'MS
Boter gewogen aan de waag te Leyden, volgens de Leydsche te
WEEKSTATEN.
Boter gewogen aan de waag te Leyden, volgens de Leydsche Codi
MAANDSTATEN.
Wanneer men eene zelfde verhouding van niet gewogen ponden over een
jaar berekent en bij het getal der gewogen ponden trekt, om het totaal der
aangevoerde boter te vinden, kan men de in het adres voor aanvoer gestelde
cijfers gerust verdubbelen. En nog is hieronder niet begrepen, wat van den
aanvoer terstond naar den Boterkelder gaat. En nog is hierbij aangenomen,
dat het cijfer der ter waag aangevoerde boter naauwkeurig is opgegeven,
terwijl ons echter bij deze opgaven is medegedeeld, dat er niet minder, maar
wel meer is aangevoerd. De inrigting der markt zelve belet, tot nu toe,
eene naauwkeurige contróle.
Hetgeen ons vooral bevestigd heeft in onze meening, dat de invoering van
den llelftschen ijk geenszins gestrekt heeft om de Delftsche botermarkt, ten
koste der Leydsche, te bevoordeelenis de brief van Burgemeester en Wet
houders van Delft, aan ons door het Gemeente-bestuur alhier medegedeeld.
In dien brief lezen wij het volgende: »In antwoord op uwe missive" enz.
kunnen wij u berigten, dat het reglement op de botervaten, qua reglement,
goed heeft gewerkt, dat wil zeggen, dat zooveel mogelijk de daarin ver-
vatte bepalingen zijn nagekomen. Of echter het reglement iets afdoet tot
»in-stand-houding van 'de markt, betwijfelen wij zeer. De botermarkt is in
«onze beide gemeenten gevestigd en zal, door onze natuurlijke ligging, daar
»wel blijven, mits de verkooper (de boerniet belemmerd worde. Eene andere
vraag zou het zijn, daargelaten of een reglement op de botervaten in ons
tegenwoordig stelsel wel past, of men met een zoodanig reglement den
verkooper in moeijelijkheden brengt en of, uit dat oogpunt beschouwd, de
«zaak wcnschelijk is. Er wordt bij ons zeer verschillend over gedacht."
Uit deze woorden blijkt, ten eerste, dat het Delftsche Gemeente-bestuur,
dat de beste gegevens heeft om de zaak te kunnen beoordeelen, geene bij
zondere redenen vindt om van eenen buitengewonen bloei der Delftsche
markt te gewagen. Ten tweede, blijkt er uit, dat het den ijk der boter
vaten niet beschouwt als iets tot dien bloei bij te dragen, een bloei welken
Burgemeester en Wethouders met volkomen regt, naar wij meenen, uitslui
tend toeschrijven aan natuurlijke ligging" en »niet belemmering" van den
handel.
Als resultaat van ons onderzoek moeten wij dus het volgende berigten:
Alvorens een oordeel over den toestand der Leydsche botermarkt, en over
den invloed welken het vervallen van den ijk daarop mogt gehad hebben,
te vellen, moet men eerst de ondervinding raadplegen. Dit heeft tot nu toe
geene plaats gehad. Daar men, ook na het vervallen van den ijk is voort
gegaan tarra af te trekken, heeft men ook geene vrije markt gehad. Van
den invloed, van de werking der vrije markt moet de proef nog genomen
worden. En de tijd, gedurende welken het Delftsche ijk-reglement gewerkt
heeft, is veel te kort geweest, om de ondervinding van goede of kwade
werking te kunnen opdoen en daaruit gevolgen te trekken.
De feiten, door de adressanten aangehaald, verliezen hunne toepasselijk
heid, dewijl zij voor aanvoer genomen hebben het cijfer, dat alleen aantoont,
wat als op de Leydsche waag gewogen wordt opgegeven, terwijl men zelfs
voldoende reden heeft te betwijfelen, of dit opgegeven cijfer wel al de ter
waag gewogen boter omvat.
Wij zouden dus raden dat, alvorens het Gemeente-bestuur in deze gewig-
tige zaak, eenig definitief besluit nam: eerst een proeftijd voorafging, ten
einde de ondervinding naauwkeurig te raadplegen en tot vaste resultaten te
komen. Als middelen daartoe zouden wij voorstellen:
I". Geen aftrek van tarra meer. Deze praktijk die, waar de ijk niet
bestaat, geenen zin heeft, dient alleen om den kooper in den valschen waan
te brengen, dat de regering hem waarborgt, dat de ton eene zekere bepaalde
zwaarte heeft, en om den verkooper te verleiden tot verzwaring van de ton,
boven het willekeurig aangenomen cijfer voor tarra.
