Art. 1. Op alle openbare scholen voor uitgebreid lager onderwijs voor meisjes •wordt eene dagschool gehouden. Art. 2. De school wordt gehouden op MaandagDingsdagDonderdag en Vrij dag, voor de eerste klasse, des voormiddags van 9 tot 12 uren en des namiddags van IJ tot 4 uren, voor de tweede klasse des voormiddags van 9 tot 12 nren en des namiddags van 2 tot 4J orenop Woensdag en Zatnrdag alleen des voormid dags van 9 tot 12 uren. Art. 3. Vacantiën zijn a. Vrijdag en Zaturdag voor paschcn en de paaschweek; b. de hemelvaartsdag; e. de pinksterweek d. de kermisweek en de twee daaropvolgende weken; e. de 3de October; de kersweek, gerekend van 24 December tot 2 Januarij. Art. 4. Op de school worden geene leerlingen toegelaten die den ouderdom van vijf jaren nog niet bereikt hebben. Art. 5. Nieuwe leerlingen worden aangenomen in de week voor de kermisvacantie. Buitendien worden in de eerste week van de maand Febrnarij diegenen toegelaten waarvan bij onderzoek blijkt dat zij het onderwijs op eene der reeds bestaande klas sen kunnen volgen. Art. G. Kinderendie zich van elders in de gemeente vestigen kunnen tusscben- tijds worden geplaatst, mits het blijke, dat zij voorbereid zijn om het onderwijs op eene der reeds bestaande klassen te volgen. Art. 7. Alleen kinderen die zijn ingeënt of de natnurlijke kinderziekte gehad hebben mogen worden ingeschreven. Art. 8. Gedurende de eerste twee volle weken van Julij en Jannarij wordt aan de ouders of die hen vervangen, gelegenheid gegeven om nienwc leerlingen te laten inschrijven. De plaats en tijd der inschrijving worden door Burgemeester en Wethouders bij openbare afkondiging ter kennis der ingezetenen gebragt. Art. 9. Voor elke school wordt een boek aangelegd en daarin aangeteekend o. volgnommer; b. de naam der kinderen en de datum der geboorte; e. de dag van aankomst d. de gezindte waartoe de kinderen behooren e. de namen, het beroep en de woonplaats der ouders; de naam van den geneesheer, die het kind heeft ingeënt of behandeld ingeval het de natuurlijke kinderziekte gehad heeft. Bij vertrek van de school wordt in eene volgende kolom aangeteekendwanneer en hoe het kind de school heeft verlaten. Art. 10. Bij deze inschrijving moet vertoond worden het bewijs van geboorte- inschrijving en bet bewijs dat het kind is ingeënt of de natuurlijke kinderziekte gehad heeft. Art. 11. Leerlingen, in wier woning eene besmettelijke ziekte aanwezig ismogen niet toegelaten worden. Art. 12. Burgemeester en Wethouders onderzoeken de in art. 8 bedoelde inschrij ving en voor zoo verre daartoe geene bedenkingen bestaanmagtigen zij de hoofd onderwijzeres tot het toelaten der ingeschreven leerlingen. Art. 13. Bij de plaatsing der leerlingen wordt aan de ouders of die hen ver-: vangen een exemplaar dezer Verordening uitgereikt. Art. 14. Jaarlijks wordt aan de leerlingen der lc klasse, die het zich waardig hebben gemaakt, op voordragt van de hoofdonderwijzeres een door Burgemeester en Wethouders te bepalen prijs uitgereikt. Art. 15. De prijsnitdeeling wordt door eene les voorafgegaan en heeft plaats vóór de kermisvacantie aan het einde van den jaarcursus in tegenwoordigheid van eene commissie uit het collegie van het dagelijksch bestuur. Art. 16. Tot bijwoning van de les en de piijsuitdeeling worden uitgenoodigd de leden van den Gemeenteraadde leden der plaatselijke Schoolcommissede School opziener en de ouders der leerlingen. Art. 17. De ouders of die hen vervangen zijn verpligt te zorgen dat de leerlin gen de school getrouw bezoeken en voor den aanvang van eiken schooltijd daar aan wezig zijn. Art. 18. Indien de ouders of die hen vervangen de leerlingen nit de school wen- schcn te houdenof ingeval van ziekte, geven zij in persoon of schriftelijk de hoofd onderwijzeres daarvan kennis voor den aanvang van den eerstvolgenden schooltijd. Art. 19. Indien