LEYDSGHE
COURANT.
1861.
N". al.
V
WOENSDAG 13 MAART.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt
uit Zaturdag Avond
\m-;;
De Prijs der Courant is f\1 in het jaar}
de afzonderlijke Hommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
LEYDEN 12 Maart.
In de zitting van den gemeenteraad van gisteren werd door den voorzitter
mededeeling gedaan van een schrijven van lih. gedep. staten dezer provincie,
waarin zij te kennen gaven van meening te zijn dat de jaarwedde van den
burgemeester, om in overeenstemming te zijn met die van andere gemeen
ten, op ƒ3000 moest gebragt worden. Voorts deelde de voorzitter mede
dat de minister van binnen), zakenten opzigte van het verzoek tot invoe
ring van de onbeperkte dagdienst bij liet kantoor van den rijkstelegraaf
alhier, had geantwoord dal dit verzoek zou aangehouden worden tot dat
men door de vermeerdering van bet dienstpersoneel bij dc rijkstelegrafie in
staat zou zijn daaraan te voldoen, op welke vermeerdering echter nog geen
uitzigt bestond. Betreffende bel adres in zake de voormalige wees- en momboir-
kamers, door den gemeenteraad aan Z. M. den koning ingediend, had de
minister te kennen gegeven dat Z. M. van de verpligtingdoor de wet op
gelegd, geene vrijstelling kon verleunen, maar dat daartoe de tussclienkomst
der wetgevende magt noodig was, en dat deze slechts in bijzondere gevallen
kon ingeroepen worden. Z. E. verzocht daarom nadere uiteenzetting der
gronden, die tot bet indienen van het verzoek hadden geleid. Aan de
commissiedie vroeger bet adres had opgesteldis opgedragen aan het
verlangen van den minister te voldoen.
Vergelijkende Staat van de zuivere opbrengst der opcenten en eigene
middelen, ten behoeve dezer gemeente geheven, gedurende de maanden
Februarij 1860 en 1861alsmede van die opbrengst over de twee eerste
maanden dier beide jaren.
MIDDELEN.
Geslagl(5y opcenten en invoer)
Binnen!. Gedistilleerd idem
Bnilenl. Gedistilleerd (idem)
Gemaal eigen middel)
Wijn, Fruit-enKunslwijn(jrf
Turf (idem)
Steenkolen (idem)
Brandhout (idem)
Zuivere opbrengst over
de maand Februarij.
1860
1861
1750.88
1821.89;
4690.26;
5132.42
290.48
400.19;
5552.71-
5868 88;
1634.25
1229.25
255.10;-
339.65
686.85
1352.92;
66.60
103.35
j ƒ14927.14;
ƒ16308.57
Zuivere opbrengst over de
twee eerste maanden.
1860
3480.06
9917.94
551.254
10513.08
3745.95
542.70
881 90
367.70
30000.58 j
1861
3644.98
10938.16»
698.45
10514 04
2494.57
373.07
1985.00
224.45
ƒ30872.74
De Alg. Konst- en Letterbode bevat de volgende mededeeling van den
hoogleeraar W. F. R. Suringar, omtrent de zending van den hoogleeraar
W. H. de Vriese naar Nederl. Indië.
Dezer dagen is de hoogleeraar W. 11. de Vriese, na cene afwezigheid van
drie en een halfjaar, behouden van zijne zending naar Nederl. Indië terug
gekeerd. Wij wenschen zoowel het vaderland als de Leidsche hoogeschool
met dien terugkeer geluk, daar de verdienstelijke geleerde niet slechts in
zjjne zending uitnemend blijkt geslaagd te zijn, maar bovendien een ruimen
schal van wetenschappelijke waarnemingen in die heerlijke gewesten heeft
zamengebragt. Hartelijk wenschen wij, dat hem de kracht blijve verleend
tot verderen arbeid, om de bijeengebragle waarnemingen en resultaten,
overeenkomstig hunne waarde, aan het vaderland en de wetenschap dienst
baar te doen zijn.
Geljjk men weet, vertrok de hoogleeraar de Vriese, na cenige voorberei
dende bemoeijingenzoowel in Engeland en Frankrijk als hier te lande, in
de maand October van 1857 per overlandmailom in de eerste plaats op
Ceylon eene maand te vertoeven. Daar toch wordt, op de centrale geberg
ten, de in den handel zoo boog geschatte koffij geteeld en bewerkt. Het
was van belang, de handelwijzen aldaar naauwkenrig na te gaan, ten einde
daaraan de behandeling van dit product in onze 1 nriiëil te toetsen. Boven
dien werden, niettegenstaande het korte tijdsverloop, een aantal andere
producten van dit land, eertijds eene parel aan de kroon van Nederland,
naauvvkeurig bestudeerd.
In de eerste dagen van Jannarij 1858 had de aankomst plaats te Batavia.
Daar het doel der missie, in het kon. besluit betreffende de zending,
reeds ter gelegenheid van het vertrek van onzen stadgenoot ter algcmcene
kennis is gekomen, herinneren wij nu alleen, dat in dit besluit werd voor
geschreven een wetenschappelijk en plaatselijk onderzoek:
1°. van den slaat van alle kuituren, inzonderheid van die, welke voor
de Europesche markt geschikt zijn, in Nederl. ludië, maar vooral op het
eiland Java voorkomende;
2°. van de geschiktheid en mogelijke verbetering der gronden;
3°. van de gelegenheid tot uitbreiding der kuituur;
invoer van nieuwe of verbreiding van niet
4°. van de middelen tot hare verbetering;
5°. van de mogelijkheid van
algemeen geteelde producten.
