Oft 11< dl» ■vu5 7 roeden 40 ellen, bestaande voor een gedeelte, ter grootte van (1 roeden on 11 ui' 'ict Percee' on<'cr gemeente Bcnnebroek, kadaster Sectie A n». 392, voor 1 roede 20 ellen uit het perceel onder de gemeente Bloemendajlkadaster Sectie D. n°. 604. En talks onder de volgende voorwaarden: dat de reqnestrante gebonden za. wezen voor deze vergunning jaarlijks vóór of nn den verschijndag ten kantore van den gemeente-ontvanger te Haarlem te vol doen eene som 7.40 ()at op den aangeduidcn grond geene andere ot meerdere gebouwen mogen gezet worden dan hetgeen zich thans daarop bevindt, zullende langs de wegzijde aan liet gebouw geene deur en voor de lichtramen geene naar buiten openslaande vensters mogen worden aangebragt, en het perceel steeds in goeden slaat moeten worden onderhouden; c dat in het gebouw geene tapperij of slijterij van sterke dranken mag worden d daf bij overgang van eigendom van den opstaldie overgang van eigendom te vens overgang van het bij deze verleende regt van opstal zal ten gevolge heb ben mits daartoe door den verkrijger binnen eene maand na den overgang, worde kennis gegeven ten kantore van den gemeente-ontvanger te Haarlem en teven voldoening te gelijktijdig van eene som van ƒ7.40 voor verboekregt; t bij het eindigen van den bij deze bepaalden termijnde opstal en hetgeen verder op den grond aanwezig is, welk een en ander bet eigendom van den opstalhouder blijft, zal moeten worden weggenomen, zonder eenige vergoeding van kosten en schade; en jat bij nalatigheid van de reqnestrante of bare opvolgers in der tijdin de na koming der hierbij bepaalde voorwaarden, de verleende vergunning als vervallen jal worden beschouwd en de grond-eigenaars den grond kunnen terngnemen, nadat zij door een regterlijk vonnis daartoe zullen geinagtigd wezen, liet lid Krantz komt ter vergadering. 40. Adressen tot de vaststelling van een plaatselijk reglement op den ijk en de vervaardiging der botervaten; met rapporten, strekkende tot de afwijzing dier ver- zoeken. De Voorzitter deelt mede, dat door de leden LezwijnGevers en ten Sande als amendement is voorgestelddat de raad te dezer zake liet navolgend besluit neme «De Raad, beschikkende op de adressen van J. J. BrandhofF Isselinan c. s., tot »het instellen van eenen ijk op het botervaatwerken de door andere handelaren, «bouwlieden en winkeliers ingezonden reqneslen betrekkelijk dat onderwerp; «besluit; «Er zal in deze gemeente een ijk op het botervaatwerk worden ingesteld, waar- «van ieder die zulks verlangt zal kunnen gebruik maken. «Eene verordening zal worden vastgesteld om de uitvoering van dit besluit aan «het doel te doen beantwoorden, waarbij zorgvuldig zal worden vermeden alle uit- «slaiting van de markt en van de waag, zoodat deze voor iedereen toegankelijk «zijn en alzoo handel en concurrentie volkomen vrij blijven." De Burgemeester geeft, naar aanleiding van dat amendement, in overweging, de onderwerpelijke zaak alsnog aan te houden en de voorstellers uit te noodigen tot het ontwerpen eener verordening als door hen wordt bedoeldten einde deze verga dering beter tot eene juiste beoordeeling dier aangelegenheid in staat zonde zijn. En is na deliberatie dienovereenkomstig met algemeene stemmen besloten. 5°. Adres van den raad van administratie der Hollandsche ijzeren spoorwegmaat schappij te Amsterdam, ter bekotning van gemeentegronden of wateren en andere vergunningen, welke hij behoeft tot den aanleg der spoorlijn van Leyden naar Woerden. Gelet op het rapport van Burgemeester en Wethouders; Is na deliberatie dienovereenkomstig met algemeene stemmen besloten Aan de Hollandsche ijzeren spoorwegmaatschappijgevestigd te Amsterdam 1°. in vollen vrijen eigendom af te staan c. een gedeelte van de Stink- of Slaagsloot, gedeeltelijk liggende in den Broek polder onder de gemeente Oegstgeest en gedeeltelijk in den Stadspolder onder de gemeente Leyderdorp, zijnde het westelijk einde aanvangende aan de Haarlemmer trekvaart, ter oppervlakte van 330 ellen van het perceel, op den kadastralen legger der gemeente Oegstgeest hekend onder sectie D n°. 