2®. Dat de botermarkt zóó ingerigt werd, dat van al de aangevoerde
boter, zoo mogelijk ook van die, welke in den Boterkelder opgeslagen
wordt, naauwkeurige aanteekening wordt gehouden.
3°. Dat bij de opgaven in de Leydsche courant niet alleen het cijfer
der gewogen, doch ook dat der aangevoerde boter vermeld wordt. Wij zullen
er wel niet behoeven bij te voegen, dat eene eerste voorwaarde hierbij is,
dat de opgaven volledig zijn.
Op deze wijze zal men kunnen komen tot eene juiste kennis der markt
en eene juiste berekening van voordeel of nadeel. Eerst dan heeft men de
gegevens om te beoordeelen, of eene vrije markt schadelijker op voortbren
ging en verbruik werktdan eene aan officiëele reglementen gebonden markt.
Legden 4 Maart 1861.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
te Leyden,
Ab. HARTEVELT Jz., Voors.
W. C. D. OLIVIER, Secret.
f: .r
M-'Ö!
BQlage.
1857.
Jan.
3
6540
Jan.
8
10
4360
9
17
6020
16
24
4720
83
31
3360
30
Febr.
7
"7140 23000
Febr.
6
14
6080
13
21
5120
80
28
4300
87
22640
Maart
6
Maart
7
3240
14
5040
13
21
4500
80
28
9320
37
22100
April
3
April
4
8640
11
8940
10
18
12540
17
25
17060
84
47180
Mei
Mei
2
9
20240
15580
1
8
16
15860
15
23
13640
88
30
11840
89
Janij
6
76500
11160
Janij
5
13
10880
18
20
11840
19
27
7460
86
40140
Jnlij
3
Julij
4
7340
11
8860
10
18
6400
17
25
6640
84
87640
31
Ang.
1
6940
8
6940
Aug.
7
15
4480
14
22
5880
81
29
6700
88
Sept.
5
^öo27880
Sept.
4
12
6640
11
19
6180
18
26
6580
85
Oct.
3
86740
6080
Oct.
8
10
6860
9
17
5980
16
24
6360
83
31
6980
30
Nov.
7
5980 31640
Nov.
6
14
5360
13
21
5480
20
28
6740
27
88500
Dec.
Dec.
5
5640
4
12
4760
11
19
4680
18
24
1800
16880
24
31
1858.
4100
4460
4380
4000
3980
Jan.
1859.
8 4080
15 3560
88 3160
89 3860
3380
3760
4000
5000
3480
6060
8500
6860
7760
80980 1
16080
84840
April 3
9
15780
40760
Mei
.75880
11100
8000
8460
8360
-——35980
7480
8360
4960
6540
5000
38880
6840
4800
4800
6860
6400
5140
5680
5680
81840
6300
6080
6600
6080
6680
Ang.
Sept.
Oct.
-14000
16900
- 81880
48800
-56480
-36600
88080
- 80860
84640
30480 NOT.
4300
5400
5380
4140
-89880
5360
6360
4060
3100
4040
18700 Dec.
19280
81980
- 88180
I860.
Jan. 7 388
14 321
31 301)
38 29Q(i
Febr. 4
11
18
85
Maart 3
10
17
84
31
Üif
SfiOii
3830
3980
432)
April 7 "ijl
14 8100
31 101(1
38 14000
Mei 5 161601
13 15990
19 1301 j
36 131H
Junij 8
9
16
33 78(j
30 6780
8911
Jnlij 7
14
21
88
Aug.
Sept.
Oct.
4
11
18
85
1
8
15
22
29
6
13
20
27
Not. 3
10
17
24
1
8
15
28
29
Dec.
6901''
6301
373)
4100
410)
43V
48(1
11'
393»
3439
53(1
"3491
4311
30»
4181
~M1'
4160!
6081
3781'
2901
63 Marktdagen.
63 Marktdagen.
58 Marktdagen.
52 Marktdagen
1857. 1858. 185».
Januarij 23000 20920 14000
Februarij 22640 16080 16900
1860.
12560
12780
Maart
45640
22100
37000
24840
30900
21220
25340
18740
April
67740
47180
61840
40760
52120
48800
44080
39820
Mei
114920
76500
102600
75220
100920
56460
83900
55230
Junij
191420
40140
177820
35920
157380
36600
139130
50220
Julij
231560
27640
213740
32280
193980
28080
189350
19960
Augustus
259200
27880
246020
22700
222060
20260
209310
16140
September
287080
26740
268720
21840
242320
24640
225450
22060
October
313820
31540
290560
30480
266960
29880
247510
16580
November
345360
22500
321040
18700
296840
19220
264090
14820
December
367860
16880
339740
21920
316060
22180
278910
18260
384740
Getal marktdagen 52.
361660
53.
338240
52.
297170
52.
Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.