Aan het onderzoek van Java werd, in den voorschreven zin, het grootste
gedeelte van den geslelden tijd toegewijd. Geheel Java werd doorreisd, zorg
vuldige aanleekeningen gemaakt, en reeds onderscheidene voorloopige rap
porten aan hel Indische bestuur ingediend. In sommige gedeelten van Java
is het verblijf, wegens het hoogere belang der zaken, langer dan in andere
voortgezet. De Preanger regentschappen, wier uitgebreidheid 1/7 van Java
uitmaakt, vooral het Bandongsehe, zijn hier in de eerste plaats te noemen,
wegens de fabrieken ter bereiding van de koffij naar de zoogenoemde West-
Indische methode. Achtereenvolgens zijn nagenoeg alle gewesten, waar de
koffij en de indigo geproduceerd worden, bezocht, en is op de speciale,
en vooral ook inlandsche kuituur in elk van die landstreken gelet. Bovenal
is onder de niet algemeen verbreide voortbrengselen van den landbouw de
teelt van het katoen en van de kakao behartigdterwijl dc padi-kultuur en
hare afwijkingen in sommige streken een voorwerp van bijzondere zorg, in
't belang der bevolking, hebben uitgemaakt.
In het laatst van 1859 werd na een onderzoek van het eiland Madtira,
cene reize ondernomen naar den Molukschen Archipel. Inmiddels was den
heer de Vriese, in den loop van dat jaar, als secretaris een jeugdig maar
geschikt ambtenaar, de heer A. H. Servalins, toegevoegd. In gezelschap van
dezen en den honorairen inspecteur der kultures J. E. Teysman, aan wicn
op voorstel van den hoogleeraar was opgedragen, tegelijk met hem, in 'l be
lang eener mogelijke uitbreiding van de katoenleelt, de Molukken te bezoe
ken, vertrok men van Sourabaya. Men deed Timor-Koepang en Timor-Delhi
aanbereikte kort daarna de Banda-groep en bezocht van Groot-Banda en
Neira bijna al de noten-perken. Kort daarna werd Amboina in alle rigtin-
gen doorkruist, vooral in het belang der kakao-leelt, tot aanmoediging van
welke de regering belangrijke bijdragen had verstrekt. Onder geleide van
den gouverneur der Molnksche eilanden werden achtereenvolgens Saparua en
Ceram's zuidkust en aldaar vooral de landen aan de golf van Elpapoetih
gelegen bezocht, liet was vooral het gebied van den breeden Rouatta-
stroomden belangrijksten van Ceramen dc vlakte van Makariki, die, in
het belang van mogelijke uitbreiding der kuituur, werden nagegaan en
daartoe uitnemend geschikt bevonden.
Teruggekeerd op Ambon, ondernam de lioogleeraar de Vriese eene reis
naar Boeroe, waartoe liet voor de hoofdplaats gestationneerde korvet Pal-
las, onder kommando van den overste Valcntini, werd beschikbaar gesteld.
De vlakte van Kajeü, onlangs als geschikt voor eene Europesche kolonisatie
aangeprezepwerd in alle rigtingen doorkruist, en, met hetzelfde doel
een kort bezoek aan de zuidkust van Boeroe en aan het eiland Oki gebragt.
Ternate, Tidore, Noordelijk Halmabeira, gedeeltelijk ook de oostkust, tot
aan de landengte van Dodinga, werden vervolgens bezocht. Vooral op
laatstgenoemd eiland werden uitgestrekte en vruchtbare vlakten aangetroffen.
Met Z. M. stoomschip Etna, kapt.-luit. Vos, werd eene reis ondernomen
naar het, vooral wegens zijne steenkolen, belangrijke eiland Batjan, en
van daar naar de Minahassa van Menado, welke belangrijke afdeeliugmet
het oog op de koffij teel tir. haar gehel werd onderzocht.
Eindelijk zijn in de tweede helft van 1860 eenige afdeelingen van Midden-
Java, vooral de Vorstenlanden bezocht, terwijl een bezoek aan Noord
westelijk Borneo en de Padangsche Bovenlanden van Sumatra's westkust,
alsmede de afdeeliug Benkoelendeze belangrijke reis heeft besloten.
Volgens hetgeen wij vernamen, zou vooral door de reizen in de bezit
tingen bniten Java menig belangrijk product ontdekt zijn; terwijl uit het
gegeven overzigt reeds eenigermate blijken kan, van hoeveel gewigt de ge-
heele reis voor handel en nijverheid moet geacht worden.
Met verlangen zien wij daarom het oogenblik te gemoct, waarop de uit
komsten van een onderzoek, op zoo groole schaal ondernomen en met zoo
rusleloozen ijver voortgezet, zullen worden aan het licht gebragt, terwijl
wij den hoogleeraar voor de velerlei opofferingende doorgestane gevaren
voor de vermoeienissen en inspanning, onvermijdelijk aan zijnen arbeid
verbonden, in het welslagen ook van zijne verdere pogingen, de ruimste
voldoening tocwcnschcn.
Even als in vorige jaren, is weder door het depart, van oorlog aan
de militairen van dc onderscheidene legercorpsen, die dc Israëlitische gods
dienst belijden, verlof verleend, van den 22sLen dezer lot en met den 5dfn
April daaraanvolgendeen zulks voor het in gemeld tijdvak invallende
Paaschfeest.
De directeur der militaire veterinaire dienst heeft ter kennis van be
langhebbenden gebragt, dat aan 's rijks veeartsenijschool te Utrecht zal kun-