andere vakken uitmunten, en in de gelegenheid zijn geweest, goed onder-
rigt te bekomen.
Uit het verslag der commissie van rapporteurs betrekkelijk de militie-
wet blijkt nog dat, wat betreft de zeemilitie, men zich over het algemeen
vereenigde met het denkbeeld der regering, dat het belang des lands het
ten uitvoer leggen van de facultative bepaling van art. 186 der Grondwet
omtrent het bestemmen van een deel der militie voor de dienst ter zee vor
dert. Men erkende tevens, dat het eigenaardig en nuttig zou zijn, van die
zeemilitie voor de bemanning der vaartuigen, die lot kustverdediging die
nen, gebruik te maken. Niet slechts zou het daardoor mogelijk worden,
in tijd van nood een grooter aantal manschappen der vaste zeemagt naar de
koloniën te zenden, maar ook in het algemeen 's lands verdediging aan de
zeezijde beter verzekerd zjjn. Ten tijde der Belgische onlusten zou het
ongetwijfeld een groot voordeel zijn geweest, indien de regering, builen de
vaste zeemagt, 2400 geoefende zeelieden ter barer beschikking had gehad,
die op de schepen en vaartuigen in onze zeegaten en op onze stroomen ge
bruikt hadden kunnen worden. Nu hel aantal onzer blokschepen en drij
vende batterijen allengs aanmerkelijk vermeerdert, wordt het ook hoog tijd
voor de behoorlijke bemanning daarvan zorg te dragen. Maar terwijl men
dus de zaak zelve niet afkeurt, ziet men in de wijze, waarop de regering,
volgens haar tegenwoordig voorstel, de zeemilitie wil zaïnenstellenonover
komelijk bezwaar. Voor zoover geen genoegzaam getal vrijwilligers zich
aanbiedt, zou, volgens art. 149 van het ontwerp, het ontbrekende worden
aangevuld uit de overige lotelingen der ligting, die geacht worden de meeste
geschiktheid voor de zeedienst te bezitten. Hoe die aanvulling zal plaats
hebben, wie met de keus uit de lotelingen zal worden belast, welk beginsel
daarbij zal worden gevolgd, blijkt nergens. Geschiktheid voor de zeedienst
is een zeer onbestemd begrip. De ambtenaren of officieren, die met de aan
wijzing der voor de zeedienst te bestemmen lotelingen belast wordenzullen
dus daarbij geheel naar eigen goedvinden te werk kunnen gaan. Hooggaande
ontevredenheid en regtmatige klagten over verongelijking zouden daarvan
het gevolg moeten zijn. Daartoe meende de groote meerderheid den weg
niet te mogen openen. Dan zou nog eene aanvulling door loling, des noods
uit bepaalde kategoriën van ingezetenen of uit zoogenaamde maritime inge
schrevenen, verre verkieslijk zijn. Daarbij werd althans de gelijkheid van
allen voor de wet niet zoo in het oog loopend geschonden. Deze bezwaren
leidden er toe om aan de regering in overweging te geven, om wel niet
het denkbeeld der vestiging eener zeemilitie te laten varenmaar dan toch
te beginnen met het nemen eener proef, of dat deel militie niet door vrij
willigers voltallig te maken zjj. Verscheidene leden waren niet vreemd van
het denkbeeld, dat het zoo geheel onmogelijk niet zjjn zou het vereischt
getal zeemiliciens bij een zeevarend volk als het onze uit de vrijwilligers
van elke ligting bijeen te brengen. Als men het plan der regering wel be
grijpt, bood de dienst bij de zeemilitie, vooral voor hen, die van de bui-
tenlandsche zeevaart hun bestaan maken en volgens de tegenwoordige wet
niet meer aanspraak hebben op vrijstelling van de dienst, inderdaad voor
deden aan. De regering zou welügt veel kunnen doen, om de vrijwillige
dienst bij de zeemilitie aan te moedigen. Tot nu toe werden uit de lotelin
gen in de eerste plaats de manschappen voor de keurcorpsen genomen en
dan eerst het aanbod om in de zeedienst te treden gedaan. Aan dat stelsel
zou vaarwel moeten worden gezegd. De aanwerving van vrijwilligers voor
de zeemilitie zou bij elke loting de eerste zorg behooren te zijn.
's GRAVENIIAGE18 April.