61 en ter oppervlakte van 330 ellen van het perceelop den kadastralen legger der gemeente Leyderdorp bekend onder sectie A n°. 445; met vergunning om dat water te dempen en de brug in dien trek weg te ontruimen, mits de rijweg over dien aangedempten grond tegen alle verzakking te verzekeren en den weg met puin en rivierzand te maken, alsmede onder voorwaarde om langs den bin nen- of oostelijken barm van den tegenwoordigen spoorweg een kanaal te doen graven ter uitmonding van de gemelde Slaagsloot, op gelijke wijdte en diepte, henevens in den tegenwoordige») op-ril van den weg over die uitmonding te leg gen eene brug op gemetselde hoofden en vleugels, overspannen met eikenhouten leggers, dek en verder aanhooren, van gelijken vorm en wijdte als de tegenwoor dige brug, ten noorden van den weg liggende, één el boven A. P. in de door vaart te meten, welke brug en kanaal, voltooid zijnde, in eigendom en in on derhoud aan de gemeente overgaan b. Een gedeelte der westelijke helft van de Zijl, liggende onder de gemeente Oegst geest, nabij het straks te noemen eiland, en wel eene uitgestrektheid van 27 roeden 60 ellen uit bet perceel, op den kadastralen legger der gemeente Oegst geest bekend onder sectie D n°. 234, en een gedeelte van de oostelijke helft van de Zijl, ter grootte van 41 roeden 40 ellen, uit het perceel, op den kadastralen legger der gemeente Leyderdorp bekend onder sectie A n°. 444, te zamen alzoo groot 69 Q roedenmeer of min. c. Het eiland gelegen in de Zijl onder de gemeente Leyderdorpter grootte van 1 bunder 14 roeden, op den kadastralen legger dier gemeente bekend onder sectie A n°. 444 bis, met vrijheid om het onder letter h omschrevene gedeelte van de Zijl te mogen dempen en aan het eiland aan te plempen, mits het laatste ge heel of gedeeltelijk te vergraven, zoodanig dat er aldaar eene doorstroomings- wijdte bestaat van 55 ellen, ter plaatse waar de na te melden brug voor den overtogi wordt gebouwden onder voorwaarde dat de alzoo in eigendom afgestane gronden uitsluitend tot den aanleg van den spoorweg worden gebruikt en tegen betaling van een koopprijs van vijftien honderd zestig gulden, ten behoeve der gemeente Leydenbij het teekenen der acte van eigendomsovergang. 2°. Te vergunnen, tot hetzelfde einde, een overlogt over het nienwe ver- brcede kanaal in de Zijldoor middel van eene brug met vijf openingente zamen *nje doorstrooming gevende over eene breedte van 24 ellen, zijnde verdeeld in twee openingen, elk wijd acht el, waarover eene dubbele draaibrug, en drie openingen, elk van zes el, waarover vaste bruggen, tot welk einde de brug zal gebouwd worden gedeeltelijk in den oostelijken arm van de Zijl en overigens in het hiervoren vermelde eiland; voorts over het Jaagpad en den Weg, waartoe wordt in gebruik afgestaan 18 roeden van het perceel, op den kadastralen legger der ge meente Leyderdorp bekend onder sectie An°. 444840 ellen van het perceel sectie A, n°. 548 en 990 ellen van het perceel sectie A, n°. 549; mits ten dienste der scheepvaart worden gesteld de noodige paalschermen en ducd'alven, tot het tijdig sloppen der vaartuigenen die behoorlijk onderhouden wordenalsmede door die openingen ten allen tijde de vrije doorvaart worde verzekerd, behoudens al het geen in het belang der openbare veiligheid moge worden bepaald, en zulks evenzeer ten aanzien van den overtogt langs den Zijlweg en het Jaagpad over de te maken oprillen en spoorweg; terwijl eindelijk voor dat gebruik ten behoeve der gemeente yaen verschuldigd is een regt van zes gulden 's jaars, verschijnende voor de eerste maal den 31sten December aanstaande. Op gelijke wijze te vergunnen een overtogt over den Rijn en bet Jaagpad usschen Leyden en Woerden, door middel van eene brug, gebouwd met eene door- S rootmng-wijdte van 22 ellenverdeeld in twee openingenwijd 8 ellenwaarover eene dubbele draaibrug, en eene opening wijd 6 ellen, met eene vaste brng, bene vens de noodige oprilling aangelegd met geen steiler klimming dan van 20 op 1 zullende tot dat einde de in bet jaagpad liggende brug n°. 