de ouders of die hen vervangen bij herhaling het bepaalde in art. 18 niet nakomen, geeft de hoofdonderwijzeres daarvan kennis aan den Burge meester. Art. 20. Leerlingen, die zich zoo slecht gedragen, dat zij voortdurend den goe den gang van het onderwijs verstorenmoeten door de hoofdonderwijzeres tijdelijk van de school verwijderd worden en daarvan onmiddellijk kennis gegeven worden aan den Burgemeester, met inzending eener voordragt van maatregelen, die in dat bijzonder geval dienstig geacht worden. Na gehouden onderzoek beslist de Burge meester op deze voordragt. Art. 21. Ontslag wordt verleend na de prijsnitdeeling voor de kermisvacantie. tl. Instructie voor de hoofdonderwijzeressen der scholen voor uitgebreid lager onderwijs Andermaal geene algemeene consideration in het midden gebragt zijnde, worden de verschillende artt. (115) dier instructie achtereenvolgens in rondvraag gebragt en na deliberatie met algemeene stemmen onveranderd aangenomen. De Voorzitter brengt nu de geheele instructie in rondvraag, welke met algemeene stemmen wordt vastgesteld. Zij luidt als volgt: Art. 1. De hoofdonderwijzeressen zijn verpligt stiptelijk alle bepalingen uit te voeren van de Verordening op de scholen voor uitgebreid lager onderwijs binnen deze gemeente. Art. 2. Zij zorgen voor het geven van klassikaal onderwijs en het streng hand haven der klassenverdeeling. Art. 3. Zij dragen zorg dat het onderwijs gegeven worde overeenkomstig een rooster, die jaarlijks door de hoofdonderwijzeres opgemaakt en door Burgemeester en Wethouders, na de plaatselijke schoolcommissie geboord te hebben, vastgesteld wordt. Deze rooster wordt in de school opgehangen. Art. 4. Zij zien toe op het gedrag en den ijver der hulponderwijzeresn, kweekelingenen geven daarvan in de maand Januarij van elk jaar een verslag Burgemeester en Wethouders. Art. 5. Zij zijn verpligt de hulponderwijzeressen en kweekelingen alle hulp t haar werk te verleenen en aan laatstgenoemden vormend onderwijs te verschaffen den voet en de wijze nader door Burgemeester en Wethouders te bepalen. Art. 6. Zij zijn verpligt, indien eene der hulponderwijzeressen of kweekelin»6 zich aan slecht gedrag of pligtverzuim schuldig maakt, dadelijk daarvan aan BnrV meester en Wethouders kennis te geven. Art. 7. Zij gebruiken op de scholen geene andere leerboeken, dan die welke4 de plaatselijke Schoolcommissie zijn goedgekeurd. Art. 8. Zij zijn verpligt de kinderen en de ouders of die hen vervangen met meeste welwillendheid en voorkomenheid te behandelen. Art. 9. Zij zijn verpligt zorg te dragen voor de reinheid der localen en voorga, luchtverversching. Art. 10. Zij dragen zorg voor het zindelijk honden en goed bewaren der school, behoeften, zien toe dat deze zonder hare toestemming niet worden medegenomen, zorgen, bij de aanschaffing van nieuwe, de daarvoor op de begrooting uitgetrdi, posten niet te overschrijden. Art. 11. Zij zijn een half nur vóór den aanvang van eiken schooltijd in J, school aanwezig en mogen die niet voor den geheelen afloop van eiken schoof verlaten. Indien zij door ziekte verhinderd zijn, geven zij daarvan kennis aan ja Burgemeester en aan de eerste hulponderwijzeres. In andere gevallen mogen zij van de school niet afwezig blijven dan met toesta ming van den Burgemeester. Art. 12. Zij mogen eene hnlponderwijzeres of eene kweekeling voor niet lang. dan drie dagen vrijheid geven om van de school afwezig te blijven. Tot het verleenen van een verlof voor langeren tijd hebben zij de toestem®» van den Burgemeester noodig. Art. 13. In de maand Jannarij van elk jaar zenden de hoofdonderwijzeressen f Burgemeester en Wethouders de verantwoording in van de haar verstrekte toelag; ten behoeve der kweekelingen. Art. 14. Elke drie maanden laten zij door de hulponderwijzeressen en kweekeli; gen een staat vervaardigen, meldende het