Z. M. heeft goedgevonden te benoemen tot ridder der 4dc kl. van de
Milit. Willemsorde de vier navolgende bij het leger in Ned. Indie dienende
militairen, te welen: den sapcur ls,c kl. L. Schuit, voor zijn gedrag bij de
lsle Bonische expeditie, en den sergeant der sapenrs J. B. de Nevé, den
kanonnier der ls,e kl. N. Dell, en den cavalerist A. Beynenvoor hun ge
drag bij de 2de Bonische expeditie; en bij afzonderlijke dagorders, zoo in
Indie als in Nederlandeervol te doen vermelden de drie navolgende bij
genoemd leger dienende militairen, te weten: den flankeur F. C. Hallerslede,
voor zijn gedrag bij de ls,e Bonische expeditie, en de cavaleristen C. F.
Sommer en J. H. D. Sleinert, voor hun gedrag bij de 2de Bonische expeditie.
Z. M. heeft lot majoor bij het 3dc reg. vesting-artillerie benoemd den
kapitein lste kl. II. van der Meer de Walcheren, van het corps pontonniers.
Bij den minister van binnenl. zaken is ten behoeve der noodlijdenden
door den watersnood ontvangen 404.80 fr.aan het bureau van het blad
la Semaine te Lausanne ingekomen; ƒ600, van de General Steam Naviga
tion Company te Londen; 500 fr.van baron de Welterstedt, benoemd
gezant van Zweden en Noorwegen bij het Ned. hof; ƒ501.68, uit Ham
burg en Altona; 35 th.door den Ned. consul-generaal te Wismar inge
zameld; ƒ358 92, bij het Ned. consulaat te Smyrna ingekomen; 525, bij
den Ned. consul-generaal te Stuttgart ontvangen; 719 fr.aan het bureau
van het blad le Neuchatelois in Zwitserland ontvangen; ƒ1035.751- van de
commissie te Goes; ƒ2475, giften door den agent van de Ned. handelmaat
schappij te Singapore ingezameld.
Door den gemeenteraad is aangenomen een voorstel van 5 leden strek
kende tot benoeming eener commissie, aan welke wordt opgedragen het
ontwerpen van een adres aan den koning, verzoekende, dat Z. M. niet
goedkenre den aanleg van eenen spoorweg tusschcn 'sGravenhage en Sche-
veningen, welks rigting loopt door eenig gedeelte van het 's Gravenhaagsche
Bosch. Ook zijn de voorwaarden der concessie aan den heer Soetens voor
eene railroute, na langdurige beraadslaging, vastgesteld.
Bij de opening der tentoonstelling van voorwerpen van kunst en smaak
voor de algemeene verloting ten behoeve der slagtoiïers van den watersnood
op gisteren heeft de president der commissie, graaf E. van Bylandt, in eene
korte rede herinnerd aan de ontzettende ramp, welke een gedeelte des vader
lands geteisterd heeft; hoe men al dadelijk er op bedacht was geweest,
hulp aan te brengen, en dat de commissie beproefd had, zooveel in haar
vermogen was, tot leniging van die ramp bij te dragen; dat dit haarbov(
verwachting was mogen gelukken, dank zij de algemeene deelneming, J
veel door het zenden van voorwerpen tot prijzen, als door het nemen v
loten. Zij zeide, dat die prijzen thans ten toon gesteld waren en hij
digde de heeren uit, die in oogenschouw te gaan nemen.
De tentoonstelling overtrof aller verwachting, zoowel door den rijkdomt|
de menigte der voorwerpenals door de smaakvolle wijze der rangschikkim
Algemeen waren dan ook de gelukwenschenwelke de commissie ontvij.
voor hare zoo moeijelijke, gelukkig volbragte taak, die met zulk eene sehit
terende uitkomst bekroond is. Ten 12 ure is de tentoonstelling voor k-
publiek geopend. Het bezoek van belangstellenden was zeer talrijk.
De heer staatsraad-commissaris des konings in de provincie Zuidhollaij
heeft bepaalddat de trekking der algemeene verloting van voorwerpen ij,
kunst en smaak, ten behoeve van de slagtoflers door den watersnood,^
gehouden worden op Dingsdag den 7den Mei aanstaande.
Bij de commissie voor den opbouw van een nieuw diaconie- weeshuis alhier
zijn weder onderscheidene giften ontvangen, als eene van N. N. groot ƒ6000
De gewone jaarlijksche algemeene vergadering van de Ned. maatschappij
ter bevordering van de afschaffing der slavernij zal op den lsten Mei I8j]
alhier worden gehouden.
BUITENLANDSCHE BERIGTEN.
ENGELAN O.
LONDEN, 16 April.
Op de laatst gehouden vergadering van het comité' tot ondersteunim
der noodlijdenden in Indie heeft sir Lawrence medegedeeld, dat in he:
geheel 2,000,000 menschen in Indie aan het dreigendste gevaar, om m
honger om te komen, blootgesteld zijn. Voor die noodlijdenden is nu reeds
eene som van 60,000 bijeengebragt.
