornelis Goozen van Toorn, klcedermaker, wonende in de Jan-
vossensteeg, Wijk VI. N". 1125; de beide laalsten om vergunning tot het bewaren
van mest in een daartoe te metselen hak op het open erf achter hunne woningen.
Gelet op het Koninklijk besluit van den 31slcn Januarij 1824, rakende vergunnin
gen ter oprigting van sommige Fabrieken en Trafieken;
Doen te wetendat tot het hooren der eigenaars en bewoners van de naastbijge-
legene cn belendende panden, ten opzigte der inforinatiën de Commodo et Incom-
mododoor Burgemeester en Wethouders zal worden gevaceerd op het Raadhuis
dezer Gemeente, op Maandag den lslen Julij aanst., des voormiddags ten 11
ure; zullende de belanghebbenden verpligt zijn, hunne bezwaren tegen die ver
zoeken op dien tijd in te brengenterwijlbij verzuim daarvanzij gehouden
zullen worden zich tegen de inwilliging niet te hebben verzet.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Leyben, 26 Junij 1861. D. TIEBOEL SIEGENBEEKBurgemeester.
v. PUTTKAMMERSecretaris.
Tan den 20 tot en met den 26 Junij 1861.
BEVALLEN: A. Niesten geb. WakkaD. J. OttoD. A. Kriek geb.
de Meede, D. J. Tegelaar, geb. Schaap, Z. G. Sampion geb. Brinkman
Z. J. Tegelaar, geb. de Wolf, Z. J. Bavelaar, geb. Loeber, D. M. M.
Arbouwgeb. CcdronD. J. H. P. Aalbersegeb. HermansD. II. C. Pom-
dat ligchaam bevolen onderzoek onwettig was en dat hij daaraan zijne
medewerking niet zou verleenen. Hij zou er zich echter niet met geweld
tegen verzetten.
BOMBAY, 27 Mei. RO.) In de zuid-westelijke provinciën hebben
eenige bewegingen plaats gehad. De hongersnood is veel verminderd.
PARIJS, 27 Junij. De lüoniteur bevat in zijn overzigt het volgende:
De ministers en de hooge staatsambtenaren hebben den eed aan den nieu
wen Sultan afgelegd. De volmaaktste rust blijft te Konstantinopel onafge
broken heerschen.
TURYY, 27 Junij. De heer Ricasoli heeft aan de kamer van afgevaar
digden mededeeling gedaan van de diplomatieke nota's, die tusschen Frank
rijk en Italië betrekkelijk de erkenning van het koningrijk zijn gewisseld.
Bij de verdere beraadslagingen over het voorstel omtrent de leening, heeft
de heer Joachim Pepoli eene uitvoerige rede gehouden, die met aandacht
werd aangehoord. In het staatkundige ondersteunde hij de regering, maar
in het finantiële laakte hij hare handelingen en deelde haar eenige raadge
vingen mede. Na hem spraken nog de hh. Galeolti en Brofferio.
De Opinione zegt dat graaf Arese, belast met eene buitengewone zen
ding bij keizer Napoleon, Vrijdag zal vertrekken. De heer Arton zal hem
vergezellen en later een overzigt van hel verhandelde zenden.
STAUS-BEKIGTEN.