gedrag, de vlijt en de vorderingen u iedere leerling in elk vak. Deze staten liggen steeds gereed voor Burgemeester en Wethouders, de plaatselijk Schoolcommissie en den Schoolopziener. Indien de ouders of die hen vervangen het wenschen, wordt hun medegedeeld sj deze staat ten opzigte hunner kinderen vermeldt. Art. 15. Zij doen den gemeente-ontvanger elke maand opgave van die leerlinge welke de school in de afgeloopen maand hebben verlaten. en e. Instructie voor de hulponderwijzeressen en kweekelingen der schok voor uitgebreid lager onderwijs Algemeene consideratiën worden wederom niet in het midden gebragt, weshale de Voorzitter de artt. 17 dier instructie achtereenvolgens in rondvraag brag. Deze worden na deliberatie met algemeene stemmen onveranderd aangenomenwaan de instructie in haar geheel in rondvraag gebragt en mede met algemeene stemme vastgesteld wordt, dus luidende: Art. 1. De hulponderwijzeressen en kweekelingen zijn verpligt stiptelijk alle m schriften op te volgen, haar door de hoofdonderwijzeres of die haar vervangt, te geve Art. 2. Zij zijn verpligt, een half uur voor den aanvang van eiken schooltijdu de school tegenwoordig te zijnten einde toe te zien op het binnenkomen der let lingen en alles in orde te brengen, wat in den volgenden schooltijd moet gebral worden. Art. 3. Zij zijn verpligt de hoofdonderwijzeres, indien deze het verlangt, in: administratieve werkzaamheden der school behulpzaam te wezen. Art. 4. Indien de hulponderwijzeressen en kweekelingen door ziekte verhinder, worden op de school tegenwoordig te zijn, zorgen zij dat de hoofdonderwijzeres dit van voor den aanvang der school kennis draagt. Art. 5. Indien zij om andere redenen afwezig wenschen te blijven, verzoeken t onder mededeeling der redenen, de hoofdonderwijzeres om verlof en onderwerpen li aan hare uitspraak, behoudens beroep op den Burgemeester. Art. G. Bij ontstentenis van de hoofdonderwijzeres treedt de eerste hnlpondeti: zeres in hare plaatsbij ontstentenis van beiden de tweede hulponderwijzeres. De eerste of tweede hulponderwijzeres heeft, zoolang zij de hoofdonderwijzeresn vangt, dezelfde verantwoording als deze. Art. 7. Zij moeten de haar opgelegde vcrpligtingen getrouw nakomen en de li- deren goed behandelenalle onbetamelijke middelen tot handhaving der orde tucht moeten vermeden worden. 2". Rekening van het werkhuis, dienst I860. Gelet op het rapport der Commissie van Finantiën ad hoe; Is na deliberatie dienovereenkomstig met 14 stemmen (de leden Stoffels en i Moen haddenals mede-bestuurders der betrokkene instellingingevolge art. 211' gemeente-wet, tijdelijk de vergadering verlaten) besloten deze rekening op tenen» en goed te keuren, in ontvang tot 18378.44, in uitgaaf tot 17540.785, en al»; sluitende met een batig saldo van 837.6S5, hetgeen de rendanten gehouden if in hunne eerstvolgende rekening te verantwoorden. 3°. Voordragt van Burgemeester en Wethouders van Haarlem, tot de uitgifte® een gedeelte gronds langs het gemeenschappelijk trekpad. En gezien de beschikking van gedeputeerde Staten van Zuidholland, van 20ff tober 1860, B. n°. 6751 (3° afd.) G. S. n°. 7, waarbij krachtens Zijner Majesf' besluit van den 21 September bevorensn°. 51magtiging is verleend om het gemeentebestuur van Haarlem in overleg te treden over de regeling der oilff' van gronden langs de trekvaart tusschen beide gemeenten; Is na deliberatie met algemeene stemmen besloten, aan Gerarda van Maris,r duwe Maarten Weyers, in gebruik af te staan, met toekenning van regt v- opstal voor het gebouw dat op den grond aanwezig isen wel voor den tijd 20 jaren, ingaande 1° Mei 1861: Een gedeelte gronds, gelegen langs de trekvaart tnsschen Haarlem en Leyds- hetwelk gebleken is niet te vallen in de termen van art. 230 der gemeente-»11

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1861 | | pagina 6