33 mogen worden ont ruimd en alzoo in gébruik worden gegeven 11 roeden 60 ellen van het perceel, op den kadastralen legger der gemeente Koudekerk bekend onder Sectie A. n°. 667, en 240 ellen van bet perceel, op den kadastralen legger der gemeente Hazerswoude bekend onder Sectie B. n°. 964, voor welk gebruik jaarlijks verschuldigd is een regt van 3 gulden, te betalen bij den gemeente-ontvanger, als belast met het beheer der inkomsten van gemeld jaagpad voor het gedeelte liggende tusschen Leyden en Zwammerdam. 4°. Burgemeester en Wethouders te magtigen om nadat op dit besluit de ver- eischte goedkeuring zal zijn verkregen, met den raad van administratie der Hol landsche ijzeren spoorwegmaatschappij de noodige overeenkomsten te sluiten waarvan' de kosten, exen als die van taxatie als anderzins, door gemelde maatschappij alléén zullen worden gedragen. Niets meer aan de orde zijnde, sluit de Voorzitter de vergadering. SCHUTTERIJ. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN doen te weten, dat, ter voldoening aan de Wet van den 11 April 1827 StaatsblN°. 17), weder een aan vang zal worden gemaakt met de inschrijving xoor de Schutterlijke dienst van de genen, welke daartoe dit jaar in de verpligting vallen. Dat deze inschrijving zal moeten geschieden in tien afzonderlijke registers, met dien verstande, dat de personen, geboren in 1827 tot 1835 ingesloten, welke zich hier ter Stede, sedert de vorige inschrijving, uit andere plaatsen met der woon hebben nedergezet, waaronder ook zijn begrepen de militairen, die sedert de laatste inschrij ving hun paspoort verkregen en zicli alhier hebben gevestigd, alsmede de zich in dit Rijk en binnen deze Ge»neente sints de laatste inschrijving gevestigd hebbende vreem delingen (waardoor verstaan worden zij, die hun voornemen, om zich in dit Rijk neder te zetten, hebben aan den dag gelegd, hetzij door eene uitdrukkelijke verkla ring, hetzij door werkelijk den zetel van hun bestaan herwaarts over te bren gen, zonder dat de tijdelijke uitoefening van een bedrijf of handwerk, in eenige ondergeschikte betrekking, als zoodanig voornemen wordt aangemeikt) zul len worden ingeschreven achter de registers, waartoe zij volgens hunnen ouderdom behoorenterwijl de geborenen in het jaar 1836 zullen worden geplaatst in een nieuw register, te weten: het eerste van den jare 11)61 en liet tiende of dat der geborenen in 1826 van het vorige jaar zal komen te vervallen. Dat van de inschrijving niemand der bovengenoemde personen is uitgezonderd, al vermeende hij tot de vrijgestelden of uitgeslotcnen te behooren, en dus ook niet die personen, welke reeds hun ontslag uit dc Schutterlijke dienst hebben bekomen. Dat de registers van inschrijving zullen worden geopend op Donderdag den 16 Mei aanstaande, en op den 1 Junij daaraanvolgende finaal zullen worden gesloten. Dat derhalve de personen, welke zich vóór gemelde sluiting op den 1 Junij, niet hebben doen inschrijven, (en dus ook ieder persoon van elders zijnde komen wonen, of de in dit jaar zich alhier gevestigd hebbende vreemdelingen, alsmede de Militai ren, welke hun finaal ontslag hebben bekomen, en niet weder zijn in dienst getre den) bij ontdekking, alsnog achter de teekening, tot sluiting, door het hoofd van de Regering aan het einde van het register te plaatsen, zullen worden ingeschreven, met de bijvoeging van het woord: ambtshalveen volgens art. 9, door den Schut tersraad zullen worden verwezen tot eene geldboete, en daarenboven dadelijk, zon der lotingbij de Schutterij ingelijfd, indien bet zal blijken dat er, tijdens de verzuimde inschrijving, geene redenen tot vrijstelling of uitsluiting ten hunnen aan zien bestonden; terwijl in zoodanig geval het huwelijk hun ook geene aanspraak geeft om in de tweede klasse gebragt te worden; alles onverminderd zoodanige straf bepalingen als, uit kraebte der Wet van den 31 December 1832, op hen mogten