Te Dublin heeft een brand gewoed, waarbij 11 personen zijn om»;,
komen. Men zegt dat dronkenschap de oorzaak van het onheil was. Dï
gordijnen eener bovenkamer, waarvan de bewoner beschonken naar bel
was gegaan met eene brandende pijp, waren in de vlam geraakt.
FRANKRIJK.
PARIJS, 16 April.
Met vergunning der regering worden thans in Frankrijk onderteek!
ningeir verzameld op eene aan den senaat te rigtcr. petitie, waarin voordi
Syrische Christenen voortdurende bescherming van de Fransche troep#
wordt gevraagd. Eene commissie, bestaande uit aanzienlijke mannen, gees
telijken en geleerden, van zeer verschillende denkwijze, waarvan de aarts
bisschop van Parijs voorzitter en ook Protestanten en Israëliten leden zijn
heeft de petitie opgesteld en aan het publiek ter onderleekening aanbevolen,
In navolging daarvan heeft zich ook eene andere commissie gevormd
welke eene petitie, houdende aanzoek om verwijdering der Fransche tree
pen uit Rome, heeft ontworpen. Men gelooft dat de regering zich hiertegen
bezwaarlijk zal kunnen verzetten, nadat zij de petitie voor de Syrische
Christenen onder het publiek heeft laten brengen.
Ten opzigte van den brief van den hertog van Aumale aan prins
Napoleon verneemt men dat de regering besloten heeft den uitgever en dei
drukker te vervolgen. Een gerucht zegt dat prins Napoleon den brief zon
beantwoordenmaar dit is moeijelijk aan te nemennu het geschrift in be
slag is genomen. Er zijn reeds exemplaren van den brief voor'60fr. verkocht
De Times beoordeelt den brief van den hertog niet zeer gunstig. Eei
prins van Orleans, zegt dit blad, moet niet de bewonderaar zijn van dei
koning van Napels of van den Paus, of van eenen militairen gelukzoeker,
zooals de generaal Lamoricière. En verder: een zoon van Lodewijk Philips
had beter gedaan te zwijgenzoo als de geheele familie sedert de 10 jaren,
dat zij in ballingschap verkeert, gedaan heeft, dan zoo te spreken; want
terwijl die familie de sympathie der liberale partij had, stelt een van de
leden haar thans bloot die le verliezenen wel om voldoening te geven aaa
den wrok tegen mededingers.
De dagbladen verzekeren dat graaf Cavour bij onze regering heeft aan
gedrongen op het vertrek der Fransche troepen uit Rome, en de voorstan
ders van het Turynsche kabinet honden zich overtuigd dat ons leger binnen
3 maanden Rome zal verlaten. Uit eene goede bron verneemt men echter
dat de keizer verklaard heeft dal hij den Paus zal blijven ondersteunen en
dat onze troepen voor onbepaalden tijd le Rome zullen blijven. Wel heelt
de keizer, bij monde van den heer de Grammont, bij koning Frans van
Napels op zijn vertrek uit Rome aangedrongen, maar of dit eenig gevolg
zal hebben, is twijfelachtig. De voormalige koning heeft nog geen besluit
genomen, llij heeft pogingen gedaan om een fraai eigendom te koopen aan
de boorden van het meer van Genève, maar de onderhandelingen zijn we
gens den hoogen prijs, een millioen, afgesprongen.
Volgens een gerucht zou eene Engelsche maatschappij agenten naar
Oran zendenom den noodigen grond uit le kiezen voor het aanplanten
van katoen.
Uit de militaire statistiek in Frankrijk over 1857 blijktdat van de
310,289 dienstpiigtige jongelingen er 97,875 lezen noch schrijven konden.
Er was dus omstreeks een derdedat in geen lager onderwijs had gedeeld,
Men verzekert, dat de vrijmetselaren van Frankrjjk een openbaar blijk
van afkeuring willen geven van het gedrag, door hunnen grootmeester, dei:
prins Lucien Mural, in den jongsten tijd omtrent Napels gevolgd, en be
sloten hebben, hunne ingenomenheid met de eenheid van Italië te betui
gen door prins Napoleon tol diens opvolger te kiezen.
De Patrie deelt mede dat het leger in Polen thans op eene sterkte
van 85,000 man is gebragt. De beweging begon zich nu ook over andere
gedeelten van het rijk uit te breiden, vooral in Volhynië, hetwelk eertijd!
tot Polen behoorde en dat in 1793 bij Rusland werd ingeljjld. Dc stem-