kunnen worden toegepast. Dat een ieder wordt vermaand, om voor zoo veel bij van geen bewijs van zijne geboorte voorzien is, voor die, welke alhier geboren zijn, dat bewijs te komen af halen ter Secretarie dezer Gemeente, van heden af aan, van des voormiddags 10 tot 's namiddags 1 uur; terwijl diegenen, welke elders geboren zijn, zich dat bewijs onverwijld vóór de inschrijving zullen moeten aanschaffen; zullende een ieder "ver antwoordelijk zijn voor de gevolgen, wanneer hij, bij gemis zijner geboorte-acte, door eene verkeerde opgave van het geboortejaar, abusivelijk wierd ingeschreven. Dat den belanghebbenden bij deze nog wordt herinnerd, dat zij bij de inschrij ving tevens zullen moeten opgeven hunne woonplaatsbenevens het Wijle en Num mer der huizen, hun beroep en dat hunner Ouders, zoo die nog in leven zijn, alsmede den tijd van inwoning alhier, en eindelijk of zij ingeschrevenen gehuwd of ongehuwd zijnen in het eerste geval of zij kinderen hebben, zoo ja, hoeveel van elk geslachtwordende de gehuwden aangemaandoin zich van een extract uit het huwelijks-register te voorzien, om daarop door den Heer der Gebuurte, waarin zij wonen, het geial hunner kinderen te doen certificeren, ten einde daarvan bij de inschrijving te doen blijken, zullende almede tot de afgifte dier huwelijks-extract en van heden af worden gevaceerd ter Secretarie dezer Gemeente, van des voormiddags 10 tot 's namiddags ten 1 ure. Dat ten einde deze inschrijving geregeld afloope, een iegelijk, in die termen vallende, bij deze wordt opgeroepen, om zich te vervoegen in een der vertrekken van bet Raadhuis, en wel: Op Donderdag den 23 Mei 1861, 7s voormiddags van 10 tot 1 uur: de bewoners van Wijk I, II en III, benevens de bewoners van de Buitenwijk. Op Vrijdag den 24 Mei 1861, 's voormiddags van 10 tot 1 uur: de bewoners van Wijk IV, V en VI. Op Maandag den 27 Mei 1861, 's voormiddags van 10 tot 1 uur: de bewoners van Wijk VII en VIII; met uitnoodiging, om op den bepaalden dag zich stiptelijk ter aangeduider plaatse aan te melden, ten einde men zich niet te wijten hebbe de gevolgen, welke uit het achterblijven zouden ontstaan; zullende wijders het tijdstip, dat de registers ter bezigtiging znllen liggen, en de dagen der loting, welke volgens de Wet, vóór den 1 Julij aanstaande geheel zal moeten zijn afgeloopen, nader worden hekend gemaakt. En verder gelet hebbende op art. 7 van Zr. M8. besluit, van den 7 September 1828, StaatsblN°. 55) roepen bij deze op alle personen, welke als gehuwd of als weduwenaars met kind of kinderen, in bet afgeloopen jaar in de termen zijn geweest, om uit dien hoofde in de tweede klasse van de algemeene rol der Schutterij te worden gebragt, doch sedert dien tijd door het overlijden van hunne vrouwen of kinderen, de bevoegdheid hebben verloren, om in die klasse te verblijven, en dus als nu in de eerste klasse der voor dit jaar daar te stellen algemeene Schutters- rol geplaatst moeten worden, om van dusdanige verandering van omstandigheden schriftelijk kennis te geven, of zich daartoe ter Secretarie aan te melden, des voor- iniddags tusschen 10 en 1 ure, vóór de aan te vangen inschrijving, en dus uiterlijk tot den 22 Mei aanstaande; zullende, wanneer deze kennisgeving door den belang hebbende mogt zijn verzuimd, en hij dus dien ten gevolge niet bij de Schutterij zou zijn ingelijfd, door Burgemeester en Wethouders proces-verbaal tegen hem moe ten worden opgemaakt en aan de Regtbank toegezonden, ten einde op de nalatigen toe te passen de strafbepaling van art. 1 der Wet, van den 6 Maart 1818 (Staatsbl. N°. 12), houdende eene geldboete van ten hoogste ƒ50, en eene gevangenis uiter lijk van drie dagen, hetzij afzonderlijk, of wel beide dc straffen te zarnen genomen. En zal deze door aanplakking en door plaatsing in de Leydsche Courant worden afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, D. TIEBOEL S1EGENBEEKBurgemeester. Leyden, 11 Mei 1861. v. PUTTKAMMERSecretaris. Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1861 | | pagina 7